IJmuider Courant
5
Zaterdag 13 Januari 1023. Tweede blad.
t PREDIKBEURTEN
IJMUIDEN.
VOOR ZONDAG A.S.
NED. HERV. KERK.
10 uur: Ds. Erdman, Schaalcollecte.
7 uur: Ds. van Oostrom Soede.
Bediening v. h. Heilig Avondmaal.
DOOPSGEZ. GEM. AFD. PROT.-BOND.
10.30 uur: Mej. D. Groeneveld
van Amsterdam.
GEREF. KERK.
10 uur: Ds. Jansen.
5 uurDezelfde.
CHR. GEREF. KERK.
10 uur: Ds. J. B. O. Croes.
5 uur: Dezelfde.
Donderdagavond 7.30 uur.
VELSEROORD.
NED. HERT. KERK.
10 uur: Ds. Kroese, H. Avondmaal.
5 uur: Dezelfde.
GEREF. KERK.
10 uurDs. Wissink.
5 uurDezelfde.
VELSEN.
- NED. HERV. KERK.
i0 uur: Ds. Eggink, H. Avondmaal.
5.30 uur: Dezelfde, Dankzegging.
WIJKEROOG.
GEREF. KERK.
10 uur: Ds. Boerkoel.
5 uur: Dezelfde.
SANTPOORT.
NED. HERV. KERK.
r 10 uurDe Heer J. A. de Koning
van Amsterdam.
EVANGELISATIE.
10 uur: Ds. Vunderink te Haarlem.
Voorbereiding v. h. H. Avondmaal.
6.30 uur: Ds. Blauw te Schoten.
Bed. v. h. H. Avondmaal.
MARK TWAIN.
EENE VERHANDELING OVER DE
KUNST VAN HET LIEGEN.
Voordracht, gehouden in de Histo-
I risch-Antiquarische club te Hartford,
I bij 't concours voor den prijs van vijf-
en-dertig dollars. (Niet bekroond).
Let wel: ik wil niet beweren, dat de
gewoonte van te liegen tot verval of
stilstand is gekomen neen, want de
1 leugen als deugd, als beginsel, is
j eeuwig; de leugen als uitspanning,
troost, toevlucht in den nood, de vierde
j Gratie en de tiende Muze, 'smenschcn
1 beste en secuurste vriend, is onsterfe
lijk en kan niet verdwijnen van den
aardbodem, zoolang deze club bestaat,
j Mijn klacht betreft alleen het verval
van de kunst van te liegen.
Geen hoogstaand, gevoelig mensch
Tkan het plompe, slordige gelieg in on
ze dagen aanzien zonder het te betreu
ren, dat zulk een edele kunst zoo diep
I gezonken is. In dit achtbaar gezelschap
f beroer ik dat onderwerp natuurlijk
niet zonder schroom; 't is alsof een oude
vrijster over kinderen-grootbrengen
sprak tot de moeders in Israël, 't Zou
j mij niet passen, u te kritisèeren, mijne
j heeren, die nagenoeg allen mij in leef-
l| tijd overtreft en zeker ook op het punt.
in quaestie mocht 't soms den schijn
hebben dat ik 't deed, dan zal 't meer
j zijn in den geest van bewondering dan
om feilen aan te toonen; inderdaad, zoo
deze schoonste der schoone kunsten
overal de aandacht, aanmoediging,
nauwgezette beoefening en ontwikke
ling had gevonden als in uwe club, ik
zou deze klacht niet behoeven te uiten
noch een enkelen traan vergieten.
Ik zeg dit niet om u te vleien; ik zeg
het als welverdiende, erkentelijke
waardeering. ('t Was mijn bedoeling ge-
f. weest hier namen te noemen en spre-
t kende voorbeelden te geven; maar ze
kere aanduidingen noopten mij, de bij
zonderheden voor mij te houden on mij
tot algemeenheden te bepalen).
Geen feit staat vaster dan dat liegen
noodzakelijk is in onze omstandigheden
daaruit volgt vanzelf, dat het een
deugd is. Geen deugd kan haar hoog-
sten graad van nuttigheid bereiken zon-
der zorgvuldige en vlijtige beoefening
't spreekt daarom vanzelf, dat deze be
hoorde onderwezen te worden in de
scholen aan den huiselijken haard
j zelfs in de nieuwsbladen. Wat betee-
U -kent de onwetende, ongeschoolde leu-
genaar tegen den ontwikkelden deskun-
1 dige? Wat beteeken ik tegenover Mr. P.
f tegenover een advokaat? Oordeel -
I kundig liegen, daaraan heeft de wereld
r behoefte. Soms denk ik, dat het beter
Jp en veiliger is, in 't geheel niet te liegen
v dan onoordeelkundig. Een slechte, on-
1 wetenschappelijke leugen is dikwijls
•pv even ondoeltreffend als de waarheid.
S Laten we nu nagaan, wat de philoso-
SCHEEPVAART.
Waterstanden IJmuiden.
Jan. 1923
H. water
L.
water
Dagen
v.m.
n.m.
v.m.
n.m
14
0.37
1.02
8.34
9.01
15
1.35
1.53
9.39
10.01
16
2.26
2.42
10.31
10.48
17 L.K.
3.12
3.26
11.13
11.33
1.24
18
3.54
4.06
11.53
19
4.32
4.44
0.12
0.34
20
5.11
5.24
0.54
1.10
BINNENLAND.
Merk-vervalsching van Rijwielen.
Door de Rechtbank te Almelo werd
veroordeeld tot 3 maanden gevangenis
straf zekere R., die een rijwiel niet af
komstig van de Gazelle Rijwielfabriek
te Dieren, na het van Gazelle merken te
hebben voorzien, als een origineel GA
ZELLE rijwiel heeft verkocht.
Reglementeering van den handel in
meel.
Te 's-Gravenhage is in voorbereiding
een Meelbesluit, dat in concept aan be
langhebbenden is toegezonden door de
Commissie in zake de Warenwet. Dit
Meelbesluit bedoelt in het belang van
de volksgezondheid te reglementeeren
den handel o.m. in meel, bloem, gries-
meel, vlokken, grutten, zetmeel, sago,
tapioca, veevoeder, kippenvoedei*, pud
dingpoeder, sauspoeder, vlapoeder, pa
neermeel, bakmeel, maccaroni, vermi
celli, kindei'meel, eierpoeder enz.
De nieuwe gulden.
De nieuwe gulden is er nu.
Wat van dit Nederlandsche munt
stuk te zeggen?
Is er niet iets aan van „Ersatz",
wanneer men denkt aan den ouden gul
den, die zoo Hollandsch-degelijk was?
De letters erop zijn duidelijk. Veel
minder is 't Nederlandsche wapen. En
nu het voorname, de beeltenaar? Wie
den gedenkpenning kent voor het Re-
geerings-Jubileum meent gelijkenis
fen zeggen. Let op het eerwaardig
spreekwoord: kinderen en gekken spre
ken altijd de waarheid.
Daaruit volgt duidelijk: volwassenen
en wijze menschen spreken die nooit.
De historicus Parkman zegt: „Het be
ginsel van waarheid spreken kan tot
een ongerijmdheid worden". En op een
andere plaats in 't zelfde hoofdstuk:
„Het is een oude zegswijze, dat de waar
heid niet ten allen tijde moet gezegd
worden; zij, die een ziekelijk geweten
dringt tot herhaalde overtreding van
dat beginsel, zijn dwazen en anderen tot
last".
Dat is sterk gezegd, maar 't is zoo.
Niemand onzer zou het uithouden met
een die aanhoudend waarheid spreekt;
maar goddank behoeven wij dat geen
van allen te doen. Een die altijd de
waarheid spreekt is eenvoudig een on
mogelijk wezen; hij bestaat niet, hij
heeft nooit bestaan. Natuurlijk zijn er
menschen, die denken dat ze nooit
liegen; maar dat is niet zoo en deze
onwetendheid is juist een der dingen,
welke onze zoogenaamde beschaving tot
schande strekken. Ieder liegt, eiken
dag, elk uur, wakend, slapend, in den
droom, in vreugde, in smart; al houdt
hij zijn mond, dan zullen toch zijn. han
den, zijn voeten, zijn oogen, zijn tanden
ons bedriegen en met voorbedachte
rade.
In een ver land waar ik eens woonde,
hadden de dames de gewoonte, visites
bij elkaar te maken onder het mensch-
lievend en vriendelijk voorwendsel, dat
ze behoefte hadden elkaar te zien; en als
ze thuis kwamen, schreeuwden ze 't uit
van blijdschap: „Wij belden bij zestien
aan en vonden er veertien niet thuis!"
De bewering, dat ze die veertien graag
wilden zien en de andere twee, bij
wie ze minder gelukkig waren geweest
was de meest ge-.vone en zachtste
vorm van leugen, v elke voldoende
wordt aangeduid als: afwijking van de
waarheid. Is dat te billijken? Zeer zeker
't Is prachtig, 't is nobel, want het doel
is niet, voordeel te behalen, maar een
genoegen te doen aan die zestien.
De vuurvaste waarheid-venter zou
openlijk toonen, of zelfs ronduit zeggen
dat hij niet verlangde die menschen te
zien en hij zou een ezel zijn, die ande
ren noodeloos ongenoegen deed. Verder
hadden de dames in dat verre land
doch dat komt er niet op aan; ze had
den duizend aardige manieren van lie
gen, die voortsproten uit vriendelijke
bedoelingen, en waardoor zij blijk ga
ven, verstand en hart te bezitten. De bi-
zonderheden spaar ik u.
De mannen in dat land waren ook leu
genaars, allen. Louter hun vraag: „Hoe
gaat 't u?" was een leugen, want 't kon
hun niet schelen, hoe 't ging behalve
als ze begrafenisondernemers waren.
Den gewonen vrager gaf je een leugen
tot antwoord, want je maakte geen
nauwkeurige diagnose van je geval,
maar antwoordde 1 uk-raak en had 't
daarmee te vinden. Ook is er in het
hoofd der Koningin ongetwijfeld meer
gelijkenis met de natuur dan bij vroe
gere beeldenaars. Doch in details, met
name den haardos, is het beeld van H.
M. hier stellig minder dan op den zoo
even genoemden penning.
(N. R. Crt.)
De Spaansche schatgraver.
Van justitieele zijde wordt men ge
waarschuwd voor de, bij vernieuwing
uit Madrid aan een aantal hier te lan
de gevestigde personen verzonden brie
ven, waarbij aanzienlijke winsten wor
den voorgespiegeld aan hem, die bereid
mocht worden bevonden den volgens
die brieven in een gevangenis in Span
je wegens schuld gegijselden schrijver
een som gelds voor te schieten, ten ein
de hem in staat te stellen zijn schuld te
kwijten en zijn vrijheid te herwinnen.
1-Iet zou den schrijver van de brieven
dan mogelijk zijn, zich in het bezit te
stellen van een met beslag getroffen
reiszak, in een geheime af deeling, waar
aan zich een vrachtbewijs zou bevinden
hetwelk hem in staat zou stellen in het
bezit te geraken van een hier te lande
aan een station staand, hem toebehoo-
rende reiskoffer met f 500.000 aan bank
biljetten, waarvan het 1/3 gedeelte zou
worden afgestaan aan hem, die zoo
menschlievend zou zijn, de gevraagde
hulp te verleenen. Het geheele verhaal
is uit de lucht gegrepen.
Jaloersche zusjes.
Jalouzie tusschen kinderen van een
gezin komt vrij dikwijls voor en naar
het schijnt iets vaker tusschen zusjes,
dan tusschen broertjes of tusschen zus
ter en broer, tenminste zoolang de kin
deren vrij jong zijn. Zoodra deze groo-
ter worden en er over de jongens klach
ten in en buitenshuis komen, meenen de
jongens wel eens, dat hun zuster(s), die
zich goed gedragen en over wie dus
geen klachten zijn binnengekomen en
die geen straf krijgen, bevoorrecht wor
den. Dat zet dan wel eens voor enkele
jaren kwaad bloed, maar van weder-
zijdsche maatregelen door afgunst of
haat en nijd ingegeven verneemt men
zelden of niet.
gewoonlijk ver mis. Tegen den begrafe
nisman loog je ook door te zeggen, dat
je gezondheid zwak was een verde
digbare leugen, wijl ze je niets kostte
en den ander plezier deed.
Als een vreemde kwam en je in je
werk stoorde, zei je met hartelijke tong:
„Aangenaam u te zien", en nog harte
lijker in je binnenste: „Ik wou dat je bij
de kanibalen was, net tegen etenstijd".
Als hij weer heenging, zei je spijtig:
„Moet u nu al gaan? Kom eens gauw
weer!" Dat was volstrekt geen kwaad,
want men fopte er niemand mee en 't
kwetste ook geen mensch, terwijl de
waarheid beide partijen onplezierig zou
hebben gemaakt.
Ik vind al dat hoffelijk liegen een
aangename, lieve kunst, die veel meer
beoefend moest worden. De hoogste vol
making der beleefdheid is eèn schoon
gebouw, van 't fundament tot den koe
pel opgetrokken van behagelijke, ver
gulde stukken menschlievende en on
zelfzuchtige leugen.
Wat ik betreur is de toenemende over-
heersching van de brutale waarheid.
Laten we doen wat we kunnen om die
uit te roeien. Een beleedigende waar
heid heeft niets voor boven een beleedi
gende leugen. Geen van beiden mogen
ooit worden uitgesproken. De man die
een beleedigende waarheid zegt, uit
vrees, dat anders zijn ziel verloren gaat,
moest bedenken, dat zoo'n soort ziel
eigenlijk het redden niet waard is. De
man die een leugen vertelt om een ar
men drommel uit den nood te helpen,
is er een, van wien de engelen ongetwij
feld zullen zeggen: „ziedaar een held
haftige ziel, die zijn eigen heil op 't
spel zet om dat van zijn naaste te red
den; laten wij dien grootmoedigen leu
genaar verheerlijken".
Onder de gewone leugens hebben we
ook de stille leugen het misleiden
enkel door te zwijgen en de waarheid
te verbergen. Vele hardnekkige waar
heid-venters geven zich over aan die
ondeugd, in de verbeelding, dat ze in 't
geheel niet liegen als ze geen leugen uit
spreken.
In dat verre land, waar ik eens woon
de, kende ik een lieve dame, wier bedoe
lingen altijd rein en verheven waren en
wier karakter daaraan beantwoordde.
Op zekeren dag, dat ik bij haar ten eten
was, merkte ik zoo in 't algemeen op,
dat wij allen leugenaars zijn. Zij vroeg
verbaasd: „Toch niet allen?" 'tWas vóór
den tijd van Pinafore; daarom gaf ik
niet 't antwoord, dat natuurlijk tegen
woordig elk zou geven; maar ik zei
ronduit: „Ja, allen wij zijn allen leu
genaars, uitzonderingen bestaan niet".
Zij keek mij aan, bijna beleedigd. „Telt
u mij ook mee?" „Zeker, zei ik, ik
houd u zelfs voor een specialiteit". Zij
deed: „Sstsst! de kinderen!" Het on
derwerp werd dus losgelaten en wij
praatten over andere dingen. Maar toen
de kinderen weg waren, kwam de dame
.met warmte op de zaak terug en zei: „Ik
Anders is het tusschen zusjes. Meer
malen trachten ze elkander te benadee-
len en de leeftijd der kinderen speelt
dan geen rol. Zoo was er een meisje van
een jaar of tien, dat haar zusje, toen
dit sliep, haar gekrulde lokken afknip
te. Wat het jaloersche meisje verwacht
had, bleek juist te zijn; het zusje had
heel wat van haar schoonheid verloren
Een ander geval is het volgende: twee
zusters, de eene zestien, de andere ze
ventien jaar, gingen niet goed met el
kander om. De jongste van beiden is na
ijverig op de andere, die aantrekkelijk
heden voor jongens blijkt te hebben. Op
een ochtend gevoelt het oudste zusje,
dat een van haar twee vlechten weg is.
Ontsteld staat ze op en vindt de vlecht
voor haar bed, terwijl ze, bij het naar
beneden gaan, een schaar uit het naai-
gereedschap van haar zuster op de trap
vindt.
In het eerst denkt het meisje en ook
haar ouders, dat ze zichzelf de vlecht in
een toestand van slaapwandel heeft af
geknipt, maar door een verspreking
van de zuster blijkt na eenigen tijd, dat
die de wandaad heeft bedreven. Van
jongens hoort men dergelijke dingen
niet licht en in het algemeen mag men
wel aannemen, dat animositeit tusschen
zusters, als die eenmaal tot stand is ge
komen, niet licht verdwijnt en zich dan
veel heftiger uit, dan die tusschen jon
gens onderling.
Of het al of niet ontstaan van animo
siteit of rivaliteit tusschen zusters kan
worden voorkomen door opvoeding, we
ten we niet te zeggen.
Men zou kunnen aannemen, dat vol
komen gelijke behandeling het euvel
voorkomt, daar voor zoover ons bekend
is, rivaliteit bij tweeling-zusters niet
voorkomt. Maar een oorzaak, die mis
schien de voornaamste is, n.l. verschil
in uiterlijk, ontbreekt dan ook.
(„Hbl.")
SPORT.
VOETBAL
Overzicht.
Behalve door de overwinning van
Stormvogels zelve op Hilversum, zijn
heb mij als regel gesteld, nooit een leu
gen te spreken, en ik ben daarvan geen
oogenblik afgeweken". „O, zei ik, ik
bedoel er volstrekt niets kwaads of be-
leedigends mee, maar inderdaad heeft
u stoutweg zitten liegen, zoolang ik hier
ben. 't Heeft mij genoeg zeer gedaan,
omdat ik 't niet gewoon ben".
Ze vroeg mij een voorbeeld, één enkel
voorbeel maar.
„Kijk, zei ik, hier is 't oningevulde
duplicaat van het vragenlijstje, dat de
lui van Oakland-hospitaal u lieten ge
ven door de verpleegster, toen ze hier
kwam om 'n neefje op te passen in zijn
gevaarlijke ziekte. Allerlei vragen wor
den hier gesteld over het gedrag van de
verpleegster. „Sliep zij nooit als zij
moest waken? Vergat ze nooit de medi
cijnen in te geven?" en-zoo-voort, en-
zoo-voort. U werd gewaarschuwd, zorg
vuldig en duidelijk te zijn in het beant
woorden, want het welslagen van den
dienst eischt, dat de verpleegsters dade
lijk worden beboet of op andere wijze
gestraft voor verzuimen. U heeft mij
verteld, dat u zeer ingenomen was met
de verpleegster; dat ze duizend vol
maaktheden bezat en slechts één ge
brek; u kon er nooit op aan, dat ze
Johnny-goed instopte, terwijl hij in een
koude stoel wachtte, als zij 't warme
bed opmaakte. U vulde het duplicaat
van dit papier in en stuurde het met de
verpleegster naar 't ziekenhuis terug.
Hoe beantwoordde u deze vraag:
„Maakte de verpleegster zich ook schul
dig aan een onachtzaamheid, waardoor
de patient kou kon vatten?" Kom
alles wordt beslist door een wedden
schap hier in Californië: tien dollars
tegen tien cents, dat u loog bij 't ant
woorden van die vraag".
De dame zei: „Dat deed ik niet; ik
liet die oningevuld!"
„Juist! dan heeft u zwijgend gelogen;
u liet de veronderstelling open, dat u
geen aanmerking had op dat stuk".
„O, was dat een leugen? Hoe kon ik
dat éene gebrek vermelden? Zij was zoo
goed! 't Zou wreed geweest zijn".
Ik zei: „Iemand behoort altijd te lie
gen, als hij er goed mee kan doen; uw
impulsie was goed, maar uw oordeel
verkeerd; dat komt van een onverstan
dige praktijk. Weet u, wat 't gevolg is
geweest van uw onervarenheid in 't lie
gen? U weet, dat Willie Jones heel erg
't roodvonk heeft. Nu, uw aanbeveling
was zoo geestdriftig, dat ze dat meisje
genomen hebben om hem op te passen;
de uitgeputte familie ligt de laatste
veertien uren in diepen slaap, haar lie
veling met vol vertrouwen overlatend
aan die noodlottige handen, omdat u,
evenals George Washington, de reputa
tie heeft Als u soms niets anders te
doen heeft, wil ik morgen wel even aan
komen, en wij kunnen samen de begra
fenis gaan bijwonen, want u zult na
tuurlijk groot belang stellen in Willie's
geval een persoonlijke belangstelling
niet als doodbidder".
de kansen tot promotie nog vergroot
door Excelsior, dat de domheid beging
van 't Gooi met 31 te verliezen.
Zoo men weet, promoveeren naar de
eerste klas twee clubs. Momenteel zijn
de ernstigste candidaten Stormvogels
en II. F. C. De club, die haar het meest
bedreigt, is Excelsior uit Rotterdam.
Deze vereeniging heeft uit 14 wedstrij
den 18 punten behaald. Nemen wij nu
eens aan, dat Excelsior de 8 nog door
haar te spelen wedstrijden wint, dan be
reikt zij in dit voor haar allergunstig
ste geval een puntenaantal van 34. Om
dus vast en zeker te promoveeren moet
H. F. C. uit de haar resteerende 8 wed
strijden 14 puntenbehalen, terwijl
Stormvogels, dat evenals H. F. C. 21
punten heeft, deze 14 punten mag ver-
deelen over 10 wedstrijden. Vooral voor
Stormvogels lijkt ons dit geen onmoge
lijke taak. Bovendien hebben we, door
aan te nemen dat Excelsior in den ver
volge alles won, voor onze plaatselijke
vereeniging het meest ongunstige geval
genomen.
Het lijkt ons zeer waarschijnlijk, dat
Stormvogels morgen reeds met het ver
overen van deze 14 punten een aanvang
maakt. In Amsterdam en Alkmaar wer
den de Amsterdammers resp. reeds met
21 en 20 geklopt. Alleen blauw-wit-
ten, onderschat je tegenpartij niet en
sluit haar niet in. Denkt aan O. D. S.?
Evenals bij Stormvogels is ook hij II.
F. C. de voorhoede het minste deel van
het elftal. Komen bij Stormvogels de
goals zelden ter wereld door goed sa
menspel der geheele voorhoede, bij II.
F. C. is het al niet veel anders. Van
Beckum is in deze linie de man en
wordt deze, zooals door Spartaan, goed
bewaakt, dan zijn de andere spelers,
uitgezonderd misschien nog Miezérus,
niet zoo bijster gevaarlijk. Dat er tégen
Spartaan toch nog gewonnen werd,
kwam voornamelijk door de geweldige
pech, waardoor de Spartanen den gan-
schen middag achtervolgd werden. On
ze meening is dan ook, dat de Span-
jaardslaanbewoners tegen 't Gooi nog
niet gewonnen hebben. Als wij nagaan
welk een uitstekende partij de Hilver
summers tegen Stormvogels speelden
Doch dat alles ging verloren. Eer ik
half uitgesproken had, zat zij al in een
rijtuig en rende naar 't buitenverblijf
van Jones om te redden wat er nog van
Willie overschoot en alles te vertellen
wat ze wist van de levensgevaarlijke
verpleegster, wat allemaal overbodig
was, want Willie was niet ziek: ik had
zelf gelogen. Maar toch stuurde ze nog
dien eigen dag een briefje naar 't hos
pitaal om een verwaarloosde vraag in
te vullen, en zij constateerde de feiten
zoo vierkant mogelijk.
U ziet, de fout van die dame stak niet
in 't liegen, maar. in 't onoordeelkundig
liegen. Ze had de waarheid moeten zeg
gen daar en 't dan goed maken voor
de verpleegster met een bedriegelijk
compliment verderop in 't stuk. Ze had
bijvoorbeeld kunnen zeggen: „In één
opzicht is deze verpleegster volmaakt
als zij waakt, snorkt ze nooit". Bijna
elk aardig leugentje zou de scherpte
weggenomen hebben van die lastige,
maar noodzakelijke uitdrukkingen van
de waarheid.
Liegen, mijne heeren, is algemeen
wij allen doen het, wij allen moeten het
doen. Daarom handelen wij wijs met
ons vlijtig te oefenen in het doordacht,
oordeelkundig liegen; liegen met een
goed doel, niet met een slecht; liegen
in 't voordeel van anderen, niet van ons
zeiven: heilzaam, barmhartig, humaan
liegen, niet wreed, kwetsend of kwaad
aardig; bevallig en aangenaam, niet lee-
lijk en onhandig; flink, vrijmoedig,
vierkant, met opgeheven höofd, niet
aarzelend, kinderachtig, met een slag
om den arm, als schaamden wij ons
over onze hooge roeping.
Dan zullen wij ontslagen worden van
de slechte, verpestende waarheid, die
het land bederft; dan zullen wij groot
en schoon zijn, waardige bewoners
eener wereld, waar zelfs de goddelijke
natuur aanhoudend liegt, behalve wan
neer ze afschuwelijk weer belooft. Dan...
doch ik ben maar een nieuwe en zwak
ke leerling in deze edele kunst; ik kan
deze club niet3 leeren.
Scherts terzijde; ik acht het noodig,
wijselijk te onderzoeken, welke soort
van leugens wij 't best en nuttigst kun
nen beoefenen, aangezien wij allen moe
ten liegen en het doen ook, en welke
soort wij liever dienen te vermijden. Dit
is een zaak ik gevoel het die ik vol
vertrouwen kan overlaten aan dit erva
ren gezelschap van gerijpte mannen,
die we in dit opzicht, zonder eenige on
gepaste vleierij mogen betitelen als
Oude Meesters.