ORGAAN VOOR DE Gi
VELSEN
Verschijnt Woensdags Zaterdags
No. 72
Zaterdag 7 Juli 1923
8a Jaargang
IJ MUSDER COURANT
Abonnementsprijs: fl.— per 3 maanden, franco per post f 1.35
Abonnementen worden aangenomen aan bet Bureau en bij de
Agenten. Tot plaatsen van advertentiën van Buiter. de gemeente
VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd bet Advertentie-
bureau P. F. C. ROELSE, IJMU1DEN.
Advertentiën uiterlijk in te zenden
WOENSDAG tot 0 uur v.m. en VRIJDAGS tot 4 uur n.m.
Uitgave van de N. V. UITGEVERS Mij. „IJMU1DEN"
ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE
- N. V. DRUKKERIJ SINJEWEL
Willemsplein 11 Telefoon 153 IJmuiden
In gezond o mededeelingen 40 ets. per Mg8l Advertenties van 11. en m. 5 regels
f 3iodere regel meer 20 ets. Compact gezette advertenties van 1 t en m. 5
regels f 1.25, iedere regel meer 25 ets. Kleine advertenties en familieberichten
zoomede voreenigings advertenties nit de gemeente, uitsluitend bi] vooruitbeta
ling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75, iedere regel meer 15 ets. Bij niet contante
betaling worden de gewone prijzen berekend Advertenties ?&dres bureau ybl
dit blad' 10 ctB. extra; vcor bezorging van op advertenties ingekomen brieven
wordt 10 ets. in rekening gebracht Bovenstaande rcgelprijzen worden met
5 cis. verhoogd voor advertenties ven buiten de gemeente Veisen
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE
BLADEN. EERSTE BLAD
Kleine Advertenties
en Familieberichten kosten bij
VOORUITBETALING
slechts!5 Cent per regel.
DRINGEND VERZOEK
om bij verhuizing het oude en
het nieuwe adres, NIET aan
den looper, doch aan ons bu
reau WILLEMSPLEIN 11, op te
geven De Administratie.
VAN DEN WACHTTOREN.
;p
te-
De magere jaren voor den landbouw.
De abnormale weersomstandigheden
met de abnormale tijdsomstandigheden
maken dit jaar extra slecht voor den
landbouwer. Van de fijnere gewassen,
die vooral warmte noodig hebben, dreigt
niets terecht te komen. Er is overvloe
dig gras gegroeid, maar het is haast on
mogelijk er goed hooi van te maken. De
laaggelegen streken zijn drassig door de
vele regens' en daar dreigt het gras door
het vee vertrapt te worden. De prijzen
der zuivelproducten, die lang zeer hoog
zijn gebleven, zijn een stuk gezakt; die
der landbouwproducten zijn niet veel
hooger meer dan voor den oorlog. De
prijzen en pachten der landerijen blij
ven daarentegen hoog. De loonen zijn
gedaald, maar de arbeidskosten zijn
toch nog aanmerkelijk hooger dan voor
den oorlog. En bovendien is in aanmer
king genomen de hooge belastingen
het leven ongeveer tweemaal zoo duur,
als voor '14. De boeren hebben vaak ge
klaagd zonder reden, maar nu beleven
ze werkelijk magere jaren, 't Valt een
beetje mee, zeggen de burgers, want
men hecht er geen geloof meer aan, als
iemand altijd klaagt. Klagers hebben
geen nood. Zoo WTeekt zich nu de klaag-
zucht der hoeren; er wordt niet meer
naar gehoord.
De heer J. B. Westerdijk, een land
bouwkundige, die over de grenzen der
boerenwereid en het hoerenheiang weet
heen te zien, heeft in een vergadering
van de Gron. Mij. v. Landbouw verze
kerd, dat de akkerhouwers op de zee
klei van Groningen er de beide laatste
jaren nog het minst erg aan toe wa
ren. Daar kon de landbouwer uit zijn
bedrijf ongeveer hetzelfde geldelijke in
komen halen als voor den oorlog. Dat
lijkt mooier dan het is, omdat bedrijfs-
en levenskosten nog lang niet gedaald
zijn tot het peil voor '14. Daarom is de
finantieele positie van den hoer ongun
stig; men merkt er in het openbaar nog
niet veel van; men teert op oud vet,
Maar de werkelijkheid zal binnen kort
openbaar worden. Nog veel slechter is
de toestand op de zand- en vooral op de
veengronden.
Dit alles beteokc i.t moeilijke en zorg
volle tijden voor vele en vooral de klei
ne boeren, maar extra mager worden
daardoor de magere jaren voor hen, die
in het landbouwbedrijf loonarbeid ver
richten. De malaise in den landbouw
werkt als een zware druk op den loon-
standaard; bovendien is de werkgele
genheid geringer dan gewoonlijk. De
hoer laat zoo weinig mogelijk doen.
Daarentegen is* het aanbod van werk
krachten grooter dan voor '14. Immers
duizenden arbeiders, die anders werk
hadden in Duitschland, bieden zich
thans hier aan op de arbeidsmarkt. De
positie der landarbeiders is daardoor
;wak. Dit blijkt ook uit het aanzienlij
ke ledenverlies van den Bond van
handarbeiders. Hoe zwakker de organi
satie is, des te minder kracht bezitten
de arbeiders om den loondruk te keeren
of te tempèren. We zien dan ook nog
verdere daling der loonen tegemoet en
de toestand der landarbeiders kan daar
door wel slechter worden dan hij voor
den oorlog was.
Leeiijke cijfers, die mooi zijn, maar
minder mooi dan wel lijkt.
Dat schijnt hier een ingewikkelde ge
schiedenis te worden met die leeiijke
en mooie cijfers, maar het valt een beet
je mee. In de laajste vijf maanden
neemt de opbrengst van de accijns op
het gedistilleerd aanzienlijk af. De mi
nister van finantiën ziet de cijfers en
noemt ze leelijk; de drankbestrijder
wrijft er zich bij in de handen en noemt
ze mooi. Maar als hij de cijfers beziet en
erbij denkt, komen ze hem toch niet zoo
bijster mooi voor.
We drinken hier een duren borrel; de
accijns op gedistilleerd is de laatste ja
ren eenigc malen verhoogd. Hoe duur
der de borrel werd, des te minder zou ei-
gedronken worden en de hooge accijns
zou tevens een stevige steun voor d
schatkist wezen. De eene vermindering
strijdt echter met de andere vermeerde
ring. Immers het gebruik kan zoo sterk
dalen, dat de verhooging van accijns
geen voordeel maar nadeel voor de
schatkist beteekent. Voor 1910 bedroeg
de belasting per ILL. f 63, thans is ze
f 300 met 10 opcenten, dus f 330. Voor
10 was de totaal opbrengst f 26.1 mil
lioen en in '22 f 65,4 millioen. Vooral in
de eerste helft van dit jaar is de op
brengst beneden de verwachting geble
ven. De malaise dwingt tct zuinigheid
en leidt tot verminderd alkoholgebruik.
Deze verminderde opbrengst betee
kent echter nog niet een sterke vermin
dering van gebruik. De jenevervloed is
aan het afnemen, maar langzamer dan
men uit bovenstaande cijfers zou willen
afleiden. Hoe hooger een belasting, des
te meer ook wordt ze ontdoken. En er
bestaat dan ook een drukke smokkel
handel in gedistilleerd van Duitsch
land hierheen. Het groote verschil in
prijs maakt dien smokkelhandel zeer
winstgevend. De Duitsche grens is lang
en daarom moeilijk te bewaken; de
kans, om alkohol ongemerkt binnen te
smokkelen daarom ook goed. Nu en dan
wordt wel eens een auto met alkohol
aangehouden, maar de smokkelaars
zullen wel vaker een goeden slag slaan
dan de kommiezen,
Bovendien is in ons land het kwaad
van geheime, particuliere branderijen
toegenomen; enkelen zijn ontdekt, maar
vermoedelijk zijn er nog verscheidenen
werkzaam, om alkohol en geen belas
ting voort te brengen.
Scherper grensbewaking en naspo
ring der clandestiene branderijen is
daarom aan te bevelen. Dan pas zal men
met meer zekerheid kunnen vaststellen,
of.ons volk inderdaad belangrijk mati
ger is geworden. Waarschijnlijk achten
we het wel. De tijd van voorspoed en
hooge loonen en winsten is voorhij en
dat tempert ook het pretlevcn, waarin
de alkohol een groote plaats inneemt en
dat na den oorlog door de opluchting
van den wapenstilstand in alle standen
zich zoo sterk ontwikkeld heeft.
IJsco!
Ijsbergen, wat ver naar het zuiden af
gezakt, krijgen: de schuld van dezen
zomer zonder warmte. Men begrijpt al
leen niet, waarom men in Amerika
smelt van de hitte, terwijl wij hier in
winterkleeren loopen te rillen. De ber
gen schijnen hun koude eenzijdig naar
het Oosten uit le stralen. We hebben in
geen jaren een zomer gehad met zoo
weinig ijs als deze, want hoe warmer,
hoe meer ijs. Dan worden bergen ijs ver
slonden door de snoepgrage jeugd.
Waar zijn de grijze kielen met roode
biezen, de witte wagentjes, de rinkelen
de bel en de verlokkende kreet: IJsco,
IJsco! gebleven? Dat is toch een klein
voordeel van den guren zomer. Want
al is een hapje smakelijk en zuiver Be
reid ijs een onschuldige verkwikking,
de ijskar is voor vele jeugdigen een
echte snoepkar. Bovendien is het lekke
re hapje niet altijd ongevaarlijk.
In het verslag van den keuringsdienst
to Rotterdam wordt ook een gedeelte
aan de ijsindustrio gewijd. Alle ijswafel
fabrikanten en -kantjes zijn het vorige
jaar door den keuringsdienst bezocht.
Over het algemeen was de toestand bij
de grootere fabrikanten en banketbak
kers goed en werd het ijs hygiënisch be
reid. Groote moeilijkheden leverde soms
de huisbereiding op. Een enkele maal
werd als vrieszout een product gebruikt
afkomstig uit leerlooierijen, verontrei-
ningd met haren, velletjes, vuil enz. Dat
huidenzout werd door den keurings
dienst verboden.
Het smakelijke, verfrisschende hapje
zou zeker minder goed smaken, als men
wist, hoe het soms bereid werd en wat
er zich soms in bevindt. Erger dan het
hygiënische is het moreele gevaar der
IJsco's. IJs en ijswater is op zichzelf een
ongevaarlijke, zeer aangename opfris-
sching in warme dagen, maar het zoete
en koude hapje werkt bij kinderen bui
tengewoon sterk den snoeplust op. Er
zijn zelfs jongens, die bij den IJscoman
op de beer koopen en men kan hooger-
burgers in het vrije kwartiertje de kar
ren zien bestormen en slikken en zui
gen en sabbelen, alsof hun leven er af
hing.
UIT ONS PARLEMENT.
Bizondere omstandigheden ver-
eischen bizondere maatregelen. Daar
aan heeft de regeering ongetwijfeld ge
dacht, toen de debacle der I-Ianze-ban-
ken het oeconomisch leven in de pro
vincie Noord-Brabant op gevaarlijke
wijze dreigde te ontredderen. Maar in
beginsel is zij, daar legde minister Df
Geer den nadruk op, niet voor het ver-
leenen van Staatscredieten en het ingrij
pen van den Staat ten behoeve van het
ingang houden van bedrijven. De bizon
dere omstandigheden hier aanwezig
werden door den heer Van Rijckevorsel
opgesomd als het dreigend gevaar voor
de provincie Noord-Brabant, wegens de
afmetingen, de de débacle aannam, de
bizondere moeilijkheden voor de dire
teuren, om elders crediet te krijgen en
de omstandigheden dat het hoofdzake
lijk middenstandscredieten waren, die
door de débacie moesten worden opge
zegd.
Maar een groot deel der Kamer scheen
door deze opsomming niet overtuigd.
Toch richtte het verzet zich niet in de
eerste plaats tegen deze onjuist ge
achte motiveering, maar tegen wat
men als de bedoeling van dezen maat
regel zag, maar wat naar 's ministers
verklaring die bedoeling niet was, Let
ophouden van het Katholiek midden
standscrediet in het algemeen en het
helpen van de Hanzebankeri in het bi
zonder. Genoemde banken zijn Katho
lieke instellingen, waarom den heer
Marchant de débacle dan ook betitelde
als een mislukte proeve van het confes
sioneel sectarisme in het handels- en
bankbedrijf. En tal van heer en spraken
dan ook als hun meening uit, dat waar
voor deze banken door de
Katholieke kerk en de Katho
lieke geestelijkheid propaganda werd
gemaakt en zij op hun beurt de Katho
lieke zaak steunden o.a. door een bij
drage voor de nieuwe Katholieke uni
versiteit te Nijmegen, het niet op den
weg van den Staat, maar van de Ka
tholieke kerk lag de bank w te hulp te
komen. Te minder achtt* men dit ge-
wenscht, waar, vooral ondeskundige
leiding en onvoorzichtig beheer, zoo na
men de banken gelden in deposito tot
een bedrag tienmaal grooter dan het
aandeelenkapitaal, de oorzaken der
moeilijkheden warén.
Maar een dergelijke hulp, zoo ver
klaarde minister De Geer, lag ook wer
kelijk niet in de bedoeling. Niet de ban
ken, ook niet hun crediteuren, maar de
debiteuren, die, wanneer ze cldprs geen
crediet zouden kunnen krijgen, wat met
velen hunner het geval zou zijn, hun za
ken niet zouden kunnen voortzetten
zouden geholpen worden en wel op de
ze wijze, dat de Algemene Centrale
Bankvereeniging voor den Middenstand
te samen met de Nederlandsche Bank
de credietwaardige debiteuren nieuw
crediet verschaft5 en dat de Staat voor
het eerste risico een garantie verleende
van 50 procent. Voor een dergelijke be
doeling scheen men meer te voelen,
Maar de heer Marchant gaf een andere
redactie aan voor het artikel waarin
de memoriepost werd vastgesteld, welke
redactie aan deze bedoeling ook werke
lijk uitdrukking zou geven. En de re
geering bleek voor dezen raad niet doof
en nam de redactie over met deze wij
ziging, dat zij op raad van Dr. Van der
Waerden het woord „Hanze" geheel liet
vervallen en alleen van middenstands-
banken sprak. Zoodat de post van uit
gaven vermeldde uit afloopende garan
ties aan de Algemeene Centrale Bank
vereeniging voor de middenstand en
de Nederlandsche Bank verleend ten be
hoeve van crediet waardige midden-
standsbedrijven, die tengevolge van
moeilijkheden, waarin middenstands
banken verkeeren, buiten staat zouden
geraken hunne bedrijven voort te zet
ten. Ofschoon ook nu nog sommigen be
zwaar hadden tegen het door den mi
nister genoemde bedrag van 4 millioen
en meenigeen meende dat ook de twee
genoemde banken een deel van het eer
ste risico behoorden te dragen, bleek
men nu vrij algemeen met het ontwerp
verzoend, dat dan ook met slechts
stemmen tegen werd aangenomen.
De andere behandelde ontwerpen trof
fen het al even goed. De mote-Ter Hall
ten behoeve der oud-gedienden, en die
van den heer Dresselhuys in zake de
afvloeiing der militairen en die van
den heer Ter Laan werden evengoed als
de amendementen van den heer Ter
Laan en Tilanus verworpen, waarna
een amendement van de commissie van
rapporteurs en de Pensioen wetten voor
Land- en Zeemacht werden aangeno
men.
De Pensioenwet voor het reserve-per
soneel bij de landmacht en het perso
neel van de Koninklijke Marine-reserve
werd eveneens goedgekeurd nadat een
amendement-Tilanus een afzonderlijke
pensioenregeling voor landweer-di
strictscommandanten van de land
weerbataljons had vastgesteld.
Het wetsvoorstel, dat mevrouw Bak
kerNort ter vervanging van haar des
tijds vervallen amendement, tot wijzi
ging van de pensioenwet van 1922 in
diende, werd door den heer Beumer,
die meende, dat, zoo de zuster van den
ambtenaar pensioen kon krijgen, de
moeder daarvoor toch veel eerder in
aanmerking kwam, heftig bestreden,
Maar de Kamer stelde mevr. Bakker in
het gelijk nadat zij vijf amendementen
van den heer Wintermans verworpen
had.
De Eerste Kamer bleek het echter
meer met den heer Beumer eens en ver
wierp het voorstel.
De nieuwe Jachtwet werd eveneens
krachtig bestreden, deels op grond van
de bepaling, die de faizant tui schade
lijk gedierte mankt, maar mocht niet
te min een meerderheid van 19 tegen 10
stemmen op zich vereenigen. En van
de Rijnvaart-akte vonrl prof. Anoma,
dat er bereikt was, wat er te bereiken
geweest was.
HET CONSULTATIEBUREAU
zal geopend zijn Woensdagmiddag van
23 uur, Willemsbeekweg 42, Velser-
oord.
Het onderzoek is kosteloos en ge
schiedt door Dr. Anema uit Haarlem.
Voorzitter van het Consultatiebureau
aldaar.
BINNENLAND.
HET WEGENVRAAGSTUK.
lijkheid niets anders dan reglementee
ring van het verkeer beoogt. Van de be
voegdheden, hen bij artt. 4 en 13 van dé
Motor- en Rijwielwet gegeven, maken
Ged. Staten zeer handig gebruik om de
bedoeling van die wet te ontduiken. Het
succes van hun handigheid zal echter
wel niet groot zijn, want al neemt de
Kroon hier geen strijd met de wet aan,
wat nog te betwijfelen valt, dan nog zal
naar alle waarschijnlijkheid vernieti
ging van dit besluit volgen, en wel cp
grond van strijd met het algemeen be
lang. Immers bij Kon. Besl. van 17 Oct.
1922 werd wegens strijd met het alge
meen belang vernietigd een besluit van
de gemeente Noordwijkerhout, waarbij
eveneens het verkeer met vrachtauto's
boven een bepaald gewicht werd verho
len, behoudens de bevoegdheid van B.
en W. om onder bepaalde voorwaarden
ontheffing van dat verbod te geven. De
Kroon overwoog daarbij, dat een derge
lijke beperking van het verkeer geheel
onnoodig is wanneer de gemeente haar
wegen behoorlijk onderhoudt hetgeen
haar plicht is. Zij achtte het zeer onge-
wenscht, dat, onder die omstandighe
den, het onmogelijk zou zijn, zonder me
dewerking van het bestuur der gemeen
te, anders dan met zeer lichte vracht-
automobielen door de bebouwde kom
der gemeente te rijden'.
Wat nu voor een kleine gemeente
geldt, zal toch in dezen wel a fortiori
voor een hecle provincie gelden. Tc
meer, waar de voorwaarden, die Ged.
Staten voor de ontheffing stellen, zeker
niet gemakkelijk zijn. In hoofdzaak he-*
treffen deze voorwaarden de snelheids-
en belastingsmaxima. Andere dan gum
mi- of gladde metalen wielbanden wor
den niet toegelaten. Iv i motorrijtuig
met andere dan gummi-wielbanden
mag geen wielbelasting hebben boven
1000 K.G., en mag niet sneller rijden dan
7 K.M. per uur. Verder is er nog een
aantal bepalingen aangaande het bela
den van den wagen, de grootte van de
wielen, 't berijden van bruggen en an
dere kunstwerken, ,-nz. l)e schade, door
het niet naleven van deze voorwaarden
aan de wegen veroorzaakt, komt voor
rekening van den overtreder. Ten slot
te worden nog speciale regelen gegeven
voor het rijden met de z.g. volg'wagens,
en voor het gebruik van wegen, die in
opdooi vérkéerer.
Of het wenschelijk is, liet gebruik van
eeii nieuw verkeersmiddel, dat in een
groote behoefte blijkt te voorzien, zoo
zeer aan banden te leggen? De Kroon
Leeft het te beslissen. Voor o-rn te groote
schuchterheid in het toepassen van het
vernietigingsrecht behoeft in den laat-
sten tijd geen vrees meer te bestaan.
Wij zijn het hier lang niet mee
eens. Voor Amsterdam mogen de bezwa
ren tegen de zware vrachtauto's mis
schien niet zoo gelden, wie onze gemeen
te eens doorfietst en ziet de geweldige
vernielieng der wegen, kan niet anders
dan de maatregelen van Gedep. Staten
toejuichen.
Wij hopen dan ook, dat do Kroon het
besluit niet vernietigen zal. En anders
zal men toch spoedig met een Rijkswet
moeten komen.
Faillissementen in Nederland.
Volgens mededeeling van het handels-
informatiebureau van VAN DER GRAAF
Co's Bureaux voor den Handel zijn over
de afgeloopen week, eindigende 29 Juni
in Nederland uitgesproken 94 faillissemen
ten tegen 73 faillissementen in dezelfde
week van het vorige jaar.
Van 1 Januari tot en met 29 Juni 1923
Over de voorstellen van Gedep. Sta
ten van N. Holland schrijft De Tele
graaf het volgende:
Van halve maatregelen schijnen Ged.
Staten in deze materie niet te houden.
Tegelijk met het voorstel om alle be
langrijke wegen in de provincie in be
heer en onderhoud van de gemeenten
over te nemen, publiceeren zij een be
sluit, waarbij het verkeer met zwar
vrachtauto's geheel wordt verboden
voor zoover niet aan bepaalde, zeer
strenge voorwaarden wordt voldaan.
Een dergelijk verbod doet eenigszins
vreemd aan, als men juist te voren ken
nis heeft genomen van het voornemen
van Ged. Staten om een wegennet aan
te leggen, dat zal voldoen aan de eischen
van het moderne verkeer. Inderdaad is
dit verbod dan ook niet ernstig ge
meend; het is slechts een foefje om ver
nietiging wegens strijd met de wet te 12034 faillissementen tegenover 1430 over
ontloopen van een besluit, dat in werke- hetzelfde tijdperk van het vorige jaar.