ORGAAN
VELSEN
No. 49
Zaterdag 19 April I9S4
9s iamrgang
IJMU1DER COURANT
Abonnementsprijs: f I.per 3 maanden, franco per postf 1.35
Abonnementen worden aangenomen aan het Bureau en bij de
Agenten. Tot plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente
VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd het Advertentie
bureau P. F. C. ROELSE, IjMUIDEN.
Advertentiën uiterlijk in te zenden
WOENSDAO tot 9 uur v.m. en VRIJDAGS tot 4 uur n.m.
Verschijnt W oensdags'&^Zaterdags
Uitgave van de N. V. UITGEVERS Mij. „IJMUIDEN"
ADRES VOOR RE|DACTIE EN ADMINISTRATIE
N. V. DRUKKERIJ SINJEWEL -
Willemsplein 11 Telefoon 153 IJmuiden
Ingezonden mededeelingen 40 ets. per regel - Advertenties v. 11. en m. 5 regels
f 1 iedere regel meer 20 ets. Compact gezette advertenties van 1 t. en m. 5
regels 1 1.25, iedere régel meer 25 ets. Kleine advertenties en familieberichten
zoomede vereenigings advertenties uit de gemeente, uitsluitend bij vooruitbeta
ling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75, iedere regel meer 15 ets. Bij niet contante
betaling worden de gewone prijzen berekend. Advertenties „adres bureau van
dit blad" 10 ets. extra v0or bezorging van op advertenties ingekomen brieven
wordt 10 ets. in rekening gebracht Bovenstaande regelpnjzen worden met
5 ets. verhoogd v0or advertenties van buiten de gemeente Velsen
dit nummer bestaat uit twee
bladen. eerste blad.
VAN DEN WACHYYUMEN,
De wereld van het kleine.
Er. is geen reden, om de bioscoop te ver
achten en te verwerpen, al staat ze ook
vaak in dienst van bloederige draken
en malle kluchten. Ze kan evenmin als
de foto de levende kunst geven, maar
toch heel veel schoons en leerzaams
bieden. Door een nieuwe vinding van
Zeiss, den beroemden fabrikant van
kijkers, microscopen en brillen is het
thans mogelijk, wat anders slechts een
in den microscoop kan waarnemen,
voor honderden te vertoonen. Men ziet
dus het leven direct in de wereld van
het kleine. In verschillende plaatsen
geeft de Duitsche Prof. G. Römmert
voorstellingen met toelichting over de
vele voor het oog onzichtbare, althans
niet goed waarneembare wezentjes, die
tot het dieren- of plantenrijk behooren.
Eencelligen als de naar hun vorm
genoemde pantoffeldiertjes, trompet
diertjes enz. Veelcelligen als rader
diertjes, borstelwormen enz. Larven
van de steekmug, levende kaasmijten.
Ook kregen de toeschouwers een kijk
je in den cellenbouw van het mensche-
lijk lichaam. Het bestaat uit een mas
sa van dertig billioen goedgeordende
en gemeenschappelijk samenwerkende
cellen. Wie het niet gelooft, moet ze
maar natellen! Het zal wel een ruwe
schatting wezen.
Deze wonderwereld van het kleine
wekt groote belangstelling, meer dan
nog de film, die druipt van bloed en
tranen. Wat voor bet publiek pleit. Als
er maar gelegenheid was, om dikwijls
werkelijk goede en mooie bioscoopvoor
stellingen bij te wonen, zou er wel
meer gebruik van gemaakt worden.
In een verslag van de voorstelling
van Prof. Römmert lazen we deze anec
dote: Een wijze heilige beklaagde zich
eens bij zijn godheid, dat de wereld te
klein was voor zijn denken. De godheid
wees hem toen een zonnestofje en 1000
jaar later was de wijze nog niet gereed
met zijn overpeinzingen aangaande dit
zonnestofje. Zoozeer was hij in bewon
dering en vervuld geraakt van de we
reld van het kleine.
Het zou ook kunnen zijn, dat een
blik in de wereld van het kleine den
mensch een gevoel van grootheid gaf.
Wij zijn immers te midden van die on
telbare kleine wezentjes als Gulliver
onder de Lilliputters. En hoe veel inge
wikkelder en schooner is ons lichaam
met zijn organen dan die van de bacte
riën. Ze leven wel, maar het is er ook
een leven naar. Ze weten zelf immers
niet, dat ze leven. Ze hebben geen we
tenschap en kunst, geen rede en geen
wil. Ze hebben op zijn best iets, dat op
een maag gelijkt. Ze bewegen zich als
een pluisje in den wind. Er zijn kwaad
aardige rekeltjes onder, die ons ziek
kunnen maken en zelfs het leven kun
nen kosten. En ze bestrijden elkander
ook, dan zijn wij de lachende derde. We
hebben zelfs beste vrienden onder hen,
die onze gezondheid en leven dienen.
Maar waarom zouden we ons tegen
over deze burgers uit het rijk van bet
kleine zelf ook klein gaan gevoelen?
Klein maakt ons veeleer de gedachte
aan het rijk van het groote. Wanneer
we peinzend opzien naar de oneindig
heid boven ons, naar de myriaden we
relden en bedenken, dat daar aan alle
kanten onbegrensde ruimten ons om
ringen, dat er werelden zijn zonder tal,
dan voelen we ons als een klein vlokje
op een golf der branding, dat dra weer
verdwijnt, dan voelen we niets meer te
beteekenen dan een pantoffeldier
tje of raderdiertje tegenover het .uni
versum, dan buigen we in onze nietig
heid het hoofd,, de gepaste houding te
genover het ontzaglijk grootsche van
de schepping, waar bij alle betrekkelij
ke verschil tusschen groot en klein im
mers wegvalt.
Verliezen der Dnitsche bevolking
door den oorlog.
Oorlog beteekent verlies van men-
schenlevens direct en indirect, het
laatste gewoonlijk nog meer dan het
eerste. Er sterven door den oorlog nog
meer buiten dan op het slagveld. Sim-
plicissimus had in een zijner laatste
nummers een vreeselijke teekening uit
twee gedeelten bestaande. Boven ligt
op het donkere veld een man te ster
ven, de handen tegen den borst, door
een kogel getroffen, naast hem ligt
een zak aardappelen. Daaronder een
kamertje met een moeder, mager en
ellendig, kinderen drukken zich tegen
haar aan en zij zegt: Wacht maar kin
deren, vader komt dadelijk met aard
appelen, die hij op het veld vindt! Dat
is even een hel licht op den nacht van
ellende waarin vele Duitsche gezinnen
verkeeren thans bijna tien jaar, nadat
de oorlog begon.
Heden ongeveer vijf jaar na den vre
de sterven er nog velen in Duitschland
ten gevolge van den oorlog. De Engel-
sche „Economist" geeft cijfers over de
ontzettende directe en indirecte oor
logsverliezen van het Duitsche volk.
Door de wapenen der vijanden vielen
twee millioen Duitschers; bovendien
werden er 279000 soldaten vermist,
waarvan zeker maar enkelen meer in
leven zullen zijn. Een vierde der doo-
den waren op den leeftijd van 19 tot 22;
60 meer dan de helft, dus tusschen
19 en 29 jaar. Duitschland verloor dus
zijn beste krachten in den oorlog. Door
de hongerblokkade zijn er ook velen
thuis gestorven. De sterfte aan t. b. e.
was in Duitschland in '18 tweemaal zoo
groot als in '19. In de oorlogsjaren stier
ven er aan t.b.c. boven het gemiddelde
cijfer van vroegere jaren 75000 perso
nen. Het algemeene sterftecijfer werd.
meer dan tweemaal zoo hoog. Stelt
men dat voor '13 op 100, dan is dit cijfer
voor '18 237. In totaal stierven er aan
allerlei ziekten boven het gewone aan
tal 800000 personen. Deze zijn gestorven
door ondervoeding en allerlei ellende
ten gevolge van den oorlog. De normale
groei der bevolking werd belemmerd
ook door een sterke daling van het ge-
boortental. In '13 waren er op 1000 der
bevolking 28,3 geboorten, in '17 slechts
14,4. In de oorlogsjaren werden er 31/?
millioen kinderen minder geboren, dan
in normale tijden het geval zou zijn
geweest. Voor den oorlog nam de be
volking met 1,2 toe, gedurende den
oorlog ging zij met 0,4 achteruit.
Vooral het aantal mannen tusschen
15 en 60 jaar is sterk achteruitgegaan
het aantal vrouwen, overtreft thans
dat der mannen buitengewoon sterk.
Tn 1910 waren er 28,8 millioen mannen
tegen 29-6 millioen vrouwen en in '18
waren er bijna drie millioen vrouwen
meer dan mannen.
Dit zijn allen oorlogsverliezen, die
men onder cijfers kan brengen. Maar
wie telt al den rouw en angst en zorg.
die de oorlog totaan dezen dag gebracht
heeft niet alleen over Duitschland
maar over vele volkeren der wereld!
Ford over belastingen.
Ford moet 121I? van zijn netto
winst aan belasting betalen met af
trek van de kosten voor noodzakelijke
verbeteringen in zijn bedrijf. Hij heeft
waarschijnlijk de eer, de grootste be
lastingbetaler der nieuwe wereld te
zijn, maar hij zou die eer wel graag
willen missen.
Hij is toch van oordeel, dat de winst
belasting aan bet publieke belang
schade doet. Ik kan mijn geld beter ten
algemeenen nutte besteden dan onze
regeering, zoo heeft hij verklaard.
Hij verzekert zijn zaken niet te drij
ven, om geld te maken als zoodanig.
Maar hij wil graag de gemeenschap
dienen en dat kan hij doen door zijn
bedrijf steeds sterker en grooter te
maken. De oorlog heeft Ford als een
geweldigen plannenmaker leeren ken
nen, maar de vrede daarna heeft hem
gelegenheid gegeven, zich een buiten
gewoon praktisch en handig zaken
man te toonen.
Millioenen menschen genieten van de
natuur en de frissche lucht door zijn
goedkoope en toch niet slechte auto's.
De buitenman kan nu met zijn vrouw
naar de stad rijden, zoo vaak als hij
Huldwondjss
Schrijnends plokken
Brand- en Snijwcnden
Schrammen, Onfvolüngen
I 14. J geneer.! en met PUROL
Does 30 - ü0 en 00 ct.
Bij Apoth. en Drogisten.
289
wil. Hij heeft de loonen kunnen vcr-
hoogen tot een minimum van 6 dollar,
f 15 per dag. Hij heeft spoorlijnen, ko
lenmijnen enz. kunnen koopen, om
zijn bedrijf te dienen. Er rijden twee
millioen Fords door cle nieuwe en oude
wereld. Maar goed en goedkoop leve
ren kan Ford alleen, als hij voldoende
winst maakt, om zijn bedrijf voortdu
rend te hernieuwen en uit te breiden.
Daarom moet de regeering aan zijn
winst niet raken; ze benadeelt daar
door het algemeen belang.
Dat is zeker pakkend en handig ge
redeneerd. Maar op diezelfde wijze zou
ook een kleine burger zich kunnen,
verzetten tegen belastingen. Hij zou
ook, als hij niet aan allerlei belastin
gen zeker een 10% van zijn inkomen
moest afstaan aan den fiscus zijn zaak
je sterker kunnen maken, hij zou zijn
kinderen beter kunnen voeden en meer
laten leeren, dat alles is ook in het al
gemeen belang. Maar de regeering
heeft geld noodig. Als de staatsfinan
ciën er slecht voorstaan, dan lijdt de
beele bevolking daaronder, dan ver
liest het geld zijn waarde en worden
er groote verliezen geleden. Dan kan
er voor onderwijs, sociale wetgeving,
allerlei publieke werken niet zooveel
gedaan worden, als het algemeen be
lang vereischt. En bovendien weer
legt de bloei der Ford-maatschappij de
redeneering van den automobielkoning
Hij biedt immers zijn auto's bijzonder
goedkoop aan en weet bovendien nog
millioenen winst te maken. Zijn zaak
staat er heel sterk voor ondanks een
surtax van 121/z Ieder is gewoonlijk
een knappe advocaat voor zijn eigen
beurs en Ford is dat zeker. Maar als
de staat alleen geld als belasting kreeg,
dat niet. op een andere wijze nuttig
bes'teed zou kunnen worden, zou hij
bankroet gaan en zulk een bankroet
zou zeker een algemeene ramp betee
kenen.
De buitengewone economische bloei
in Amerika komt de schatkist ten goe
de, maar dat de Ver. Staten finantiëel
sterk zijn, komt heel de maatschappij
ten goede.
Eens opstellenwedstrijd.
De publieke opinie is een geweldige
macht in den oorlog gebleken en alle
staten hebben ook hun uiterste best ge
daan, om deze op hun hand te krijgen
en te houden. Zij hebben stapels ge
schriften en illustraties ook in het bui
tenland gratis verspreid, om de pu
blieke opinie gunstig voor zich te
stemmen. Vooral het oordeel der neu
trale landen was voor hen van hooge
waarde en die werden dan ook danig
bewerkt. Zoo had Duitschland hier een
persdienst, die wolken geschriften
over ons volk deed neerdalen. En alle
oorlogvoerende partijen stelden een
bijzonder groot belang in onze dag
bladpers, een belangstelling niet zon
der het gevaar van omkooperij. Ook
voor de zaak van den vrede is de pu
blieke opinie van groote beteekenis.
Als men overtuigd is, dat de oorlog als
een noodlottig natuurverschijnsel tel
kens zal terugkeeren en dat toch tel
kens weer macht boven recht gaat, de
oorlog alle wetten en regelingen terzij
de schuift, is het streven naar een
duurzamen vrede ij del geworden.
Maar ziet men daarentegen klaar in,
dat de gezonde denkbeelden, die aan
den Volkenbond ten grondslag liggen,
het oorlogsvuur voor altijd kunnen
dooven, wordt steeds krachtiger het
verzet tegen oorlog en voorbereiding tot
oorlog, wil niet de man op den troon
maar in de straat en werkplaats een
rechtvaardige en redelijke internatio
nale verhouding en een vrede zonder
wapenen, dan kan Mars zijn zwaard
wel wegwerpen.
In Amerika houdt men sinds een
paar jaar een wedstrijd in opstellen
over vraagstukken, die verband hou
den met oorlog en vrede, Waarbij zes
mooie prijzen worden uitgeloofd van
75, 59 en 25 dollar. De opstellen moeter,
ongeveer 3000 woorden groot zijn; on
duidelijk werk wordt, onherroepelijk
afgekeurd. Het succes was het vorige
jaar zoo groot, dat men besloot er in
dit jaar een internationalen wedstrijd
van te maken.
Voor ons land is de regeling daarvan
in handen van de lieeren J. C. Wirtz,
.1. Bastiaans en gravin van Heerdt tot
Eversberg. Voor kweek- en normaal
scholen is het onderwerp: De bevorde
ring van internationale vriendschap
door opvoeding; voor middelbare scho
len: De organisatie der wereld ter
voorkoming van oorlog. Het laatste
onderwerp is wel erg zwaar voor onze
jongens. Voor 1 Mei moeten de opstel
len ingeleverd worden. Wie dus mee
wil doen, moet er zijn Paaschvacantie
aan besteden. De jongens, die meedoen
zullen met allen ernst de onderwerpen
moeten overdenken; de beste opstellen
zullen waarschijnlijk gepubliceerd
worden en zeker zullen ze niet zon
der „onbekookte" ideeen zijn, maar
ook niet zonder de frischheid, den
moed en de geestdrift, die aan de
jeugd eigen zijn.
Door (leze wereld competitie, waarbij
het niet op de kracht van biceps en
kuitspieren maar op de warmte van
gevoel en klaarheid van denken aan
komt, worden de nieuwere denkbeel
den over oorlog en vrede op den voor
grond geplaatst ook in de jongensw e
reld. Zij zijn bet opkomende geslacht,
de mannen, die over eenige jaren onze
plaatsen zullen moeten besturen en
hervormen. De denkbeelden, die thans
in hoofd en hart der jongeren gezaaid
worden, zullen opwassen tot. een
krachtige publieke opinie tegen den
den oorlog en voor vrede door rede,
recht en menschelijkheid.
Blijvende duurte.
Toen de oorlog in het laatst van '18
eindigde door de ineenstorting der
Duitsche militaire macht, zeiden we
ongelucht tot elkander: Nu zal alles
wel gauw wat goedkooper worden.
Hot is anders uitgekomen, evenals de
voorspelling, (lat de oorlog niet langer
dan eenige weken zou kunnen duren.
Na den oorlog is de groote duurte van
1920 gekomen en tot dusver is de duur
te van dit jaar grooter dan de gemid
delde van het vorig jaar.
De Indexcijfers, dat zijn de cijfers
van een lijst (index) van groothandel-
prijzen in Engeland, iedere maand
door het bekende tijdschrift „Econo
mist" gepubliceerd, geven ons eenigs-
zins een kijk op de levenskosten. Op
de lijst staan granen, vleesch, thee,
suiker enz. Weefstoffen, delfstoffen,
rubber, hout, petroleum en diversen.
De voornaamste dingen dus, die wij
voor het leven noodig hebben.
Voor de periode van 190105 wordt
het Indexcijfer gesteld op 100, in 17 is
het al meer dan verdubbeld, het lop-
cijfer werd in Maart van 20 bereikt, n.l.
379; de beide volgende jaren brachten
een aanzienlijke daling. Maar daarna
kwam een nieuwe stijging. Voor Tan.
'22 was het cijfer 194, voor diezelfde
maand in '23 196 en in '24 211, dat is
dus een niet onbelangrijke stijging.
In Febr. van dit jaar steeg het cijfer
nog tot 212; in Maart een lager cijfei nl.
210. Sinds Jan. '22 schommelt het In
dexcijfer wat heen en weer, maar blijft
hen slotte vrij wel gelijk. Het leven is
dus nog ruim tweemaal zoo duur ais
in de eerste vijf jaar dezer eeuw. Uit de
duurte blijkt de groote verarming ten
gevolge van den oorlog. Duurte kan 2
oorzaken hebben. Het aanbod kan te
klein zijn; dat is thans niet meer het
geval. De voorraden, die in en door den
oorlog uitgeput waren geraakt, zijn
alweer lang aangevuld. Maar thans
blijkt de koopkracht sterk verminderd
te wezen en daardoor blijft het leven
duur. De toestand is eigenlijk nog
slechter dan uit de Indexcijfers'blijkt.
Immers twee belangrijke uitgaven
vindt men op dezen Index niet, de uit
gave voor huishuur -en de belastingen;
beide posten zijn aanzienlijk gestegen.
Daar de verarming zich niet spoedig
kan herstellen, is er dus alle reden, om
te vreezen, dat de duurte nog jaren zal
blijven.
Overwegen.
Om te bezuinigen worden tegenwoor
dig vele overwegen op de spoorbaan
niet meer afgesloten. De boomen
eischen een wachter, die ze opent en
sluit of ze moeten automatisch vanaf
een station bediend worden. In het,
eerste geval kosten ze veel aan loon
en daarom zijn, om dat te besparen,
aan menige n overweg de boomen
weggenomen. De weg ligt open, als de
trein nadert en passeert. Meerdere on
gelukken zijn daarvan het gevolg ge
weest. Het geven van waarschuw ings-
seinen door den machinist bij iederen
overweg schijnt op praktische bezwa
ren af te stuiten. In Amerika zijn vele
lokomotieven voorzien van een bel, die
voortdurend werkt; ook is men daar
voorzichtiger. Meermalen stopt dan een
wagen, omdat de bestuurder eerst
goed wil zien, dat de weg veilig is.
Wij steunen nog op het gevoel van
zekerheid, aan de boomen te danken.
Als de boomen open waren, was im
mers alles in orde. We behoefden zelf
niet uit te zien, dat deed de wachter
voor ons. Waren er steeds open over
wegen geweest, dan zouden er thans
niet zooveel ongelukken gebeuren. Met
een weinig oplettendheid behoeven ze
niet te geschieden. Men moet ooron en
oogen heiden gebruiken. De trein da
vert zoo luid, dat men hem, tenzij liet
formt. altijd tijdig kan hooren nade
ren. Maar hot zware gevaarte kan men
altijd zien, des nachts aan de lichten.
A.lieen als er een overweg bij een bocht
is, moet men scherp toezien en voor
zichtig wezen; zulk een overweg moet
niet onbeschermd wezen. Maar over
wegen, die weinig gebruikt worden en
aan beide kanten vrij zicht hebben op
de lijn, kunnen toch wel open blijven,
als men niet al te roekeloos is bij het
oversteken der rails. Was er geld in
overvloed, dan zou men bij eiken over
weg boomen en een wachter kunnen
plaatsen, maar nu er bespaard moet
worden, is deze bezuiniging toch niet
zoo sterk af te keuren, als het publiek
vrij algemeen doet.
De oorlog tegen de bootleggers.
De Verbodswet wordt in Amerika
door velen nog overtreden en als re
den, om haar in te trekken, wordt wel
genoemd de verflauwde eerbied voor
de wet, nu zelfs hooggeplaatsten en of-
ficieele personen er volstrekt geen
kwaad in zien, om de wet, die Amerika
droog moet maken, te overtreden.
Het is zeker in bet belang van orde
en veiligheid, dat met de wet. ernst
gemaakt wordt. Een wet, die niet
streng gehandhaafd wordt, doet meer
kwaad dan goed. Kan deze wet echter
wel toegepast worden? Uit den Atl.
Oceaan komen telkens vele kleine, snel
varende smokkelschepen met drank,
vooral whisky aan boord, om heime
lijk alkohol 'in te voeren. Er worden
schatten mee verdiend. De bootleggers
hebben een gevaarlijk bedrijf maar ze
verdienen in korten tijd groote som
men, als ze gelukkig zijn. De regeering
is thans voornemens met kracht dezen
smokkelhandel uit zee tegen te gaan.
Niet minder dan vijftig millioen is toe
gestaan door het Congres, om de anti-
smokkelvloot uit te breiden. Twintig
torpedojagers, die bijzonder snel va
ren, zullen de kustlijn bewaken. Bo
vendien komen er 300 kleine kustvaar
tuigen, die den wal en de landings
plaatsen zullen verkennen. De kans op
succesvol smokkelen wordt daardoor
veel geringer. Een leger .van 5000 man
zal zoo te water den oorlog tegen de
smokkelaars voeren en op den duur
den smokkelhandel afdoende verhin
deren.