Opening
Vroom iDreesmann
Haarlem WW Heden Haarlem
Thiel-lnjsl
Joh. de Waards
Groote partij Restanten Jongenspakjes, Blouses, Truien
IJmuiden in Vogelvlucht.
De Wiskottens
N. V. „Helios"
FLANELLEN
PANTALONS
Los- en Rijwerk.
i Zaterdag 28 Juni 2 uur n.m.
opening van de geheel naar de
eischen des tjjds ingerichte Zaak
in Koloniale waren, Comestibles,
fjjne Yleeschwaren en
wante artikelen.
H. J. TE LOO, Bloemstr. 102.
Aufgebot.
afwezig tot 30 Juni.
aan te besteden
Getrouw aan onze gewoonte zal ook DEZE DIT VERKOOP voor U een verrassing
zjjn. De prijzen die wij heden noteeren voor DAMESMANTELS, MANTELCOS-
TUUMS, BLOUSES, ROKKEN, en KINDERCONFECTIE zqn wederom onbegrijpelijk
goedkoop en zal voor een ieder aanleiding zijn tot koopen. Derhalve noodigen
wij n beleefd nit een bezoek te brengen aan onze Confectie-magazijnen
YEERSTRAAT en GROOTE HOUTSTRAAT.
Sport-Colberts
Sport-Costuums
Stroohoeden
Reclame-stroohoed
van 2.15
DAMES
MANTELS
MANTEL-
COSTUUMS
DAMES
JAPONNEN
Dames Blouses
DAMES
MANTELS
COSTÜUM-
ROKKEN
DAMES
JAPONNEN
Dames Blouses
DAMES
MANTELS
Regenmantels
Kinderjurken
Dames Hoeden
Woll. gebreide
Strand mantels
Kinder
Regenjassen
Onderjurken
Onderrokken
Opnamen v. d. Kon. Lnchtvaart Maatschappij.
PHOTO'S EN ANSICHTKAARTEN.
BOEKHANDEL P. F. C. ROELSE.
P. H. Donk en F. J. YF. van der I olk
Es wird zur allgemeinen Kennlnis
gebracht, dass
1.) der Backer und Konditor
Friedrich Karl Jonas, wohnhaft in
Kolberg, Proviantstrasse 17;
2.) Oreta Karola Mathilde Frohböse
geborene Ziemer, ehegetchieden,
wohnhaft in Kolberg,Klosteratrasse
27 die Ehe miteinander eingehen
wollen.
Die Bekanntmachung hat in
Braunschweig, Kolberg i. P. und
IJmuiden an der Nordsee, Bezirk
Utrecht, in Holland und durch das
in IJmuiden erscheinende Zeitunga-
blatt zu erfolgen.
Etwaige auf Ehehindernisse sich
stützende Einsprachen haben binnen
zwei Wochen bei dem Unter-
zeichneten zu geschehen,
Kolberg in Pom., den 17. Juni 1924.
Der Standesbeamte
In Vertretung: Bretagne.
Heden ontvingen wij uit Engeland
een enorme aanvulling
13.25, 12.75, 9.75, 6.25
tot in de meest abnormale modellen.
Oogarts
Julianakade 52, IJmuiden
De directeur van openbare werken
is voornemens op Zaterdag 28
Juni 1924, des voormiddags 11'/,
uur, ten kantore van het bedrijf
openbare werken, in het openbaar
Het lossen en vervoeren van
materialen ten behoeve van
het bedrijf openbare wer
ken, gedurende het tweede
halfjaar 1924.
De voorwaarden, waarnaar moet
worden ingeschreven, liggen op
voornoemd bureau ter inzage en
zijn aldaar f 0.25 per stuk ver
krijgbaar.
Confectie-Uitverkoop
in alle maten
in diverse kwaliteiten.
Alles prima Engelsch maaksel.
enorm verlaagde prijs.
Vraag onze
dubbele rand, prima pasvorm,
ventilatie leer.
Aanbevelend,
HEEREN MODES, HOEDEN EN
PETTEN MAOAZIJNEN.
Kanaalstraat C 22-24 Telef. 171.
in Engelsche fantasie stoffen
met Volants en striksluiting
3.90 - 4.90 - 5.90 - 6 90
in Gabardine, Twilt en Rips
vanaf
3.90 - 7.90 - 13.75 enz.
Fantasie Crêpe, Voille en
Mouseiine. Alle malen
1.95 - 2.90 - 3.90 4.90
in effen en gebloemde
Crêpe
0.60 - 0.90 - 1.08 - 1.65
volgens de laatse mode, in
moderne kleuren laken
9.50 - 11.90 - 12.90 -14.90
in fantasie en effen stoffen
1.90 - 2.90 - 3.90 - 5.90
in Moderne Crêpe, Popeline
en zijden Tricot
5.90 - 7.90 - 9.75 - 12.90
Prima Zwilsersche Voile
1.45 - 1.05 - 2.90 - 3.90
Leeren Regenhoeden 0.98
in Gabardine en Rips Traver
Alle modekleuren.
16.90 - 17.90 -19.50-22.50
in twee kleuren lak vanaf
11.90.
In Oabardine, alle maten
8.90 14.90 - 19.50,-23.50
Hoofdzakelijk restanten
Mei en zonder Volants
0.90 - 1.40 - 1.90 - 2.90
Dames Vilthoeden
vanaf 0.70
Dames Chapelerie
vanaf 1.60
in alle kleuren
5.90
IETS EXTRA'S
Waterdicht
2.90 - 3.40 - 3 90 - 4.40
van prima Liberti Satinet.
Alle kleuren, slechts
2.48
In fijne fantasie streepen
Slechts
0.98 - 1.19 - 1.35 - 1.95
UITGAVE VAN DE
Beleefd aanbevelend voor alle voorkomende Timmer- en Metselwerken
Werkplaats: HUYOENSSTRAAT37-45 Adres: SCHOOLSTRAAT5
TIMMERLIEDEN EN METSELAARS.
Aan 't zelfde adres een riante Bovenwoning te huur en een Pakhuisje
of Werkplaats, beiden in de Huygensstraat.
door
RUDOLF HERZOO.
36.
De spot kroop terug, het re
spect groeide. De gelukwenschen wer
den stormachtig. Tot bij elven moest
Wilhelm van zijne verloofde vertellen,
dat ze groot, slank, elegant en de beste
amazone in Hyde Park was. Gustav
Wiskotten had zwijgend toegeluisterd.
Hij zag de van leven overvloeiende
schoonzuster voor zich met ai de
vreemde aantrekkelijkheid, welke
voor den man de vergelijking met het
alledaagsche beteekent. Ais een invre
tende nijd kwam het over hem. Toen
stond hij snel op, joeg de dwaallichten
op de vlucht en knipoogde zijn broers
toe.
Die begrepen hem en stonden even
eens op.
„Waar gaan jullie nu nog heen? Het
is tijd om naar bed te gaan."
„We willen Gustav nog naar huis
brengen. Die is 's avonds zoo bijzien
de."
Ze trokken door de stille straten
naar de herberg van Abram Schulte,
luid lachend en snoevend, alsof zij de
heeren van het nachtelijk Bannen wa
ren. De op een na jongste dacht aan
den jongste. „Jammer, dat Ewald er
niet bij is."
„Heb je bericht van hem?"
„Hij heeft het geld, dat tk hem ge
zonden heb, teruggestuurd."
„Trotsch bemin ik den Spanjaard!
'n Avond, Oweram!"
„Als God treiteren wil, stuurt hij een
mensch de Wiskottens op z'n dak.
Mijne heeren,- kunt u een ander niet
eens gelukkig maken?"
„Bier!"
„Laat die Falstaff praten! Je moet
den os, die daar brult, den muil niet
sluiten!"
I „Bier!"
i „Heeft ze ras, Wilhelm?"
„Mabel? Die danst je dood en le-
vend, Gustav."
i August stiet hem in de zijde. „Droom
niet, Gustav." Toen keek hij verward
om zich heen, greep zijn glas en begon
luid te zingen.
„An der Garentü-a-ür
IHat mein Madchen mi-a-ir
Sanft die Hand gedrückt."
En zwelgend, gevoelvol en uitgela-
ten viel het koor in, alsof hun op de
wijde wereld niets anders belang in
boezemde:
„O wie ward mir da-o-a,
Als mir das gescha-o-ah
Als mein Madchen mi-a-ir
Sanft die Hand gedrückt
HOOFDSTUK VIII.
In Düsseldorf bloeiden de hoornen,
alsof ze gezegend waren. Een zoete,
bedwelmende geur steeg uit het park
op over den Rijn, vermengde zich met
zijn teerlucht en deed de jeugd, die de
riemen hanteerde, verlangend den
hals rekken, als droomde sa van zee
reizen en verre streken. In het groote
academiegebouw stonden alle ven
sters wijd open. Ewald Wiskotten zat
in zijne klas een pleisterkop op de tee
kenplank voor hem te copieeren.
Werktuigelijk trok hij de lijnen na,
mat, met moe opgeheven arm, zijn tee
kenpen. als maatstaf gebruikend, van
uit de verte de verschillende verhou
dingen, voltooide de omtrekken, en be
gon met de schaduw. De professor
had eene halve minuut achter zijn
kruk gestaan, met potlood in zijne
teekening verbeterd en afkeurend het
hoofd geschud.
„Wie is nu eigenlijk scheel? De
Apollo of u? Voor de zuiverheid van
het pleister zou ik mijne hand in het
vuur willen leggen."
Toen hij weg was, veegde Ewald Wis
kotten geërgerd de verbeteringen van
den professor uit, trok eene hulplijn
van den neus naar de punt en teeken-
de het oog opnieuw. Maar de Apollo
keek slechts nog brutaler scheel. Nu
gaf hij het voor heden op, den Prome
theus -te spelen en de goddelijke vonk
op te sporen. Door het openstaande
venster lokte de geur van teer en bloe
men. Beneden, Rijn-afwaarts, had men
de eerste bad-inrichting naar buiten
gebracht.
In zijne leden was sinds weken eene
matheid, welke hij niet vermocht te
overwinnen. De breed voortstroomende
Rijn zond hem eene uitnoodiging toe.
En hij weerstond niet langer. Hij pak
te zijn teekengerei bijeen en verliet de
zaal met snelle schreden. Een paar
andere leerlingen keken op en lachten
hem achter zijn rug uit.
„Wel, licht je fe hielen??
„De kerel is zoo bros, alsof Apollo
hem als Marsyas geschonden had."
„O neen! Wiskotten heeft Apollo ge
schonden. Kijk die teekening eens!"
Hij maakte, dat hij weg kwam. Woe
dend snelde hij over de gangen, holde
bij twee treden tegelijk de trap af en
haalde pas weer verlicht adem, toen hij
het beklemmende gebouw den rug toe
gekeerd had. Vóór de badinrichting
zocht hij zijn geld bij elkaar, betrad
zijn kamertje, rukte zich de kleeren
van het lijf, alsof het een pantser was,
en sprong hals over kop in het water.
„Opgepast, Drickes," lachte de eige
naar den oppasser toe, „dat Is 'n zelf
moordenaar."
„Hei, jongeheer, jaag onze visch niet
weg! U moet de visch pas langzamer
hand aan uw aanblik gewennen."
Proestend kwam Ewald Wiskotten
boven.
„Schaapskop!" schreeuwde hij en
dook opnieuw.
„Wat het-ie gezeid? Ik geloof, dat-ie
me uitschold!"
„Hij heeft je op de rechte waarde
geschat, Drickes. Dat is geen zelf
moordenaar. Die heeft nog zeer helde
re oogenblikken."
,,'n Mensch kan zich vergissen, baas.
Wat 't adres betreft
Ewald Wiskotten stiet heftig tegen
een anderen zwemmer aan. „Hopla!"
zeide hij en wilde verder gaan.
„Ik zal je; hopla! Je lijdt zeker aan
vervolgingswaanzin?"
Woedend keerde de jonge man terug
en kwam met zijn bovenlijf boven het
water uit. „Vlegell'*
„Wat —er
op en neer wippend keken ze elkan
der aan.
„Verduiveld, dat is Ewald Wiskot
ten
„Ernst Kölsch? Ik had je met je drij
vende haren niet herkend."
„Blauwe plekken heb ik van je ge
kregen. Je heb zeker je vleesch in de
garderobe achtergelaten en slechts de
botten in het water geworpen?"
„Sapperloot, hen ik dan zoo mager
geworden, dat het reeds opvalt?"
„Als ik in jouw plaats was, zou ik
me een costuum naar Engefschen snit
laten maken of een spanbroekje gaan
dragen. Die zouden je zeer goed klee-
den."
„Alle gekheid op een stokje. Ik voel
me heel wel."
„Dat doet me pleizier," zeide de an
der droog en wierp zich op den rug.'
„Overigens: Anna was in Düsseldorf.
Waarom? Ja, hoe zal ik het zeggen?
Om .mijn goed te verstellen of om mij. j
eens goed de waarheid te zeggen. Bei
den hield ze voor noodzakelijk. Ze laat
je groeten. Brr nu krijg Ik kippevel. 2
Toch nog koud het water. Kom mee er r
uit."
Toen ze naast elkander naar hunne,
kamertjes liepen, wierp Ernst Kölsch
op zijn makker een onderzoekenden
blik. En toen op zijne eigen, gespierde.,
gestalte. Maar hij zeide niets meer. Ze
droogden zich af, kleedden zich aan en
slenterden naar de stad terug. Op den
hoek der Alleestraat wilde Ewald Wis
kotten zich van zijn gezel scheiden.
Wordt Terrolfd,