„De Wiskottens"
SPORT.
STORMVOGELS—BLAUWWIT 1—0.
Een verdiende overwinning.
Alleszins verdiend, maar met te kleine
cijfers heeft Stormvogels van Blauw-Wit
gewonnen. Het te gering aantal goals kon
echter niet aan de schotloosheid van het
Stormvogels-binnentrio geweten worden.
Integendeel, Blinkhoff, Visser, Sint waren
juist goed op schot. In alle standen zijn er
op Schindeler schoten gelost, maar de
Blauw-Wit doelman was buitengewoon op
dreef, zoodat hij slechts één keer gepasseerd
werd en dat nog wel op ietwat gelukkige
wijze.
Stormvogels was vrijwel den geheelen
wedstrijd de meerdere van Blauw-Wit, uit
gezonderd een klein deel van de tweede
helft, toen de Amsterdammers werkelijk
domineerden. Toen toonde echter de
Stormvogels-verdediging, wat zij waard
was, zoodat het aantal op Van der Wint
gerichte schoten betrekkelijk gering is
gebleven.
In tegenstelling met vele voorafgaande
wedstrijden hebben de Stormvogels een
vlug, open spel gespeeld. jAlleen Snoeks
talmde voor de rust nog al eens, waardoor
meermalen een kans verloren ging. Dat dit
snelle, open spel toch tenslotte jè spei
is Zondag op afdoende wijze gebleken
In bijna geen enkelen wedstrijd, zelfs tegen
clubs met verdedigingen van minder kwa
liteit dan die van Blauw-Wit, werd zoo vaak
de keeper aari 't werk gezet. Zoo spelend
kan de wedsrijd Haarlem-Stormvogels met
heel wat meer vertrouwen worden tegemoet
gezien.
Blauw-Wit heeft om den drommel de
overwinning niet cadeau gedaan. Haar
spelers hebben gewerkt, alsof voor hen het
kampioenschap er van afhing. De voorhoede
der Stadion-bewoners miste echter de
capaciteiten om 't Van der Wint al te
moeilijk te maken. „Cokkie" Oldenburg
de ex-Stormvogel deed af en toe wel
handige dingen, maar was tegen Snoeks
niet opgewasschen.
In de verdediging schitterde, zooals reeds
gezegd, Schindeler. - Zonder zijn reputatie
te schenden, had hij gerust een paar ballen
meer kunnen laten passeeren. Ook van der
Kluft en Lietzen speelden een goeden
wedstrijd. Van Dort, van wien altijd de
roep van ruw en gemeen uitgaat, deed zich
als een harden, fairen werker kennen.
Scheidsrechter Bos tenslotte heeft onpar
tijdig den wedstrijd geleid. Jammer was het,
dat hij Stormvogels voor de rust een geheide
penally niet toekende. In de rust verklaarde
hij echter het geval absoluut niet gezien
te hebben, zoodat hij niet fluiten mócht.
De wedstrijd.
Om even twee uur stellen de volgende
elftallen zich op
Schindeler
Van der Kluft Lietzen
de Boer Garritsen Van Dort
Doorenbos Smit Oldenburg Ferwerda
Bylsma
Oldenburg Sint Visser Blinkhoff Sr.
Sprokkreeff
Heylig Snoeks Struys
Koster Blinkhoff Jr.
v. d. Wint
Het begin levert het gebruikelijke kracht-
verkennen op. Dit duurt echter niet lang
en al spoedig zien we Stormvogels op de
Blauw-Wit veste afstevenen. Snoeks zet
Schindeler het eerst aan het werk, met welk
schot de voortreffelijke doelman geen moeite
heeft. De schoten worden echter naarmate
de wedstrijd langer aan den gang is, steeds
vinniger. Eerst geeft Sint een ouderwetsche
juist over de lat, maar dan moet Schindeler
de handen weer uit de mouwen steken.
Een hard naar voren gespeelden bal weet
Sint voor het doel te plaatsen, waar Visser
gereed staat Schindeler te passeeren. Het
leder blijkt echter „achter" geweest te zijn,
zoodat Blauw Wit den bal weer uittrapt.
De Blauw-Wit-voorhoede onderneemt nu
den eersten goed opgezetten aanval, die
een corner oplevert. Deze, goed genomen,
wordt door Blinkhoff Sr. weggekopt en
direct verhuist het spel weer naar den
anderen helft, waar Schindeler een enormen
kogel van Snoeks stopt. Stormvogels speelt
werkelijk uitstekend over het geheel goed
gesteund door Struys—SnoeksHeylig
zoo af en toe „pingelt" Snoeks wel eens
kan de voorhoede steeds weer aanvallen.
Sint en Oldenburg begrijpen elkaar goed
terwijl Visser en Blinkhoff Sr. een enthusiast
en wat voor hen meer zegt, open spel spelen.
Schindeler krijgt het zeer druk, maar weert
zich, goed gesteund door Van der Kluft en
Lietzen, uitstekend.
Plotseling komt het Stormvogels-doel in
gevaar. Blinkhoff Jr. mist n.I. grandioos en
Oldenburg stevent in zijn eentje snel op
Van der Wint af. Van dichtbij lost hij een
hard schot, dat de Stormvogels-doelman
schitterend stopt. Na dit voor Stormvogels
bijna noodlottige intermesso is de beurt
weer aan Visser c.s. Sprokkreeff heeft het
nog al te kwaad met het waterrijke lijntje
langs de tribune, maar geeft toch een paar
goede voorzetten. Blinkhoff Sr., Visser en
Sint nemen beurtelings Schindeler onder
vuur, maar zonder succes De Blauw-Wiiter
s opt alles. Een hard schot van Oldenburg
vliegt juist naast. Bij één der hevige doel
worstelingen ontgaat Bos de hier boven
genoemde penally. Na 34 minuten komt
dan zeer onverwacht de verdiende goal.
Struys neemt dan op grooten afstand een
vrije trap, die Schindeler te machtig is. Wel
stopt deze het leder nog, maar achter de
lijn (1—0).
Blauw-Wit geeft zich nog lang niet
gewonnen. De Amsterdammers forceeren
een corner, die, hoè goed ook genomen,
niets oplevert. Met een elegante hoofdbe
weging doet Struijs het Ieder in de richting
Velseroord verdwijnen. Nogmaals komt
Doorenbos terug. Een prachtvoorzet volgt,
doch nu doet Kosters hoofd hetzelfde. Als
van Schindeler een hard schot van Visser
fraai heeft gestopt en Sprokkreeff een vrij
gemakkelijke kans heeft overgetrapt is het
rusten.
Direct na den aftrap zit Stormvogels
wederom voor Schindeler. Sint schiet, als
voorzeilen beter was geweest, tegen de paal.
De Stormvogels onderhouden eenige minu
ten een geweldig tempo, waar Blauw-Wit
niet tegen op kan Schindeler is direct weer
in vollen actie en stompt fraai een viertal
harde schoten van het Stormvogels-binnen
trio.
Dat Stormvogels dit tempo niet kan vol
houden is te begrijpen. Langzamerhand
verslapt het en dan komt Blauw Wit op
zetten. Ferwerda, Smit en Doorenbos zitten
goed op den bal. Oldenburg geniet Snoeks
bijzondere bewaking en richt op dit hem
zoo bekende veld weinig uit. Koster staat
echter al heel solide te backen en ook j
Blinkhoff Jr. speelt een zeer goede partij, j
Tot schieten brengt Blauw-Wit het vrij
wel niet. De voornaamste resultaten ?ijn j
een paar corners, die, evenais hun voor
gangers, uitstekend werden genomen, doch
ckor Snoeks en Blinkhoff Jr. met hun;
hoofden werden weggewerkt. Aan een schot
van Doorenbos moet Van der Wint echter
te pas komen.
Na dit Blauw-Wit offensief gaat het spel ploitaties, zeer billijk is te noemen
gelijk op. De Stormvogels aanvallen zijn de besommingen J
door hun snelheid echter zeer gevaarlijk.
Schindeler krijgt heel wat drukker werk
dan Van der Wint. Een voorzet van Sprok
kreeff schiet Sint haard naast. Blauw-Wit
brengt het doorgaans niet verder dan de
Stormvogels-backs en dan volgt er weer
werk voor Schindeler. Een schot van dicht
bij door Sprokkreeff gelost stopt hij en een
voorzet van denzelfden speler wordt door
hem onderschept. Aan den overkant stompt
Van der Wint een hard schot van Dooren
bos juist over de lat corner en een schot
van Oldenburg verwerkt hij vallend. Snel
passeeren Smit en Doorenbos dan Heilig
en zelfs Koster. Smit rent op Van der Wint
af, maar dan duikt plotseling Jelle op en
redt een vrij zekeren goal. Nog even wordt
doorgespeeld en dan kondigt 80s onder
groot enthusiasme het einde aan.
VOETBALWEDSTRIJD
9AARLEM—S TORMVOGELS
op ZONDAG 2 MAART 1924
te HAARLEM.
Ter gelegenheid van bovengenoem-
den wedstrijd zal op 2 Maart een extra-
trein loopen van IJmuiden naar Sant
poort en Haarlem.
PLAATSELIJK NIEUWS.
IJMUIDEN.
Het lossen der beugschepen.
Het geschil tusschen de havenarbei
ders alhier en de ree der s der Vlaar-
dingsche stoombeugers is thans, naar
men 011s van de zijde der Christelijke
organisatie mededeelt, in het navol
gende stadium.
30 Januari verzond de afd. IJmuiden
der Ned. Bond van Christelijke Fa-
brieks- en Transportarbeiders een
schrijven aan de Reedersvereeniging
van Visschersvaartuigen te Vlaardin-
gen van den volgenden inhoud:
Naar aanleiding van een schrijven,
wat door ons aan uwe vereeniging is
verzonden datum 8 Augustus 1923,
met het daarop door uwe vereeniging
aan ons verzonden datum 9 Augustus
1923, deelen we U thans mede, dat
door ons de meening van verschillen
de der opvarenden der stoombeugers
is gevraagd in deze kwestie en wij
naar aanleiding van de verschillende
mededeelingen ons door hun in dezen
gedaan de conclusie hebben getrokken
dat het voor de opvarenden geen be
langrijke bezwaren zou opleveren, in
dien er een vijf-tal havenarbeiders te
werk zouden worden gesteld bij het
lossen der stoombeugers, voor de
werkzaamheden aan den wal.
Doch misschien zijn er uwerzijds be
zwaren die bij nader onderzoek toch
niet juist zullen blijken. Ten eerste
willen we in dezen er bij u de aandacht
op vestigen, dat mochten er bij u be
zwaren rijzen dat de aangevoerde
visch uwer schepen niet correct zou
den worden behandeld door de te
werk gestelde havenarbeiders, of dat
er diefstal gepleegd zou worden van
de visch, dan kunnen we u slechts
wijzen op de scherpe controle welke er
thans van rijkswege plaats heeft in de
vischhal, wat na onderzoek uwerzijds
zal blijken juist te zijn.
Wat de onkosten betreft voor het te
betalen losloon kunnen we met ge
rustheid zeggen dat dezen voor u in
verhouding met andere visscherij-ex-
cn
der beugers toch
thans van dien aard zijn dat deze be
dragen geen gewicht in de schaal leg
gen.
Hiertegenover staat dat indien er
vijf havenarbeiders te werk worden
gesteld, per reis vijf man der equipage
voor een dag naar hun gezin kunnen
gaan en zoo noodig de geheele equi
page inplaats van om de vier reizen
dan om de drie reizen naar huis toe
kunnen. Hiermede willen wij niet de-
creteeren hoe dat u uwe zaken moet
regelen doch onze bedoeling is u te
laten zien dat hierin een voordeel ligt
opgesloten voor het bedrijf in zijn ge
heel.
Wij hopen echter dat u alvorens
scherpere maatregelen komen, u be
reidt zult zijn aan ons billijk verzoek
vervat in ons schrijven d.d. 8 Aug.
1923 te voldoen.
Van de reedersvereeniging te Vlaar-
dingen is daarop als volgt geantwoord:
Vlaardingen, 19 Febr. 1924.
Aan
het Bestuur van den Ned. Bond
van Chr. Fabrieks- en Trans
portarbeiders te IJmuiden.
Mijne Heer en.
Hierbij hebben wij de eer u te be
richten, dat uw brief van 30 Januari
j.l. een onderwerp van bespreking in
onze vergadering heeft uitgemaakt.
Als resultaat hiervan merken wij u
op, dat wij nog steeds op hetzelfde
standpunt staan, dat door ons ook
vroeger reeds meermalen kenbaar is
gemaakt, en dat er geen enkel argu
ment ter onzer kennisse is gekomen
om hierin voor de toekomst verande
ring te brengen. Wij blijven het als de
taak van de bemanning beschouwen,
dat deze zelf het schip lost, en onzer
zijds is geen enkele medewerking te
verwachten teneinde hierin eenige
verandering te brengen.
Verder zij opgemerkt, dat het lossen
der schepen door z.g. vischlossers op
nieuw tot vermeerdering van uitgaven
zou leiden, waartoe het bedrijf noch
bereid noch in staat is, zoodat derge
lijke uitgaven toch op de gageregeling
der opvarenden verhaald zouden moe
ten worden. Afgescheiden hiervan
echter herhalen wij, dat wij tot de ge-
wenschte verandering niet kunnen
medewerken en ook voornemens zijn
ons tegen eventueelen dwang met
kracht te verweren.
Uit bovenstaande briefwisseling is
te zien wat in algemeenen zin reeds
bekend was, n.I. dat de reeders van
geen verandering willen weten en ons
dus, indien de havenarbeiders op hun
eisch blijven staan, in deze, des win
ters belangrijke tak van het visscherij-
bedrijf, een scherpe strijd wacht.
Inmiddels is het te hopen dat voor
dien, beide partijen alsnog elkander
zuilen weten te vinden, waar de alge-
meene toestanden nu niet van dien
aard zijn dat een strijd, zonder schade
over de geheele linie, gevoerd kan
worden.
Naar aanleiding van een verzoek
van het onderwijzend personeel is
door de leerlingen van School A een
flinke hoeveelheid kleeren bijeenge
bracht, welke zullen worden gedistri
bueerd onder behoeftige gezinnen te
Velseroord.
Door het bestuur van de afdee-j
ling IJmuiden der Geref. Vereen, voor'
Drankbestrijding zijn de functien ver-
deeld als volgt: J. Feitsma, voorzitter;
A. Kramer, 2e voorzitter; M. van Vee-
len, secr.; H. Fidder, penningm. en G.
de Groot, alg. adj.
Woensdag 20 Februari j.l. werd
te Amsterdam door de Nederl. Binn,
Beurtv. Ver. de zilveren medaille mei
oorkonde voor trouwen, langdurigen
dienst uitgereikt aan de heeren H. D
Sterken, J. Bossen en K. Raggers vaj
de N.V. Mij Alkmaar Packet alhier.
Jaarfeest C. J. M. V.
Maandagavond waren in het vereeni
gingsgebouw de leden en donateurs do;
Chr. Vereeniging voor Jonge Mannei
bijeengekomen om het jaarfeest fc
vieren. De zaal was geheel gevuld.
Na een welkomstwoord van dei
voorzitter, den heer L. P. Tismee:
werden de verslagen van secretaris ei
penningmeester uitgebracht, waarui
bleek dat de toestand der vereeniginj
vrijwel stationair was gebleven.
Uit de winst en verliesrekening ei
de balans van den penningmeester de
commissie tot beheer van het Konïn
Willemshuis bleek dat de exploitati
vooruitgaande is, hoewel nog steed
met een verliessaldo gewerkt wordt.
In verhand daarmede werd in dei
loop der avond opgemerkt dat het noc
dig is de bijdragen van donateurs hoc
e-er te krijgen daar deze voor een de?
bestemd zijn voor de commissie voo
het gebouw.
Door een der leden van de Jongelie
denafdeelïng werd aan het bestuu
een eigen-geschilderde wandversiering
aangeboden, bestaande uit het ïnsigiv
van den Wereldbond van C. J. M. V. ii
lijst. 1 ''-rrr^Tj
Aan het einde der vergadering wen
den scheidenden voorzitter, hij mond
van diens opvolger, den heer Sellinj
nog dank gebracht voor het vele dj
hij ton bate der vereeniging heeft g(
daan.
VELSEROORD.
Biljarten Klasse C.
Dinsdag 19 Februari j.l. had in b(
venvermelde klasse de ontmoetiri
plaats tusschen de plaatselijke club
„D. V. S." en V. S. V.".
„V. S. V. was de vereeniging die ,.I
V. S." een nederlaag heeft kunnen to?
brengen, wat haar dezen keer ni<
mocht gelukken, want „D. V. S." wi
haar in alle partijen de baas en behaa
de het mooie aantal van 500 puntei
wat haar weer een stap verder naar hi
zoo begeerde kampioenschap bracht.
Er werd als volgt gespeeld:
„D. V. S."
N. N. 100
J. Stet 100
N. Zoontjes 100
A. Gerts 100
C. van Gerven Jr. lOÖi
J. v. Tiggelen
A. v. Looi
C. v. Eijk
A. Schoorl
P. Kops
„V. S. V.»
500
78
86
71
44
82
361
door
RUDOLF HERZOG.
6.
HOOFDSTUK Iï.
„Kölsch, die kost een vermogen."
„Zal er ook een inbrengen, mijnheer
Wiskotten."
„Dat zeg ik ook. Daarom heb ik het
doorgedreven. Die niet waagt, die niet
wint. Vader en August kregen er
hartkloppingen van. Die vonden, dat
het met de honderd vijftig paarden
krachten ook wel ging. En kijk dien
dwerg nu eens aan."
Hij klopte de stilstaande kleine ma
chine op den ketel, zooals men een rij
paard liefkoost.
,,Ook een brave kerel, mijnheer Wis
kotten. Ze loopt als gesmeerd. Maar te
gen de vierhonderd vijftig paarde-
krachten van de nieuwe machine kan
ze natuurlijk niet op."
„We zullen ook geen vergelijking
maken. We zullen eenvoudig zeggen:
te zamen zeshonderd paardekrachten."
Dat welde op uit het diepst van zijn
hart. Het was als een bevel om voor
waarts te gaan. De grijze opzichter
keek tot hem op als de wapenmeester
tot zijn jongen held.
„Maar oppassen, dat ze niet inroest."
Gustav Wiskotten ving dien blik op.
„Zoolang ik nog wat te zeggen heb,
niet. Ik zal wel zorgen, dat ze alle twee
loopen en geen tijd hebben om adem
te scheppen. Nu nemen wij de fabrica
ge van half-zijden band er nog bij. Dat
is een uiterst verkoopbaar artikel. En
de ververij wordt vergroot. Van het
ruwe garen af tot het geheel gereed
zijnde stuk toe wordt alles in huis ge
maakt. Wat alleen maar de allergroot
ste fabrieken kunnen, kunnen wij nu
ook. En grof geld zal er verdiend wor
den".
„Wanneer zal de nieuwe ververij ge
bouwd worden?"
„Zoodra ik den grond er voor heb.
De spoorweg-directie wil hem niet af
staan. Kan ze hare asch niet ergens
anders heen brengen? Zulke stijfkop
pen."
Hij begaf zich naar de deur. „Mis
schien dat er vandaag nog bericht
komt." Nog eenmaal gleed zijn blik
liefkoozend over de machine. Bij de
deur probeerde hij de oliepomp.
„Armbrust, de duivel hale je, als je
de machine droog laat loopen!"
„Best, mijnheer Wiskotten."
Buiten arbeidde de stoker, badend
in zijn zweet, hij de ovens. Zijn schop
groef knarsend in den opgestapelden
berg kolen en wierp behendig de
brandstof in de gapende muilen. Zijn
bont gestreept hemd stond op de borst,
die evenals gezicht Pn handen met dik
kolenstof bedekt was, wijd open. De
zweetdi'oppels, die van zijn voorhoofd
tot onder zijn hemd liepen, trokken
witte strepen door de zwarte kleur.
Toen hij de heeren zag naderen, hield
hij met werken op, leunde op den
steel van zijn schop en streek niet den
rug zijner hand over het voorhoofd.
„Warm, Christian? De nieuwe lust
wat, hé?"
„O, mijnheer, dat beest vreet ja,
ik zal maar eens zeggen: meer dan m'n
vrouw en m'n zeven blagen bij me
kaar."
„Maar genoeg geven zal je haar toch,
dc machine, en ook je zevental thuis."
„Dat zou niet kwaad zijn, mijnheer
Gustav."
„Van Zaterdag af een daalder op
slag, Christian."
„Verduiveld daar zeg ik dankje
voor."
„Hoe lang is die reeds op de fa
briek?" zeide Gustav Wiskotten, toen
hij met Kölsch over het fabriekster
rein naar het hoofdgebouw schreed.
„Net zoo lang als ik en Armbrust en
nog een paar. In het voorjaar wordt 't
vijfentwintig jaar. Sinds mijnheer uw
vader hier begon."
Gustav Wiskotten schudde hem de
hand. Toen trokken ze aan hunne hoe
den en scheidden. De jonge fabrieks
directeur ging door de werkzaal en
liep tusschen de beide eindelooze rijen
der ratelende, gonzende weefgetouwen
door. Er heerschte een oorverdoovend
leven in de groote ruimte. De drijfrie
men suisden, de weefgetouwen klap
perden met hunne houten armen,
ieder voor zich in eentonige maat, te
zamen in wilde disharmonie; de spoe
len snorden en de scheepjes suisden en
dansten van links naar rechts, van
rechts naar links, alsof ze het perpe
tuum mobile doorgronden wilden. En
zijwaarts spuwden de weefgetouwen de
massa's gereed, band als kronkelende
slangen uit. Arbeiders bedienden de
handvat ten, jonge arbeidsters staken
de versche spoelen garen op de pin
nen. Dat leefde en weerde zich als in
een bijenkorf.
j Gustav Wiskotten's blik onderzocht
I bij ieder weefgetouw de artikelen, die
j het vervaardigde. Geen der arbeiders
j keek op. Er zou een draad kunnen bre-
ken, het. garen in de war raken. Een
meisje liep voorbij en liet een spoel
vallen. Ze bukte zich om haar op te
rapen. Gustav Wiskotten schopte er
even tegen, dat ze een eindje weg rol
de. Het meisje lachte met een rood
hoofd. Geen mensch keek om. Het la
waai verzwolg ieder geluid.
En plotseling: een gefluit, een ver
mindering van geraas, eene leege stil
te Schafttijd! Acht uur in den
morgen!
Werktuigelijk keek Gustav Wiskot
ten op zijn horloge. Vervolgens daalde
hij een zijtrap af om zich naar het kan
toor te begeven. De post moest binnen
zijn. Onderweg wierp hij door de
openstaande deur een blik in de has
pelkamer. Ruwe zijde en katoen lagen
in strengen opgehoopt. De haspels wa
ren verlaten. De arbeidsters onge
veer dertig meisjes en talrijke jonge
vrouwen hurkten in een kring om
hun dampend koffiestel. In haar mid
den zat een oude zestigjarige, ge
spierde vrouw, met energieke trekken
om mond en oogen. In haar breeden
schoot lagen strengen zijde welker
bearbeiding door den schafttijd^ onder
broken was. Nu diende ze een dik boek
tot onderlegger. De oude vrouw las,
den gouden bril op den neus, letter
greep na lettergreep vormend, uit den
bijbel voor:
„En Jezus ging in alle steden en
dorpen rond, leerde in hunne scholen
en predikte het Evangelie, en heek
allerlei ziekten onder het volk. I
toen hij het volk zag, deed dit he:
leed; want ze waren verkwijnd
verstrooid als de schapen, die gei
herder hebben. Toen sprak Hij tot zij
apostelen: de oogst is overvloed}
doch gering is het getal arbeider
Bidt daarom den gever van den oog
opdat Hij arbeiders naar zijn
zende!"
Men luisterde geduldig naar haj
Men wist, dat deze vrouw met Ij
woord Gods op den schoot eene vlug)
hand bezat.
1 „Goeden morgen, moeder," zei'
Gustav Wiskotten.
Zij knikte zonder op te zien, on 1
verder. En Gustav Wiskotten open
de deur naar het kantoor, trad nj
veel drukte binnen, wierp zijn hood i
tafel, en riep: „De post!"
„Je kon eerst wel eens goeden m<
gen zeggen."
„Mopper niet, August. Ik loop al vl
zeven uur af in de fabriek rond.
zoo iets vergeet men den tijd."
„Jij zou, geloof ik, het liefst zi
dat men reeds een uur voor de eer*
post de kantoorstoelen warmde."
„In allen geval liever dan dat moed
er zoo vroeg reeds uit gaat. Daar ha
jij toch wel op kunnen letten. Zij
zoo jong niet meer."
„Moeder is gezond. En de hasjj
werksters doet het toezicht en de ml
genoefening goed."
Wordt vervolgd