IJmuider Courant Woensdag 30 April 1924. 2e blad PLAATSELIJK NIEUWS. IJMUIDEN. „Varia". Ieder mensch is een geboren kome diant, hebben wij eens geschreven. En ieder speelt een rol. Zijn of haar rol. Dat is geen kunst. Dat is intuïtie. Kunst is de rol van een ander te spe len. Dat is echter niet gemakkelijk en daarom zijn er zoo weinig goede ac teurs. De tooneelspeelkunst is de drang tot uiten, niet wat in onszelf leeft doch hetgeen in een ander leeft of heeft geleefd en hoe meer nu de rol die men moet uitbeelden, met ons eigen innerlijk in overeenstemming is, des te gemakkelijker zal de weder gave zijn. De grootste moeilijkheid bij het toekennen van rollen in tooneel- stukken is dan ook wel het onder scheidingsvermogen, wie wel en wie niet innerlijk de uit te beelden figuur het meest nabij komt. Dit is bij be- roepsspel reeds zeer moeilijk, laat staan bij dilettanten, waarvan velen meenen, dat zij in staat zijn haast iedere rol te kunnen uitbeelden. Het liefst en best groote belangrijke rol len. Terwijl ze soms van een kleine rol een juweeltje zouden kunnen ma ken, begeeren ze hoofdrollen, waar ze niets van terecht brengen. Deze korte aanloop toont dus, dat voor een goede rolverdeeling groote menschenkennis noodig is. Aangezien de meeste rolverdeelers bij dilettan ten te weten niet op bovenmatige menschen op karakterkennis kun nen bogen, nemen ze meestentijds de groote of belangrijke rollen zelf, ter wijl de beste vertolkers of vertolksters figuranten gemaakt worden of in kleine rollen gestopt worden waar ze niets van terecht brengen, omdat het geheel niet in hun kader past of als non valéur worden beschouwd. Varia heeft bij de bezetting van „Vrouwenkrijg" een stoute greep ge daan, getuige van durf en goed in zicht, want de greep is gebleken een •zeer goede te zijn geweest. Aan een der damesleden, aan wie tot heden slechts kleine of weinig belangrijke rollen werden toevertrouwd heeft men zich verstout de grootste, de belang rijkste en moeilijkste rol te geven, n.l. die van Gravin D'Autreval. En zie, 't is een openbaring geweest, ons dunkt zoowel voor de Varianen zelf als voor de toeschouwers. Zullen betrekkelijk weinige haar talent geroemd hebben, toen ze steeds op het tweede plan ge houden werd. Waar ze zich maar een matige tooneelkracht toonde, over de vertolking van deze veeleischende rol, dunkt ons zal men algemeen vol lof zijn. Volmaakt was het natuurlijk niet. Dat was niet te verwachten. Doch zeer goed was het wel. Wat meer ge- laatsspel zou den indruk nog ten goede gekomen zijn. Doch overigens veel gratie en bevalligheid, goed tem perament en zwierige elegance van gebaar en gemakkelijkheid van bewe ging, ondanks de ongewone kleeder dracht. Ontegenzeggelijk meenen we aan dit welslagen het overgroote deel van het succes te moeten toeschrijven. De rol van Baron de Montrichard hadden wij liever in andere handen gezien. De vertolker is een door ons te recht te zeer geprezen dilettant, dan dat hij ons daarvoor boos zoude aan zien. Doch noch de stem, noch de fi guur heeft o.i. beantwoordt, aan de stem, noch de figuur heeft o.i. beant woord, aan die van den fijnen, fran- schen edelman, al behoefde hij geen geslepen diplomaat uit te beelden. Ook Gustave de Grignon had zeker meer succes kunnen oogsten, als hij de tegenstellingen in zijn karakter wat met meer expressie en humor naar vo ren had laten treden; enkele goede momenten waren er zeker wel. Het •zelfde kan gezegd worden van Henri de Flavigneel en Leonie de La Villegon- tier. Zij waren goed, zonder uit te blinken. De bijrolletjes waren van te ondergeschikt belang om bijzonder vermeld te worden. Wel willen we een bijzonder woord van lof schrijven over de regie en de recpiisiten. De salon van de gravin was, behalve wat de grondbedekking aangaat, die een poveren indruk maakte, een ju weeltje van fijne smaak en districtie en voor zoover we konden nagaan zoo veel mogelijk in stijl. De fraaie empue- kleeding, bijzonderlijk van de dames, was daarmede geheel in overeenstem ming en was met de meubileering een genot om te zien. Doch hierin niet al leen liet zich een meesterhand in de regie kennen. Ook het bewegen, het loo- pen, het staan, het op- en afgaan be wees, dat met tooneelroutine was ge werkt bij alleszins dankbare en van goeden wil bezielde leerlingen. „Vrouwenkrijg" heet een blijspel. Moeilijk kan men er ook een andere naam aan geven. Veel en onbedaarlijk lachen hoorde men niet. Dat is meer het succes van de Duitsche kluchten, doch fijne trekjes en woordparodiën, die men bij de Franschen slechts kan vinden, waren daar vele en voor den fijnproever geven deze dikwijls meer te genieten dan de grove, soms bij het kantje af, verwikkelingen der Duit sche kluchtfabrikanten. Misschien heeft „Vrouwenkrijg" niet aan allen bevredigd, omdat er geen ge legenheid was de lever eens goed te doen schudden, doch geestig en amu sant was het stuk ongetwijfeld. De bouw der nieuwe schutsluis. Over de vorderingen van de werk zaamheden aan den bouw der nieuwe schutsluis schrijft het „Mbld." het vol gendei Al dadelijk zij geconstateerd dat wij bij ons bezoek tot de uitkomst kwamen, dat er van stil-liggen geen sprake was, integendeel, er Komt thans werkelijk beweging in! „Lange tijd is noodig ge weest," aldus deelde hoofdingenieur Lingers ons mede, „voor de voorberei ding, maar thans is men dat stadium voorbij en kon een krachtig voortzetten der werkzaamheden plaats vinden! In uitvoering is thans de bouw der schut- kolkmuren; men is met dit onderdeel begonnen omdat het geheel op zich zelf staat en de bouw mogelijk was zonder dat vooruit geloopen werd op de beslissing of de hoofden al dan niet „in den droge" zullen worden ge bouwd. De schutkolkmuren worden nl. uitgevoerd als gewone kademuren, op een paalfundeering met den vloer op 7.50 M. N. A. P., terwijl de bodem der kolk op 15.50 M. N. A. P. komt te liggen. Het is ietwat overdreven te spreken van „gewone" muren, want de hoogte der muren is zeer buitengewoon. Het sluisterrein zal n.l. leggen op 5 M. N. A. P.; de muur wordt dus hoog ruim 20 M., een hoogte in bijna geen enkele buitenlandsche haven bereikt! Het geheele bouwwerk wordt ge maakt van gewapend beton. Zooals ge zegd, ligt een vloer ruim 16 M. breed en 7.50 M. onder N. A. P., welke gedra gen wordt door gewapend betonpalen. Na voltooiing van de sluis wordt de kolk, die thans op 8 M. N. A. P. ligt, uitgediept tot 15.50 M. onder N. A. P. Om dan te voorkomen, dat hot zand on der den vloer wegloopt, wordt te voren een damwand ingeheid, welke van bo ven in den vloer steun vindt en van onderen in den grond. Die damwand krijgt een grooten druk op te nemen en is daarom niet minder dan 53 c.M. dik. Op den vloer komt een muur te staan, reikende tot 5 M. N. A. P., door zware ruggen gesteund en verankerd aan de 7 M. dikke vloerplaat. Het werk van de schutkolkmuren is in Augustus j.l. aanbesteed en daarna voor f 1.870.000 opgedragen aan de Am- sterdamsche aannemersfirma „Hillen en Roosen en Betonbouw Trio", die ook een groot deel van de kademuren van de C^r-nhaven te Amsterdam heeft ge bouwd. De winter is niet geschikt voor het maken van gewapend betonwerk, maar stil gezeten heeft men intusschen niet! Toen zijn alle voorbereidingen getrof fen, die nu snellen voortgang mogelijk maken. Het eerst noodige is een groote voor raad gewapend betonpalen en dam- wanden. Die moeten een paar maanden oud zijn voor zij geslagen mogen wor den. Men maakt daarom eerst een 300 damwanden en 1200 palen klaar voor het heien begint. Zoo'n paal is recht hoekig van vorm en krijgt een lengte van 15 a 16 M. Eerst maakt men de wapening klaar. Deze bestaat uit 8 dikke ronde staven, vier in de hoek punten van den rechthoek, de andere vier er tusschen in. Die staven worden bijeengehouden door beugels van dun ijzer, dat spiraalvormig om de hoofd wapening heen loopt. Aan de paalpunt is de langswapening in één punt samengebogen. De kooi, ontstaande door de lange staven en de beugels, wordt gelegd in een houten vorm en dan volgegoten met een be- tonbrij, die na eenige uren reeds begint te verharden en na twee maanden zoo hard is dat men met een hamer van 400 K.G. op den kop kan slaan om de palen in den grond te drijven! Komt men nu op het terrein, dan is het één prachtige bedrijvigheid en ziet men^tusschen de stapels rond ijzer (er liggen reeds een paar millioen kilo gram) overal tafeltjes waaraan telkens twee man naarstig beugels draaien. Die beugels gaan op karren naar bene den in den put voor het buitenhoofd, die tijdelijk als palenwerkplaats is in gericht, Verderop ziet men weer tafels waar zoogenaamde spekhaken en haarnaal den klaar gemaakt worden die dwars door de kooi gaan om deze de noodige stevigte overdwars te geven. Weer ver derop staan de knip- en buigmachines; electrisch gedreven kunnen zij in een ommezien het zwaarste staafijzer ver werken. Maar ge moet goed uitkijken, want tusschen die ijzeren stapels door glijden karren geladen met zand en grind. Dat wordt dag aan dag met groo te aken aangevoerd en een groote grij per hapt zonder ophouden in de aange voerde massa's die dadelijk worden af gevoerd. Langs weer andere sporen schiet cement en tras toe; dat wórdt samen in een machine geworpen die het als trascement aflevert en karren die ook al naar beneden glijden. Hoe dat alles door elkaar loopt en loch ordelijk geschiedt, bemerkt me» eerst na eenigen tijd; de karren glij den door eigen zwaarte naar beneden, de ledige karren worden electrisch te ruggetrokken. Want wèl leven wij in de eeuw der electriciteit; op den grind- grijper na worden alle machines elec trisch gedreven. De motoren nemen maar weinig plaats in en vallen daar door niet dadelijk op; zij werken ge- ruischloos en zijn niet duur. Dan wordt het tijd om naar beneden t? gaan, waar in den put de palen klaar gemaakt worden. Daar ontvangt ons een der directeuren van de aanne mersfirma, de heer P. Kooy, die gaarne laat zien hoe vlug en toch goed ge werkt kan worden. Eerst is de geheele putbodem met houten voeren belegd, tezamen een kleinen anderhalf bun der. Daarop worden de bewapeningen gevlochten. Dat gebeurt, op den eersten vloer. Op den tweeden vloer (er zijn er acht) liggen alle bewapeningen klaar en ingepakt in de bekistingen. Over dien vloer is een kabelbaan gespannen. Aan het einde van deze kabelbaan slaat een betonmolen te draaien, waarin trascement, zand en grint met water dooreen gemengd worden. De inhoud wordt leeggestort in een ijzeren bak; die wordt opgeheschen aan de kabel baan en glijdt dan tot boven de palen, welke gemaakt moeten worden. Daar wordt de betonbak leeggegoten en de beton door eenige mannen om de wa pening heen geduwd en geprikt, zoo dat al gauw het. overtollige water af vloeit en de paalvorm geheel gevuld is met beton. Op het derde veld liggen de palen welke een week te voren zijn gemaakt. Daar worden de kisten los gemaakt en overgebracht naar het tweede veld voor de palen, die nog gemaakt moeten worden. Op de overige velden liggen de palen en damwanden klaar af te wachten tot ze noodig zijn onder de heistelling hun bestemming naar de diepte te volgen. Verderop staan de zware heistellin gen gereed om dat werk te doen. Zij moeten wat mans zijn als men be denkt, dat een dampaal 800 K.G. weegt! Voor wij afscheid nemen, willen wij toch nog weten wat die dikke buis be- teekent, die op een paar meter van den grond op jukken dwars over den grond loopt. Dat blijkt iets heel merkwaar digs te zijn, want zonder dat wij het wisten hebben wij ons den heclen mid dag bevonden op een prise d'eau van het Provinciaal Waterleidingsbedrijf van Noord-Holland. Het is n.l. noodig diep duinwater weg te pompen. Het uitgebreide onderzoek over de bema ling heeft laten zien dat de bemaling zeer wel mogelijk is zonder de omge ving te schaden, maar 't. bleef jammer dat dit kostbare water zonder nut in het Noordzeekanaal afliep. De direc teur van het P. W. N., de heer Van 01- denburgh, kwam toen op de gelukkige gedachte om voor te stellen het zoete water naar Wijk aan Zee te pompen. Daar staat de waterwinning nu stil, de sluisbouw pompt zijn water recht streeks naar de filters te Wijk aan Zee en de bewoners der Zaanstreek helpen, zonder dat ze het weten, mede om den sluisbouw te maken, door maar veel water te drinken! Sedert 1 Mei 1923 is reeds een kleine twee millioen M3 op die wijze naar Wijk aan Zee gepompt!! De 1 Mei-viering. Morgen vieren de S. D. A. P. en de IJ. B .B. den 1 Mei-dag met een feest- vergadering in Thalia. Als spreker zal optreden de heer S. N. Posthumus van Amsterdam. Medewerking verleen en de Zangver. IJmuider Volksstem, de Har monie Kunst na Arbeid, de Mandoline club Excelsior, beide te Velseroord en de Arbeiders Jeugd Centrale. Om 6 uur zal van het Hanenland een optocht met muziek plaats hebben door verschillende straten van Velser oord en vervolgens naar IJmuiden. Deze maand kregen twee jonge lieden alhier twist, waarbij het tot handtastelijkheden kwam. Een der twee, M. D. genaamd, die onder den invloed van sterke drank was, vroeg den ander of hij diens neus eens zou afbijten en de daad bij het woord voe gend beet hij den ander in den linker wang. Een aanklacht volgde en nu moest de bijter zich voor den Haarlem- schen politierechter verantwoorden, die hem tot 14 dagen gevangenisstraf veroordeelde. Naar wij vernemen zijn er Engel- sche reederijen, die reeds stoomtraw lers in Rusland en wel aan de Moer- mankust hebben doen markten. Wanneer onze regeering dus straks waarschijnlijk de Sovjet-regeering de jure zal erkennen, bestaat er alle kans dat ook Hollandsche stoomtrawlers in de Witte Zee gaan visschen en hun visch in Rusland ter markt zullen brengen. VELSEROORD. Drankbestrijding. Door de afdeeling IJmuiden van den Jong. Geh. Onth. Bond was Zaterdag avond in de concertzaal Tivoli een ver gadering belegd, waarin Prof. Dr. J. van Rees uit Hilversum sprak over de jeugdbeweging in ons land en in Duitscliland en Zwitserland. De zaal was geheel bezet, vooral met jonge menschen. Namens den J. G. O. B. riep de heer A. Lindhout aan Prof. van Rees een welkom toe en wenschte dezen geluk met zijn zoo pas gevierdon 70sten verjaardag. Prof. van Rees heeft de jongelui ge boeid met zijn mededeelingen over het jeugdleven, vooral over het kampleven en uit zijn rijken schat van ervaringen wist hij heel wat te vertellen. En wat hij sprak werd verduidelijkt door licht beelden, zoodat het een mooie en leer rijke avond werd voor de aanwezigen. Het was dan zeker ook namens allen dat do heer Lindhout een woord van hartelijken dank richtte tot Prof. van Rees voor zijn komst naar hier. De afd. Haarlem en IJmuiden van den Ned. R. K. Metaalbewerkers Bond hebben voor de functie van niet- gesalarieerd hoofdbestuurder candi- daat gesteld den heer C. P. J. Maas al hier. VELSEN. fëezondlieidscommissie. Wij ontvingen het jaarverslag der Gezondheidscommissie voor de ge meente Velsen over 1923. Gememoreerd wordt het aftreden van Dr. J. H. van Meurs als secretaris, die als zoodanig werd opgevolgd dooi den heer F. C. J. Netscher, die slechts 7 maanden deze functie mocht vervul len, daar de heer Netscher op 19 No vember overleed. Dankbaar wordt her dacht hoe do heer Netscher bijkans 10 j jaar lid der Gezondheidscommissie was en hoe hij met vele adviezen haar goede diensten heeft bewezen. De heer L| Poortenaar bedankte als lid der commissie. De samenstelling der commissie is thans als volgt: R. F. X. Rutten, IJmuiden, voorzitter; Jac. van Heyst, Velsen; P. A. Barentscn, Wijkeroog; P. J. v. d. Linden, Velser oord; J. Meesters, Velseroord; Ir. C. Teilegen, IJmuiden; secretaris is de heer S. Baarda, Velsen. De algemeene gezondheidstoestand in onze gemeente- gedurende 1923 mag zeer gunstig genoemd worden, zegt het verslag. Het sterftecijfer voor 1923 voor de gemeente, 6.81 per 1000 zielen, is belangrijk lager dan dat voor het ge heele rijk. In de vierjarige periode van 18991902 was dit cijfer voor onze ge meente nog 15.74. Hiertegenover staat, dat ook het geboortecijfer belangrijk is gedaald, n.l. van circa 40 in bovenge noemd tijdvak tot 26.82 in 1923. Verontreiniging. Sommige inwoners van IJmuiden klaagden over stank, die nu en dan in hunne woningen werd waargenomen. De oorzaak hier van ligt vermoedelijk in het feit, dat in het hoofdriool, uitmondende in de buitenhaven nabij de oude sluizen, bij laag water een luchtstrooming binnen waarts ontstaat. Deze zaak is ter ken nis gebracht van B. en W., waarop van den directeur van openbare werken de toezegging is ontvangen, dat deze een onderzoek ter plaatse zal doen in stellen. Uit de vele ingekomen klachten over gebrekkigen afvoer van hemelwater en over het zich verzamelen van vuil wa ter blijkt, dat het rioolstelsel in onze gemeente, met name in de buitenwij ken. veel te wenschen overlaat. Ook is het de commissie herhaaldelijk geble ken. dat door vele huiseigenaren aan de beerputten weinig zorg wordt be steed. Omtrent de ingekomen verzoe ken tot het houden van varkens werd wederom aan B. en W. geadviseerd, dusdanige verzoeken niet in te willi gen. De vele klachten over vervuiling door mesthoopen werden naar belmo ren onderzocht en de noodige maatre gelen tot verbetering genomen. Volkshuisvesting. Nog steeds heerscht in onze gemeente een nijpend tekort aan goede en goedkoope arbei derswoningen. Als gevolg hiervan bleef de ontruiming van een groot aantal on- bewoonbaarverklaarde woningen ach terwege. Uit een der commissie ver strekte opgaaf blijkt dat er aan het eind van 1923 in onze gemeente 59 on- bewoonbaarverklaardc woningen wa ren, alle bewoond. Van 48 van deze woningen zijn de ontruimingstermij nen verlengd of de eerste ontruimings termijnen nog niet verstreken, terwijl 11 woningen ten onrechte worden be woond. Dubbele bewoning kwam in het verslagjaar nog veelvuldig voor. Eveneens zijn nog enkele gezinnen on dergebracht in op zeer primitieve wij ze tot woningen ingerichte pakhuizen. De commissie onderzocht in het ver slagjaar 24 klachten, betrekking heb bende op 26 woningen. Verder werd, naar aanleiding van eenige mondelinge klachten, een grondig onderzoek ing steld naar den toestand van de wonii gen der R.K. WoningbouwvereenIii te Jan Gijsenvaart. Deze klachten hl., ken inderdaad gegrond. Een desbi^B treffend rapport, uitgebracht oor beide leden der commissie, die 11t ml derzoek hadden ingesteld, werd ifl handen van B. en W. gesteld. Bovengenoemde klachten hebben au leen betrekking op gebreken aan dl woningen. Behalve deze behandelde d commissie nog een veel grooter aanfa] klachten over vervuiling door gebrek] kige rioleering enz. Waar noodig werd de medewerking van het college van B. on W. ingeroel pen. Gedurende 1923 werden 221 wonin gen gesticht, waarvoor bouwpremiën [werden uitbetaald tot een bedrag var f 146.560. Ziekten. Het aantal aangegeven besmettelijke ziekten was vrij hoog, echter hadden deze gevallen bijna steeds oen gunstig verloop. TT ei aantal gevallen bedroeg 51, waarvan typhus I, roodvonk 37, diphtheritis 12 en roodJ vonk met diphtheritis 1. In 1922 was het geheele aantal slechts 9. Verdeeld over de afdeelingen waren de cijfers:! IJmuiden 24, Velseroord 18, Wijkeroog 5, Velsen 3 en Santpoort 1. Tweemaal werd roodvonk geconstateerd bij vol-l wassencn. Opmerkelijk hoog was het aantal aangiften van roodvonk in] IJmuiden gedurende de maanden Augustus en September. Aangezien er I een epidemie dreigde te ontstaan, be- sloot de commissie op advies van Dr. Barentscn den inspecteur der volks- gezondheid, Dr. H. Aldershoff, hiervan in kennis te stellen. Daar de gevallen nogal verspreid voorkwamen, is niet met zekerheid vastgesteld kunnen worden, waar zich de besmettingshaard bevond. Ook Dr. Aldershoff, die de zaak belangrijk ge noeg vond, om persoonlijk een onder zoek in te stellen, mocht het niet. geluk ken dezen te vinden. Wellicht lag de oorzaak der plotselinge uitbreiding in het feit, dat sommige ouders van kin deren, bij welke zich lichte gevallen voordeden, deze kinderen te weinig ziek vonden, om een geneesheer te roe pen. De ziekte breidde zich verder niet uit en was spoedig weer geweken. Hei verschijnsel, dat zich in onze. gemeen te voordeed, openbaarde zich tezelfdor tijd in andere gemeenten. Naar aanleiding van een door den inspecteur aan B. en W. gericht schrij ven izake de malariabestrijding be sloot. de commissie een onderzoek in te stellen naar het voorkomen van milia ria in deze gemeente. Tot dit. doel be zocht de toenmalige, secretaris alle in deze gemeente gevestigde geneeshecrcn Door het overlijden van den secretaris zijn de resultaten van dit onderzoek niet bekend geworden. Nadien besloot de commissie B. en W. te adviseeren over te gaan tot het vaststellen van een verordening inzake de muggen- verdelging. Zondagmiddag werd op oenigszins feestelijke wijze het jubileum her dacht van een drietal bestuursleden van Velsen's Ziekenfonds. Het tooneel in de groote zaal van hotel „De Prins" prijkte met bloemen en planten. Van 4 tot 6 uur was er ge legenheid geweest voor de leden om de cadeaux te bezichtigen, welke den ju bilarissen zouden worden aangeboden en velen hadden van die gelegenheid gebruik gemaakt, terwijl er ook velen gebleven waren om bij het overhandi gen aanwezig te zijn. Met een auto waren de jubilarissen van hunne woning gehaald en namen aan de bestuurstafel op het tooneel plaats, waar hunne medebestuurders en de 2 dokters, de heeren Barentson en De Weerd hen ontvingen. De voorzitter, de heer van Gameren, hield een hartelijke toespraak. Waren er vóór twee jaren twee jubileerende bestuurders, thans waren er drie, on der wie de heer Koster reeds 20 jaar de functie van penningmeester bekleedde en al dien tijd met dezelfde ambitie en dezelfde accuratesse. In dien tijd was de som van f 350229 cn 76 cent door zijne handen gegaan en nooit was er eene enkele fout begaan. Voor dien ge weldigen arbeid, in den beginne zeer schraal beloond, bracht hij, als voorz., namens de Vereeniging hartelijken dank en het was met een groote vreug de, dat hij den jubilaris een stoffelijk blijk van dank der Vereeniging kon aanbieden in den vorm van een gou den horloge met inscriptie en een gou den ketting. De heer Koster bedankte in eenige hartelijke woorden, maar wil de er vooral op wijzen, dat hij in zijn werk zooveel steun had ondervonden van den bode van het fonds, die altijd gezorgd had, dat de geldon binnenge komen waren. Dertienhonderd keer had deze de contributie hij hem gebracht, den eersten keer ten bedrage van f 30, den la.at.sten van f 720. Hierna gaf de penningmeester nog eenige cijfers, waarvan wij alleen maar noemen, dat aan verpleging dei- zieke leden uitgegeven was in de ja-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1924 | | pagina 5