doen hebben met (voor een gröot ge
ile althans) uitgestootenon, uitge-
tcolen door werkgevers en uitgestoo-
;en door hun collega's-werknemers.
1'. i i deele is dat in de verschillende
te i! icii hier wel reeds uitgekomen.
.'.1 i beeft hier gesproken van „niet ge
ur op de werken", men heeft gezegd
,J,-t er gepast werd voor hen in de or-
ni a tie" en uit de verslagen in de
o ui en bleek duidelijk dat men
langs „organisatie" iets wilde be-
i eiken en liet tegelijkertijd, sprekers
óptrcden, welke niet geheel vrij waren
van -ovjet"-vlekjes, doch dat was ge
heel hun zaak, niet de onze; ter oriën
teering van een Raadslid, welke mede
moei beslissen over loonen en arbeids
voorwaarden van deze heeren is het
misschien niet vreemd dit hier eens op
te halen.
Wat hebben dez'e menschen de laat-
sti jaren gedaan? Het zijn voor het
grootste deel losse arbeiders. Waarom
u-orden deze menschen gehouden bui
tel den lossen arbeid te IJmuiden?
V carom laten de werkgevers juist de
ze menschen geen enkele zelfs maar
sporadische toe tot den lossen arbeid?
Ik weet het, U, noch het College kunt
deze vragen beantwoorden, maar ik
geef U in overweging, laat de werkver
schaffing toch vooral zijn toetsingsge-
legenheid, laat toch vooral toezicht
ho den en de ervaringen zoo mogelijk
individueel vastleggen. Met toezicht
en schifting zult hier buitengewoon
veel nut kunnen stichten. Ik heb de
lijsten der sollicitanten ingezien en ik
zou velen dezer menschen met wie ik
persoonlijk als zoovele anderen reeds
ervaringen opdeed, willen toeroepen,
welnu hier wordt U nu een kans ge
boden, toont nu dat gij werken wilt,
want is deze proef mislukt, dan brengt
gij hiermede aan U zelf en aan Uw
medearbeiders een harde slag toe.
Ik weet, dat de geheele organisatie
van den werkoosheidsdienst moet
worden opgebouwd, doch heb hot volle
vertrouwen in den goeden wil van U en
dc andere heeren van het College en
ook in de bekwaamheden van de hee-
i cn, onder wiens toezicht het werk zal
w orden uitgevoerd. Reeds in de dbor
mij gestelde vragen liggen voldoende
waarschuwingen, dat hier nog vraag-
stokken ter oplossing liggen, zoo moei
lijk, dat werkelijk de geheele Raad wel
eensgezind achter het College mag
staan in deze kwestie.
Moge behalve een zekexe aanmoedi
ging van het College van Burgemees
ter Wethouders, het doo>- mij aan
gevoerde daartoe een aansporing zijn.
De heer Diependaal zegt misschien
wol 't beste op de hoogte te zijn van
het arbeidersleven. Spr. weet dat 40
cent te kort is om een gezin te onder
houden. Maar hij weet ook dat de
menschen beter kunnen werken, dan
steun ontvangen.
Spr. vraagt of er ook menschen te
werk gesteld zullen worden, die niet
uitgetrokken zijn en hoopt dat dit zal
gebeuren. Er zijn verscheidene men
schen, die minder per week ontvangen
dan f 18, b.v. in Santpoort de bouwvak
arbeiders f 16.80 en de land- en tuin-
bouwarbeiders f 10.20. Men kan dus be
ter werken.
Spr. hoopt ook dat allereerst aan 't
werk zullen gezet worden menschen,
die met grondwerk op de hoogte zijn
en vaders van groote gezinnen.
Spr. wilde eerst niet meewerken tot
dit voorstel, hij vond het loondruk.
Maar hij is eens met den heer Warde-
cc, r het wordt dan weer een lijdens-
kwesl.ie. Als secretaris zijner organi
se ik- heeft spr. van verschillende le
den gehoord, dat ze liever willen wer
ken.
De lieer Balmeyer vraagt of Alkmaar
oo subsidie had gevraagd of voor
eigen risico een hooger loon wilde ge
en Als -wij meer dan 40 cent zouden
geven, zal er van den Voorzitter dan
actie uitgaan, om het raadsbesluit
vernietigd te krijgen?
Spr. wijst er op dat de provincie
u die vooi' zulke werken geven wil,
one !hankelijk van de bijdrage van het
Rijk. En spr. meent dat de provincie
ook niet zulke onmogelijke eischen zal
stellen. Als we de zaak zelf financieren
redelijker loon geven als het
gelooft spr. dat de provincie daar
in meegaan en steun verleenen zal.
en spreekt nu wel van noodmaatre-
ui, maar de menschen moeten er
toch voor werken. En van dat werk zal
le gemeente in later tijd haar nut heb
ben.
De Voorzitter zegt dat Alkmaar ook
om subsidie had gevraagd, want het
be it is vernietigd op voordracht van
het Ministerie van Arbeid, afd Werk
oosheidsverzekoring.
Wat den steun der provincie aan-
act, daarover wil spr. alleen mede-
iing doen in geheime zitting,
ar we moeten dezen avond een
i-es'.issjng nemen. Spr. vindt 40 cent
el te weinig, en neemt er ook geen
acnoegen mee. We zullen dan ook
tr.-u htcn een hooger loon te verkrijgen.
Maar de menschen moeten aan 't wark,
er zijn gezinnen, die het zeer noodig
hebben.
De heer Baarda: Hoeveel draagt het
Rijk bij?
De Voorzitter: 5 procent, als het
tenminste een bijdrage geeft.
De heer Nijssen vraagt allereerst ge-
organiseerden aan 't werk te stellen.
Die' menschen hebben hun plicht be
grepen en er wat voor over gehad.
De heer Sluiters: Er is 't heele jaar
nog geen organisatie geweest, .die
werkloozen hebben opgegeven.
De heer Wardenaar: Ja zeker, kijkt
u maar in 't dossier. Er zijn tal van
conferenties geweest met den Wethou
der en den Voorzitter der raadscom
missie. Maar nu er agitatie gemaakt
wordt, gaat 't veel vlugger.
De Voorzitter: Daar protesteer ik te
gen, agitatie is er niet gevoerd.
De heer Dunnebier zegt dankbaar te
zijn voor den steun der leden aan het
voorstel. Wij ook zijn er niet enthousi
ast- voor, maar wij staan voor het ge
val, dat we van twee lichamen subsi
die kunnen krijgen. We moeten in vre
desnaam nu maar beginnen.
Bij een vroegere werkverschaffing
met een gelijk loon o.g. als het stan-
daardloon werd er geen werk gepres
teerd. Spr. hoopt dat dit thans anders
zal zijn. Ons voornemen is zooveel mo
gelijk in taakwerks te laten arbeiden.
De voorbereidende maatregelen zijn
reeds getroffen. Er hebben zich 150
menschen aangemeld, waarvan er van
daag 15 aan 't werk hadden kunnen
gaan. Laten we nu een beslissing ne
men, dan kunnen wé morgenochtend
beginnen.
De. heer Vermeulen zegt dat de heer
Davidson heeft gevraagd hoe de men
schen van f 18 kunnen rondkomen. Die
vraag kan niemand beantwoorden, ook
spr. niet. Maar niemand kan ook zeg-'
gen, hoe de menschen moeten rondko
men, als de raad dit verwerpt.
De heer Netscher meent ook dat de
raad wel zal moeten beslissen. Maar
laten we nu ook verwachten dat we
bij zulk laag loon een laag soort werk
zullen krijgen. We zouden al Russische
naturen moeten hebben om de men
schen bij zulk een loon aan te sporen.
Spr. wil een woord van protest doen
hoóren, dat van hooger hand aldus op
onze besluiten wordt ingegrepen op
een wijze, die althans voor onze ge
meente beneden critiek is.
De heer Davidson: Kunt u meedeelen
tot welk bedrag het Rijk steun verleent,
voor f 10000 of voor f 100000?
De Voorzitter: Voor zooveel als nood
zakelijk zal blijken.
De heer Peek: Is 't mogelijk een kin
dertoeslag te geven?
De Voorzitter: Helaas niet.
Hierna gaat de raad in besloten zit
ting.
Na heropening vraagt de heer Die-
pendaal of ook de feestdagen en mo
gelijke regendagen zullen uitbetaald
worden.
De heer Dunnebier; U vraagt meer
als ik verantwoorden kan.
De heer Baarda zegt dat men nood
gedwongen zijn stem aan het voorstel
zal moeten geven. Spr. hoopt nog op
hooger loon en wijst er op dat 't Rijk
mede oorzaak is van de groote werk
loosheid in deze streek. Als er weer
geld beschikbaar werd gesteld voor
de werken van den sluisbouw, zouden
vele menschen werk kunnen vinden.
Spr. vraagt of de raad geen adhaesie
kan betuigen aan het schrijven der ge
meente Amsterdam aan de Staten-Ge-
neraal om een grooter bedrag voor de
ze werken beschikbaar te stellen.
De heer Netscher: Als er werk ge
zocht wordt, laden we dan ook denken
om den Slaperdijk (gelach).
De heer Netscher: Er wordt wel om
gelachen, maar de toestand is treurig.
Deze dijk is méér kanaal dan weg.
De heer DaLmeyer: Na 't geen we in
geheime zitting gehoord hebben, moe
ten we wel voorstemmen, om de zaak
op gang te helpen.
De heer Davidson. Sluit zich daarbij
aan,
De heer Peek: Ik ook, maar onder
protest.
Stemmen: Nu ja!
De heer Peek vraagt of de volgende
week weer dezelfde 15 man aan 't werk
gaan.
De heer Dunnebier: Dat zullen we
wel zien.
De heer Netscher zegt dat er aan den
Duinenberger weg ook nog wel wat te
doen is.
De heer Baarda wenscht nog een
antwoord op zijn vraag inzake 't adres
van Amsterdam.
De Voorzitter zegt dat 't voor ons
ook van belang is met 't oog op ver
mindering der werkloosheid. Daarom
kunnen B. en W. wel een schrijven op
stellen.
Bij de rondvraag vraagt dë heer Die-
pendaal 't betrachten van meer spoed
bij openbare werken bij het terugzen
den van teekeningen. Dat is ook ter be
vordering der werkloosheid.
De heer Dunnebier: Als men een gang
naar B. en W. maakt, helpt dit ook
wel.
Daarna wordt de vergadering geslo
ten.
VISSCHERIJ.
Gedurende de maand October zijn
te IJmuiden aan den rijksvischafslag
aangekomen 266 stoomtrawlers met
f 593.282 besomming tegen in October
van het vorig jaar 226 stoomtrawlers,
die f 614.507 besomden en in de eerste
tien maanden van dit jaar 2259 stoom
trawlers met f 5.207.817 besomming te
gen 1592 stoomtrawlers met f 4.449.932
besomming iii de eerste tien maanden
van het vorig jaar.
Verder kwamen van de trawlvissche-
rij in October van dit jaar aan de
markt; 134 zeiltrawlloggers met f 46457
besomming tegen in October van het
vorig jaar 32 dier vaartuigen met
f 13.613 besomming en in de eerste
tien maanden van dit jaar 1664 zeil
trawlloggers met f 695.717 besomming
tegen in gelijk tijdvak van het vorig
jaar 1323 zeiltrawlloggers met f 781.669
besomming; 8 sleepboottrawlers met
f 6322 besomming tegen in October van
het vorig jaar 5 sleepboottrawlers met
f 4721 besomming en in de eerste tien
maanden van dit jaar' 83 sleepboot
trawlers, die f 78.3i8 besomden tegen
39 dier vaartuigen met 54.390 besom
ming in gelijk tijdvak van het vorig
jaar;
179 motortrawlers met f 11.370 be
somming tegen- in October van het vo
rig jaar 142 dier vaartuigen m. f 21.414
besomming en in dc eerste tien maan
den van dit jaar 1445 motortrawlers
met f 123.601 besomming tegen in ge
lijk tijdvak van het vorig jaar 1672 mo
tortrawlers met f 235.934 besomming;
40 zeiltrawlers met f 797 besomming
tegen 109 zeiltrawlers met f 3997 be
somming in October van hel vorig jaar
en in de eerste tien maanden van dit
jaar 229 zeiltrawlers, die f 6735 besom
den tegen in de eerste tien maanden
van het vorig jaar 903 zeiltrawlers met
f 40.381 besomming;
6 motorloggers met f 2310 besom
ming tegen geen dier vaartuigen in
October van het vorig jaar en in de eer-
te tien maanden van dit jaar 66 mo
torloggers, die 36.067 besomden tegen
45 motorloggers met f 33.333 besom
ming in gelijk tijdvak van het vorig
jaar.
Van vreemde nationaliteit kwamen
in October van dit jaar hier aan de
markt: 124 Dhitsche stoomtrawlers
met f 250.366 besomming, 5 Duitsche
mofortrawlers m. f 2560 besomming, 2
Duitsche zeiltrawlers, die f 853 besom
den, 11 Deensche motortrawlers met
f 13.570 besomming en 3 Engelsche
stoomtrawlers met f 8443.besom
ming tegen in October van het vorig
jaar 68 Duitsche stoomtrawlers met
f 159.509 besomming, 2 Duitsche motor-
trawler- met f 1972 besomming en 6
Deensche motorkotters met f 10.577 be
somming en in de eerste tien maanden
van dit jaar 825 Duitsche stoomtraw
lers met f 1.706.551 besomming, 11
Duitsche motortrawlers met f 5885 be
somming, 3 Duitsche zeiltrawlers met
f 1010 besomming, 72 Deensche mo
tortrawlers met f 76.476 besomming en
7 Engelsche stoomtrawlers met f 21.414
besomming tegen in de eerste tien
maanden van het vorig jaar 505 Duit
sche stoomtrawlers, die f 1.466.920 be
somden, 49 Duitsche motortrawlers
met f 56.953 besomming, 100 Deensche
motorkotters met f 156.905 besomming.
56 Engelsche stoomtrawlers met
f 46.596 besomming en 1 Engelsche
.zeiltrawler, die f 426 besomde.
Van de beugvisscherij kwamen in
October van dit jaar aan de markt 14
zeilbeugers (sloepen) met f 24.746 b;
somming tegen in October van het vo
rig jaar 17 zeilbeugers met f 17.426 be
somming en in de eerste tien maanden
van dit jaar 94 stoombeugers met
f 219.635 besomming en 143 zeilbeu
gers, die f 237.083 besomden tegen in
gelijk tijdvak van het vorig jaar 135
stoombeugers met. f 417.854 besomming
en 146 zeilbeugers met f 255.186 besom
ming.
Van de haringvisscherij kwamen in
October van dit jaar binnen: 18 zeillog-
gers met f 44.548 besomming, 5 motor-
loggers met f 19.663 besomming en 1
stoomlogger, die f 468 besomde en uit
Engeland bovendien 177 stoomdrifters
met f 157.398 besomming tegen in Oc
tober van het vorig jaar 36 zeilloggers
met f 136.849 besomming, 7 motorlpg-
gers, dië f 27.811 besomden, 2 stoom
loggers met f 12.520 besomming en 176
Engelsche stoomdrifters met f 164.669
besomming en in de eerste tien maan
den van dit jaa^r kwamen van de ha
ringvisscherij binnen: 44 zeilloggers
met f 107.918, 9 motorloggers met
f 34.987, 2 stoomloggers met f 1959 be
somming en 7 open booten met f 112
besomming en 190 Engelsche stoom
drifters, die f 172.788 besomden tegen
in de eerste tien maanden van het vo
rig jaar 118 zeilloggers met f 464.331
besomming, 22 motorloggers met
f 120.959 besomming, 5 stoomloggers,
die f 31.655 besomden, 13' open booten
met f 214 besomming en 254 Engelsche
stoomdrifters met f 284.082 besomming
De in consignatie aangevoerde visch-
zendingen brachten in October van dit
jaar op f 5558 (een gering bedrag we
gens het Duitsche uitvoerverbod) in
October van het vorig jaar f 35.571; in
de eerste tien maanden van dit jaar
f 220.276 en in gelijk tijdvak van het
vorige jaar f 247.18 4. De in October
van dit jaar door alle schepen
aangevoerde visch bracht op
f 1.188.825 en die van October van het
vorig jaar f 1.225.162 terwijl de totaal
opbrengst van alle in de eerste tien
maanden van dit jaar' aangevoerde
visch bedraagt f 8.955.326 tegen in de
eerste tien maanden van het vorig jaar
f 9.148.628.
NATUURWANDELINGEN.
XXVII.
De Houtkap.
Thans is het de tijd, begin December,
dat men in de couranten geannonceerd
ziet: Houtveilingen te V. ten overstaan
van Notaris die of die, in de bosschen
of op het landgoed genaamd: zoo of
zoo; doch in deze dagen minder dan
vroeger. Velen weten het, en de reden
is niet ver te zoeken. Het gebrek aan
brandstof en aan brandhout gedurende
de laatste oorlogsjaren en de hooge
prijzen die daarvan het gevolg waren,
deden de bosschen zoozeer slinken, dat
er van een geregeld voortzetten van
den houtkap ieder jaar, zooals voor
heen, vooreerst geen sprake kan zijn.
In deze omstreken geeft de tijd dat
het hout gehakt en opgemaakt moet
worden, een nuttige en aangename be
zigheid op menige boerderij en ook aan
menigen tuinder of bloemist geduren
de het eentonige en langdurige winter-
-seizoen.
De tijden en gewoonten zijn nadat
HiVdebfand in zijn „Camera Obscura"
een tafereel van een houtverkooping
schetste, al zeer veranderd. De poëzie
en de aardige variatie ten platten lan
de zooals die in den ouden tijd beston
den, ze zijn 'evenals zoovele oude ge
bruiken in bitter proza opgegaan en
Verdwenen. Er worden bij houtveilin
gen geen ververschingen meer aange
boden, geen kwinkslagen of grappen
verkocht; de strijkgelden, het kwartjes
halen als plok, zijn afgeschaft. Alleen
beweegt zich de donkere koopersstoet
op klompen voort van koop tot koop,
vooraj gegaan door den aanwijzer der
nummers en vergezeld door den nota
ris of deurwaarder met zijn schrijvende
assistentie.
In plaats van den zoetelaar die.de
bezoekers begeleidde en gelegenheid
gaf iets op het terrein te gebruiken,
drinkt men nu een afzakker in een
dor nabijzijnde herb» rgen. Wie er al
zoo koopen, het is vrij wol bekend. Het
eiken hakhout en ook het iepen er, es-
hen als dat er .is, levert den tuiniers
hunne erwtenrijzen en boonenstaken.
Groote hoornen koopen wagenmakers,
terwijl berken en andere houtsoorten
veelal voor brandstof en takkenbos-
schen worden gebruikt. De boor moet
palen hebben en koopt daartoe gaarne
eiken waar een flinke pit in zit; ze moe
ten dienen voor scheringen en land
hekken en worden na op maat gezaagd
te zijn, gewaterd, d.i. in een sloot of vij
ver nabij de boerderij in het water ge
deponeerd. Zoo worden ze taaier en
sterker.
Hoewel het hanteeren van bijl, zaag
en hakmes een zwaar en hongerig werk
is, staat men er dikwijls verbaasd over
hoe handig en vlug sommigen in korten
tijd een perceel hout kunnen opmaken.
Na geestinspannenenden arbeid schijnt
houtzagen ook een gezonde variatie te
zijn, getuige de Engelsche Minister
Gladstone (the great old man), die tot
verpoozing steeds aan het houthakken
ging en de ex-Keizer Wilhelm, die in
den eersten tijd van zijn interneering te
Amerongèn steeds aan het zagen was.
Doch zulke dikke boomen als té Ame-
rongen in de bosschen ,van Graaf Ben-
tinck, hebben wij hier7 weinig of niet.
De hoofdschotel in deze duinbosschen
is eikenhakhout, afgewisseld door al
lerlei, ook door berken en populieren.
Op.de betere gronden tiert de esch; de
els en wilg aan de waterkanten en op
vochtige plekken.
Nederland is een land waar bijna al
le, ook vele uitheemsche houtsoorten
groeien, al naar de gesteldheid van den
grond, doch liefst niet in de nabijheid
er Z6G.
Op onze schrale zandgronden in
Kennemerland, hebben de hakbossehen
van eiken wel een twaalf a twintig
jaar tijd noodig om nadat ze gekapt
zijn, weer voldoende dik aan te groeien
Doch het hakhout mag niet te dik en
te oud worden, anders loopen de oude
stoven niet meer uit en ook wordt het
opgaand eikenhout van onder te kaal
en te ijl om voldoende schuilplaats aan
het wild te kunnen verschaffen.
Er zijn vele houtsoorten die men
niet als hakhout kan gebruiken en die
na gehakt te zijn niet uitloopen. Dit
zijn ondermeer: kastanjes, linden, beu
ken, platanen, sparren, dennen, enz.
Diegene die bij uitstek voor hakhout
geschikt zijn, dat zijn eiken, esschen,
elzen, wilgen, eschdoorns, iepen en ook
vooral canadapopels. De berk kan ook
als hakhout gebruikt worden, doch is
een houtsoort die ontzettend veel van
het konijn te leiden heeft. Is de acacia
wel een der hardste houtsoorten, de
berk is voorzeker wel de zachtste. Ze
is de boom die tot' in het hooge Noor
den en op de schraalste gronden kan
tieren. De berk vergezeld van de den,
laten alle andere boomsoorten verre
achter zich zoodra de Poolcirkel wordt
bereikt.
Is Denemarken en zijne eilanden
vermaard om de prachtige beuken en
eikenbosschen, en vindt men nog noor
delijker de hier in Nederland groeien
de boomsoorten terug, zelfs de hazelaar
die allervroegst bloeiende boom, die
ook hier in Kennemerland zeldzamer
is. Doch de grens van eik en beuk is on
geveer aan de Dalalf in Zweden, die
van den hazelaar bij Hudiksvall aan
de Bothnische Golf; dan begint het
rijk van spar, den en berk, die tot ver
in Lapmarken en in Finland, het land
met groote wouden bedekken, of in
kleinere groepen worden aangetroffen
De berk is kenbaar aan zijn zilver
witte, van den stam loslatende schors;
ze is in het voorjaar vroeg groen en het
sap wordt in Scandinavië alsdan afge
tapt uit de stammen en in kuipen op
gevangen öm als een soort wijn te wor
den gedronken. De schors dient om er
allerhande van te maken zelfs schoe
nen die door de landlieden gedragen
worden. Spar en den, die hier in Hol
land soms zoo slecht willen groeien be
reiken in Norrland en Finland een on
gekende hoogte, ja de den verdringt
daar op den duur alle andere boomen
ten slotte, ook de spar.
Vroeger toen men de boschcultnur
slechts aan de natuur overliet en de
bosschen van het oerwoud alleen uoor
afbranden gewijzigd en verjongd wer
den, ontstond er door overgewaaid
zaad of door hetgeen door vogels werd
overgebracht jong bosch, ook van loof-
boomen.
Dit tierde eenige jaren voort doch de
enkele of vele dennen die er door zaad
waren tusschen gekomen, overheersch-
ton ten slotte het gebeel.
Zoo geschiedt het in hej, hooge Noor
den, en gaat het hier ten deele op de
zelfde wijze daar waar het naaldhout
bij zaaiïng welig tieren wil.
De hazelaar, die mooie boom van het
geslacht der elzen, komt hier in Kenné-
nerland slechts sporadisch voor, ze is
een der vroegst bloeiende met zeer lan
sje bloesems of katjes en wordt als eer-
Te verkondiger Ier lente, bij bet hout
hakken dikwijls gespaard. In het Gel-
lersche en ook in andere i-nulen kpnit
ze veelvuldige!' voor. 'want van waar
komt ook anders de enorme voorraad
hazelnoten die hier in de winkels le
koop ligt? Ze worden uit andere stre
len geimporteerd.
Hierboven 'zeiden we dat dé noorde
lijkste grens van don hazelaar strekt
tot aan de kust van de Oostzee en de
Bothnische golf, doch in een zweedsch
werk wordt aangetoond, dat het gebied
l'an den hazelaar vroeger veel noorde
lijker moet hebben geloopen, hetgeen
lit het vinden van een groot aantal
versteende vruchten in den bodem van
moerassige streken en in veen en turf-
lagen aldaar is gebleken. Men vond ze
daar bij honderden.
Uit die vondst zou tevens blijken dat
het klimaat van Europa in den loop
der jaren kouder is geworden, want
daar waar thans de fossile of versteen
de noten in den bodem worden gevon
den, daar groeit de hazelaar en ook de
iep of olm reeds lang niet meer.
Thans nu de natuur den winterslaap
is ingegaan en de bijl van den bout
hakker slechts weerklinkt in de ont
bladerde bosschen, duisternis en tries
tige luchten den wandelaar verhinde
ren zijne ontdekkingstochten in de
vxije natuur te vervolgen on het bin
nenshuis aanlokkender is, staakt
schrijver dezer Natuurwandelingen
zijne beschrijving voor een wijle, om
wanneer de lente wederom haar intre
de heeft gedaan en de natuur begint te
leven, opnieuw de aandacht der ge
achte lezers voor verdere zwerftochten
köor Kennemerland, welwillend te
vragen. Hiermede neemt schrijver dus
voorloopig afscheid van U en roept II
een tot weerziens toe,
S. Chr. L. P.
i