Ónder den naam van „Nórd-ak- tiengesellschaft für Fischindustrie" is een Duitsch-Russische maatschappij gesticht met. een stamkapitaal van vijf millioen gouden roebel. Het Duitsche aandeel is hiervan 1 millioen roebel van de Duitsche firma Boltenhagen. Het doel van deze onderneming is een intensieve visscherij op de kust van Murmansk en Archangelsk, vischhan del, en bereiding en verkoop van visch- conserven. N. VI. Ct. De schuldvorderingen over het jaar 1923 ten laste van het Staatsvis- schershavenbedrijf te IJmuiden, moe ten zijn ingediend vóór of op den laat sten Maart 1924. Bij gebreke zijn zij verjaard en vernietigd. Van de indie ning kan, op verzoek, een schriftelijk bewijs worden verkregen. De laatste dagen worden te Volen- dam en te Monnikendam talrijke auto- ladingen sprot en sardijn van IJmui den aangebracht, meest bestemd voor eendenhouders. Zaterdag bedroeg de aanvoer te Vo- lendam 5 autoladingen. Men besteed f 1.75 per mand van 90 K.G. Voor het aanschaffen van booten, vischtuig en ander materiaal is op de Zweedsche begrooting voor dit jaar 750.000 kronen uitgetrokken, die vol gens vastgestelde bepalingen aan de visschers in leen kunnen gegeven wor den. De Raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak gedaan betreffende het stooten van het stoomvisschersvaar- tuig „Anna" IJM. 34 op de Zuidpier van de haven te IJmuiden. De Raad is van oordeel, dat het ongeval is veroorzaakt doordien de schipper, terwijl het dik van mi3t was, tijdens vloedtij de haven van IJmuiden is binnengeloopen. De Raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak gedaan betreffende de stran ding van het stoomvisschersvaartuig „Maria Alida" IJM. 186. De Raad is van oordeel, dat de oorzaak van de ramp is gelegen in slechte en zorgeloo- ze navigatie. De beide wachtslieden hebben blijkbaar niet voldoende acht gegeven; hadden zij goed opgelet, dan was het ongeval vermoedelijk niet ge beurd. De schipper zelf gaat echter ook niet geheel vrij uit. Aangenomen dat het schip is gestrand op de Noordkust van Terschelling, hetgeen wel vrij zeker is, was kennelijk het gegist bestek niet juist, doch hoe dit zij, juist waar de schipper uitging van een gegist bestek f en den wal naderde, had hij, nu het mistig weer was, meer geregeld moeten looden en hadden hetzij hij zelf, hetzij de stuurman op de brug aanwezig moe ten zijn. -Gedurende de week van 7 t/m. 13 Februari 1924, kwamen alhier de na volgende vaartuigen binnen: 65 Hollandsche-, 2 Duitsche stoom trawlers, 24 zeilloggers, 11 stoombeu- gers,. 139 kustvisschers. De besommingen waren als volgt: Hollandsche stoomtrawlers van f 445 tot f 6328; Duitsche stoomtrawlers van f 936 tot f 1907; zeilloggers van f 110 tot f 1613; stoombeugers van f 1062 tot f 3808, terwijl de kustvisschers totaal f 8366 besomden. De aanvoer bestond uit 738271 K.G. trawivisch en 46719 K.G. beugvisch. De totaal opbrengst bedr. f 226.200,87. Gedurende de week van 14/m. 20 Februari 1924 kwamen alhier de na- volgende vaartuigen binnen: J 81 Holandsche-, 2 Duitsche stoom- j trawlers, 34 zeilloggers, 4 motorloggers, 11 stoombeugers, 2 sloepen en 108 kust visschers. De besommingen waren als volgt: Hollandsche stoomtrawlers van f 989 tot f 5146; Duitsche stoomtrawlers van f 2937 tot f 3249; zeilloggers van f 77 tot f 1220; motorloggers van f 879 tot f 1505; stoombeugers van f 1343 tot f 3998; sloepen van f 459 tot f 566, terwijl de kustvisschers totaal f 4850 besomden. De aanvoer bestond uit 639.200 K.G. trawivisch, 71500 K.G. beugvisch. De totaal opbrengst bedr. f 279.501,13. In De Kenn. üd. üwam van „Wiiiy" uit öeuiaiaiig hei voigeiiue geuichije voor. Aan „Speenhoü" oi „üoe aan ae visch". Vrienden in aai Kiiie landje Ver van onze uosi vanaaan, 'K. ötuur van hieruit u n standje 'K Zai op u eens mopp ren gaan. Is t wera nja nu geen schanue bchanue voor ons „in eaeriand jL»at jouie uaar onze visseners up ae neien nrengt te iandl Zouuen zij 't niet vertinnen Uin nog eens naai' zee te gaan, Als hun iyne maische vischjes Juine aiuju tegen staan! Speenkoii, vlugge, rane kerel, 'n nekte lieihenner van visch, m ant dat jij 'n botje weigert 's Iets wat niet te dennen is. Jij bent altijd haast de eerste Die n mensch wijst op z'n fout, Daarom dat ook iedereen haast Up je versjes steeds vertrouwt! Denn niet dat 'n jonge huisvrouw Zooais ik toevallig ben, Niet je woorden zeer op prijs stel! Blij ben in, dat oon ik je nen! Konden wij maar, beste Speenhof! Samen eens uit eten gaan, 'k Wed we namen vast 'n portie Fijne tarbot of zeehaan. 'k Wil je dan ook weieens zeggen Van die overgroote hoop, Die hier allen zitten snakken Naar 'n schelvisch, goed gekookt. Maar wij arme tropen-woners Kennen hier geen echte bot, Willen wij ons eens vergasten We nemen dan 'n „blikje sprot"!! En die vrouwen daar bij jullie Weten zij dan nu. nog niet, Dat hun lieve echtgenooten Tuk zijn op 'n tong of griet? Weten zij niet manlief's buikje Met de liefde gaat te vrind, En na '11 „copieus" dineétje Manlief spreekt van „Liefste kind"!! Beste, brave, stoere visschers Gooi je net nog niet aan wal, Denk er om als ik weer thuis kom, ik je dan weer loven zal. Denk er om wij hier steeds bouwen Op je frissche levenslust, Die je ondanks schamelwinstje Toch weer drijft, ver uit de kust. Ik als jong-Hollandsche huisvrouw Bid en smeek je en gewis Vang jij ze, ik wil beloven Ik zal eten van je visch! Na de eerste vier Volendammer botters zijn er nog twee naar IJmuiden vertrokken. De vangst op de kust IJmuidenZandvoort schijnt echter weer afgeloopen te zijn, want de Volen- dammers hadden in 't geheel slechts drie tal haring gevangen. SCHEEPVAART. In de week van 11 tot 18 Febr. zijn alhier door de sluizen geschut: uit zee 46 stoomschepen en naar zee 49 stoom schepen en 1 zeelichter. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! Van méér dan eene zijde is ons ge- bleken, dat niet goed werd begrepen de bedoeling om arbeiderswoningen te doen bouwen geschikt voor T. B. C.- lijders in het le stadium, waarvoor o.m door ons voorschot is aangevraagd. Hiervoor de volgende toelichting: In onze Gemeente bevinden zich meerdere personen welke lijden aan T. B. C., hetzij dan bewust of min of meer onbewust. Wij hebben in onze Bouwvereeniging van nabij kennis gemaakt met deze vreeselijke ziekte. In overleg met de Plaatselijke Ver. t. bestr. der T. B. C. werd besloten te trachten woningen te doen bouwen voor T. B. C.-lijders in het le stadium. Volgens bekende Me dici zijn personen, welke hieraan lij den, nog te redden, wanneer zij kunnen worden ondergebracht in gezonde wo ningen, welke dan nog aan bepaalde eischen voldoen. Met medewerking van de Inspectrice der Volksgezondheid werd eer plan opgezet en aan de afd. T. B. C. der Volksgezondheid ter goed keuring aangeboden, welke ermede ac- coord ging. Het voorgestelde is een gewone ar beiderswoning, met een aangebouwde kamer, welke zóó is ingericht, dat de patient(e) het huiselijk verkeer kan volgen, zonder méér in aanraking te komen met de huisgenooten, dan noo- dig is. Dus geen Sanatorium of zoo iets. Om tot een goedkoopere uitvoering te komen, zijn ze opgenomen in een complex arbeiderswoningen en wonin gen voor ouden van dagen en andere kleine gezinnen. Het ligt in de bedoeling, wanneer de bouw mogelijk wordt gemaakt, de wo ningen toe te wijzen in overleg met de H.H. Medici der Plaatselijke Vereeni- ging(en) ter bestr. der T. B. C. Met beleefden dank voor de plaat sing, Hoogachtend, Het'"Bestuur der R.K. Ver. Woningbouwvereeniging. De nood der intellectueelen in Ccn- traal-Europa roept om vervulling. In den zomer van het vorig jaar werd voor dit doel te Amsterdam een Comi té opgericht, waarvan U de samen- 5 stelling hieronder zult vinden. Veel arbeid ten bate van Duitsche intellectueelen, o.a. artsen en advoca- ten, hoogleeraren en privaat-docenten, j musici en artisten, predikanten en j geestelijken enz. is tot hiertoe verricht, j Op drieërlei wijze werd hulp ge- j bracht: voor sommigen werd een ver- j blijf in Nedei'land mogelijk gemaakt; i anderen werden in een sanatorium in eigen land verpleegd; onderscheidenen werden met giften in natura verblijd, j Roerend zijn de ontvangen bewijzen van dankbaarheid dergenen, die weer bemoedigd hun levenstaak voortzet ten. „Gij kunt niet bevroeden" zoo schreef de Voorzitter van de Advoca- tenkamer te Pommeren „hoe door Uw werk het vertrouwen in God en de menschheid is versterkt." Nog roerender evenwel zijn de inge komen beden om redding uit bitteren nood. Van Saksen, van Pruisen, van de Rijnprovincie, van Pommeren, van Hamburg, van Hannover, van waar- niet-al, liggen voor ons de brieven van artsenvereenigingen, van advocaten- kamers, van academies, van kunste naarsbonden, alle vol van hartaan- grijpend wee. Het is eene sombere opsomming van buiten praktijk geraakte doctoren en advocaten, wien het allernoodigste ont breekt, van kunstenaars, wien schitte rende toekomst was voorspeld en die 's morgens niet weten, waarvan zij zich op den dag voeden zullen, van oud-geworden geleerden wier levens avond door onzegbare kommer wordt verdonkerd, van veel-belovende jonge talenten, die dreigen ten onder te gaan, van mannen en vrouwen, die ten doo- de opgeschreven zijn. Aan al deze intellectueelen, man nen en vrouwen, onverschillig welke hunne godsdienstige of politieke over tuiging zij, biedt het Comité hulp. Hulp zoo mogelijk om hun wetenschappelij ker! arbeid te verlichten, om hun ar tistieke gaven of wetenschappelijke talenten te ontplooien maar vooral hulp om in de alleruiterste nooddruft te voorzien, om hen in het leven te houden. Evenwel zijn de middelen van het Comité uitgeput. Op het Nederland- sehe volk, evenals ook op de Duit- schers in Nederland verblijf houdend, ook op U, wordt daarom een ernstig beroep gedaan om hier te doen wat kan. Hulp kan worden verleend door bereidverklaring om een Duitsche intellectueel gedurende één of meer weken te huisvesten. Hulp kan worden vei 1 eend door spoedig een bedrag aan geld te zenden. De bereidverklaring tot huisvesting worde gericht aan het Secretariaat van het Steuncomité, Plantage Mid denlaan 1 te Amsterdam. Het geld zende men aan: E CABOS Penningmeester van het Steuncomité I?or Intellectueel Centraal Europa, Singel 299 te Amsterdam. NIEUWE UITGAVEN. Het Geïll. Gemeenteblad, uitgever H. C. Pons te 's Gravenhage, heeft in het Dec.nr. artikelen over Amsterdam, de Schoolbioscoop, Gorinchem, de Nieuwe uitleg te Arnhem, Zeeland in de 18e eeuw, een beschrijving van den Haag, als het 400.000 inwoners zal hebben, de Waag te Workum, de brandweer te Eindhoven en Personalia. Wij ontvingen het Januari-nr. van Handels Overzicht NederlandBelgië, het orgaan der Ned. Kamer van Koop handel in België. Liet is in een nieuw gewaad gestoken en in grooter formaat en zal voortaan iedere maand verschij nen. Een verheugend feit, dat door Mr. H. van Romburgh, den handelsattaché van I-Ir. Ms. Gezantschap te Brussel met vreugde wordt begroet en natuurlijk door het bestuur en de redactie, welke RONDOM DE WERELD. door M. B. O. Jr. (Nadruk verboden). 12 Stukken van een granaat hadden hem in de zijde getroffen. Hij stierf in mijn armen. Veel weet ik niet meer te her inneren, daar ik als een wezenlooze met m'n zoon bij mij bleef zitten. Al leen weet ik nog, dat mijn jongste zoon bij mij kwam om afscheid te nemen. Ze moesten het dorp ontruimen, om te rug te trekken verder op Leuven. Hij wist dat z'n broer gevallen was en toch mocht hij niet bij hem blijven, maar moest verder z'n plicht doen tegenover het vaderland. Toen kwamen de eerste Duitschers na 'n uur ons dorpje binnen. De eerste, misschien wel duizenden, trokken ons dorpje door, ons arme sol daten achtervolgenden. Daarna kwam het eigenlijke leger. Men vestigde een „Commandantur", zooals het heete. Door dit „Commandantur" kregen wij, de overgebleven mannen, het bericht dat wij ons op het plein moesten verza melen. Toen we daaraan gehoor had den gegeven, moesten wij de dooden, die in ons dorpje gevallen waren, gaan begraven, met verscheidene Duitsche soldaten. Ook mijn zoon kreeg e-m plaats tusschen zoovele anderen. Het meerendeel der dooden waren Duit schers. Onze jongens hadden flink van zich afgebeten, want ik, mijnheer, heb 14 Belgen van buiten het dorp gehaald met een kameraad, maar ook 44 Dut- schen, en zoo ook met de anderen die de lijken zochten „hier zijt ge bij den secretaris, wanneer ge naar Tie nen gaat, mijnheer, vergeet dan niet om het kerkhof van 't 22e Linieregi ment te bezoeken, wat ge rechts van den weg ziet." Ik bedankte den man, die op z'n hoo- ge ouderdom, nog een groot verdriet en smart gekend had. We gingen de woning van den secre taris binnen. Deze was niet thuis, maar z'n dochter wilde onze boeken wel af stempelen. Nadat zulks gebeurd was, tracteerde ze ons nog op een glas bier, waarvoor wij haar hartelijk bedankten. Daarna vervolgden wij onzen weg naar Tienen. Na een half uur loopens passeerden wij het ons aangeduide kerkhof. Het was op een verhooging gebouwd met een zware granieten muur er om heen. We gingen er naar toe. Op het beneden-kerkhof lagen al de soldaten van het Belgische 22e Li nieregiment. We berekenden dat er on geveer 350 Belgische soldaten lagen. Achter op een verhooging stonden meer eenvoudige houten kruizen, dit waren Duitschers. Hier lagen ongeveer 700 dooden, dus totaal ongeveer 1050 doo den. Het kerkhof was zeer netjes on derhouden. Op de twee hoeken aan den voorkant stonden twee groote veldka nonnen. Na dit alles bezichtigd te heb ben. gingen wij weer verder en bereik ten tegen half vijf Tienen. Bij onze aan komst zagen wij het links beneden ons liggen. Langs een sterk dalenden weg kwamen we in de stad. We liepen naar het politiebureau op de Groote Markt. Daarbij passeerden wij het monument van 1830, daar onthuld ter nagedach tenis van de afscheiding van Zuid- en Noord-Nederland, toen het Koninkrijk België werd gesticht. We gingen het Koffiehuis „De Beurs" binnen om een verfrissching te gebruiken. We waren i toen besloten om 't Vlaamsche Huis op j te zoeken, doch toen we daar aankwa men, bleek dat Huis in Tienen niet veel te zijn. De Madame vertelde mij dat de Vlaamsche Partij in Tienen niet groot was, daar men hier te dicht tegen de taalgrens aan was. Een 10 minuten zuidelijker van Tienen spreekt alles Fransch (Waalsch). Ik voor mij had er nog een andere gedachte over. Wanneer er een Vereeniging bestaat, zooals de Vlaamsche, is een harer grootste be- hoeften een goed vereenigingslokaal en volgens de volksaard een goed café daarbij. De gezellige inrichting van het lokaal moet de partijgangers samen- trekken. Dat kon nu juist niet van het Vaamsch Huis in Tienen gezegd wor- den. Het was er ongezellig, kaal en be- dompt, terwijl een norsche vrouw het bewind voerde. We verlieten dan ook zoo gauw mo gelijk dit café en richtten onze schre den naar de „Cercle Katholiek", daar we daar de „Baden PowelT'-padvin- l ders zouden aantreffen. De eerste die we daar ontmoetten was de Aalmoe- zenier van den troep, die ons zeer har- telijk begroette. Ook de master en de vaandrig kwamen binnen. Na het avondeten gebruikt te hebben bezoch ten wij het troeplokaal der padvinders, alwaar ik een klein verhaal deed van onze reis. Daarna zouden wij een ge deelte vr.n den avond paseeren bij den Aalmoe:- i er. Tegen half tien, het was reeds <k ker, namen wij afscheid en zouden niet den master een kampeer- plaats zoeken, welke wij spoedig von- i den even buiten de stad. In 't donker sloegen wij onze tent op. Deze stond spoedig overeind. De vaandrig noodig- j de ons uit nog even de verdere avond- j uren bij hem te verpoozen, wat wij aan- namen. Zoo verstreek het laatste ge deelte van den avond onder gelach en gepraat en zochten wij tegen 12 uur ons strooleger op. j 27 Juli 1923. Dezen morgen stonden wij om 8 uur op. Het voorspelde weer een mooien dag, daar ik een strakke blauwe hemel boven mij zag. Nadat wij ons gewas- schen hadden, genoten wij ons ontbijt bij den master thuis. Daarna gingen wij met laatstgenoemde de stad in om en kele inkoopen te doen, o.a. kochten wij een kampdeken en enkele kampbenoo- digdheden. We bezochten nog verschil lende kennissen. Tegen 12 uur liepen wij naar het „Familie Pension", waar een goed klaargemaakt middagmaal ons wachtte, hetwelk wij ons goed lie ten smaken. Vervolgens namen wij af scheid van den aalmoezenier en den master en gingen onze bagage halen. Spoedig bevonden wij ons buiten de stad. Na een wandeling van een uur dwars door de korenvelden, bereikten wij het kleine dorpje Oirbeek. We moes ten den steenweg verlaten om naar den secretaris te gaan. R. bleef bij een ka pel welke langs den weg stond op ons wachten, terwijl G. en ik naar het ei genlijke dorpje gingen. De secretaris was niet thuis, maar wel de Gemeente veldwachter. Deze was reeds een be jaarde man. Hij keek ons met eenigs- zins ontzag aan en vroeg of we Ame er steeds op uit zijn de handelsrelaties tusschen Nederland en België uit te breiden. Voor wie het adres der administratie niet weet, schrijven wij dit hier even af: Rue de Laeken 35 B, Brussel. Het Vegetarisch Hotel-Restaurant Pomona te 's Gravenhage bestaat dit jaar 25 jaar. Ter gelegenheid hiervan verspreidt het bestuur een keurig uit gevoerd boekje, onder den titel „25 jaar in dienst van het vegetarisme." Bescheiden begonnen, beschikt men nu over het prachtige, eerste klasse ho tel aan de Molenstraat. En ook in ande re plaatsen als Utrecht, zijn gelijke Ho tels gekomen. Het mooie boekje geeft prachtige kie ken van de interieurs van het hotel, dat geen aanbeveling meer behoeft. Wij ontvingen een keurig uitge voerde prospectus van de Union Rij wielen Fabriek te Dedemsvaart, waar van vertegenwoordiger is de heer A. B. v. d. Wint te IJmuiden. De Lachapelle Parketvloerenfa- briek te Breda zond ons een prospectus, dat alleraardigst van uitvoering is en waarin ons de vervaardiging van een parketvloer wordt verteld bij leuke plaatjes. Wij ontvingen het prospectus voor de Internationale Tentoonstelling voor Handel en Industrie, die van 18 Juli tot 18 Augustus te Tilburg zal worden ge houden. Onder vrouwen-heerschappij. Het kleine Hebriden-eilandje Sint Kilda heeft een gemeenteraad die se-< dert 1700 uitsluitend uit vrouwen be staat. De mannen zijn allen op zee, het zij bij de visscherij, hetzij ter koopvaar dij. Zij hebben daarom met een gerust hart de vrouwen in den gemeenteraad gekozen, en wel vrijwel uitsluitend da mes, die de vijf kruisjes reeds een eind achter den rug hadden. „De Raad dei- grootmoe ders" is de populaire naam van St. Kilda's vroedschap. Typisch is het echter dat zich geen politieke harts tochten in den Raad laten gelden. Er is slechts een partij: die van Sint Kilda. En als in iedere gemeente de geestelijke en stoffelijke belangen zoo goed behar tigd werden, als op dit Hebrideneiland- je, zou gelooven wij, er niet zooveel slechtheid in de wereld zijn. Sint Kilda heeft ook een vrouwelijke burgemeester. BURGELRÏJKE STAND. Egmond aan Zee. Getrouwd: Cornelis Blok, 20 jaar en Jobje Zwart, 17 jaar. Geboren: Thriphon, z. van Hen drik Jan Pauw en Anna Maria Ver mast; Marinus, z. van Albertus Glas en Hendrika Helena van Duyn. Overleden: Cornelis Visser, 50 jJ echtgenoot van Kniertje Dekker. Het Consultatie-Bureau van do Ver eeniging tot bestrijding der tuberculosa Is voortaan gevestigd Rriniostraat, YqÏ- scroord, vlak bij het station Velsen. Eiken Woensdag van 23 wordt hier spreekuur gehouden. Het onder soek is kosteloos en geschiedt door Br,' Ar-ema van Haarlem. Ouders Iaat vooral uw kinderen oa- dvsrEesken" rikaansche officieren waren. We licht ten hem in dat we maar gewone pad vinders waren en vroegen hem onze passageboeken af te teekenen, waaraan hij onmiddellijk gevolg gaf. Als de afstempeling was geschied, liepen G. en ik door het echt landelijke dorp, waar de kippen en varkens ovei straat hun voedsel zochten, terug naai de plaats waar R. op ons wachtte. Ver volgens gingen we gedrieën weer of weg. De weg was stoffig en bij de grooti warmte, transpireerden wij geweldig zoodat we spoedig zwart waren van stof. Steeds langs uitgestrekte koren velden gaande, kwamen wij na andei half uur loopen bij het dorp Meldert Langs den steenweg stond op een hoel van 't kruispunt aan den zijweg naa: 't dorp een café, alwaar wij binnen gin gen om onze groote dorst te lesschen Toen wij binnen kwamen vluchtten e: twee jonge vrouwen de kamer in. Wi begonnen te lachen, zagen wij er zot afschrikwekkend uit. Even daarn. kwam de eigenaar, zeker van 't cak zelf, een norsch uitziend persoon. H? vroeg wat wij moesten. We bestelder een „bock". Ik vroeg hem of de meisje! of vrouwen hier zoo bang uitgevallei waren. „Ja, mijnheer," was z'n antwoord „dat is sinds den oorlog, zoo gauw d vrouwlui een uniform zien, dan het hen ze schrik." We informeerden naar een kampeer plaats verder. Hij raadde ons naar he kasteel te gaan, waar de burgemeeste woonde. We besloten allereerst den se cretaris op te zoeken om onze boeken t laten afteekenen. Ik betaalde en dede; wij onze ransels om. R. slingerde z'i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1924 | | pagina 2