IJmuider Courant
Woensdag 30 April 1924. 2e blad
PLAATSELIJK NIEUWS.
IJMUIDEN.
„Varia".
Ieder mensch is een geboren kome
diant, hebben wij eens geschreven. En
ieder speelt een rol. Zijn of haar rol.
Dat is geen kunst. Dat is intuïtie.
Kunst is de rol van een ander te spe
len. Dat is echter niet gemakkelijk en
daarom zijn er zoo weinig goede ac
teurs. De tooneelspeelkunst is de
drang tot uiten, niet wat in onszelf
leeft doch hetgeen in een ander leeft
of heeft geleefd en hoe meer nu de rol
die men moet uitbeelden, met ons
eigen innerlijk in overeenstemming
is, des te gemakkelijker zal de weder
gave zijn. De grootste moeilijkheid bij
het toekennen van rollen in tooneel-
stukken is dan ook wel het onder
scheidingsvermogen, wie wel en wie
niet innerlijk de uit te beelden figuur
het meest nabij komt. Dit is bij be-
roepsspel reeds zeer moeilijk, laat
staan bij dilettanten, waarvan velen
meenen, dat zij in staat zijn haast
iedere rol te kunnen uitbeelden. Het
liefst en best groote belangrijke rol
len. Terwijl ze soms van een kleine
rol een juweeltje zouden kunnen ma
ken, begeeren ze hoofdrollen, waar ze
niets van terecht brengen.
Deze korte aanloop toont dus, dat
voor een goede rolverdeeling groote
menschenkennis noodig is. Aangezien
de meeste rolverdeelers bij dilettan
ten te weten niet op bovenmatige
menschen op karakterkennis kun
nen bogen, nemen ze meestentijds de
groote of belangrijke rollen zelf, ter
wijl de beste vertolkers of vertolksters
figuranten gemaakt worden of in
kleine rollen gestopt worden waar ze
niets van terecht brengen, omdat het
geheel niet in hun kader past of als
non valéur worden beschouwd.
Varia heeft bij de bezetting van
„Vrouwenkrijg" een stoute greep ge
daan, getuige van durf en goed in
zicht, want de greep is gebleken een
•zeer goede te zijn geweest. Aan een
der damesleden, aan wie tot heden
slechts kleine of weinig belangrijke
rollen werden toevertrouwd heeft men
zich verstout de grootste, de belang
rijkste en moeilijkste rol te geven, n.l.
die van Gravin D'Autreval. En zie, 't
is een openbaring geweest, ons dunkt
zoowel voor de Varianen zelf als voor
de toeschouwers. Zullen betrekkelijk
weinige haar talent geroemd hebben,
toen ze steeds op het tweede plan ge
houden werd. Waar ze zich maar een
matige tooneelkracht toonde, over de
vertolking van deze veeleischende rol,
dunkt ons zal men algemeen vol lof
zijn. Volmaakt was het natuurlijk
niet. Dat was niet te verwachten. Doch
zeer goed was het wel. Wat meer ge-
laatsspel zou den indruk nog ten
goede gekomen zijn. Doch overigens
veel gratie en bevalligheid, goed tem
perament en zwierige elegance van
gebaar en gemakkelijkheid van bewe
ging, ondanks de ongewone kleeder
dracht. Ontegenzeggelijk meenen we
aan dit welslagen het overgroote deel
van het succes te moeten toeschrijven.
De rol van Baron de Montrichard
hadden wij liever in andere handen
gezien. De vertolker is een door ons te
recht te zeer geprezen dilettant, dan
dat hij ons daarvoor boos zoude aan
zien. Doch noch de stem, noch de fi
guur heeft o.i. beantwoordt, aan de
stem, noch de figuur heeft o.i. beant
woord, aan die van den fijnen, fran-
schen edelman, al behoefde hij geen
geslepen diplomaat uit te beelden.
Ook Gustave de Grignon had zeker
meer succes kunnen oogsten, als hij
de tegenstellingen in zijn karakter wat
met meer expressie en humor naar vo
ren had laten treden; enkele goede
momenten waren er zeker wel. Het
•zelfde kan gezegd worden van Henri de
Flavigneel en Leonie de La Villegon-
tier. Zij waren goed, zonder uit te
blinken. De bijrolletjes waren van te
ondergeschikt belang om bijzonder
vermeld te worden.
Wel willen we een bijzonder woord
van lof schrijven over de regie en de
recpiisiten.
De salon van de gravin was, behalve
wat de grondbedekking aangaat, die
een poveren indruk maakte, een ju
weeltje van fijne smaak en districtie
en voor zoover we konden nagaan zoo
veel mogelijk in stijl. De fraaie empue-
kleeding, bijzonderlijk van de dames,
was daarmede geheel in overeenstem
ming en was met de meubileering een
genot om te zien. Doch hierin niet al
leen liet zich een meesterhand in de
regie kennen. Ook het bewegen, het loo-
pen, het staan, het op- en afgaan be
wees, dat met tooneelroutine was ge
werkt bij alleszins dankbare en van
goeden wil bezielde leerlingen.
„Vrouwenkrijg" heet een blijspel.
Moeilijk kan men er ook een andere
naam aan geven. Veel en onbedaarlijk
lachen hoorde men niet. Dat is meer
het succes van de Duitsche kluchten,
doch fijne trekjes en woordparodiën,
die men bij de Franschen slechts kan
vinden, waren daar vele en voor den
fijnproever geven deze dikwijls meer te
genieten dan de grove, soms bij het
kantje af, verwikkelingen der Duit
sche kluchtfabrikanten.
Misschien heeft „Vrouwenkrijg" niet
aan allen bevredigd, omdat er geen ge
legenheid was de lever eens goed te
doen schudden, doch geestig en amu
sant was het stuk ongetwijfeld.
De bouw der nieuwe schutsluis.
Over de vorderingen van de werk
zaamheden aan den bouw der nieuwe
schutsluis schrijft het „Mbld." het vol
gendei
Al dadelijk zij geconstateerd dat wij
bij ons bezoek tot de uitkomst kwamen,
dat er van stil-liggen geen sprake was,
integendeel, er Komt thans werkelijk
beweging in! „Lange tijd is noodig ge
weest," aldus deelde hoofdingenieur
Lingers ons mede, „voor de voorberei
ding, maar thans is men dat stadium
voorbij en kon een krachtig voortzetten
der werkzaamheden plaats vinden! In
uitvoering is thans de bouw der schut-
kolkmuren; men is met dit onderdeel
begonnen omdat het geheel op zich
zelf staat en de bouw mogelijk was
zonder dat vooruit geloopen werd op
de beslissing of de hoofden al dan niet
„in den droge" zullen worden ge
bouwd. De schutkolkmuren worden nl.
uitgevoerd als gewone kademuren, op
een paalfundeering met den vloer
op 7.50 M. N. A. P., terwijl de bodem
der kolk op 15.50 M. N. A. P. komt
te liggen.
Het is ietwat overdreven te spreken
van „gewone" muren, want de hoogte
der muren is zeer buitengewoon. Het
sluisterrein zal n.l. leggen op 5 M. N.
A. P.; de muur wordt dus hoog ruim
20 M., een hoogte in bijna geen enkele
buitenlandsche haven bereikt!
Het geheele bouwwerk wordt ge
maakt van gewapend beton. Zooals ge
zegd, ligt een vloer ruim 16 M. breed
en 7.50 M. onder N. A. P., welke gedra
gen wordt door gewapend betonpalen.
Na voltooiing van de sluis wordt de
kolk, die thans op 8 M. N. A. P. ligt,
uitgediept tot 15.50 M. onder N. A. P.
Om dan te voorkomen, dat hot zand on
der den vloer wegloopt, wordt te voren
een damwand ingeheid, welke van bo
ven in den vloer steun vindt en van
onderen in den grond. Die damwand
krijgt een grooten druk op te nemen
en is daarom niet minder dan 53 c.M.
dik. Op den vloer komt een muur te
staan, reikende tot 5 M. N. A. P., door
zware ruggen gesteund en verankerd
aan de 7 M. dikke vloerplaat.
Het werk van de schutkolkmuren is
in Augustus j.l. aanbesteed en daarna
voor f 1.870.000 opgedragen aan de Am-
sterdamsche aannemersfirma „Hillen
en Roosen en Betonbouw Trio", die ook
een groot deel van de kademuren van
de C^r-nhaven te Amsterdam heeft ge
bouwd.
De winter is niet geschikt voor het
maken van gewapend betonwerk, maar
stil gezeten heeft men intusschen niet!
Toen zijn alle voorbereidingen getrof
fen, die nu snellen voortgang mogelijk
maken.
Het eerst noodige is een groote voor
raad gewapend betonpalen en dam-
wanden. Die moeten een paar maanden
oud zijn voor zij geslagen mogen wor
den. Men maakt daarom eerst een 300
damwanden en 1200 palen klaar voor
het heien begint. Zoo'n paal is recht
hoekig van vorm en krijgt een lengte
van 15 a 16 M. Eerst maakt men de
wapening klaar. Deze bestaat uit 8
dikke ronde staven, vier in de hoek
punten van den rechthoek, de andere
vier er tusschen in. Die staven worden
bijeengehouden door beugels van dun
ijzer, dat spiraalvormig om de hoofd
wapening heen loopt.
Aan de paalpunt is de langswapening
in één punt samengebogen. De kooi,
ontstaande door de lange staven en de
beugels, wordt gelegd in een houten
vorm en dan volgegoten met een be-
tonbrij, die na eenige uren reeds begint
te verharden en na twee maanden
zoo hard is dat men met een hamer van
400 K.G. op den kop kan slaan om de
palen in den grond te drijven!
Komt men nu op het terrein, dan is
het één prachtige bedrijvigheid en ziet
men^tusschen de stapels rond ijzer (er
liggen reeds een paar millioen kilo
gram) overal tafeltjes waaraan telkens
twee man naarstig beugels draaien.
Die beugels gaan op karren naar bene
den in den put voor het buitenhoofd,
die tijdelijk als palenwerkplaats is in
gericht,
Verderop ziet men weer tafels waar
zoogenaamde spekhaken en haarnaal
den klaar gemaakt worden die dwars
door de kooi gaan om deze de noodige
stevigte overdwars te geven. Weer ver
derop staan de knip- en buigmachines;
electrisch gedreven kunnen zij in een
ommezien het zwaarste staafijzer ver
werken. Maar ge moet goed uitkijken,
want tusschen die ijzeren stapels door
glijden karren geladen met zand en
grind. Dat wordt dag aan dag met groo
te aken aangevoerd en een groote grij
per hapt zonder ophouden in de aange
voerde massa's die dadelijk worden af
gevoerd. Langs weer andere sporen
schiet cement en tras toe; dat wórdt
samen in een machine geworpen die
het als trascement aflevert en karren
die ook al naar beneden glijden.
Hoe dat alles door elkaar loopt en
loch ordelijk geschiedt, bemerkt me»
eerst na eenigen tijd; de karren glij
den door eigen zwaarte naar beneden,
de ledige karren worden electrisch te
ruggetrokken. Want wèl leven wij in
de eeuw der electriciteit; op den grind-
grijper na worden alle machines elec
trisch gedreven. De motoren nemen
maar weinig plaats in en vallen daar
door niet dadelijk op; zij werken ge-
ruischloos en zijn niet duur.
Dan wordt het tijd om naar beneden
t? gaan, waar in den put de palen
klaar gemaakt worden. Daar ontvangt
ons een der directeuren van de aanne
mersfirma, de heer P. Kooy, die gaarne
laat zien hoe vlug en toch goed ge
werkt kan worden. Eerst is de geheele
putbodem met houten voeren belegd,
tezamen een kleinen anderhalf bun
der. Daarop worden de bewapeningen
gevlochten. Dat gebeurt, op den eersten
vloer. Op den tweeden vloer (er zijn er
acht) liggen alle bewapeningen klaar
en ingepakt in de bekistingen. Over
dien vloer is een kabelbaan gespannen.
Aan het einde van deze kabelbaan slaat
een betonmolen te draaien, waarin
trascement, zand en grint met water
dooreen gemengd worden. De inhoud
wordt leeggestort in een ijzeren bak;
die wordt opgeheschen aan de kabel
baan en glijdt dan tot boven de palen,
welke gemaakt moeten worden. Daar
wordt de betonbak leeggegoten en de
beton door eenige mannen om de wa
pening heen geduwd en geprikt, zoo
dat al gauw het. overtollige water af
vloeit en de paalvorm geheel gevuld is
met beton.
Op het derde veld liggen de palen
welke een week te voren zijn gemaakt.
Daar worden de kisten los gemaakt en
overgebracht naar het tweede veld
voor de palen, die nog gemaakt moeten
worden. Op de overige velden liggen
de palen en damwanden klaar af te
wachten tot ze noodig zijn onder de
heistelling hun bestemming naar de
diepte te volgen.
Verderop staan de zware heistellin
gen gereed om dat werk te doen. Zij
moeten wat mans zijn als men be
denkt, dat een dampaal 800 K.G. weegt!
Voor wij afscheid nemen, willen wij
toch nog weten wat die dikke buis be-
teekent, die op een paar meter van den
grond op jukken dwars over den grond
loopt. Dat blijkt iets heel merkwaar
digs te zijn, want zonder dat wij het
wisten hebben wij ons den heclen mid
dag bevonden op een prise d'eau van
het Provinciaal Waterleidingsbedrijf
van Noord-Holland. Het is n.l. noodig
diep duinwater weg te pompen. Het
uitgebreide onderzoek over de bema
ling heeft laten zien dat de bemaling
zeer wel mogelijk is zonder de omge
ving te schaden, maar 't. bleef jammer
dat dit kostbare water zonder nut in
het Noordzeekanaal afliep. De direc
teur van het P. W. N., de heer Van 01-
denburgh, kwam toen op de gelukkige
gedachte om voor te stellen het zoete
water naar Wijk aan Zee te pompen.
Daar staat de waterwinning nu stil,
de sluisbouw pompt zijn water recht
streeks naar de filters te Wijk aan Zee
en de bewoners der Zaanstreek helpen,
zonder dat ze het weten, mede om den
sluisbouw te maken, door maar veel
water te drinken! Sedert 1 Mei 1923 is
reeds een kleine twee millioen M3 op
die wijze naar Wijk aan Zee gepompt!!
De 1 Mei-viering.
Morgen vieren de S. D. A. P. en de
IJ. B .B. den 1 Mei-dag met een feest-
vergadering in Thalia. Als spreker zal
optreden de heer S. N. Posthumus van
Amsterdam. Medewerking verleen en de
Zangver. IJmuider Volksstem, de Har
monie Kunst na Arbeid, de Mandoline
club Excelsior, beide te Velseroord en
de Arbeiders Jeugd Centrale.
Om 6 uur zal van het Hanenland een
optocht met muziek plaats hebben
door verschillende straten van Velser
oord en vervolgens naar IJmuiden.
Deze maand kregen twee jonge
lieden alhier twist, waarbij het tot
handtastelijkheden kwam. Een der
twee, M. D. genaamd, die onder den
invloed van sterke drank was, vroeg
den ander of hij diens neus eens zou
afbijten en de daad bij het woord voe
gend beet hij den ander in den linker
wang. Een aanklacht volgde en nu
moest de bijter zich voor den Haarlem-
schen politierechter verantwoorden,
die hem tot 14 dagen gevangenisstraf
veroordeelde.
Naar wij vernemen zijn er Engel-
sche reederijen, die reeds stoomtraw
lers in Rusland en wel aan de Moer-
mankust hebben doen markten.
Wanneer onze regeering dus straks
waarschijnlijk de Sovjet-regeering de
jure zal erkennen, bestaat er alle kans
dat ook Hollandsche stoomtrawlers in
de Witte Zee gaan visschen en hun
visch in Rusland ter markt zullen
brengen.
VELSEROORD.
Drankbestrijding.
Door de afdeeling IJmuiden van den
Jong. Geh. Onth. Bond was Zaterdag
avond in de concertzaal Tivoli een ver
gadering belegd, waarin Prof. Dr. J.
van Rees uit Hilversum sprak over de
jeugdbeweging in ons land en in
Duitscliland en Zwitserland.
De zaal was geheel bezet, vooral met
jonge menschen. Namens den J. G. O.
B. riep de heer A. Lindhout aan Prof.
van Rees een welkom toe en wenschte
dezen geluk met zijn zoo pas gevierdon
70sten verjaardag.
Prof. van Rees heeft de jongelui ge
boeid met zijn mededeelingen over het
jeugdleven, vooral over het kampleven
en uit zijn rijken schat van ervaringen
wist hij heel wat te vertellen. En wat
hij sprak werd verduidelijkt door licht
beelden, zoodat het een mooie en leer
rijke avond werd voor de aanwezigen.
Het was dan zeker ook namens allen
dat do heer Lindhout een woord van
hartelijken dank richtte tot Prof. van
Rees voor zijn komst naar hier.
De afd. Haarlem en IJmuiden
van den Ned. R. K. Metaalbewerkers
Bond hebben voor de functie van niet-
gesalarieerd hoofdbestuurder candi-
daat gesteld den heer C. P. J. Maas al
hier.
VELSEN.
fëezondlieidscommissie.
Wij ontvingen het jaarverslag der
Gezondheidscommissie voor de ge
meente Velsen over 1923.
Gememoreerd wordt het aftreden
van Dr. J. H. van Meurs als secretaris,
die als zoodanig werd opgevolgd dooi
den heer F. C. J. Netscher, die slechts
7 maanden deze functie mocht vervul
len, daar de heer Netscher op 19 No
vember overleed. Dankbaar wordt her
dacht hoe do heer Netscher bijkans 10
j jaar lid der Gezondheidscommissie was
en hoe hij met vele adviezen haar goede
diensten heeft bewezen.
De heer L| Poortenaar bedankte als
lid der commissie. De samenstelling
der commissie is thans als volgt: R. F.
X. Rutten, IJmuiden, voorzitter; Jac.
van Heyst, Velsen; P. A. Barentscn,
Wijkeroog; P. J. v. d. Linden, Velser
oord; J. Meesters, Velseroord; Ir. C.
Teilegen, IJmuiden; secretaris is de
heer S. Baarda, Velsen.
De algemeene gezondheidstoestand
in onze gemeente- gedurende 1923 mag
zeer gunstig genoemd worden, zegt het
verslag. Het sterftecijfer voor 1923
voor de gemeente, 6.81 per 1000 zielen,
is belangrijk lager dan dat voor het ge
heele rijk. In de vierjarige periode van
18991902 was dit cijfer voor onze ge
meente nog 15.74. Hiertegenover staat,
dat ook het geboortecijfer belangrijk is
gedaald, n.l. van circa 40 in bovenge
noemd tijdvak tot 26.82 in 1923.
Verontreiniging. Sommige inwoners
van IJmuiden klaagden over stank,
die nu en dan in hunne woningen
werd waargenomen. De oorzaak hier
van ligt vermoedelijk in het feit, dat in
het hoofdriool, uitmondende in de
buitenhaven nabij de oude sluizen, bij
laag water een luchtstrooming binnen
waarts ontstaat. Deze zaak is ter ken
nis gebracht van B. en W., waarop van
den directeur van openbare werken
de toezegging is ontvangen, dat deze
een onderzoek ter plaatse zal doen in
stellen.
Uit de vele ingekomen klachten over
gebrekkigen afvoer van hemelwater en
over het zich verzamelen van vuil wa
ter blijkt, dat het rioolstelsel in onze
gemeente, met name in de buitenwij
ken. veel te wenschen overlaat. Ook is
het de commissie herhaaldelijk geble
ken. dat door vele huiseigenaren aan
de beerputten weinig zorg wordt be
steed. Omtrent de ingekomen verzoe
ken tot het houden van varkens werd
wederom aan B. en W. geadviseerd,
dusdanige verzoeken niet in te willi
gen. De vele klachten over vervuiling
door mesthoopen werden naar belmo
ren onderzocht en de noodige maatre
gelen tot verbetering genomen.
Volkshuisvesting. Nog steeds
heerscht in onze gemeente een nijpend
tekort aan goede en goedkoope arbei
derswoningen. Als gevolg hiervan bleef
de ontruiming van een groot aantal on-
bewoonbaarverklaarde woningen ach
terwege. Uit een der commissie ver
strekte opgaaf blijkt dat er aan het
eind van 1923 in onze gemeente 59 on-
bewoonbaarverklaardc woningen wa
ren, alle bewoond. Van 48 van deze
woningen zijn de ontruimingstermij
nen verlengd of de eerste ontruimings
termijnen nog niet verstreken, terwijl
11 woningen ten onrechte worden be
woond. Dubbele bewoning kwam in
het verslagjaar nog veelvuldig voor.
Eveneens zijn nog enkele gezinnen on
dergebracht in op zeer primitieve wij
ze tot woningen ingerichte pakhuizen.
De commissie onderzocht in het ver
slagjaar 24 klachten, betrekking heb
bende op 26 woningen. Verder werd,
naar aanleiding van eenige mondelinge
klachten, een grondig onderzoek ing
steld naar den toestand van de wonii
gen der R.K. WoningbouwvereenIii
te Jan Gijsenvaart. Deze klachten hl.,
ken inderdaad gegrond. Een desbi^B
treffend rapport, uitgebracht oor
beide leden der commissie, die 11t ml
derzoek hadden ingesteld, werd ifl
handen van B. en W. gesteld.
Bovengenoemde klachten hebben au
leen betrekking op gebreken aan dl
woningen. Behalve deze behandelde d
commissie nog een veel grooter aanfa]
klachten over vervuiling door gebrek]
kige rioleering enz.
Waar noodig werd de medewerking
van het college van B. on W. ingeroel
pen.
Gedurende 1923 werden 221 wonin
gen gesticht, waarvoor bouwpremiën
[werden uitbetaald tot een bedrag var
f 146.560.
Ziekten. Het aantal aangegeven
besmettelijke ziekten was vrij hoog,
echter hadden deze gevallen bijna
steeds oen gunstig verloop. TT ei aantal
gevallen bedroeg 51, waarvan typhus I,
roodvonk 37, diphtheritis 12 en roodJ
vonk met diphtheritis 1. In 1922 was
het geheele aantal slechts 9. Verdeeld
over de afdeelingen waren de cijfers:!
IJmuiden 24, Velseroord 18, Wijkeroog
5, Velsen 3 en Santpoort 1. Tweemaal
werd roodvonk geconstateerd bij vol-l
wassencn. Opmerkelijk hoog was het
aantal aangiften van roodvonk in]
IJmuiden gedurende de maanden
Augustus en September. Aangezien er I
een epidemie dreigde te ontstaan, be-
sloot de commissie op advies van Dr.
Barentscn den inspecteur der volks-
gezondheid, Dr. H. Aldershoff, hiervan
in kennis te stellen.
Daar de gevallen nogal verspreid
voorkwamen, is niet met zekerheid
vastgesteld kunnen worden, waar zich
de besmettingshaard bevond. Ook Dr.
Aldershoff, die de zaak belangrijk ge
noeg vond, om persoonlijk een onder
zoek in te stellen, mocht het niet. geluk
ken dezen te vinden. Wellicht lag de
oorzaak der plotselinge uitbreiding in
het feit, dat sommige ouders van kin
deren, bij welke zich lichte gevallen
voordeden, deze kinderen te weinig
ziek vonden, om een geneesheer te roe
pen. De ziekte breidde zich verder niet
uit en was spoedig weer geweken. Hei
verschijnsel, dat zich in onze. gemeen
te voordeed, openbaarde zich tezelfdor
tijd in andere gemeenten.
Naar aanleiding van een door den
inspecteur aan B. en W. gericht schrij
ven izake de malariabestrijding be
sloot. de commissie een onderzoek in te
stellen naar het voorkomen van milia
ria in deze gemeente. Tot dit. doel be
zocht de toenmalige, secretaris alle in
deze gemeente gevestigde geneeshecrcn
Door het overlijden van den secretaris
zijn de resultaten van dit onderzoek
niet bekend geworden. Nadien besloot
de commissie B. en W. te adviseeren
over te gaan tot het vaststellen van
een verordening inzake de muggen-
verdelging.
Zondagmiddag werd op oenigszins
feestelijke wijze het jubileum her
dacht van een drietal bestuursleden
van Velsen's Ziekenfonds.
Het tooneel in de groote zaal van
hotel „De Prins" prijkte met bloemen
en planten. Van 4 tot 6 uur was er ge
legenheid geweest voor de leden om de
cadeaux te bezichtigen, welke den ju
bilarissen zouden worden aangeboden
en velen hadden van die gelegenheid
gebruik gemaakt, terwijl er ook velen
gebleven waren om bij het overhandi
gen aanwezig te zijn.
Met een auto waren de jubilarissen
van hunne woning gehaald en namen
aan de bestuurstafel op het tooneel
plaats, waar hunne medebestuurders
en de 2 dokters, de heeren Barentson
en De Weerd hen ontvingen.
De voorzitter, de heer van Gameren,
hield een hartelijke toespraak. Waren
er vóór twee jaren twee jubileerende
bestuurders, thans waren er drie, on
der wie de heer Koster reeds 20 jaar de
functie van penningmeester bekleedde
en al dien tijd met dezelfde ambitie en
dezelfde accuratesse. In dien tijd was
de som van f 350229 cn 76 cent door
zijne handen gegaan en nooit was er
eene enkele fout begaan. Voor dien ge
weldigen arbeid, in den beginne zeer
schraal beloond, bracht hij, als voorz.,
namens de Vereeniging hartelijken
dank en het was met een groote vreug
de, dat hij den jubilaris een stoffelijk
blijk van dank der Vereeniging kon
aanbieden in den vorm van een gou
den horloge met inscriptie en een gou
den ketting. De heer Koster bedankte
in eenige hartelijke woorden, maar wil
de er vooral op wijzen, dat hij in zijn
werk zooveel steun had ondervonden
van den bode van het fonds, die altijd
gezorgd had, dat de geldon binnenge
komen waren. Dertienhonderd keer had
deze de contributie hij hem gebracht,
den eersten keer ten bedrage van f 30,
den la.at.sten van f 720.
Hierna gaf de penningmeester nog
eenige cijfers, waarvan wij alleen
maar noemen, dat aan verpleging dei-
zieke leden uitgegeven was in de ja-