omtrent de gedurende 1922 en 1923 uit
IJmuiden per spoor verzonden visch.
Naar het binnenland werd in totaal
verzonden 18.239.917 K.G. tegen
20.601.250 K.G. in 1922; naar België
10.353.322 K.G. tegen 14.425.484 K.G. in
1922; naar Frankrijk 1.887.936 K.G. te
gen 1.870.551 K.G. in 1922; naar Enge
land 5.610.466 K.G. tegen 2.832.666 K.G.
in 1922; naar Duitschland 794.210 K.G.
tegen 634.971 K.G. in 1922.
Aan versche en gezouten haring
werd in totaal verzonden: naar het
binnenland 496.412 K.G. tegen 241.282
K.G. in 1922 en naar Duitschland
6.586.888 K.G. tegen 1.031.075 K.G. in
1922. .ill
Aan gerookte, gedroogde én gezouten
visch werd in totaal verzonden naar
liet binnenland 757.536 K.G. tegen
721.889 K.G. in 1922.
Ter toelichting op bovenstaande cij
fers diene het volgende:
In de eerste plaats is van beteekenis
de vooruitgang van den uitvoer van
versche visch naai' Duitschland, gedu
rende de beide laatste maanden van
het jaar. Dat deze uitvoer in hoofdzaak
plaats had naar Rijnland en Roerge
bied, vanouds Hollands beste vischaf-
nemers, wijst op een kentering in de
toestanden aldaar, welke voor de toe
komst hoop geeft op een zoo al niet ge
heel herstel, dan toch op een aanmer
kelijke verbetering, in vergelijking
rae( de toestanden gedurende de paar
laatste jaren.
Voorzoover deze cijfers op zichzelf
beschouwd, quantitatief nog niet van
zulk een groote beteekenis zijn, geeft
het feit dat deze uitvoer zich aansluit
aan de niet onbelangrijke afzet van
haring naar ditzelfde gebied, daaraan
een belangrijk hoogere beteekenis.
Dat voorts de verbetering intrad,
toen er in deze streken nog geen gun
stige omstandigheden waren ingetre
den en slechts een uitzicht daarop be
stond, accentueert dit te scherper.
Een opleving van den handel op
Duitschland wordt daarom door be
langhebbenden bij het bedrijf voor
1924 met eenig vertrouwen tegemoet
gezien.
Van grootere beteekenis is voorts
de vermeerdering van uitvoer naar
Engeland, gedurende 1923. Voerde En
geland voor den oorlog belangrijk
meer uit naar andere landen, dan
thans, daar tegenover staat thans een
verdubbeling van den uitvoer van Ne
derland naar Engeland. Wat bijzonde
re waarde verleent aan dezen uitvoer
is daarenboven dit, dat procentsgewijs
in 1923 minder in consignatie werd
verzonden, dan in 1922 en meer op be
stelling, waardoor aan den handel op
Engeland een gezondere basis wordt
verschaft.
Bij vervoer en vrachttarieven zgil
nog even nader worden teruggekomen
op de vraag in hoeverre deze mede
daaraan dienstbaar zijn geweest.
Daarbij zal dan tevens kunnen wor
den gewezen op het feit, hoe het moge
lijk is dat bij de ontplooide energie,
Frankrijk niet evenzeer een hooger
aandeel heeft gehad vap onzen uitvoer
als Engeland. Toch zal niet alle gebrek
aan vooruitgang moeten worden ge
weten aan de verzend gelegenheid,
maar heeft ^eer zeker het valutavraag-
stuk daar ook wel zijn invloed doen
gelden.
Dit laatste kan ook tamelijk wel
worden aangenomen als de reden van
den achteruitgang van den uitvoer
naar België. Daar doet zich thans het
zelfde bezwaar, hoewel in geringere
mate, gevoelen, dat ook in Duitsch
land den handel zoozeer beïnvloedde,
n.l. dat de onzekerheid der valuta over
't algemeen een groot bezwaar ople
vert.
Aan den uitvoer naar Luxemburg,
Zwitserland en Elzas Lotharingen
heeft de handel niet minder dan vori
ge jaren zijn aandacht gewijd. Toch
zijn Zwitserland en Luxemburg niet
zulke belangrijke afnemiers en wat El
zas Lotharingen betrejft, zullen de
moeilijkheden, dat dezje thans onder
het Fransche douane-tarief vallen, al
tijd remmend blijven werken op het
herstel der oude handjelsrelatiën.
De verzending van IJmuiden naar
het Binnenland bleef in 1923 ruim 10
pCt. onder die van 1922.
In hoeverre hieruit een verminderd
binnenlandsch vis cjh verbruik valt te
concludeeren, is niet met juistheid te
zeggen, valt zelfs te betwijfelen. Om
een juist oordeel daarover te verkrij
gen, zijn eveneens noodig de gegevens
van wat uit andere havens voor bin
nenlandsch gebruik is verzonden.
De schrale aanvoeren in den zomer
zullen ook ongetwijfeld het hunne
daartoe hebben bijgedragen.
De verzending in het binnenland van
gerookte, gedroogde en gezouten visch
bleef vrij stationnajr, terwijl de ver
zending van haring, zoo gezouten als
versch, in 1923 vergeleken bij 1922
ruim verdubbelde.
Zeer belangrijk is de vooruitgang
geweest van de vterijfending van ver
sche en gezouten hsiring naar Duitsch
land, waartoe in njiet geringe mate,
men mag wel z^ggj^n hoofdzakelijk
hebben medegewerkt de groote haring-
aanvoeren door Engelsche drifters.
Bij deze beschouwingen diene te
worden bedacht, dat alle hier genoem
de cijfers alleen betrekking hebben
op het vervoer per Nederlandsche
Spoorwegen.
Voor België komt daarbij het zeer
belangrijke vervoer met motorbooten,
terwijl de binnenlandsche handel
ook voor een deel zijn aanvoeren door
andere vervoermiddelen heeft ontvan
gen.
Ofschoon dus de vooruitzichten voor
1924 niet ongunstig zijn, in verhouding
tot de voorafgaande jaren, zal toch het
valutavraagstuk in de ons omringende
landen waarschijnlijk ook in 1924, de
handelsmogelijkheden in IJmuiden
sterk beïnvloeden en blijft er derhalve
nog een elenïent van onzekerheid,
waarmede rekening zal moeten wor
den gehouden.
Vervoer en vrachttarieven.
Hierboven is reeds verwezen naar
het verband tusschen uitvoer en ver-
zendaangelegenhe<ien en daarbij mag
thans in de eerste plaats wel gewezen
op de verzending via Hoek van Holland
naar Engeland, waardoor in niet ge
ringe mate de uitvoer naar Londen
wordt bevorderd en waarvan zoowel
de Ned. Spoorwegen zelf, als de vis-
scherij profiteeren.
Hiertegenover staat, dat de verzen
ding naar Frankrijk alles te wenschen
over laat. Werd eerst veel gebruik ge
maakt van de verzendihg van visch
als snelvervoer naar Parijs (vertrek
IJmuiden 4.04 n.m. aankomst des an
deren daags 7 uur v.m.) de herhaalde
vertragingen van deze aansluitingen
hebben gemaakt* dat dit vervoer nog
maar zelden voorkomt.
Klachten hierover bij de Ned. Staats
spoorwegen ingediend hebben geen re
sultaat gehad.
Dat de uitvoer naar Frankrijk, on
danks deze omstandigheden, ongeveer
gelijk is gebleven, wettigt het vermoe
den, dat bij betere verzendgelegenheid.
ook de handel op Frankrijk nog voor
uitbreiding in aanmerking zal kunnen
komen.
Ingaande den 15den October is dooi
de Ned. Spoorwegen een uniform-tarief
voor het vervoer van versche en gezou
ten haring naar Duitschland in transit
ingevoerd. Als vracht is verschuldigd
een bedrag van f 0.64 per 100 K.G.,
mits het vervoer plaats heeft via Coe-
vorden, Oldenzaal, Enschedé, Broek-
heurne, Winterswijk, Gennep, Venlo of
Vlodrop. Dit speciale tarief geldt al
leen voor Vlaardingen en IJmuiden.
In het laatst van 1923 is door de
IJmuider Vischhandelvereeniging her
haaldelijk geklaagd over het slechte
transport naar Elzas Lotharingen en
Zwitserland.
Ofschoon nog niet geheel geregeld,
hebben de besprekingen, welke hier
over gehouden zijn, tengevolge gehad,
dat het vervoer reeds aanmerkelijk is
verbeterd.
Credietwezen.
In de regeling van het Credietwezen
is geen verandering gekomen. De nog
steeds bestaande malaise heeft ook in
1923 haar invloed doen gevoelen. Rijk-
halzend wordt te IJmuiden, naar een
ruimere credietvoorziening aan den
handel, uitgezien, aangezien dit o.m.
geacht mag worden een der beste mid
delen te zijn om tot de noodige uitbrei
ding van handelsrelaties te geraken.
Binnenlandsche vischvoorziening.
Op initiatief van den heer Hoofd-
inspecteilr der Visscherijen is in 1923
tot stand gekomen het Nationaal Co
mité voor de propaganda voor visch-
gebruik, aan welks totstandkoming en
actie ook de Reedersvereeniging een
aandeel heeft genomen. Hoofdzaak van
het doel is het bevorderen van het
vischgebruik in Nederland, hetgeen
ook bij een opleving van den buiten-
landschen handel een voornaam be
lang blijft voor het Visscherij bedrijf.
Voor de actie van dit Comité, uitge
gaan ter gelegenheid van de Tentoon
stelling voor Volksvoeding te Amster
dam, is, behalve een belangrijk bedrag
in geld, ook de noodige medewerking
verleend, door het afstaan van niet on
belangrijke hoeveelheden visch voor
de bakdemonstraties 'en door persoon
lijke medewerking.
Behalve pl.m. 25000 porties gebakken
visch en de noodige haring en haring
producten, zijn op deze Tentoonstel
ling ook uitgereikt ruim 19000 propa-
ganda-kook'boekjes.
Voor deze propaganda is, behalve
van de zijde van belanghebbenden,
ook steun verleend door de Regeering,
in den vorm van toezegging van twee
subsidiën, tot dekking van een eventu
eel tekort en wel tot een maximum
van f 2700.
Bevordering haringafzet.
Door de Regeering is in den zomer
een bedrag van f 20.000 beschikbaar
gesteld voor de bevordering van den
haringuitvoer, welk bedrag werd in
handen gesteld van eene daartoe inge
stelde Rijkscommissie.
Juist toen deze Commissie haar taak
begon uit te voeren, kwam ook in den
particulieren handel eenig meer as
pect, zobdat de handel reeds vreesde
voor nadeelige gevolgen van het optre
den dezer Commissie, en bezwaar
maakte, dat door deze Commissie ha
ring in consignatie zou worden gezon
den naai- Duitschland.
Door het verder verloop van den af
zet van haring is een voortgezette actie
van de Rijkscommissie onnoodig ge
worden.
HollandschEngelsch arbitrage-
verdrag.
In den loop van den zomer zijn be
sprekingen geopend over een af te slui
ten Hollands ch-Engelsch arbitrage
contract voor de visscherij, in verband
met de Noordzeeconventie.
De besprekingen hebben tot nu toe
nog niet tot eenig definitief resultaat
geleid, maar door de visscherij-inspec-
tie worden pogingen aangewend om in
1924 tot een overeenkomst te komen,
waardoor eventueele geschillen aan
het einde der haringteelt gelijktijdig
en op eenvoudige wijze kunnen worden
geregeld. Te verwachten is, dat zooda
nig contract van meer beteekenis zal
blijken te zijn voor de haringvissche-
rij, dan voor de trawlvisscherij.
Algemeens bedrijfskosten.
Ook voor 1923 gold, wat van 1922
moest worden gezegd, dat de algemee-
ne bedrijfskosten nog niet in die mate
zijn gedaald, dat van een loonend be
drijf zou kunnen worden gesproken.
In de door de visscherij betaalde ar-
beidsloonen is in 1923 geen verande
ring gekomen, die van zoodanige be
teekenis was, dat daardoor de exploita
tie belangrijk werd beïnvloed. De be
staande arbeidsovereenkomsten wer
den per 15 Juni opgezegd en trad een
contractloos tijdperk in, waarbij het
uurloon voor lossen arbeiders daalde
van f 0.60 tot f 0.50.
Met September werd door de groot
ste van de IJmuider Visscherij-orga
nisaties een gewijzigde loonregeling in
gevoerd, welke tenslotte op het eind
van het jaar leidde tot arbeidsover
eenkomsten voor de visscherij en ook
voor de nevenbedrijven tusschen die
onderneming en de vakorganisaties,
op dezelfde voorwaarden die per 1
September waren ingevoerd.
Na de definitieve totstandkoming
daarvan zijn onderhandelingen ge
opend over het afsluiten van gelijke
overeenkomsten voor andere bij de
Reedersvereeniging aangesloten reede-
rijen, welke in dit kalenderjaar niet
zijn beëindigd.
De invloed der nieuw gesloten en
nieuw te sluiten overeenkomsten zal
echter eerst in 1924 tot merkbare re
sultaten leiden.
Ook in 1923 deden zich bij vernie-
wing de bezwaren voelen, verbonden
aan het tijdelijke opleggen der sche
pen.
Het niet regelmatig kunnen door ex-
ploiteenen blijft voor de betrokkene
reederijen steeds zeer schadelijk.
Van buitengewone beteekenis zijn in
1923 geweest de schommelingen in de
kolenprijzen, tengevolge van de inter
nationale toestanden.
Wat in een vorig jaarverslag werd
opgemerkt omtrent de toepassing der
Arbeidswet, geldt voor een belangrijk
gedeelte ook voor 1923.
De pogingen gedaan om te komen tot
niet-toepasselijk verklaring van de Ar
beidswet op het Visscherijbedrijf, heb
ben tot geen resultaat geleid.
Ten aanzien van de sociale wetge
ving en haar invloed op de bedrijfsre
sultaten moet worden opgemerkt, dat
de bezwaren zich steeds drukkender
doen gevoelen, naarmate het bedrijf
langer met tekorten heeft te worstelen.
Op het verzoek om herziening der
loontabellen, behoorende bij de Zee
ongevallenwet, waardoor deze beter
aanpassen aan de bestaande omstan
digheden, is in 1923 geen geschikking
genomen.
De actie tegen de dubbele belasting
bij het Handelsregister, mocht even
min eenig resultaat opleveren, ook de
pogingen om vermindering te beko
men van de tarieven der jaarlijksche
bijdragen, hadden geen gevolg.
In den loop van 1923 is ook bij de
Regeering een verzoekschrift inge
diend, om te bevorderen dat van on
gebruikte perceelen, die, op erfpachts-
gronden zijn gebouwd, geen canon zou
worden gevorderd, voor den tijd, gedu
rende welken deze perceelen onge
bruikt en dientengevolge renteloos
zouden staan.
Het verzoek daartoe rustte niet al
leen op de overweging, dat het bedrijf
onmogelijk deze lasten kon opbrengen,
maar eveneens op de overweging, dat
het in 't algemeen belang gewenscht
moest worden geacht deze perceelen
bij verkoop (meestal gedwongen) niet
geheel waardeloos te maken.
De onzekerheid, die bestond voor
hypotheekgevers, was zoo groot ge
worden, dat dit niet kon nalaten on
gunstig te reageeren op het verkrijgen
van credieten op deze perceelen als
onderpand.
Ofschoon aanvankelijk gehoopt werd
hierop een gunstige beschikking te
Ben door de Zon Verschroeide Huid,
verkrijgen, is tenslotte gebleken, dat
ook deze hoop ijdel en deze pogingen
vruchteloos zijn geweest.
Met de Scheepvaart-Inspectie zijn
zeer belangrijke besprekingen gevoerd
door de Commissie van Overleg, in ver
band met de verschillende voorschrif
ten, die in den loop van den tijd door
de Scheepvaart-Inspectie zijn gegeven.
Alle uitgevaardigde circulaires zijn
door de Scheepvaart-Inspectie samen
gevat in één geheel en hebben een on
derwerp van bespreking uitgemaakt,
waarbij aan verschillende opmerkin
gen van de zijde der Commissie van
Overleg gemaakt, is tegemoet geko
men. De samenvatting der gewijzigde
circulaires is in een boekje opgenomen
en verkrijgbaar gesteld.
Ofschoon daarmede niet van het be
drijf zijn afgewenteld de kosten, die uit
het Rijkstoezicht op de schepen voort
vloeien, bevordert het toch zeer den
goeden gang van zaken in het bedrijf,
dat nu in vele gevallen kan worden
nagegaan aan welke eischen moet
worden voldaan, hetgeen vroeger al
lerminst het geval was, zeer ten na
deel© van het bedrijf.
Voor een behoorlijke samenwerking
tusschen de Scheépvaart-Inspectie en
het bedrijf is dit wel van beteekenis.
De actie tegen die bepaling in de
nieuwe Stoomwet, waarbij een deel der
kosten van de uitvoering dier wet zou
den gebracht worden, ten laste der be
trokken bedrijven, heeft de regeering
niet kunnen overtuigen van de nood
zakelijkheid om op het eenmaal inge
nomen standpunt terug te komen. De
bezuiniging is dan ook gewoon neer
gekomen op een afschuiving op de In
dustrie, terwijl de concept-tarieven
die aan het oordeel van het Bestuur
onzer vereeniging werden onderwor
pen, zoo waren samengesteld, dat de
totale inkomsten niet slechts zullen
vormen een behoorlijke bijdrage in de
kosten van de uitvoering der wet,
maar bijna al die kosten zullen dek
ken.
De geraamde verliesmarge is zelfs
zoo gering, dat wanneer de raming
van inkomsten ook maar zeer weinig
zoude medevallen, het verlies geheel
zal verdwijnen en zelfs meer van de
industrie zal worden gevorderd, dan
de kosten zullen bedragen.
Het gevaar op uitbreiding van
staatsbemoeiing gaat uit den aard der
zaak met zulk een politiek allicht hand
aan hand. Per 1 April 1924 treedt deze
nieuwe wet in werking.
In 't algemeen moet dan ook worden
geconstateerd dat in 1923 'door de Re
geering niets noemenswaard is ge
daan om de verheffing van het Vis
scherijbedrijf te bevorderen en dat
geen verlichting, maar wél verzwaring
van bedrijfslasten wordt waargeno
men, hetgeen vooral voor een bedrijf
als de visscherij, dat geen kosten op
derden kan afwentelen of doorbereke
nen een groot euvel vormt.
Wanneer men dan ook tenslotte in
Visscherijkringen met een weinig meer
vertrouwen 1924 is ingegaan, dan
steunt dat niet op de ervaring dat van
regeeringszijde zoo is medegewerkt,
of daarvan zooveel wordt verwacht,
maar daarop, dat nu eindelijk in de
mogelijkheid van handelsherstel eenig
licht wordt gezien, waardoor de toe
komst voor de Hollandsche visscherij
een weinig schijnt op te klaren.
PLAATSELIJK WIEUWS.
IJMUIDEN.
—De heer W. P. Mets was gisteren
25 jaar werkzaam bij de firma van
Vliet en Co., scheepsagenten en carga
doors alhier. Op 1 Juli 1899 als jongste
bediende in de zaak opgenomen, werd
de heer Mets in 1912 als lid in de firma
opgenomen. Behalve als goed carga
door heeft de heer Mets zich op maat
schappelijk gebied in tal van functies
verdienstelijk gemaakt en kennen wij
hem als een joviaal collega en goed re
porter.
In de vergadering der Christelijke
Vereeniging voor Jongemannen werd Maan
dagavond een zilveren jubileum gevierd.
Het was namelijk gebleken dat het 19 Juni
25 jaar geleden was geweest dat de heer
L. P. Tismeer zich hier ter plaatse vestigde
en na eenige dagen lid werd van de Chr.
Jongelings Vereeniging.
In Augustus 1899 werd de heer Tismeer
reeds voorzitter en sinds dien is hij, onder
verschillende titels, steeds gebleven een
der meest invloedrijke leiders der zich
ontwikkelende vereeniging.
Zoo, dat voor heel velen, de C.J. M. V.
niet denkbaar is zonder den heer Tismeer.
Immers van het meeste, naar buiten blijkende
werk der vereeniging was steeds de heer
Tismeer de ziel. Zoo was het sinds 1902
met het opsparen voor een eigen gebouw,
in 1914 met het inrichten van een tehuis
voor militairen, sinds 1920 met de exploitatie
van het Koning Willems Huis. Maar ook
in het meer intieme werk der vereeniging
was „hij een der meest gewilde werkers.
Than», nu het bestuur ter oore wa« g«-
▼erzach t en gen eest men met PURO
komen dat deze stand?;van zaken een kwart
eeuw had geduurd, bereidde het in alle
stilte een huldiging voor. Zoodoende zond
de vergadering Maandagavond een com
missie naar de woning van den heer Tismeer
met verzoek aan deze even mee te komen.
De niets vermoedende jubilaris voldeed
daaraan en werd ontvangen in een versierde
zaal waarin een groot aantal aanwezigen
hem het eerste couplet van het bondslied
toezong.
Daarna sprak de voorzitter, de heer
Selling hem toe, uit welke toespraak de
heer Tismeer kon begrijpen wat dit alles
beteekende en welke door hemzelf vergeten
geachte feiten, thans hem opnieuw in her
innering werden gebracht. De voorzitter
besloot met den jubilaris te danken voor
alles wat deze voor de vereeniging is ge
weest en de wensch dat hij nog lang mag
blijven, terwijl hij als stoffelijk blijk van
waardeering hem een gouden medaille aan
bood met het insinge der vereeniging en
de jaartallen 1809-1924 er in gegraveerd.
De jubilaris dankte verrast voor deze
huldiging. Nadat ook de inmiddels uitge-
noodigde echtgenoote van den jubilaris
verschenen was, werd ook haar dank ge
bracht voor de vele dagen dat zij haar man
aan de vereeniging moest afstaan, werd een
feestelijke dronk aan het echtpaar Tismeer
gewijd. Na dien voerden nog eenige leden
het woord waarna de vergadering eenigszins
haar gewone verloop hernam.
De mogelijkheden voor IJmuiden
buiten de Visscherij.
De Visscherij-Courant schrijft het
volgende:
Waarom niet?
Men zal het bespottelijk vinden. Men
zal er om lachen. Men zal zeggen,
schoenmaker, houdt je bij je leest. Het
zij zoo.
Wanneer voor 25 jaar een der macht
hebbers een vooruitziende blik had ge
had, zou IJmuiden er dan zoo uit zien
als het nu doet? Een plaats zonder
eenig verband, zonder hoofdstraat, zon
der centrum?
Weet ge wat van IJmuiden te maken
is?
Men trekke het spoor door en brenge
de menschen naar het strand, 't Is er
mooi, mooier dan waar ook, want de
levendige vaart op de haven biedt een
afwisseling als nergens. Naar 't Zuiden
Zandvoort, hetwelk heel wat makkelij
ker is te bereiken, omdat de boulevard
een heele lengte van de kustlijn in be
slag neemt. Wanneer die boulevard
werd doorgetrokken tot IJmuiden. Wat
een pracht badplaats zou dat worden:
ZandvoortIJmuiden. Welk èen gele
genheid voor wedstrijden, voor sport.
Prachtige golf- en tennisbanen; de
mooiste wandelweg langs zee ter we-
réld, met een ideale zijweg door de
duinen naar Bloemendaal. Welk een
gelegenheid voor een weekend, ook
voor de Engelschen, wanneer er bijv.
een dienst werd ingesteld Harwich—
IJmuiden.
De vlugste verbinding van Engeland
met Noord-Duitschland moet loonend
zijn. IJmuiden, ook de vischomzet met
Londen zou profiteeren. Men denke aan
export-slagerijen, aan aanvoer van
groenten en fruit. Die booten moeten
grooter havenruimte hebben. Men ma
ke die ruimte grooter, zoodat ook ande
re lijndiensten daar plaats vinden.
Welk een besparing van tijd een dag
per week.
En Amsterdam?
Wel Amsterdam heeft al belang bij
IJmuiden. 't Amsterdam's voorhaven.
Amsterdam stak in het hoogoven
bedrijf vijf millioen. Rotterdam heef
al wat vrij was aan de Maasoevers, d(
Hoek van Holland incluis. Amsterdan
moet en zal zich uitbreiden naar he
Westen. Waarom Amsterdam niet d<
oevers van het IJ? Waarom Amster
dam niet IJmuiden, 't welk Veis©
reeds lang is ontgroeid? Waarom niet
Ze hebben toch ook gezegd dat he
met de vischhal niets werd.
Voor 25 jaar.
We zullen zien, wanneer we. weer 2
jaar verder zijn.
VELSEROORD.
Schaakwedstrijd.
Door hekcomité, dat dezen winter de
zoo welgeslaagden schaakwedstrijd o;
ganiseerde, is thans een z.g. „Eéhdaa/
sche" wedstrijd uitgeschreven en
op Zondag 20 Juli a.s. in den Luncfc
room Eynthoven. Gespeeld wordt i
groepen van 4 personen, met een twe'
tal prijzen voor elke groep. Inlegge
f 1,25 per persoon. Aangifte tot deeln;
me kan geschieden bij de heeren AA
d. Vlerk, M. A. Post en Ph. Eynthov'
allen Stationsweg alhier. Met het'
op het beperkt aantal deelnemers
meer dan 36 kunnen geplaatst worde,
is opgave en betaling der inleggeld
vóór of op 15 Juli noodzakelijk. Indi
aan deze voorwaarde wordt voldas
kan op mededinging worden gereker
Voor hen, die zich laten aanmelden
die niet vóór 15 Juli hun inleggeld st(
ten, bestaat alleen gelegenheid tot de
name, indien het max, aantal niet is 1
reikt. jv;rt.i,'.