IJmuider Courant 5 Zaterdag 13 Januari 1023. Tweede blad. t PREDIKBEURTEN IJMUIDEN. VOOR ZONDAG A.S. NED. HERV. KERK. 10 uur: Ds. Erdman, Schaalcollecte. 7 uur: Ds. van Oostrom Soede. Bediening v. h. Heilig Avondmaal. DOOPSGEZ. GEM. AFD. PROT.-BOND. 10.30 uur: Mej. D. Groeneveld van Amsterdam. GEREF. KERK. 10 uur: Ds. Jansen. 5 uurDezelfde. CHR. GEREF. KERK. 10 uur: Ds. J. B. O. Croes. 5 uur: Dezelfde. Donderdagavond 7.30 uur. VELSEROORD. NED. HERT. KERK. 10 uur: Ds. Kroese, H. Avondmaal. 5 uur: Dezelfde. GEREF. KERK. 10 uurDs. Wissink. 5 uurDezelfde. VELSEN. - NED. HERV. KERK. i0 uur: Ds. Eggink, H. Avondmaal. 5.30 uur: Dezelfde, Dankzegging. WIJKEROOG. GEREF. KERK. 10 uur: Ds. Boerkoel. 5 uur: Dezelfde. SANTPOORT. NED. HERV. KERK. r 10 uurDe Heer J. A. de Koning van Amsterdam. EVANGELISATIE. 10 uur: Ds. Vunderink te Haarlem. Voorbereiding v. h. H. Avondmaal. 6.30 uur: Ds. Blauw te Schoten. Bed. v. h. H. Avondmaal. MARK TWAIN. EENE VERHANDELING OVER DE KUNST VAN HET LIEGEN. Voordracht, gehouden in de Histo- I risch-Antiquarische club te Hartford, I bij 't concours voor den prijs van vijf- en-dertig dollars. (Niet bekroond). Let wel: ik wil niet beweren, dat de gewoonte van te liegen tot verval of stilstand is gekomen neen, want de 1 leugen als deugd, als beginsel, is j eeuwig; de leugen als uitspanning, troost, toevlucht in den nood, de vierde j Gratie en de tiende Muze, 'smenschcn 1 beste en secuurste vriend, is onsterfe lijk en kan niet verdwijnen van den aardbodem, zoolang deze club bestaat, j Mijn klacht betreft alleen het verval van de kunst van te liegen. Geen hoogstaand, gevoelig mensch Tkan het plompe, slordige gelieg in on ze dagen aanzien zonder het te betreu ren, dat zulk een edele kunst zoo diep I gezonken is. In dit achtbaar gezelschap f beroer ik dat onderwerp natuurlijk niet zonder schroom; 't is alsof een oude vrijster over kinderen-grootbrengen sprak tot de moeders in Israël, 't Zou j mij niet passen, u te kritisèeren, mijne j heeren, die nagenoeg allen mij in leef- l| tijd overtreft en zeker ook op het punt. in quaestie mocht 't soms den schijn hebben dat ik 't deed, dan zal 't meer j zijn in den geest van bewondering dan om feilen aan te toonen; inderdaad, zoo deze schoonste der schoone kunsten overal de aandacht, aanmoediging, nauwgezette beoefening en ontwikke ling had gevonden als in uwe club, ik zou deze klacht niet behoeven te uiten noch een enkelen traan vergieten. Ik zeg dit niet om u te vleien; ik zeg het als welverdiende, erkentelijke waardeering. ('t Was mijn bedoeling ge- f. weest hier namen te noemen en spre- t kende voorbeelden te geven; maar ze kere aanduidingen noopten mij, de bij zonderheden voor mij te houden on mij tot algemeenheden te bepalen). Geen feit staat vaster dan dat liegen noodzakelijk is in onze omstandigheden daaruit volgt vanzelf, dat het een deugd is. Geen deugd kan haar hoog- sten graad van nuttigheid bereiken zon- der zorgvuldige en vlijtige beoefening 't spreekt daarom vanzelf, dat deze be hoorde onderwezen te worden in de scholen aan den huiselijken haard j zelfs in de nieuwsbladen. Wat betee- U -kent de onwetende, ongeschoolde leu- genaar tegen den ontwikkelden deskun- 1 dige? Wat beteeken ik tegenover Mr. P. f tegenover een advokaat? Oordeel - I kundig liegen, daaraan heeft de wereld r behoefte. Soms denk ik, dat het beter Jp en veiliger is, in 't geheel niet te liegen v dan onoordeelkundig. Een slechte, on- 1 wetenschappelijke leugen is dikwijls •pv even ondoeltreffend als de waarheid. S Laten we nu nagaan, wat de philoso- SCHEEPVAART. Waterstanden IJmuiden. Jan. 1923 H. water L. water Dagen v.m. n.m. v.m. n.m 14 0.37 1.02 8.34 9.01 15 1.35 1.53 9.39 10.01 16 2.26 2.42 10.31 10.48 17 L.K. 3.12 3.26 11.13 11.33 1.24 18 3.54 4.06 11.53 19 4.32 4.44 0.12 0.34 20 5.11 5.24 0.54 1.10 BINNENLAND. Merk-vervalsching van Rijwielen. Door de Rechtbank te Almelo werd veroordeeld tot 3 maanden gevangenis straf zekere R., die een rijwiel niet af komstig van de Gazelle Rijwielfabriek te Dieren, na het van Gazelle merken te hebben voorzien, als een origineel GA ZELLE rijwiel heeft verkocht. Reglementeering van den handel in meel. Te 's-Gravenhage is in voorbereiding een Meelbesluit, dat in concept aan be langhebbenden is toegezonden door de Commissie in zake de Warenwet. Dit Meelbesluit bedoelt in het belang van de volksgezondheid te reglementeeren den handel o.m. in meel, bloem, gries- meel, vlokken, grutten, zetmeel, sago, tapioca, veevoeder, kippenvoedei*, pud dingpoeder, sauspoeder, vlapoeder, pa neermeel, bakmeel, maccaroni, vermi celli, kindei'meel, eierpoeder enz. De nieuwe gulden. De nieuwe gulden is er nu. Wat van dit Nederlandsche munt stuk te zeggen? Is er niet iets aan van „Ersatz", wanneer men denkt aan den ouden gul den, die zoo Hollandsch-degelijk was? De letters erop zijn duidelijk. Veel minder is 't Nederlandsche wapen. En nu het voorname, de beeltenaar? Wie den gedenkpenning kent voor het Re- geerings-Jubileum meent gelijkenis fen zeggen. Let op het eerwaardig spreekwoord: kinderen en gekken spre ken altijd de waarheid. Daaruit volgt duidelijk: volwassenen en wijze menschen spreken die nooit. De historicus Parkman zegt: „Het be ginsel van waarheid spreken kan tot een ongerijmdheid worden". En op een andere plaats in 't zelfde hoofdstuk: „Het is een oude zegswijze, dat de waar heid niet ten allen tijde moet gezegd worden; zij, die een ziekelijk geweten dringt tot herhaalde overtreding van dat beginsel, zijn dwazen en anderen tot last". Dat is sterk gezegd, maar 't is zoo. Niemand onzer zou het uithouden met een die aanhoudend waarheid spreekt; maar goddank behoeven wij dat geen van allen te doen. Een die altijd de waarheid spreekt is eenvoudig een on mogelijk wezen; hij bestaat niet, hij heeft nooit bestaan. Natuurlijk zijn er menschen, die denken dat ze nooit liegen; maar dat is niet zoo en deze onwetendheid is juist een der dingen, welke onze zoogenaamde beschaving tot schande strekken. Ieder liegt, eiken dag, elk uur, wakend, slapend, in den droom, in vreugde, in smart; al houdt hij zijn mond, dan zullen toch zijn. han den, zijn voeten, zijn oogen, zijn tanden ons bedriegen en met voorbedachte rade. In een ver land waar ik eens woonde, hadden de dames de gewoonte, visites bij elkaar te maken onder het mensch- lievend en vriendelijk voorwendsel, dat ze behoefte hadden elkaar te zien; en als ze thuis kwamen, schreeuwden ze 't uit van blijdschap: „Wij belden bij zestien aan en vonden er veertien niet thuis!" De bewering, dat ze die veertien graag wilden zien en de andere twee, bij wie ze minder gelukkig waren geweest was de meest ge-.vone en zachtste vorm van leugen, v elke voldoende wordt aangeduid als: afwijking van de waarheid. Is dat te billijken? Zeer zeker 't Is prachtig, 't is nobel, want het doel is niet, voordeel te behalen, maar een genoegen te doen aan die zestien. De vuurvaste waarheid-venter zou openlijk toonen, of zelfs ronduit zeggen dat hij niet verlangde die menschen te zien en hij zou een ezel zijn, die ande ren noodeloos ongenoegen deed. Verder hadden de dames in dat verre land doch dat komt er niet op aan; ze had den duizend aardige manieren van lie gen, die voortsproten uit vriendelijke bedoelingen, en waardoor zij blijk ga ven, verstand en hart te bezitten. De bi- zonderheden spaar ik u. De mannen in dat land waren ook leu genaars, allen. Louter hun vraag: „Hoe gaat 't u?" was een leugen, want 't kon hun niet schelen, hoe 't ging behalve als ze begrafenisondernemers waren. Den gewonen vrager gaf je een leugen tot antwoord, want je maakte geen nauwkeurige diagnose van je geval, maar antwoordde 1 uk-raak en had 't daarmee te vinden. Ook is er in het hoofd der Koningin ongetwijfeld meer gelijkenis met de natuur dan bij vroe gere beeldenaars. Doch in details, met name den haardos, is het beeld van H. M. hier stellig minder dan op den zoo even genoemden penning. (N. R. Crt.) De Spaansche schatgraver. Van justitieele zijde wordt men ge waarschuwd voor de, bij vernieuwing uit Madrid aan een aantal hier te lan de gevestigde personen verzonden brie ven, waarbij aanzienlijke winsten wor den voorgespiegeld aan hem, die bereid mocht worden bevonden den volgens die brieven in een gevangenis in Span je wegens schuld gegijselden schrijver een som gelds voor te schieten, ten ein de hem in staat te stellen zijn schuld te kwijten en zijn vrijheid te herwinnen. 1-Iet zou den schrijver van de brieven dan mogelijk zijn, zich in het bezit te stellen van een met beslag getroffen reiszak, in een geheime af deeling, waar aan zich een vrachtbewijs zou bevinden hetwelk hem in staat zou stellen in het bezit te geraken van een hier te lande aan een station staand, hem toebehoo- rende reiskoffer met f 500.000 aan bank biljetten, waarvan het 1/3 gedeelte zou worden afgestaan aan hem, die zoo menschlievend zou zijn, de gevraagde hulp te verleenen. Het geheele verhaal is uit de lucht gegrepen. Jaloersche zusjes. Jalouzie tusschen kinderen van een gezin komt vrij dikwijls voor en naar het schijnt iets vaker tusschen zusjes, dan tusschen broertjes of tusschen zus ter en broer, tenminste zoolang de kin deren vrij jong zijn. Zoodra deze groo- ter worden en er over de jongens klach ten in en buitenshuis komen, meenen de jongens wel eens, dat hun zuster(s), die zich goed gedragen en over wie dus geen klachten zijn binnengekomen en die geen straf krijgen, bevoorrecht wor den. Dat zet dan wel eens voor enkele jaren kwaad bloed, maar van weder- zijdsche maatregelen door afgunst of haat en nijd ingegeven verneemt men zelden of niet. gewoonlijk ver mis. Tegen den begrafe nisman loog je ook door te zeggen, dat je gezondheid zwak was een verde digbare leugen, wijl ze je niets kostte en den ander plezier deed. Als een vreemde kwam en je in je werk stoorde, zei je met hartelijke tong: „Aangenaam u te zien", en nog harte lijker in je binnenste: „Ik wou dat je bij de kanibalen was, net tegen etenstijd". Als hij weer heenging, zei je spijtig: „Moet u nu al gaan? Kom eens gauw weer!" Dat was volstrekt geen kwaad, want men fopte er niemand mee en 't kwetste ook geen mensch, terwijl de waarheid beide partijen onplezierig zou hebben gemaakt. Ik vind al dat hoffelijk liegen een aangename, lieve kunst, die veel meer beoefend moest worden. De hoogste vol making der beleefdheid is eèn schoon gebouw, van 't fundament tot den koe pel opgetrokken van behagelijke, ver gulde stukken menschlievende en on zelfzuchtige leugen. Wat ik betreur is de toenemende over- heersching van de brutale waarheid. Laten we doen wat we kunnen om die uit te roeien. Een beleedigende waar heid heeft niets voor boven een beleedi gende leugen. Geen van beiden mogen ooit worden uitgesproken. De man die een beleedigende waarheid zegt, uit vrees, dat anders zijn ziel verloren gaat, moest bedenken, dat zoo'n soort ziel eigenlijk het redden niet waard is. De man die een leugen vertelt om een ar men drommel uit den nood te helpen, is er een, van wien de engelen ongetwij feld zullen zeggen: „ziedaar een held haftige ziel, die zijn eigen heil op 't spel zet om dat van zijn naaste te red den; laten wij dien grootmoedigen leu genaar verheerlijken". Onder de gewone leugens hebben we ook de stille leugen het misleiden enkel door te zwijgen en de waarheid te verbergen. Vele hardnekkige waar heid-venters geven zich over aan die ondeugd, in de verbeelding, dat ze in 't geheel niet liegen als ze geen leugen uit spreken. In dat verre land, waar ik eens woon de, kende ik een lieve dame, wier bedoe lingen altijd rein en verheven waren en wier karakter daaraan beantwoordde. Op zekeren dag, dat ik bij haar ten eten was, merkte ik zoo in 't algemeen op, dat wij allen leugenaars zijn. Zij vroeg verbaasd: „Toch niet allen?" 'tWas vóór den tijd van Pinafore; daarom gaf ik niet 't antwoord, dat natuurlijk tegen woordig elk zou geven; maar ik zei ronduit: „Ja, allen wij zijn allen leu genaars, uitzonderingen bestaan niet". Zij keek mij aan, bijna beleedigd. „Telt u mij ook mee?" „Zeker, zei ik, ik houd u zelfs voor een specialiteit". Zij deed: „Sstsst! de kinderen!" Het on derwerp werd dus losgelaten en wij praatten over andere dingen. Maar toen de kinderen weg waren, kwam de dame .met warmte op de zaak terug en zei: „Ik Anders is het tusschen zusjes. Meer malen trachten ze elkander te benadee- len en de leeftijd der kinderen speelt dan geen rol. Zoo was er een meisje van een jaar of tien, dat haar zusje, toen dit sliep, haar gekrulde lokken afknip te. Wat het jaloersche meisje verwacht had, bleek juist te zijn; het zusje had heel wat van haar schoonheid verloren Een ander geval is het volgende: twee zusters, de eene zestien, de andere ze ventien jaar, gingen niet goed met el kander om. De jongste van beiden is na ijverig op de andere, die aantrekkelijk heden voor jongens blijkt te hebben. Op een ochtend gevoelt het oudste zusje, dat een van haar twee vlechten weg is. Ontsteld staat ze op en vindt de vlecht voor haar bed, terwijl ze, bij het naar beneden gaan, een schaar uit het naai- gereedschap van haar zuster op de trap vindt. In het eerst denkt het meisje en ook haar ouders, dat ze zichzelf de vlecht in een toestand van slaapwandel heeft af geknipt, maar door een verspreking van de zuster blijkt na eenigen tijd, dat die de wandaad heeft bedreven. Van jongens hoort men dergelijke dingen niet licht en in het algemeen mag men wel aannemen, dat animositeit tusschen zusters, als die eenmaal tot stand is ge komen, niet licht verdwijnt en zich dan veel heftiger uit, dan die tusschen jon gens onderling. Of het al of niet ontstaan van animo siteit of rivaliteit tusschen zusters kan worden voorkomen door opvoeding, we ten we niet te zeggen. Men zou kunnen aannemen, dat vol komen gelijke behandeling het euvel voorkomt, daar voor zoover ons bekend is, rivaliteit bij tweeling-zusters niet voorkomt. Maar een oorzaak, die mis schien de voornaamste is, n.l. verschil in uiterlijk, ontbreekt dan ook. („Hbl.") SPORT. VOETBAL Overzicht. Behalve door de overwinning van Stormvogels zelve op Hilversum, zijn heb mij als regel gesteld, nooit een leu gen te spreken, en ik ben daarvan geen oogenblik afgeweken". „O, zei ik, ik bedoel er volstrekt niets kwaads of be- leedigends mee, maar inderdaad heeft u stoutweg zitten liegen, zoolang ik hier ben. 't Heeft mij genoeg zeer gedaan, omdat ik 't niet gewoon ben". Ze vroeg mij een voorbeeld, één enkel voorbeel maar. „Kijk, zei ik, hier is 't oningevulde duplicaat van het vragenlijstje, dat de lui van Oakland-hospitaal u lieten ge ven door de verpleegster, toen ze hier kwam om 'n neefje op te passen in zijn gevaarlijke ziekte. Allerlei vragen wor den hier gesteld over het gedrag van de verpleegster. „Sliep zij nooit als zij moest waken? Vergat ze nooit de medi cijnen in te geven?" en-zoo-voort, en- zoo-voort. U werd gewaarschuwd, zorg vuldig en duidelijk te zijn in het beant woorden, want het welslagen van den dienst eischt, dat de verpleegsters dade lijk worden beboet of op andere wijze gestraft voor verzuimen. U heeft mij verteld, dat u zeer ingenomen was met de verpleegster; dat ze duizend vol maaktheden bezat en slechts één ge brek; u kon er nooit op aan, dat ze Johnny-goed instopte, terwijl hij in een koude stoel wachtte, als zij 't warme bed opmaakte. U vulde het duplicaat van dit papier in en stuurde het met de verpleegster naar 't ziekenhuis terug. Hoe beantwoordde u deze vraag: „Maakte de verpleegster zich ook schul dig aan een onachtzaamheid, waardoor de patient kou kon vatten?" Kom alles wordt beslist door een wedden schap hier in Californië: tien dollars tegen tien cents, dat u loog bij 't ant woorden van die vraag". De dame zei: „Dat deed ik niet; ik liet die oningevuld!" „Juist! dan heeft u zwijgend gelogen; u liet de veronderstelling open, dat u geen aanmerking had op dat stuk". „O, was dat een leugen? Hoe kon ik dat éene gebrek vermelden? Zij was zoo goed! 't Zou wreed geweest zijn". Ik zei: „Iemand behoort altijd te lie gen, als hij er goed mee kan doen; uw impulsie was goed, maar uw oordeel verkeerd; dat komt van een onverstan dige praktijk. Weet u, wat 't gevolg is geweest van uw onervarenheid in 't lie gen? U weet, dat Willie Jones heel erg 't roodvonk heeft. Nu, uw aanbeveling was zoo geestdriftig, dat ze dat meisje genomen hebben om hem op te passen; de uitgeputte familie ligt de laatste veertien uren in diepen slaap, haar lie veling met vol vertrouwen overlatend aan die noodlottige handen, omdat u, evenals George Washington, de reputa tie heeft Als u soms niets anders te doen heeft, wil ik morgen wel even aan komen, en wij kunnen samen de begra fenis gaan bijwonen, want u zult na tuurlijk groot belang stellen in Willie's geval een persoonlijke belangstelling niet als doodbidder". de kansen tot promotie nog vergroot door Excelsior, dat de domheid beging van 't Gooi met 31 te verliezen. Zoo men weet, promoveeren naar de eerste klas twee clubs. Momenteel zijn de ernstigste candidaten Stormvogels en II. F. C. De club, die haar het meest bedreigt, is Excelsior uit Rotterdam. Deze vereeniging heeft uit 14 wedstrij den 18 punten behaald. Nemen wij nu eens aan, dat Excelsior de 8 nog door haar te spelen wedstrijden wint, dan be reikt zij in dit voor haar allergunstig ste geval een puntenaantal van 34. Om dus vast en zeker te promoveeren moet H. F. C. uit de haar resteerende 8 wed strijden 14 puntenbehalen, terwijl Stormvogels, dat evenals H. F. C. 21 punten heeft, deze 14 punten mag ver- deelen over 10 wedstrijden. Vooral voor Stormvogels lijkt ons dit geen onmoge lijke taak. Bovendien hebben we, door aan te nemen dat Excelsior in den ver volge alles won, voor onze plaatselijke vereeniging het meest ongunstige geval genomen. Het lijkt ons zeer waarschijnlijk, dat Stormvogels morgen reeds met het ver overen van deze 14 punten een aanvang maakt. In Amsterdam en Alkmaar wer den de Amsterdammers resp. reeds met 21 en 20 geklopt. Alleen blauw-wit- ten, onderschat je tegenpartij niet en sluit haar niet in. Denkt aan O. D. S.? Evenals bij Stormvogels is ook hij II. F. C. de voorhoede het minste deel van het elftal. Komen bij Stormvogels de goals zelden ter wereld door goed sa menspel der geheele voorhoede, bij II. F. C. is het al niet veel anders. Van Beckum is in deze linie de man en wordt deze, zooals door Spartaan, goed bewaakt, dan zijn de andere spelers, uitgezonderd misschien nog Miezérus, niet zoo bijster gevaarlijk. Dat er tégen Spartaan toch nog gewonnen werd, kwam voornamelijk door de geweldige pech, waardoor de Spartanen den gan- schen middag achtervolgd werden. On ze meening is dan ook, dat de Span- jaardslaanbewoners tegen 't Gooi nog niet gewonnen hebben. Als wij nagaan welk een uitstekende partij de Hilver summers tegen Stormvogels speelden Doch dat alles ging verloren. Eer ik half uitgesproken had, zat zij al in een rijtuig en rende naar 't buitenverblijf van Jones om te redden wat er nog van Willie overschoot en alles te vertellen wat ze wist van de levensgevaarlijke verpleegster, wat allemaal overbodig was, want Willie was niet ziek: ik had zelf gelogen. Maar toch stuurde ze nog dien eigen dag een briefje naar 't hos pitaal om een verwaarloosde vraag in te vullen, en zij constateerde de feiten zoo vierkant mogelijk. U ziet, de fout van die dame stak niet in 't liegen, maar. in 't onoordeelkundig liegen. Ze had de waarheid moeten zeg gen daar en 't dan goed maken voor de verpleegster met een bedriegelijk compliment verderop in 't stuk. Ze had bijvoorbeeld kunnen zeggen: „In één opzicht is deze verpleegster volmaakt als zij waakt, snorkt ze nooit". Bijna elk aardig leugentje zou de scherpte weggenomen hebben van die lastige, maar noodzakelijke uitdrukkingen van de waarheid. Liegen, mijne heeren, is algemeen wij allen doen het, wij allen moeten het doen. Daarom handelen wij wijs met ons vlijtig te oefenen in het doordacht, oordeelkundig liegen; liegen met een goed doel, niet met een slecht; liegen in 't voordeel van anderen, niet van ons zeiven: heilzaam, barmhartig, humaan liegen, niet wreed, kwetsend of kwaad aardig; bevallig en aangenaam, niet lee- lijk en onhandig; flink, vrijmoedig, vierkant, met opgeheven höofd, niet aarzelend, kinderachtig, met een slag om den arm, als schaamden wij ons over onze hooge roeping. Dan zullen wij ontslagen worden van de slechte, verpestende waarheid, die het land bederft; dan zullen wij groot en schoon zijn, waardige bewoners eener wereld, waar zelfs de goddelijke natuur aanhoudend liegt, behalve wan neer ze afschuwelijk weer belooft. Dan... doch ik ben maar een nieuwe en zwak ke leerling in deze edele kunst; ik kan deze club niet3 leeren. Scherts terzijde; ik acht het noodig, wijselijk te onderzoeken, welke soort van leugens wij 't best en nuttigst kun nen beoefenen, aangezien wij allen moe ten liegen en het doen ook, en welke soort wij liever dienen te vermijden. Dit is een zaak ik gevoel het die ik vol vertrouwen kan overlaten aan dit erva ren gezelschap van gerijpte mannen, die we in dit opzicht, zonder eenige on gepaste vleierij mogen betitelen als Oude Meesters.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1923 | | pagina 5