Kwellende pjjnen in kiezen,
het kind aanmerkelijk slechter maken
of den financieelen toestand van vele
gemeenten benadeelen, wellicht het
een en het ander.
Niet minder dan 120000 kinderen
zullen door het voorstel een jaar zon
der onderwijs zijn, „op een leeftijd, dat
de natuur der kinderen en de traditie
van ons land goed georganiseerd on
derwijs eischen." Het voorstel wordt
wel verdedigd op paedagogische gron
den, immers opvoedkundigen van
naam zijn van oordeel, dat het lager
onderwijs thans aan te jonge kinderen
wordt gegeven en zelfs eerst op acht
jarigen leeftijd moet beginnen. Maar
zij gaan dan uit van een geheel ander
georganiseerd voorbereidend onder
wijs, dan waarover ons land thans be
schikt.
Even groot bezwaar maakt het
hoofdbestuur van het Nut tegen de
stopzetting van het zevende leerjaar.
Vele kinderen zullen toch na de zes
leerjaren doorloopen te hebben, op
school blijven. Zij tellen dan echter
niet mee voor de rijksvergoeding. De
gemeentebesturen zullen dus overtal
lige onderwijzers hebben te bezoldigen
en moeten zorgdragen voor voorberei
dend onderwijs in bewaarscholen, die
uitgebreid of nieuw gesticht zullen
moeten worden. Het rijk bezuinigt, door
lasten af te schuiven op -den rug der
gemeenten, die toch al zulken zwaren
finantiëelen last te dragen hebben.
Plet hoofdbestuur erkent, dat ook het
duurste departement, zooals onderwijs
wel is genoemd, deel moet hebben aan
de beperkingen, die de nood oplegt.
Het komt niet alleen met afkeurende
critiek maar wijst ook een beteren weg
tot bezuiniging aan. He wil bezuinigen
door de verdere oprichting van zeer
kleine scholen tegen te gaan en soort
gelijke kleine scholen tot grootere sa
men te voegen, zonder daarmee de
grondslagen der pacificatie aan te tas
ten. Verder wil het de uitwassen in het
Bezoldigingsbesluit wegnemen. Dit
doelt waarschijnlijk op de extra beloo
ning voor het bezit van bijzondere ac-
tes en andere „buitenkansjes". Ook
stelt het vereenvoudiging van het
schooltoezicht voor. Men weet, dat dit
ook de bedoeling der regeering is.
Des noods wil he ohofdbestuur het
Des noods wil het hoofdbestuur het
derwiizer in het bijzonder bij de kleine
scholen verhoogen. En in het uiterste
geval overgaan tot een tijdelijke ver
mindering van de salarisen der leer
krachten over de geheele linie van la
ger tot- hooger onderwijs.
Dit zijn de bezwaren en de wenschen
van een vereeniging, die buiten de po
litiek staat, in zake de bezuinigng op
het onderwijs. Waarschijnlijk zullen
ze bii de komende behandelng van het
•rreeringsvoorstel in de Kamer wel
•esm-oken worden. Ook tegen de aan-
olon maatregelen van het hoofdbe-
hiur zijn bezwaren in te brengen
Maar ze zijn voor het onderwijs veel
minder nadeelig dan die de regeering
•oorstelt. waardoor zeker ook om he*
••oote belang van goed volksonderwijs
sou «terke actie van verzet onder ons
opfs+aan is. Duizenden voelen, dat goed
onderwijs ..het eenige" is, dat men zijn
kinderen in het leven kan meegeven.
1 onvermoede schatten, die in zijn wil
dernissen, oerwouden en bergen zitten
verstoken 't Is al botertje tot den
boom! Maar de aartsbisschop wijst ook
op de keerzijde. Er zijn tegenover deze
teekenen van opbloei, welvaart en
energie ook teekenen te stellen van ma
laise van allerlei aard.
Het lijkt alles in België rijker dan het
is. Immers de staatsbegrooting wijst
een jaarlijksch tekort aan van twee
milliard! Daarbij vergeleken is onze
schatkist nog boordevol. Het leven is
viermaal duurder dan voor de jaren
der groote beproeving. De geest van
wijze spaarzaamheid ontbreekt. Er is
een verkwisting, die door weelde en
pracht kwetst. De fortuinen staan vast.
De middenstand zit in den druk. De
burgerij put haar spaarpenningen uit.
De intellectueelen bevinden zich in een
bekrompen toestand. De natie heeft op
zich moeten nemen den last der econo
mische herstellingen, van de oorlogs
schade, van de pensioenen der oud
strijders en vele andere lasten, die
Duitschland volgens het vredestrac-
taat had móeten betalen.
Mercier erkent, dat Duitschland
thans zelf uitgeput snakt, om zich te
kunnen herstellen. Zoo ziet Mercier
nog moeilijke tijden komen voor zijn
volk, maar hij geeft don moed niet op.
„Wij moeten onze zenuwen intoomen
en blijven vertrouwen hebben; het laat
ste woord in den economiscTien
oorlog zoowel als in den loopgraven
oorlog is aan hen, die het langste vol- j
houden."
Zoo bemoedigt deze geestelijke zijn
volk. Hij heeft recht van spreken,
want tijdens den oorlog heeft hij met
taaie hardnekkigheid de zaak van zijn
land gediend en bewezen ook den
toorn van een machtigen vijand niet te
vreezen.
klasse, in het bijzonder de socialisten.
Engeland heeft thans zijn Labour-ka-
binet. Tusschen City en Labour is ze
ker een groote tegenstelling. De City
vindt den persoonlijken eigendom hei
lig, maar Labour wil socialisatie en
gemeenschappelijk bezit der productie
middelen. Toch is City tot nu toe niet
slecht over de Labour-regeering te
spreken. Mac Donald heeft zonder aar
zelen de Sovjetregeering erkend. Daar
mee was City zeer ingenomen, omdat
het thans mogelijk wordt met Rusland
zaken te doen en Engeland voor zijn
industrie rekent op een drukke klandi
zie der Russen. Maar bovendien is City
tevreden, omdat het finantieel beleid
van Labour voorzichtig is en er ernst
gemaakt wordt met bezuiniging. De
begrooting voor den burgerlijken
dienst is voor 24-25 niet minder dan
ruim 400 millioen gulden minder uit
getrokken. Dat is wel de moeite
waard. Als alle militaire begrootingen
zoo besnoeid werden, zouden we op
den goeden weg van beperking der
bewapening zijn gekomen.
Dit alles geeft aan de finantieele
wereld vertrouwen in Labour en de
regeering van MacDonald zit dan ook
stevig in het zadel. Voor een betere
verhouding der Europeesche staten en
een oplossing van het vraagstuk der
schadevergoeding is het te hopen, dat
Labour in Engeland nog lang aan het
bewind blijft.
tanden en aangezicht, verdrijft men door
Sanapirïn-Tabietten (Mijnhardt). Koker 75
ct. Bij apoth. en drogisten.
De toestand in België.
De aartsbisschop van Mechelen, kar
dinaal Mercier heeft voor de Vasten
een herderlijk schrijven openbaar ge
maakt, niet in stijven, zwaren, kerke-
lijken stijl maar los en levendig ge
schreven. Met zijn grooten invloed
heeft Mercier tijdens den oorlog ge
vochten voor zijn kerk en zijn kudde
Zijn hoogé waardigheid als kardinaal
heeft hem daarbij beschermd. De Duit-
schers hebben hem ongetwijfeld ont
zien.
In zijn Vastenbrief geeft Mercier een
beeld van België's herleving. Na den
oorlog te alle kanten puinen, de grond
van Vlaanderen onbebouwbaar, werk
plaatsen gesloten, werkmateriaal ge-
"oofd of vernietigd, de werkkrachten
uitgeput. Thans is alles of bijna alles
herbouwd. Er zijn steden gebouwd rij
ker en schooner dan die welke werden
ernietigd. De landbouw is opnieuw
in staat, gesteld. De nijverheid is in op
bloei. De fabrieken, door de Duitschers
ontredderd, zijn in volle werking. De
bedrijvigheid in de haven van Antwer
pen is grooter -dan ooit. De kerken zijn
voor het meerendeel heringericht voor
den eerédienst. De werkloosheid is op
gehouden en in den omtrek der groote
steden rijzen aanzienlijke groepen
nette arbeiderswoningen op. De scholen
zijn goed bevolkt, de gestichten voor
het middelbaar onderwijs zijn zelfs
overbevolkt. De universiteiten zijn in
vollen bloei.
Belangrijke instellingen werken tot
heil der kinderen, ten bate der openba
re gezondheid; er zijn sanatoria ge
opend, scholen voor ziekendiensten op
gericht, de arme kinderkens van Wee
non en Hongarije zijn gastvrij ontvan
gen enz. De koolmijnen in Limburg
geven aanzienlijke hoeveelheden kolen
en de Congo deelt steeds meer van de
De Japansche Etas.
Reuter deelde onlangs aan de wereld
mede, dat de Etas in Japan aandringen
op de erkenning van Sovjet-Rusland.
Menigeen zal zeker gevraagd hebben,
wie toch die Etas zijn. Het antwoord
geeft een- correspondentie uit Japan in
de N. R. Ct.
De Etas zijn de Paria's, een uitgestoo-
ten groep der bevolking. In niets zijn
uiterlijk van de Japanners onder
scheiden, maar toch zal de niet-Eta
nooit banden aanknoopen met den Eta.
Zij staan even ver van elkander als de
tollenaar en de Farizeër in Jezus da
gen. Waarschijnlijk waren de Etas
oorspronkelijk zwervers, ontvluchte
misdadigers, onwettige kinderen, uit
het leger gejaagde soldaten. Eeuwen
geleden reeds werden zij voor het af
schuwelijke werk van den beul en den
vilder gebruikt. Toen Japan in '67 zich
tot een modernen staat hervormde, be
paalde de regeering, dat er voortaan
geen Etas meer zouden zijn. Er waren
er echter een millioen en die bleven
voor de anderen verstootelingen, min
derwaardigen, Etas dus. In de steden
mochten zij zich al een weinig met de
overige bevolking vermengen, op het
platteland bleven zij in aparte wijken
wonen, van de fatsoenlijke en nette Ja
panners gescheiden. In '18 is een ver
eeniging opgericht, om de Etas in de
overige bevolking te doen opgaan,
maar dat gaat zoo makkelijk niet. Ge
woonten en vooroordeelen, die eeuwen
oud zijn, kan men zoo spoedig niet uit
roeien.
De Etas zijn door de vervolging en
minachting, waaronder zij steeds heb
ben moeten lijden, verbitterd en oproe
rig geworden. Als er oproer is, staan
zij vooraan. Toen er in '18 gebrek aan
rijst was en daardoor relletjes ont
stonden, weerden de Etas zich het
hardst. Nu dringen zij aan op erken
ning der Russische regeering, omdat
zij in in het communisme een bevrij
dende macht zien. Zij hebben hoofd
mannen en houden geregeld vergade
ringen, om hun belangen te bespreken.
Het verschijnsel, dat een zekere
groep in de bewolking wordt terugge
zet en geminacht, vindt men bij vele
volkeren. Onder ons ondervinden dal
degenen, die met ruw handenwerk hun
brood moeten verdienen en nog meer de
zwervers, die bedelend of ventend de
wereld doortrekken, die reizen en wo
nen in armzalige wagens. Ook onder
hen is er een enkele, die zich tot een
rustiger en degelijker leven en arbeid
weet omhoog te werken, maar gewoon-
iik blijft het woonwagen en kermis-
schipjesvolk in hun eigenaardigen
stand. Leert men ze kennen, dan vallen
ze mee; er is onder hen ook koren en
kaf; ze zijn dikwijls meer te beklagen
dan te verwerpen. Ook het Christen
lom heeft deze scheiding niet weten
op te heffen.
City en Labour.
Magnetische behandeling.
In „Het Toekomstig Leven", tijd
schrift gewijd aan de studie van het
spiritisme en aanverwante verschijnse
len, (No. 3 van 1 Maart) staat een arti
kel van een arts over de magnetische
behandeling, waarbij onbekende, gene
zende krachten van den magnetiseur
uitgaan op den zieke. De meeste medi
ci ontkennen het bestaan van deze
krachten en het magnetische genees-
talent. Onder de leeken neemt het aan
tal overtuigden echter snel toe. De
schrijver in „Toekomstig Leven" zegt,
dat hij, „hoewel een medicus", over
tuigd is van de goede werking van een
goede magnetische behandeling en hij
past ze zelf ook wel op zijn patiënten
toe.
Maar het zijn niet alle koks, die lan
ge messen dragen en ook niet alle mag
netiseurs, die strijkingen maken over
het zieke lichaam. Vooral in de groote
steden geven velen zich voor magneti
seur uit en hebben drukke „praktijk".
Met hokus-pokusmanieren en een
poespas van vreemde woorden maken
zij indruk en menige lichtgeloovige
voelt zich onder hun behandeling be
ter worden. Want er zijn niet alleen in
gebeelde ziekten, er zijn ook ingebeelde
genezingen en men weet niet, wat het
grootste kwaad van beiden is.
Zoo is er bij de magnetiseurs veel
kaf onder het koorn; de heeren houden
alle wetenschappelijk opgeleide ge-
neesheeren voor enkel kaf. Dat zijn al
len prullen, die geen sterveling kunnen
helpen.
Maar, merkt de schrijver in Toekom
stig Leven" op, de magnetiseurs ne
men wel een medicus, als ze zelf of hun
huisgenooten ziek zijn, of ze laten zich
in een ziekenhuis opnemen.
De magnetische behandeling kost
racht en vermoeit, zoo schrijft hij
verder. Men kan ze niet vaker dan eens
of een paar maal per dag toepassen.
Maar er zijn magnetiseurs, die dage
lijks zestig en meer patiënten onder
handen nemen! Het grootste deel er
van wordt in het geheel niet geholpen.
Ook beoefenen vele magnetiseurs de
kruidkunde, zonder er verstand van
t.e hebben. Ze maken veel ophef van
bun genezingen en stellen die als won
leren voor. wat do arts niet zal doen.
Soms behandelt de magnetiseur een
paar jaar een ongeneeslijken patieni
ten slotte komt deze bij den arts te
recht, die hem dan zeker pok niet ra eer
helpen kan. De magnetiseur is soms
niets beter dan de kwakzalver.
De arts in „Het Toekomstig Leven"
vertelt van een magnetiseur, die een
middel tegen tuberculose heette te be
zitten. Hij verzekerde, dat het abso
luut onschadelijk was en radikaal ge
nas. Het prachtmiddel bleek later te
bestaan uit fijngewreven uiers van
koeien
Moet. men aan de magnetiseurs de
vrijheid laten, zieken te behandelen?
De wet verbiedt het; er is echter een
vrij sterke strooming, die de genees-
unde niet als een monopolie aan de
artsen wil laten. Er is daar inderdaad
veel voor te zeggen. Bezit iemand de
magnetische gave, dan zou hij zieken
kunnen helpen, ook al bezit hij niet de
wettelijke bevoegdheid, om de genees
kunde toe te passen. Maar er is aan
eenige maanden, toen men in het on
bezette gebied zooveel goedkooper kon
inkoopen dan in het bezette gebied.
De dalende franc heeft verder ten
oevol&e gehad, dat vooral in het bezet-
te gebied groote hoeveelheden Fran-
licfde voor zijn naasten, zich geeft om j sche producten ingevoerd en zeer goed-
te genezen, maar zich dan ook ont- koop van de zoogenaamde „Coöperatie-
houdt van alles wat naar kwakzalverij ve" te verkrijgen waren.
Verkeer met Duitschland.
j De in Marken uitgedrukte bedragen
van postwissels, met verrekening be
laste aangeteekende stukken en brie
ven en doosjes met aangegeven waarde
en van door tusschenkomst van de
posterijen in te vorderen quitantien,
bestemd voor Duitschland, behooren te
zijn afgerond in tientallen van milliar-
den. De milliarden zijn aan te duiden
met het woord „milliard".
(Hand. ber.).
Als
In „Het Kompas", een levensverze
keringsorgaan staat een beschouwing
van Swet Marden over het recht ge
bruik van den tijd. Een uur per dag,
dat anders verloren gaat nuttig be
steed en aan studie gewijd, zou ieder
met een gewonen aanleg in staat stel
len zich op den duur van een geheele
wetenschap meester te maken. Als
een onwetend mensch een uur per dag
studeerde, zou hij in tien jaar een
goedontwikkeld man zijn. Als een jon
gen of meispe per dag twintig blad
zijden goed las, zou hij in een jaar 18
dikke boekdeelen onder de knie heb
ben. Hoe groote wonderen zouden dan
niet twee, vier of zes uren per dag
kunnen doen, die we thans menigwerf
verloren laten gaan.
Dit alles is waar. Maar men kan
wonderen bouwen op het woordje als,
het is echter een zwak fundament,
waarop niets staan blijft. Als men in
een gezin nooit twee lucifers gebruikt,
waar een het kan doen, nooit een
volle schep maar een half lepeltje sui
ker in thee en koffie doet, nooit nieuwe
schoenen of kleeren koopt, voordat de
ouden geheel zijn afgebruikt, nooit
nieuw eten bereidt, voordat de oude
restjes op zijn, nooit een cent aan de
deur geeft en nooit onnoodig een brief
schrijft, nooit van de tram gebruik
maakt, als men zonder ander bezwaar
dan een beetje inspanning wandelen
kan, dan krijgt men daar een dikken
spaarpot.
Als men iederen morgen eens een
uur eerder opstaat en zeven in plaats
van acht uur slaapt en men leert in
dat. uur door een boek voor zelfonder
richt een vreemde taal, dan kan men
na een paar jaar bijna over het heele
vasteland heenreizen, zonder ergens
met den mond vol tanden maar zonder
woorden te staan. Als iedere abonnee
ieder jaar minstens een nieuwe aan
bracht, dan zou ons blad na eenige ja
ren door honderdduizenden gelezen
worden en als ieder Nederlander per
•aar maar twee gulden meer belasting
betaalde, kon het onderwijs blijven,
~ooals het is en als men op ieder ver-
oron plekje kool bouwde, zou heel
Europa door ons land wel van kool
voorzien kunnen worden en als men
•looit een non wegwierp, voordat men
nv werkelijk niet goed meer mee schrij
ven kon en niet wild maar voorzichtig
een punt aan zijn potlood sleep, zou
men zeker met de helft van de uitga
an daarvoor kunnen volstaan. En als
iedere rooker per dag een paar pijpjes
en sigaren minder rookte, zou hij ieder
ia ar een nieuwe fiets kunnen koopen.
•M« is de tooversleut.pl tot. kennis,
macht, voorspoed, welvaart enz. Maar
zweemt."
Deze moeilijkheid zou minder groot
zijn en misschien geheel verdwijnen,
indien de medici wat meer belang stel
den in „buitenissige" geneesmethoden
en ze niet allen zonder onderzoek en
dus zonder kennis verwierpen.
Telegrafie dwars door de aarde.
De beroemde natuurkundige Nikola
Tesla, verklaarde dezer dagen in een
intervieuw met een medewerker van
de „Daily Mail", dat het veel beter is,
energie dwars door de aarde te zenden,
dan per kabel of met Hertz'sche
(draadlooze) golven. Hij heeft meer
dan een kwart eeuw gewerkt aan een
systeem van draadlooze kracht-trans
missie en verklaart, thans definitieve
mededeelingen te kunnen doen.
In den tijd, toen Tesla met zijn eerste
serieuze proeven begon, vermoedde
men, dat zich huiten den isoleerenden
dampkring een laag van verdunde
lucht met een hoog geleidend vermo
gen bevond. „Als dat zoo was," zeide
tesla, „zou de aarde een groote Leid-
sche flesch zijn van reusachtige capa
citeit. Slechts zeer langzame electri-
sche trillingen zouden over kleine af
standen Overgebracht kunnen worden
en een uitgebreide practische toepas
sing, speciaal voor draadlooze telepho-
niet, zou buitengesloten zijn."
„Maar ik ontdekte, dat de aardbol
zich gedraagt, alsof hij geheel geïso
leerd is in de ruimte, zonder een gelei
dend omhulsel. Daardoor kunnen de
meest ingewikkelde en complexe tril-
lingen, de menschelijke spraak en
zelfs electrische energie door de aarde
worden overgebracht, veel beter dan
door een kabel of een anderen kunst-
matigen geleider. Het energie-verlies
zal op deze wijze voor de grootste aard-
sc.he afstanden, dan b.v. 12.000 mijlen,
niet meer dan een vierde procent be-
dragen. Hierbij komt een verlies van
4 in den zender en den ontvanger,
waartegenover staat een verlies van
20 of meer bij de kabel-telegrafie."
De moeilijkheid is natuurlijk, deze
energie op de verlangde plaats en tijd
ter beschikking te hebben. ..De meeste
mensch en denken." zeide Tesla. „dat,,
de energie in alle richtingen wordt
uitgezonden, zoodat het meeste verlo
ren gaat. Dit is het geval met energie-
straling, maar niet met. geleiding. Wel
is de kracht in alle richtingen even
groot, maar dat wil nog niet zeggen,
dat de energie gelijkelijk uitgezonden
wordt. Men kan de aarde in dezen het
best vergelijken met. een bol reservoir
waar water in gepompt wordt. Zooals
reen weet is dan de drnk van het wa-
ter in alle richtingen even groot- Maar
pe.e op hrt oogenblik, dat. er water af
getapt. wordt, dat een turbine doet loo-
r.pn. wordt er energie aan de pomp ont-
leend.
V(miens rriin «w.rteem woMU de eper j
o-jo bh wüze van snreken. door een
Mok^ipf beschermd. Slechts rti. die de j
-omhiu/'tie kennen, kunnen naar wil-
De handel in het bezette gebied.
De moeilijkheden, waarmede zoowel
le groot- als de kleinhandel te kam
den hebben, zijn sedert het laatste be-
•icht niet geringer geworden. Liet is
•coral hot gebrek aan kapitaal, dat j door vergeetachtigheid, gewoonte, na-
Irn handel drukt. Een verbetering ia latnrheid. luiheid en zwakheid van wil
den
echter in zooverre ingetreden, dat de
aanhoudende stabiliteit van de mark,
slechts onderbroken door een korte da
ling in het. buitenland, ten gevolge ge
had heeft, dat de premie, welke de
banken bij het verleenen van kredieten
in den rentevoet tegen een verdere da
ling van de mark insloten, steeds ge
ringer geworden is, zoodat de rente,
verminderde. Deze rente is echter ook
thans nog hoog genoeg en bedraagt te-
erknoeien wij dien sleutel en de ve-
lerlei schatten, die wij ons door dat
I kleine woordje als zouden kunnen ver-
l werven, gaan daarom voor ons verlo-
ren.
Een zonderling proces.
i Wanneer ons een cadeau wordt be-
j loofd en het is kant en klaar, maar
i men geeft het ons niet, dan zullen wij
er niet om vragen en er ten minste
l geen proces over beginnen. De ex-
genwoordig bij goede groote firma's j kroonprins denkt er anders over. Toen
ongeveer 2 per maand. Een verdere j hij in 1905 trouwde werd hem door de
verbetering wordt gezien in het groote burgemeesters van alle steden in Prui-
/-> »-i rl nrrAudü cionVinH van o-f»Pfl PT*PV1 cpv» non +a -fpl oorvioo van 'ziI-stpy» nr
en dringende aanbod van goederen.
Dit sterke aanbod heeft tegenover de
betrekkelijk geringe koopkracht van
het grootste gedeelte van het volk een
daling der prijzen en een verzachting
der koopcondities ten gevolge. Vele
verkoopers zijn weer geneigd om aan
sen een tafelservies van zilver en
kristal aangeboden. De vervaardiging
duurde zoolang, dat het geschenk bij
het uitbreken van den oorlog nog niet
geheel klaar was. De kroonprinses
heeft het goed gevonden, dat het kost
bare geschenk in de kelders van de
den kooper kredieten te geven. Ook de j rijksbank werd opgeborgen. Verschil-
deze vrijheid ook een niet gering ge-
De Engelschen zijn kort en krachtig vaar, dat de wonderdokterij en de
ook in hun taal. De City is de kantoor- kwakzalverij geheel vrij spel wordt ge-
wereld in Londen, de oude stad, die j laten.
reheel zakenstad is en met den naam We lezen in „Het Toekomstig Leven"
City wordt dan ook vooral de handel j deze juiste opmerking in dit verband:
aangeduid. Labour is arbeid maar het j „De moeilijkheid zit hier in het vinden
woord wordt tegenwoordig veel ge- j van het cirium, wie werkelijk een
bruikt voor de strijdende arbeidende goed magi. Aeur is, die vervuld met
buiteb!andsehe leveranciers zijn in ve
le gevallen hier weer toe bereid.
De laatste daling van den Franschen
frank heeft een grooten invloed op den
handel gehad. Voor zoover men daar
toe in staat was, werd in Fransche
franken ingekocht.
Maar verder werd door de snelle da
ling van den franc het geheele prijspeil
bezette gebied plotseling zoo
lende van de steden, die aandeel aan
het cadeau hadden, behooren niet
meer tot Pruisen. De andere steden
zijn verarmd en het past niet meer
zooveel geld voor een cadeau uit te ge
ven, bovendien is de lust, om den ex-
kroonprins een cadeau te geven, niet
bijster groot meer. Maar deze kan het
geld best gebruiken. Hij zou geld kun
nen krijgen met het tafelzilver als on-
in het
veel lager, dat men aan de grens van derpand of zelfs verkoopen. Hij eischt
het bezette gebied nu juist de omge-het thans op en er zal over geproce-
keerde beweging meemaakte van voor deerd worden.