THALIA rJMtfiD EN
Liefdadigheids-
Uitvoering
ep Vrjjdag 2 Kov. 1923
Bestelt uw Drukwerk
bij de
N.Y. Brukkerjj Bin jewel
vordert, dat er verband bestaat tus
schen de kosten die de gemeente maakt
voor zekere land- of waterwegen en de
heffing' van de belasting wegens de
gebouwde eigendommen en de daarbij
bekoorende erven aan die wegen of in
de onmiddellijke nabijheid daarvan
gelegen.
Aan bedoeld arrest kan, nu het be
ginsel van beperkte compentatie niet
wordt gehuldigd, een nog wijdere
strekking worden gegeven, dan in het
geval, waarover beslist werd, noodig
was. Tot oordeelen in deze kwestie be
voegden en daaronder neemt de
hoofd-redactie van „de Gemeentestem"
een voorname plaats in zijn de mee
ning toegedaan, dat bedoeld arrest em-
pliceert dat het straatgeld is een alge-
meene belasting, niet afhankelijk van
de omstandigheid dat voor een bepaal
den weg door de gemeente kosten zijn
gemaakt; dat art. 242c der gemeente
wet, geldende voor alle wegen in de ge
meente buiten twijfel stelt, dat deze be
lasting ook kan worden geheven van
eigendommen, gelegen langs wegen
aan anderen dan de gemeente toebe-
hoorende.
Uit een oogpunt van billijkheid valt
voor deze interpretatie alles te zeggen.
„Waarom", zoo is men geneigd te vra
gen „moeten de perceelen gelegen aan
rijkswegen verschoond blijven van
straatbelasting, voorzooveel betreft het
bestanddeel „aanleg en onderhoud,"
terwijl de bezitters van eigendommen
langs gemeentewegen ook terzake van
eerstbedoelde werken aan 's lands kas
hunne lasten moeten opbrengen?"
Hiervoren is r.eeds met een enkel woord
aangestipt, dat bij het ontwerpen der
verordening op de heffing eener
straatbelasting deze vraag zich voor
deed en men heeft toen de scherpe kan
ten van de kwestie trachten af te snij
den, door te bepalen, dat voor het
schoonhouden van rijkswegen niet bij
de gemeente in beheer en onderhoud,
voorzoover vanwege het Rijk aan de
gemeente tot dit schoonhouden toe
stemming is verleend, jaarlijks 2 der
kadastrale huurwaarde van de betrok
ken perceelen als belasting zou wor
den gevorderd. Toepassing heeft deze
bepaling echter nimmer kunnen er
langen, omdat de Rijkswaterstaat er
bezwaar tegen had om de vereischte
formeele vergunning aan het gemeen
tebestuur te verleenen.
B© ontwatering van Grasland.
Er heerscht nog altijd verschil van
meening over de vraag hoe bij gras
land de waterstand moet zijn om een
zoo hoog mogelijke opbrengst te ver
krijgen. Voorheen was men vrij alge
meen van oordeel, dat voor grasland
een vrij hooge stand, althans geduren
de den zomer voordeelig is. Tegenwoor
dig is die meening lang niet zoo alge
meen meer en begint zelfs in sommige
polders de meerderheid tot het inzicht
te komen, dat een lage waterstand in
den winter en in het voorjaar voor het
grasland zeer wenschelijk is, en dat een
hooge waterstand in den zomer geen
voordeel geeft, indien men op andere
wijze voorzien kan in de behoefte aan
drinkwater voor het vee.
De voorstanders van een vrij hoogen
waterstand in den zomer beroepen zich
in den regel op hetgeen men in droge
jaren kan waarnemen in de laag-veen-
streken. Het water is daar in den regel
veel hooger dan in de kleipolders en
men ziet dit gepaard gaan met een we
liger grasgroei; het verschijnsel, dat
het grasland hinder heeft van de droog
te, wordt in die streken in veel gerin
gere mate waargenomen dan in de klei
streken en men is licht geneigd dit toe
te schrijven aan den hoogeren water
stand.
Men vergeet dan evenwel, dat er mo
gelijk andere oorzaken kunnen zijn,
die dit opvallende verschil teweegbren
gen en het komt mij voor, dat inder
daad zulk een oorzaak is aan te wijzen.
In de laag-veenstreken bestaat de on
dergrond uit een dikke laag veen, die
vol water zit, dat naar den bovengrond
kan opstijgen, als het water gehalte
daarvan door langdurige droogte ver
mindert. Dat opstijgende water is zoet,
zoodat het gras daarvan welig kan
groeien en de hoeveelheid is bijna on
uitputtelijk, want het onderzoek leert
dat van zulke veenmassa niet zelden
90 pCt. van de ruimte door water wordt
ingenomen, terwijl zelfs in den grond
die boven het waterpeil ligt, nog wel
vaak 80 pCt. van de ruimte met water
is gevuld.
Dat daar met een hoogen waterstand
een welige grasgroei gepaard gaat, is
dus niet toe te schrijven aan dien hoo
gen waterstand; die grasgroei zou bij
een veel lageren waterstand niet min
der welig zijn, wat trouwens ook wel
gebleken is in de poldertjes, die een
eigen bemaling hebben. Een bezwaar
tegen een zeer lagen waterstand is
daar, dat de veenmassa bij droogte te
sterk zou kunnen uitdrogen en daar
door zijn vermogen verliest om op
nieuw water op te zuigen, evenals wij
dit bij turf kunnen waarnemen. Daar
om zal men in veenstreken den water
stand niet al te laag mogen maken,
wat bovendien niet gunstig zou wer
ken op het heiwerk van de gebouwen.
In de kleipolders heb ik in het zeer
droge jaar 1921 op verschillende plaat
sen kunnen waarnemen, dat bij het
zelfde grasland een hooge waterstand
geen beteren grasgroei gaf dan een la
ge waterstand en dat hoog boven het
water gelegen grasland er beter uit
zag op de plekken, waar extra mest was
gekomen. Op die plekken ondervond
het dus van de droogte minder nadeel
dan op de minder goed bemeste gedeel
ten. Toch is het bekend, dat een welig
groeiend gewas meer water uit den
grond haalt en dezen dus meer uit
droogt dan een minder goed gewas,
zoodat men hieruit zou moeten aflei
den, dat die goed bemeste plekken eer
der de kenmerken van droogte zouden
moeten vertoonen. Dat het omgekeerde
het geval is, meen ik hieraan te moeten
toeschrijven, dat het gras op de sterk
bemeste plekken dieper met de wor
tels in den bodem is doorgedrongen ten
gevolge van een meer weligen groei en
ook omdat meer voedsel in den onder
grond is weggezakt. De wortels moeten
daar dus zooveel dieper in den grond
zitten, dat zij in staat zijn geweest uit
de dikkere grondlaag, die tot hunne be
schikking' staat, niet alleen het meerde
re water te halen, dat voor de weliger
groei méér gevorderd werd, maar ook
nog een vochtiger grond over te hou
den, getuige de betere groei van het
gras op het oogenblik der waarneming.
Een diepe beworteling verkrijgt men
niet als in den winter in het voorjaar
het waer hoog wordt gehouden, want
dan staat de grond te hoog vol met wa
ter. Daarom zal in de graslandpolders
evenals in de bouwlandpolders het
wachtwoord moeten zijn: in winter en
voorjaar het water uit de slooten, zelfs
wanneer daardoor in den zomer minder
water in de slooten mocht overblijven
dan men gewoonlijk daarin aantreft.
Een lage waterstand in het voorjaar
geeft een vroege ontwikkeling van het
gras, want de grond wordt dan spoedi
ger warm, doordat hij minder water
verdampt.
C. NOBEL.
BURGERLIJKE STAND.
Gemeente Egmond aan Zee.
Geboren Jogchem, z. van Gerrit
Blaauboer en Guurtje Konijn; Klaas, z.
van Klaas de Groot en Anna Groen.
Kamer van Koophandel.
De volledige lijst der Nederlandsche
Diplomatieke en Consulaire Ambtena
ren, bijgewerkt tot 1 October 1923, ligt.
voor belanghebbenden op de Kamer
van Koophandel ter inzage.
Van 9 tot. 24 Februari 1924 wordt de
eerste internationale jaarbeurs te Ha
vanna gehouden. Inlichtingen zijn te
verkrijgen bij de Kamer van Koophan
del, Kruisweg 70, Haarlem.
Binnenkort zal een der Directeuren
van een in- en export maatschappij te
Boekarest een reis naar ons land ma
ken, teneinde relaties te zoeken voor
den koop- en verkoop van:
Textielgoederen, verven, lakken,
oliën, koloniale waren, leder, glas, por-
celein, schroeven enz.
Belanghebbenden kunnen bij de Ka
mer van Koophandel, Kruisweg 70,
Haarlem, voor zoover mogelijk, nadere
informaties krijgen.
Voor het, vrij-geven van vermiste wa
gons in hezet-Duitschland, is eene na
dere regeling getroffen Belangheb
benden wordt, geadviseerd zich daar
voor te wenden tot de Kamer van Koop
handel, Kruisweg 70, Haarlem.
GEMENOD NIEUWS.
De geweigerde Leeuw.
Verreweg de meeste menschen vinden
ridderordes een dwaasheid, totdat hun
eigen knoopsgat met een klein, fijn
lintje, getooid wordt. Dan zegt men ver
goelijkend, dat men zoo'n onderschei
ding niet best kan weigeren. Zoo'n lint
je beteekent natuurlijk niets, maar om
zoo'n niemandalletje moet men zich
niet lomp gedragen tegen de koningin,
die het natuurlijk ook onprettig vindt,
als haar geschenken worden afgewe
zen. Een ander ziet een paedagogische
beteekenis in officieel© onderscheidin
gen, zoo dra hij er zelf ook een ontvangt,
't Is een prikkel, om boven anderen.uit
te blinken, te weten, dat men dan van
de hoogste plaats gezien en erkend
wordt. De ridderorde dus als een extra
snoeperijtje voor een mooi schoolrap
port!
De waardeering van officieele onder
scheiding, begint gewoonlijk, als men
die zelf ontvangt. We kennen een enke
le, die een lintje ontving en het stille
tjes opborg, zoo dat al spoedig niemand
er meer aan dacht, dat deze burger
eigenlijk een ridder is.
Het Consultatie-Bureau van de Ver-
eeniging tot bestrijding der tuberculose
is voortaan gevestigd Briniostraat, Vel-
seroord, vlak bij het station Velsen,
Eiken Woensdag van 23 wordt
hier spreekuur gehouden. Het onder
zoek is kosteloos en geschiedt door Br.
Anema van Haarlem.
Ouders laat vooral uw kinderen on
derzoeken!
te geven door de Tooneelvereeni-
ging „VARIA" van 1JMUIDEN
des avonds 8 uur, ten bate van de
Vereeniging tot bestrijding der
Tuberculose te Velsen.
Opgevoerd wordt:
- r i
Indisch Tooneelspeï in drie bedrij
ven van JAN FABRICIUS.
Entrée f 0.50 en f 0.75 per persoon.
Plaatsbespreking verplichtend.
NA AFLOOP BAL
Bij de laatste lintjesregen heeft Prof.
Ernst Cohen den Leeuw gekregen. Het
heeft heel wat opzien gewekt, dat hij
dien Leeuw weigerde. Duizenden zou
den het zalig vinden, als zij die groote
eer hadden ontvangen, maar deze hoog
leeraar is er niet op gesteld. Men vindt
dat dwaas er raar en ook „bokkig", on
beleefd tegen de koningin. Maar de ge
leerde lieeft zich verdedigd. Hij vindt
een decoratie op zichzelf geen specula
tie op kinderlijke ijdeltuiterij en voor
liefde voor vertoon. Hij stelt de decora
tie zelfs heel hoog cn juist daarom wil
hij ze niet ontvangen. Hij meent, dat
zij over het algemeen niet op een goede
manier worden toegewezen. Drie be-
zwaren heeft hij.
Ze wordt verleend aan ambtenaren,
die zekeren tijd in 's Rijks dienst zijn
geweest, zonder dat ze zich daarbij zoo
buitengewoon verdienstelijk hebben ge
maakt. Iedere ambtenaar krijgt met cle
jaren een goeie kans, zijn leven als rid
der te eindigen. Dan wordt een ridder
orde wel verleend als compensatie van
diensten, die aan den staat bewezen
zijn. Ons allen worden wel eens dien
sten bewezen, waarvan men niet weet,
of men er voor betalen moet. Een aan
bod daarvan zou verkeerd opgevat
kunnen worden. Maar misschien wordt
toch op betaling gerekend. Dan schrijft
men in zoo'n geval een extra mooion
brief. Zoo schijnt ook de regeering soms
haar erkentelijkheid goedkoop te uiten
door een lintje te schenken. Nog e< o
derde bezwaar heeft Prof. Cohen tegen
het aanvaarden van den Leeuw. Dit eer
betoon heeft bijna nooit plaats voor we
tenschappelijke verdiensten. Een hoog
leeraar is ook ambtenaar, ontvangt hij
een onderscheiding, dan is het niet uit
te maken, of het talent of het ambt in
hem geëerd wordt. Om al deze redenen
heeft Prof. Cohen den Leeuw gewei
gerd. Hij neemt de zaak veel te zwaar
wichtig op, dunkt ons.
Hij weigerde niet, omdat hij geen,
maar omdat hij juist zeer veel waarde
hecht aan de officieele onderscheidin
gen. Zij grieven zijn tegen het toekennen
ervan gewoonlijk om allerlei andere re
denen dan verdienstelijkheid. Het komt
ons voor, dat degene, die waarlijk ver
diensten heeft, de decoratie niet be
hoeft. Een naam van een geleerde is
meer waard clan een heele horst vol van
allerlei linten en penningen. Daar de
decoratie een eeuwenoud vorstelijk
gunstbetoon is, wordt ze in vele der
jongste republieken niet gevonden.
Een wegenpraatje.
Dat het verkeer van autobussen,
vrachtauto's en andere auto's reusach
tig is toegenomen, weten we al net zoo
goed als dat de wegen daar enorm on
der te lijden hebben. Het is vrij gevaar
lijk geworden op drukke wegen, ook al
houdt men zich aan de regels van den
weg en al kan men even goed fietsen
als eten, drinken, slapen enz. Men doet
die dingen immers het best, waarbij
men niet denkt en niet hoeft te denken.
Maar bovendien zijn de wegen in den
zomer heuvelachtig en in den winter
een modderbrei, doordat ze te zware
vrachten moeten torschen. Wellicht is
de rubber nog wel de hoofdschuldige, i
die de wegen loszuigt en het beslag van
den onderlaag afhaalt. Het onderhoud
der wegen is daardoor veel kostbaarder
geworden en omdat we leven in een
tijd, waarin ook veel noodigs uit zuinig
heid achterwege blijft, laat het onder
houd der wegen vaak te wenschcn
over en is het een plaag, om erover te
fietsen of te gaan.
Het gaat natuurlijk niet aan de zwa
re auto's van de wegen te weren; daar
voor hebben ze te veel maatschappelijk
nut. Tusschen Amsterdam en Rotter
dam heelt men een enorm druk auto
verkeer, waarvoor men een afzonderlij
ken autoweg zal aanleggen. Dat is (ie
mooiste maar ook de duurste oplossing,
om weer tot goede en veilige wegen te
komen. Het zou milliarden kosten,
wanneer men langs alle wegen paral-
lelwegen voor auto's ging aanleggen,
In den slechten toestand van vele we
gen wreekt zich ook vaak een onvol
doende onderhoud ol een gebrekkige
aanleg in vroeger tijd. Niet alle ge
meente-architecten hebben verstand
van wegen. Er zijn wegen onherstelbaar
bedorven door slecht onderhoud van
vele jaren. Als de ondervloer kapot is
en geheel omgowoeld, kan men er met
don diksten laag bazalt of grind geen
goeden weg meer van maken.
Door een villapark bij den Haag zijn
modelwegen aangelegd. Het systeem
is nieuw en gevonden door den ingeni
eur Dekker van Gemeentewerken.
Eerst een dunne laag zand, dan een
dubbele laag platte neergelegde stee
pen, dan een dikke laag puin, die wordt
ingewalst; daarover steenslag ingego
ten met een afvalproduct der petrole
umindustrie, dan nog een laag fijne
re steenslag eveneens ingewalst en met
olieresidu bewerkt, eindelijk nog een
laag van het fijnste split, dat ook dooi
de wals gladgemangeld wordt. Dan
heeft men een pracht.igen en sterken
weg. Maar men behoeft niet te vragen,
hoe ontzettend veel geld een weg zal
kosten, die aldus wordt gemaakt. Hoe
zich de wegaanleg en het onderhoud in
de toekomst zal ontwikkelen, durven
we niet voorspellen, maar blijven, zoo
als het thans is, kan het op den duur
zeker niet.
Het lot van Europa.
Men kan veilig zeggen, dat in Span
je, Italië, Griekenland, Turkije en Rus
land, dus het grootste deel van Euro
pa de demokratie vervangen is door een
vorm van dictatuur. Duitschland zal
wellicht redding zoeken in een directo
rium, een mooie naam voor de leelijke
zaak der dictatuur; immers bij een di
rectorium zal de regeering of een eer
ste minister alles te zeggen krijgen.
Zal Nederland op den duur de neiging
om de zaken in handen van een ster
ken man te leggen, wegslaan? De Ka
tholieke Fascistische beweging hier
heeft meer stillen aanhang, dan men
wel denkt. Verviers is de wat schreeu
werige apostel, die als hij wat minder
Italiaansch cn wat meer Nederlandsch
sprak cn optrad, zeker vele volgelingen
zou krijgen. Het groote gevaar is, dat
met de demokratie ook het recht en de
vrijheid in gedrang komen. Bovendien
prikkelt de dictatuur het nationalisme
en het militairisme. Men ziet dat zelfs
in Rusland. De communisten zijn el
ders de meest radikale anti-militairis-
ten, maar de Sovjetrepubliek houdt
vlootrevues en legerparades en houdt
het zwaard in de vuist. Waar moet dit
heen Lord Grey, vroeger minister van
buitenlandsche zaken in Engeland, een
staatsman in ruste maar nog van er
kende bekwaamheid en veel invloed,
heeft die vraag in de „Times" bespro
ken. Hij eischt, dat de staten den Vol
kenbond zullen gebruiken en steunen,
omdat er anders geen kans is óp een
toekomstigen vrede in Europa.
De toekomstige vrijheden van Euro
pa, zoo voorspelt Lord Grey, hangen
af van het regelen van geschillen tus
schen naties door wet en recht en van
het hooghouden van de heiligheid der
tractaten, waardoor de vrede beveiligd
wordt. Dat is de staatkunde, waarvoor
de Volkenbond werd gesticht en waar
van hij het instrument zou zijn. Indien
zij niet de bovenhand krijgt, zal er een
nieuwe wedijver komen in bewapening
en zullen de naties zich ten gronde
richten door kostbare toebereidselen
voor een nieuwen oorlog, die hun onder
gang volledig zal maken. Het gevolg
zullen zijn nieuwe oorlogen of revolu
ties, vermoedelijk wel heiden en dat
binnen niet al te langen tijd.
Grey heeft gelijk: oorlog beteekent in
onzen tijd ondergang en vrede, redding
en welvaart. De Volkenbond staat als
een bliksemafleider boven het huis van
Europa en onder een lucht, zwanger
van onweersbuien. Is deze bliksemaf
leider ondeugdelijk gelijk er zoovelen
met een verroeste punt staan op me
nig huis? De invloed en beteekenis van
den Volkenbond is nog niet groot maar
toch toegenomen sinds hij op uiterst
voorzichtige en kalme wijze een oorlog
tusschen Griekenland en Italië voor
komen heeft. Maar de Volkenbond zal
toch nog zeer veel aan kracht moeten
winnen en meer respect bij de regee-
ringen afdwingen, voordat hij de
macht zal zijn, die den oorlog weert en
den vrede helpt. Wijkt door deze in
stelling de onrust, spanning en ver
warring in de internationale verhou
dingen, dan zal dit ook op den inwendi-
gen toestand der verschillende staten
gunstig werken en daar vrijheid en
recht boven een dictatuur doen verkie
zen.
Waarschuwingen tegen bedrijfs
ongevallen.
De directie van het Amsterd. Veilig
heidsmuseum heeft een aantal platen
met onderschrift uitgegeven, die be
stemd zijn in fabrieken opgehangen te
worden, om de arbeiders voortdurend
het gevaar, waarin zij verkeer en, voor
oogen te houden. Zoo stelt een plaat
een verminkte hand voor en het bij
schrift luid: Verminkt doordat hij on
der het draaien smeerde. Dergelijke
waarschuwingen zullen eerst wol effect
hebben maar na eenigen tijd ziet men
ze niet meer. Zoo letten we ook niet op
portretten, schilderijen, wandspreuken
en wat er al meer aan de muur van on
ze kamer hangt. Als we alles eens
moesten opsommen, wat we daar toch
eiken dag voor ons hebben zouden we
allicht iets vergeten.
Men vindt soms aan den binnenkant
der deur van een restaurant een klein
bordje met het opschrift: Hebt gij ook
iets vergeten? Dat leest men eerst met
de gedachte: Heb ik wel alles bij me?
Maar de geregelde bezoeker ziet het
bordje, alsof hij een blinde ware. En
zoo zal het ook wel gaan met, de vcilig-
heidsplaten in fabriek en werkplaats
tot waarschuwing opgehangen.
INGEZONDEN.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
De Hollanclertjes zijn in aantocht!
Hebt U het al gehoord, Kindervrien
den:
De Hollandertjes zijn in aantocht!
Wanneer komen ze? 30 October.
Waar komen ze vandaan? Uit
Duitschland.
Hoe lang hebben ze daar nu al honger
geleden, die kinderen van Hollandsche
ouders? Dat weten we niet, we weten
alleen, dat het nu niet langer kón.
Daarom zijn ze nu op weg naar Hol
land.
Wie zal ze te eten geven, wie zal ze
kleeden?
Dat zult GIJ doen.
Ik Onmogelijk. Ik heb geen tijd,
ik heb geen plaats.
Best, er zijn anderen, die wel plaats
hebben, die er wel tijd aan kunnen ge
ven.
Zoo bijv. de Directie van 'het Kinder-
Rusthuis „Bethanië" te Dieren, dat
aangeboden heeft 24 Hollandsche kin
deren uit Duitschland, uit het Roerge
bied, gratis te huisvesten. Waar een
wil is, daar is een weg. En dien weg
moet GIJ helpen effenen.
Want ze hebben ook geen kleercn, die
stumperds, om hunne arme, uitgehon
gerde lijfjes tegen de komende winter
koude te beschutten. Ze hebben geen
schoenen, geen ondergoed. Moeders,
kijkt Uw linnenkast eens na, Uw kin
deren zijn er al lang uitgegroeid, ruimt
op die schoenen, die jassen, die kousen,
die nog best eens aangebreid kunnen
worden.
De arme „Hollander-madchen" te
Dieren hebben er best tijd voor.
Keert Uw hart en Uw spaarpot eens
binnenste buiten!
Zendingen in natura liefst regelrecht
naar „Bethanië" te Dieren.
Niet wachten er mee, want de Hol
landertjes zijn in aantocht!
30 October komen ze al.
Zijn er onder U ook dames of meis
jes, die een poos in Dieren willen gaan
helpen? Logies en desgewenscht ook
reiskosten zijn voor rekening van het
Comité. Wie kan een paar weken, wie
wil een paar maanden hare krachten
gratis beschikbaar stellen voor het
goede doel?
Adres voor aanmelding: Mevrouw
Onnes-van Willigen, Rijswijkscheweg
476, Den Haag.
I-Iet Bestuur der Stichting „Bethanië",
A. J. N. Dousi, Jr., Directeur.
H. Onnes, secr.-penningm., Den
Haag.
A. Dousi Sr., bestuurslid, Haarlem.
J. de Bruin, commissaris, Amster
dam.
Mevr. C. Onnes-van Willigen, be
last met de geheele regeling der
huishouding.
Mej. J. Dousi, oud-verpleegster, be
last met, bet toezicht op kinderen
en verzorgers.
Geldzendingen aans
Mevr. Dora Schramade, Heer Ker-
stantstraat 80, Rotterdam, en aan
H. Onnes, Rijswijkscheweg 476,
Den Haag.