TUINCONCERT CLIN GEDOQREN 3ÖSK0MT Vlfietrijderskaarteii Boekhandel P. F. C. Use Vulpenhouders Boekhandel P. F. C. Roelse Clinge Doorenbos Dienstregeling. IJmuider Courant a. SCHOONE. Voor den Schoonmaak Viilpotlooden, Eversharp e.a. Swan - Caw - Wahl - Waterman e.a. (Safety - regular - selffiilmg) BAYARIA CAPFELLE WOENSDAG 4 JUNI geeft IJmuiden-Haarlem en omgekeerd Vertrek IJmuiden: ADVERTEERT IN DE Vertrek Haarlem W Retours verkrijgbaar Behangselpapier en Banden. Schoonmaakartikelen. Voor: De Semaphoor j OP ZONDAO 1 JUNI a.s. 's AVONDS 8 UUR, Lunchroom Westerveld", DRIEHUIS, te geven door het DirecteurPhilipp Schater. Kapelmeester Entrée 25 cent. Kinderen zonder geleide geen PROGRAMMA Treu der Heimat, Marsch Satona, Ouverture Veyierbilder, Potpourri Herbststimmung, Walzer Verwandte Seelen, Solo-für 2 Trompeten PAUZE. Abschied der Hellebarden, Marsch Teicke Dichter S. Bauer, Ouverture Fr. Suppe Hoffmanns Erzahlungen, Walzer S. Offenbach Alte Kameraden, MarschTeicke Aanbevelend, Otto Schafer. toegang. Blankenburg F. Mahl Withe Paul Sincke R. Eilenberg Vertrek per trein richting IJmuiden: van Driehuis 10.14. een voordrachtavond, die 1JMU1DENS a CAPELLEKOOR georgani seerd heeft ter gelegenheid van zijn vijfjarig bestaan. Toegangskaarten f 1.verkrijgbaar bij de ledenbij Wiersma, Wilhelminakade en Beider, Kanaalstraat. HET BESTUUR. De Ondernemer O. SCHOONE, bericht het geachte publiek van IJmuiden en Omstreken dat hij ZATERDAG 7 JUNI a.s, in dienst zal stellen een nieuwe Autobus, plaats biedende voor 24 personen. Deze wagen, merk „Renault" zal geheel naar de eischen van het tegenwoordige vervoer zijn ingericht, zooals dubbele ventilatie, kokers in de zoldering, de kussens zijn voorzien van Exess-Patent- veeren, zoodat elke schok opgeheven wordt. Het geheel is uitgevoerd door de bekende Carouseriebouwer firma Smit Zonen te Midden Beemster. De wagen zal de naam dragen van „Stormvogels I". r.-§, 8.40*, 8.50*, O.-, 10.40*, 10.50*, 11.-, 12.40*, 1250* Het meest gelezen blad voor IJmuiden, Velseroord, Wijkeroog, Velsen Driehuis en Santpoort. 1-, 2.4C* 2.60*, 3.-, 4.40*, 4.60*, O 6.4C*, 6.50*, T. SAO', 8.50*, 9. 11- 8.-§, 9.40*. 9.50', IO.-, 11.40*, 11.50*, 1»-, 1.40-, 1.50*, 8.-, 3.40*, 3.50*, 4 -, 5,40, 5.50, 6.-, 7.40*, 7.50*, 8.-, 9.4C*, 9.50*, IO.-, |12^1 Met extra diensten. I I Alleen op Zondag. Niet op Zondag. Extra diensten worden gereden onder voorbehoud. Stopt op tijdig verzoek. Vanaf ZONDAO 8 JUNI zal de laatste dienst des Zondags loopen ten 12.30 uur van Haarlem, na aankomst laatste trein. Beleefd aanbevelend, DE ONDERNEMER, hebben wij voorradig, een enorme keuze in Grond- en glansverven. LAKBRUIN VOOR VLOEREN, droogt in enkele uren glanzend en steenhard op. BLANKE TRAPPEN- EN MEUBELLAK, SPIRITUSVERNISSEN. Kwasten, Penseelen en Witkwasten. Speciaal adres voorglazen deurplaten, hnkel- en dubbeldik vensterglas. Carbolineum (groen en bruin), Blaek-Varnish. Beleefd aanbevelend, Koningin Wilhelminakade 12. ^?ÖTÓ^Oi<>;OiOtOtO:0:0:'0:'>rOtOJOtO BLIJFT HET ADRES: S door Carel Brensa S DOOR DEN KIJKER Het vertrek van een groote Mailstoomer uit de haven van IJmuiden. (Fragment uit een Scheeps- roraan van Carel Brensa.) Toen de groote spoorbrug einde lijk voorbij was, doemde in donkere vormen voor den boeg de huizenfigu ren van de zeehavenstad. De punten van masten staken al in de lucht als naalden. De namiddag kwijnde De eerste lage huizenrijen voorbij, voer de „Neerlandia" binnen de mon ding van de wijd-zwaar gebouwde slui zen. Stoomfluit-stooten seinden ter waarschuwing. De loods op de brug De „Neerlandia' schutte in de sluis... sluis Nog voller liep de groep schemer avond-vrijen aan van de verwijderde sluisbruggetjes. Ver vooruit van de kant van de zee was kille vaagte en donkerde stemmingsvolle avond aan. Van boord, uit het zwarte breakgat, werd 'n schuifbrug gelaten. Eerste-klas meevaarders gingen, opnieuw weer ge dag zeggend, aan den wal. De postbode bracht brieven en nam afscheidskaar- ten van de schepelingen nog mee. Op 'n stil-vergeten plek van 'het onbe woonde tusschendek I in haast 'n briefkaartformulier bekrabbeld, gaf Willem Jonkhardt z'n laatsten groet aan Kilde mee in vage woorden van liefde Daarna stond hij stil uit te kijken naar 't walgedoe, van het eigen- dommelijke daar buiten als willoos be vangen. De heeren van de Maatschappij met den aannemer van schepelingen in hun kring gingen van boord, han den gevend aan den kapitein en den purser. De schuifbrug werd ingehaald en met zware houten de ijzeren break- leur zeedicht «emoe* terwijl de scheepstelegraaf belrinkelin- gen naar de machinekamers gaf. -De „Neerlandia" sloeg in eigen' schroefwen telingen achteruit en lag gangver lor en stil. In slenterwandel kwamen uit de dorphuis-blokken en van de wijdte over het sluisplein de gewoonte-kij kers. De sluisstoepranden werden dicht bedrongen door drenteljongens en spelemeiden en het havenvolk on derging opnieuw aan hun oogen de schoonheid van dit groote schip. Vreemd de passagiers op de dekken be gapend, praatten ze in hun eigen taal over wat ze weer zagen. Van over de breede grasdijken aan de havenoverzij repten de soldaten van het fort de volgehangen drooglijnen en huisjes voortuinen voorbij dit korte evene ment tegemoet. Havenambtenaren za gen lusteloos-gewoon alles aan, ter wijl de sluis waterdeuren open kierten en de' „bjëerlanflia" inschoof in het sluishassin Dit was het laatste beletsel voor de zee In zwaar kettingrammel-werk deden de sluiswachters hun moeite, lierden de- deuren door de waterkolkingen heen wijdopen en draaiden in vakbe kendheid aan den vreemden wriemel van kettingwielen. Uit de havenhuis jes verder weg op den steenen bazalt- wal likte geklikklak van seinen uit het Semaphoor-gebouw aan zee en gingen naast andere sluisinvaarten op zwart ijzeren staketsels grof-groote witte nummerborden omhoog. Schepelingen riepen van boord de oud-bekende soldaten in hun werk pakken toe Chris zit je nou hier? Ja Op de batterij zei Chris terug en lachte. Aan de zeezij gingen na een wach- tenspoos de sluiswaterdeuren spal kend open'. Matrozen namen de tros sen in Nou Goeie groette Chris Verdien maar cente Ajuu, Chris Veel plezier op de batterij Van verschillende plekken leefde nog eens gedaggeroep voor 't laatst Doe de groete an de bure Ik zal wel schrijve Daar gaat-ie hoor-. Besjoer...! Dag Karei! Kijk je wat naar Frits uit? Ja 'k zal wel op 'm letten Mag-ie in Bonnes-eeres Wisky-soda 'drinken? Och, schei uit, malle vent De burgervrouw op den sluisrand schok- schouderde blozend en de leerling- j salonbediende, voor wien 't gesprek i was, lachte als gestreeld Dag i Frits Wees voorzichtig! Dag Moe Daa&g De „Neerlandia'' vorderde, 'n Zware vertrekblaas uit haar koperen stoom pijp geloosd, schoof ze zachtaan de sluisstoepranden voorbij. Dikkere wol ken rook gulpten ineens de breede pij pen uit en laag hij den waterspiegel spoten waterstralen als gehoosd uit den scheepswand neer. Wijd-uit brak de zeehaven open Als zachtkens draaiend naar het eerste plan, lei de wachtershuisjes voorbij de visschershavcn. Rusten de trollers, de donkere rompen recht gereid, leken dommelend te slapen er in, na 'n weer dagenlange zeezwoeg. Terwijl ze-rustten droogden de netten aan de spitse mastenpunten, breed uit gehangen aan dwarse ra-boomen. Diep geladen zee-verweerde schepen kwamen binnen, voeren de „Neerlan dia'' voorbij, groetend scheepsgeroep loslatend uit heur zwart gewerkte be manning. Alles duidde zeehavenstad. Tegen de hooge bazalt-waterweringen kleefde vergoord zeegroeisel. Warre lend buitenhavenwater omsloeg de machtig-zware meerpalen en ducdal- ven De zee lag vooruit Flauw geroep van nog even meeloo- pende visschersmenschen, van de avondstilte weerkaatst, klonk door het telegraaf bell en. De stille stad week achteruit heel de ontroerende at mosfeer van haar bestaan als een teer kleed aan haar leden Rechts in de vale duinenvlakte lag weg-gescholon het fort onder een klein lijkend vlaggetje. Aan de andere zij was tusschen veel zeewater-inhammen de volle visschershaven. In 't naar de wijdte weg golvend duin onland ston den in hooge dreiging de vuurtorens. Kleurloos licht ging in zachten schijn erin branden, terwijl er omheen de grijze zëeavondlucht schemerde. Het schip maakte stoom. Bang voor de avondzeelucht keerden passagiers binnen dc salondeuren, waar al elec- trisohe ballonlampen door alle gangen van het schip glanzen gingen. 'n Vaal kleurlooze hemel leek 'n oogenblik alles in doodende stilte te omsluiten. Frisch-scherpe wind woei al uit de verte, waar niets meer was, den havenmond in. Willem Jonkhar dt was in een tot weedom stemmende triestheid 'n wijl vooruit naar de bak geklommen. Vreemde stilte heerschte er, terwijl alles leefde, en leek te zullen aangroei en tot 'n tot tranen dwingende een zaamheid. Op de uiterste landpunt, dwars van het schip nu, lei half weg gedoken in de grauw-gele duinenhoogte het van zonderlinge seinmasten ver sierde huis, dat de Semaphoor heette. Mannen met zeemanspetten op leun den in de raamluiken en verkenden ver weg door lange kijkers de zee. In de masten op 't huis ging een samen gesteld vlaggesein omhoog De „Neerlandia" floot! En 'n zwaar-sterke zeekotter langzij gestoomd, liet langs een houten valladder den buitenloods aan boord, 'n Kwartiermeester in de kuil heesch de loodsvlag in de voor mast. De kotter in zwoeging 't water doorploegend bleef den groote n stoomer bij. Vaalgrijze meeuwen scho ten uif, 't wolkengrauw aan en zwier den om den romp O Jr;Ö Op de bak stond Willem terugzien de l)c uiterste strandvlakte plooi de nu 'n geelbleeke baan aan beide zijden. Willem luisterde Ruisch- muzick ais 'n vreemd bekende, zondert linge zang dreef op hem aan, toen plots i 'n zeezoute wind kou over de dekken sloeg. Ineens was daar de zee en 'n niets van grijs lag voor 't schip uit tot één oneindigheid Van de onbe stemde verte dreef 'n murmeling aan van gefluister, als 'n optocht die komt, nog heel ver af Er leek te worden gemurmureerd daar terwijl donker- schimmige woeling speelde onder de looden lucht. En er was één grijs-open niets slechts van grauw uit de lucht en uit het water Als twee rond gehouden moederar men alleen liepen de hoog gebouwde pieren erin, ver buiten de golfover- spoélde strekdammen Sterker verstaanbaar, werd de zee, gelijk een hooge wind door bladervolle boomen mij avond. Een aangevaren donkerte lei weg sluierend tot zwart eroverheen. Maar de zee praatte duidelijker al En scherper werd de wind zilte zoutlucht aangooiend in volle vlagen. In de eenzaamheid verloren zat op het voorste luikhoofd eene oude man van den Algemeenen Dienst, tooneelachtig gekleed in het scherp gestreepte roode jasje 't Is vreemd op zoo'n schip voor de eerste keer zei hij; Jonkhardt bekende: Ja dat is 't ook Je bent niet zoo gauw gewend, hé? met al die schepelingen Hij tuurde, opstaande, het weg trekkende land na. In de luwte van de luikhoofd- dekzeilen zaten, met de sigareneinden naar den mondhoek gekouwd, trem- mers te slapen. Op hun plaatsen leken ze wel dood gebleven. Donkere avond dreigde. Aan boord werden scheepslichten brandend ver dragen, schoon het dichtbij nog helder was. Aan land pinkelden avondlichten in het schemerdonker, de haven en de scheepsrompen nu tot een figuurlooze warreling teekenend. Telkens spatten er nieuwe lichten hij Dikke nazo- j m ér damp dreef zinkend over de dui- nen-bobbels De pierkoppen hogen gedwee naar elkaar nu vlak voor den boeg. Zwaar zwoegend bleef de loodskotter bij. Rood en groen gloeiende lichten blonken op de pierpunten. De „Neerlandia" voer er tusschen En als komende uit een woningdeur op een weg waar 't. stormt, trad meteen t mailschip buiten de beschermende kom van de pieren, 'n Woedespel van stuk geslagen golven op de bazalt-blok- ken-wering groette haar. Wreed rol den golvenrichels ineens aan en speel den in demonisch spel dc scheepsboeg tegen, 'n Rilling doortrilde het schip. Weerbarstig den kop heffend als een op de snuit geslagen dier, stond even de „Neerlandia'' in een steigering, dat de dekken achterover helden. Tot een dreuning door de wanden sloegen de schroeven, heel even Dan was de mailstoomer in zee 't woest huilge- zang van de avondbranding schamper achter zich latend De kleine loodsboot, weer langszij gekomen, nam de havenleider van boord. Vlaggen dwarrelden neer. Bij de ankerwinchen werkten in den zee avond druk de matrozen. Naar een ondoordringbaren einder liep de zee nu overal. 't Vuurtorenlicht, tot 'n helder kust- vuur nu. sloeg breede slagzwaard- schichten regelmatig draaiend den avondhemel in. Er omheen, klein, pinkten roodgele en matgroene haven lichten als kleine sterren. Aan boord glansde rossen schijn van veel honder den electrische 'ballen alle poortrondin gen en raamvierkanten uit, tot over het zwarte zeewaterbeweeg. De tamtam en de bellen begonnen voor de dinertijd in de klassen te lui den De „Neerlandia" stak recht in zee.... En langzaam achteruit zonk als weg in de aarde de stille havenstad met de semaphoor en de vuurtorens en de punten van de masten in de haven...... Dieper daalde de grillige lijn van de daken achter de duinen Het laat ste geluid stierf en van de menschen, die straks nog liepen op de sluiskanten eri de havenkade was er geen enkele meer te zien Onder het licht van den avond-begon in de kleine stad aan de haven een warm leven van muziek en zang en rust. Maar Willem Jonk- hardt en heel de levende inhoud van de pas vertrokken „Neerlandia'' had den het geluk van de veilige haven voorloopig verloren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1924 | | pagina 8