omtrent de gedurende 1922 en 1923 uit IJmuiden per spoor verzonden visch. Naar het binnenland werd in totaal verzonden 18.239.917 K.G. tegen 20.601.250 K.G. in 1922; naar België 10.353.322 K.G. tegen 14.425.484 K.G. in 1922; naar Frankrijk 1.887.936 K.G. te gen 1.870.551 K.G. in 1922; naar Enge land 5.610.466 K.G. tegen 2.832.666 K.G. in 1922; naar Duitschland 794.210 K.G. tegen 634.971 K.G. in 1922. Aan versche en gezouten haring werd in totaal verzonden: naar het binnenland 496.412 K.G. tegen 241.282 K.G. in 1922 en naar Duitschland 6.586.888 K.G. tegen 1.031.075 K.G. in 1922. .ill Aan gerookte, gedroogde én gezouten visch werd in totaal verzonden naar liet binnenland 757.536 K.G. tegen 721.889 K.G. in 1922. Ter toelichting op bovenstaande cij fers diene het volgende: In de eerste plaats is van beteekenis de vooruitgang van den uitvoer van versche visch naai' Duitschland, gedu rende de beide laatste maanden van het jaar. Dat deze uitvoer in hoofdzaak plaats had naar Rijnland en Roerge bied, vanouds Hollands beste vischaf- nemers, wijst op een kentering in de toestanden aldaar, welke voor de toe komst hoop geeft op een zoo al niet ge heel herstel, dan toch op een aanmer kelijke verbetering, in vergelijking rae( de toestanden gedurende de paar laatste jaren. Voorzoover deze cijfers op zichzelf beschouwd, quantitatief nog niet van zulk een groote beteekenis zijn, geeft het feit dat deze uitvoer zich aansluit aan de niet onbelangrijke afzet van haring naar ditzelfde gebied, daaraan een belangrijk hoogere beteekenis. Dat voorts de verbetering intrad, toen er in deze streken nog geen gun stige omstandigheden waren ingetre den en slechts een uitzicht daarop be stond, accentueert dit te scherper. Een opleving van den handel op Duitschland wordt daarom door be langhebbenden bij het bedrijf voor 1924 met eenig vertrouwen tegemoet gezien. Van grootere beteekenis is voorts de vermeerdering van uitvoer naar Engeland, gedurende 1923. Voerde En geland voor den oorlog belangrijk meer uit naar andere landen, dan thans, daar tegenover staat thans een verdubbeling van den uitvoer van Ne derland naar Engeland. Wat bijzonde re waarde verleent aan dezen uitvoer is daarenboven dit, dat procentsgewijs in 1923 minder in consignatie werd verzonden, dan in 1922 en meer op be stelling, waardoor aan den handel op Engeland een gezondere basis wordt verschaft. Bij vervoer en vrachttarieven zgil nog even nader worden teruggekomen op de vraag in hoeverre deze mede daaraan dienstbaar zijn geweest. Daarbij zal dan tevens kunnen wor den gewezen op het feit, hoe het moge lijk is dat bij de ontplooide energie, Frankrijk niet evenzeer een hooger aandeel heeft gehad vap onzen uitvoer als Engeland. Toch zal niet alle gebrek aan vooruitgang moeten worden ge weten aan de verzend gelegenheid, maar heeft ^eer zeker het valutavraag- stuk daar ook wel zijn invloed doen gelden. Dit laatste kan ook tamelijk wel worden aangenomen als de reden van den achteruitgang van den uitvoer naar België. Daar doet zich thans het zelfde bezwaar, hoewel in geringere mate, gevoelen, dat ook in Duitsch land den handel zoozeer beïnvloedde, n.l. dat de onzekerheid der valuta over 't algemeen een groot bezwaar ople vert. Aan den uitvoer naar Luxemburg, Zwitserland en Elzas Lotharingen heeft de handel niet minder dan vori ge jaren zijn aandacht gewijd. Toch zijn Zwitserland en Luxemburg niet zulke belangrijke afnemiers en wat El zas Lotharingen betrejft, zullen de moeilijkheden, dat dezje thans onder het Fransche douane-tarief vallen, al tijd remmend blijven werken op het herstel der oude handjelsrelatiën. De verzending van IJmuiden naar het Binnenland bleef in 1923 ruim 10 pCt. onder die van 1922. In hoeverre hieruit een verminderd binnenlandsch vis cjh verbruik valt te concludeeren, is niet met juistheid te zeggen, valt zelfs te betwijfelen. Om een juist oordeel daarover te verkrij gen, zijn eveneens noodig de gegevens van wat uit andere havens voor bin nenlandsch gebruik is verzonden. De schrale aanvoeren in den zomer zullen ook ongetwijfeld het hunne daartoe hebben bijgedragen. De verzending in het binnenland van gerookte, gedroogde en gezouten visch bleef vrij stationnajr, terwijl de ver zending van haring, zoo gezouten als versch, in 1923 vergeleken bij 1922 ruim verdubbelde. Zeer belangrijk is de vooruitgang geweest van de vterijfending van ver sche en gezouten hsiring naar Duitsch land, waartoe in njiet geringe mate, men mag wel z^ggj^n hoofdzakelijk hebben medegewerkt de groote haring- aanvoeren door Engelsche drifters. Bij deze beschouwingen diene te worden bedacht, dat alle hier genoem de cijfers alleen betrekking hebben op het vervoer per Nederlandsche Spoorwegen. Voor België komt daarbij het zeer belangrijke vervoer met motorbooten, terwijl de binnenlandsche handel ook voor een deel zijn aanvoeren door andere vervoermiddelen heeft ontvan gen. Ofschoon dus de vooruitzichten voor 1924 niet ongunstig zijn, in verhouding tot de voorafgaande jaren, zal toch het valutavraagstuk in de ons omringende landen waarschijnlijk ook in 1924, de handelsmogelijkheden in IJmuiden sterk beïnvloeden en blijft er derhalve nog een elenïent van onzekerheid, waarmede rekening zal moeten wor den gehouden. Vervoer en vrachttarieven. Hierboven is reeds verwezen naar het verband tusschen uitvoer en ver- zendaangelegenhe<ien en daarbij mag thans in de eerste plaats wel gewezen op de verzending via Hoek van Holland naar Engeland, waardoor in niet ge ringe mate de uitvoer naar Londen wordt bevorderd en waarvan zoowel de Ned. Spoorwegen zelf, als de vis- scherij profiteeren. Hiertegenover staat, dat de verzen ding naar Frankrijk alles te wenschen over laat. Werd eerst veel gebruik ge maakt van de verzendihg van visch als snelvervoer naar Parijs (vertrek IJmuiden 4.04 n.m. aankomst des an deren daags 7 uur v.m.) de herhaalde vertragingen van deze aansluitingen hebben gemaakt* dat dit vervoer nog maar zelden voorkomt. Klachten hierover bij de Ned. Staats spoorwegen ingediend hebben geen re sultaat gehad. Dat de uitvoer naar Frankrijk, on danks deze omstandigheden, ongeveer gelijk is gebleven, wettigt het vermoe den, dat bij betere verzendgelegenheid. ook de handel op Frankrijk nog voor uitbreiding in aanmerking zal kunnen komen. Ingaande den 15den October is dooi de Ned. Spoorwegen een uniform-tarief voor het vervoer van versche en gezou ten haring naar Duitschland in transit ingevoerd. Als vracht is verschuldigd een bedrag van f 0.64 per 100 K.G., mits het vervoer plaats heeft via Coe- vorden, Oldenzaal, Enschedé, Broek- heurne, Winterswijk, Gennep, Venlo of Vlodrop. Dit speciale tarief geldt al leen voor Vlaardingen en IJmuiden. In het laatst van 1923 is door de IJmuider Vischhandelvereeniging her haaldelijk geklaagd over het slechte transport naar Elzas Lotharingen en Zwitserland. Ofschoon nog niet geheel geregeld, hebben de besprekingen, welke hier over gehouden zijn, tengevolge gehad, dat het vervoer reeds aanmerkelijk is verbeterd. Credietwezen. In de regeling van het Credietwezen is geen verandering gekomen. De nog steeds bestaande malaise heeft ook in 1923 haar invloed doen gevoelen. Rijk- halzend wordt te IJmuiden, naar een ruimere credietvoorziening aan den handel, uitgezien, aangezien dit o.m. geacht mag worden een der beste mid delen te zijn om tot de noodige uitbrei ding van handelsrelaties te geraken. Binnenlandsche vischvoorziening. Op initiatief van den heer Hoofd- inspecteilr der Visscherijen is in 1923 tot stand gekomen het Nationaal Co mité voor de propaganda voor visch- gebruik, aan welks totstandkoming en actie ook de Reedersvereeniging een aandeel heeft genomen. Hoofdzaak van het doel is het bevorderen van het vischgebruik in Nederland, hetgeen ook bij een opleving van den buiten- landschen handel een voornaam be lang blijft voor het Visscherij bedrijf. Voor de actie van dit Comité, uitge gaan ter gelegenheid van de Tentoon stelling voor Volksvoeding te Amster dam, is, behalve een belangrijk bedrag in geld, ook de noodige medewerking verleend, door het afstaan van niet on belangrijke hoeveelheden visch voor de bakdemonstraties 'en door persoon lijke medewerking. Behalve pl.m. 25000 porties gebakken visch en de noodige haring en haring producten, zijn op deze Tentoonstel ling ook uitgereikt ruim 19000 propa- ganda-kook'boekjes. Voor deze propaganda is, behalve van de zijde van belanghebbenden, ook steun verleend door de Regeering, in den vorm van toezegging van twee subsidiën, tot dekking van een eventu eel tekort en wel tot een maximum van f 2700. Bevordering haringafzet. Door de Regeering is in den zomer een bedrag van f 20.000 beschikbaar gesteld voor de bevordering van den haringuitvoer, welk bedrag werd in handen gesteld van eene daartoe inge stelde Rijkscommissie. Juist toen deze Commissie haar taak begon uit te voeren, kwam ook in den particulieren handel eenig meer as pect, zobdat de handel reeds vreesde voor nadeelige gevolgen van het optre den dezer Commissie, en bezwaar maakte, dat door deze Commissie ha ring in consignatie zou worden gezon den naai- Duitschland. Door het verder verloop van den af zet van haring is een voortgezette actie van de Rijkscommissie onnoodig ge worden. HollandschEngelsch arbitrage- verdrag. In den loop van den zomer zijn be sprekingen geopend over een af te slui ten Hollands ch-Engelsch arbitrage contract voor de visscherij, in verband met de Noordzeeconventie. De besprekingen hebben tot nu toe nog niet tot eenig definitief resultaat geleid, maar door de visscherij-inspec- tie worden pogingen aangewend om in 1924 tot een overeenkomst te komen, waardoor eventueele geschillen aan het einde der haringteelt gelijktijdig en op eenvoudige wijze kunnen worden geregeld. Te verwachten is, dat zooda nig contract van meer beteekenis zal blijken te zijn voor de haringvissche- rij, dan voor de trawlvisscherij. Algemeens bedrijfskosten. Ook voor 1923 gold, wat van 1922 moest worden gezegd, dat de algemee- ne bedrijfskosten nog niet in die mate zijn gedaald, dat van een loonend be drijf zou kunnen worden gesproken. In de door de visscherij betaalde ar- beidsloonen is in 1923 geen verande ring gekomen, die van zoodanige be teekenis was, dat daardoor de exploita tie belangrijk werd beïnvloed. De be staande arbeidsovereenkomsten wer den per 15 Juni opgezegd en trad een contractloos tijdperk in, waarbij het uurloon voor lossen arbeiders daalde van f 0.60 tot f 0.50. Met September werd door de groot ste van de IJmuider Visscherij-orga nisaties een gewijzigde loonregeling in gevoerd, welke tenslotte op het eind van het jaar leidde tot arbeidsover eenkomsten voor de visscherij en ook voor de nevenbedrijven tusschen die onderneming en de vakorganisaties, op dezelfde voorwaarden die per 1 September waren ingevoerd. Na de definitieve totstandkoming daarvan zijn onderhandelingen ge opend over het afsluiten van gelijke overeenkomsten voor andere bij de Reedersvereeniging aangesloten reede- rijen, welke in dit kalenderjaar niet zijn beëindigd. De invloed der nieuw gesloten en nieuw te sluiten overeenkomsten zal echter eerst in 1924 tot merkbare re sultaten leiden. Ook in 1923 deden zich bij vernie- wing de bezwaren voelen, verbonden aan het tijdelijke opleggen der sche pen. Het niet regelmatig kunnen door ex- ploiteenen blijft voor de betrokkene reederijen steeds zeer schadelijk. Van buitengewone beteekenis zijn in 1923 geweest de schommelingen in de kolenprijzen, tengevolge van de inter nationale toestanden. Wat in een vorig jaarverslag werd opgemerkt omtrent de toepassing der Arbeidswet, geldt voor een belangrijk gedeelte ook voor 1923. De pogingen gedaan om te komen tot niet-toepasselijk verklaring van de Ar beidswet op het Visscherijbedrijf, heb ben tot geen resultaat geleid. Ten aanzien van de sociale wetge ving en haar invloed op de bedrijfsre sultaten moet worden opgemerkt, dat de bezwaren zich steeds drukkender doen gevoelen, naarmate het bedrijf langer met tekorten heeft te worstelen. Op het verzoek om herziening der loontabellen, behoorende bij de Zee ongevallenwet, waardoor deze beter aanpassen aan de bestaande omstan digheden, is in 1923 geen geschikking genomen. De actie tegen de dubbele belasting bij het Handelsregister, mocht even min eenig resultaat opleveren, ook de pogingen om vermindering te beko men van de tarieven der jaarlijksche bijdragen, hadden geen gevolg. In den loop van 1923 is ook bij de Regeering een verzoekschrift inge diend, om te bevorderen dat van on gebruikte perceelen, die, op erfpachts- gronden zijn gebouwd, geen canon zou worden gevorderd, voor den tijd, gedu rende welken deze perceelen onge bruikt en dientengevolge renteloos zouden staan. Het verzoek daartoe rustte niet al leen op de overweging, dat het bedrijf onmogelijk deze lasten kon opbrengen, maar eveneens op de overweging, dat het in 't algemeen belang gewenscht moest worden geacht deze perceelen bij verkoop (meestal gedwongen) niet geheel waardeloos te maken. De onzekerheid, die bestond voor hypotheekgevers, was zoo groot ge worden, dat dit niet kon nalaten on gunstig te reageeren op het verkrijgen van credieten op deze perceelen als onderpand. Ofschoon aanvankelijk gehoopt werd hierop een gunstige beschikking te Ben door de Zon Verschroeide Huid, verkrijgen, is tenslotte gebleken, dat ook deze hoop ijdel en deze pogingen vruchteloos zijn geweest. Met de Scheepvaart-Inspectie zijn zeer belangrijke besprekingen gevoerd door de Commissie van Overleg, in ver band met de verschillende voorschrif ten, die in den loop van den tijd door de Scheepvaart-Inspectie zijn gegeven. Alle uitgevaardigde circulaires zijn door de Scheepvaart-Inspectie samen gevat in één geheel en hebben een on derwerp van bespreking uitgemaakt, waarbij aan verschillende opmerkin gen van de zijde der Commissie van Overleg gemaakt, is tegemoet geko men. De samenvatting der gewijzigde circulaires is in een boekje opgenomen en verkrijgbaar gesteld. Ofschoon daarmede niet van het be drijf zijn afgewenteld de kosten, die uit het Rijkstoezicht op de schepen voort vloeien, bevordert het toch zeer den goeden gang van zaken in het bedrijf, dat nu in vele gevallen kan worden nagegaan aan welke eischen moet worden voldaan, hetgeen vroeger al lerminst het geval was, zeer ten na deel© van het bedrijf. Voor een behoorlijke samenwerking tusschen de Scheépvaart-Inspectie en het bedrijf is dit wel van beteekenis. De actie tegen die bepaling in de nieuwe Stoomwet, waarbij een deel der kosten van de uitvoering dier wet zou den gebracht worden, ten laste der be trokken bedrijven, heeft de regeering niet kunnen overtuigen van de nood zakelijkheid om op het eenmaal inge nomen standpunt terug te komen. De bezuiniging is dan ook gewoon neer gekomen op een afschuiving op de In dustrie, terwijl de concept-tarieven die aan het oordeel van het Bestuur onzer vereeniging werden onderwor pen, zoo waren samengesteld, dat de totale inkomsten niet slechts zullen vormen een behoorlijke bijdrage in de kosten van de uitvoering der wet, maar bijna al die kosten zullen dek ken. De geraamde verliesmarge is zelfs zoo gering, dat wanneer de raming van inkomsten ook maar zeer weinig zoude medevallen, het verlies geheel zal verdwijnen en zelfs meer van de industrie zal worden gevorderd, dan de kosten zullen bedragen. Het gevaar op uitbreiding van staatsbemoeiing gaat uit den aard der zaak met zulk een politiek allicht hand aan hand. Per 1 April 1924 treedt deze nieuwe wet in werking. In 't algemeen moet dan ook worden geconstateerd dat in 1923 'door de Re geering niets noemenswaard is ge daan om de verheffing van het Vis scherijbedrijf te bevorderen en dat geen verlichting, maar wél verzwaring van bedrijfslasten wordt waargeno men, hetgeen vooral voor een bedrijf als de visscherij, dat geen kosten op derden kan afwentelen of doorbereke nen een groot euvel vormt. Wanneer men dan ook tenslotte in Visscherijkringen met een weinig meer vertrouwen 1924 is ingegaan, dan steunt dat niet op de ervaring dat van regeeringszijde zoo is medegewerkt, of daarvan zooveel wordt verwacht, maar daarop, dat nu eindelijk in de mogelijkheid van handelsherstel eenig licht wordt gezien, waardoor de toe komst voor de Hollandsche visscherij een weinig schijnt op te klaren. PLAATSELIJK WIEUWS. IJMUIDEN. —De heer W. P. Mets was gisteren 25 jaar werkzaam bij de firma van Vliet en Co., scheepsagenten en carga doors alhier. Op 1 Juli 1899 als jongste bediende in de zaak opgenomen, werd de heer Mets in 1912 als lid in de firma opgenomen. Behalve als goed carga door heeft de heer Mets zich op maat schappelijk gebied in tal van functies verdienstelijk gemaakt en kennen wij hem als een joviaal collega en goed re porter. In de vergadering der Christelijke Vereeniging voor Jongemannen werd Maan dagavond een zilveren jubileum gevierd. Het was namelijk gebleken dat het 19 Juni 25 jaar geleden was geweest dat de heer L. P. Tismeer zich hier ter plaatse vestigde en na eenige dagen lid werd van de Chr. Jongelings Vereeniging. In Augustus 1899 werd de heer Tismeer reeds voorzitter en sinds dien is hij, onder verschillende titels, steeds gebleven een der meest invloedrijke leiders der zich ontwikkelende vereeniging. Zoo, dat voor heel velen, de C.J. M. V. niet denkbaar is zonder den heer Tismeer. Immers van het meeste, naar buiten blijkende werk der vereeniging was steeds de heer Tismeer de ziel. Zoo was het sinds 1902 met het opsparen voor een eigen gebouw, in 1914 met het inrichten van een tehuis voor militairen, sinds 1920 met de exploitatie van het Koning Willems Huis. Maar ook in het meer intieme werk der vereeniging was „hij een der meest gewilde werkers. Than», nu het bestuur ter oore wa« g«- ▼erzach t en gen eest men met PURO komen dat deze stand?;van zaken een kwart eeuw had geduurd, bereidde het in alle stilte een huldiging voor. Zoodoende zond de vergadering Maandagavond een com missie naar de woning van den heer Tismeer met verzoek aan deze even mee te komen. De niets vermoedende jubilaris voldeed daaraan en werd ontvangen in een versierde zaal waarin een groot aantal aanwezigen hem het eerste couplet van het bondslied toezong. Daarna sprak de voorzitter, de heer Selling hem toe, uit welke toespraak de heer Tismeer kon begrijpen wat dit alles beteekende en welke door hemzelf vergeten geachte feiten, thans hem opnieuw in her innering werden gebracht. De voorzitter besloot met den jubilaris te danken voor alles wat deze voor de vereeniging is ge weest en de wensch dat hij nog lang mag blijven, terwijl hij als stoffelijk blijk van waardeering hem een gouden medaille aan bood met het insinge der vereeniging en de jaartallen 1809-1924 er in gegraveerd. De jubilaris dankte verrast voor deze huldiging. Nadat ook de inmiddels uitge- noodigde echtgenoote van den jubilaris verschenen was, werd ook haar dank ge bracht voor de vele dagen dat zij haar man aan de vereeniging moest afstaan, werd een feestelijke dronk aan het echtpaar Tismeer gewijd. Na dien voerden nog eenige leden het woord waarna de vergadering eenigszins haar gewone verloop hernam. De mogelijkheden voor IJmuiden buiten de Visscherij. De Visscherij-Courant schrijft het volgende: Waarom niet? Men zal het bespottelijk vinden. Men zal er om lachen. Men zal zeggen, schoenmaker, houdt je bij je leest. Het zij zoo. Wanneer voor 25 jaar een der macht hebbers een vooruitziende blik had ge had, zou IJmuiden er dan zoo uit zien als het nu doet? Een plaats zonder eenig verband, zonder hoofdstraat, zon der centrum? Weet ge wat van IJmuiden te maken is? Men trekke het spoor door en brenge de menschen naar het strand, 't Is er mooi, mooier dan waar ook, want de levendige vaart op de haven biedt een afwisseling als nergens. Naar 't Zuiden Zandvoort, hetwelk heel wat makkelij ker is te bereiken, omdat de boulevard een heele lengte van de kustlijn in be slag neemt. Wanneer die boulevard werd doorgetrokken tot IJmuiden. Wat een pracht badplaats zou dat worden: ZandvoortIJmuiden. Welk èen gele genheid voor wedstrijden, voor sport. Prachtige golf- en tennisbanen; de mooiste wandelweg langs zee ter we- réld, met een ideale zijweg door de duinen naar Bloemendaal. Welk een gelegenheid voor een weekend, ook voor de Engelschen, wanneer er bijv. een dienst werd ingesteld Harwich— IJmuiden. De vlugste verbinding van Engeland met Noord-Duitschland moet loonend zijn. IJmuiden, ook de vischomzet met Londen zou profiteeren. Men denke aan export-slagerijen, aan aanvoer van groenten en fruit. Die booten moeten grooter havenruimte hebben. Men ma ke die ruimte grooter, zoodat ook ande re lijndiensten daar plaats vinden. Welk een besparing van tijd een dag per week. En Amsterdam? Wel Amsterdam heeft al belang bij IJmuiden. 't Amsterdam's voorhaven. Amsterdam stak in het hoogoven bedrijf vijf millioen. Rotterdam heef al wat vrij was aan de Maasoevers, d( Hoek van Holland incluis. Amsterdan moet en zal zich uitbreiden naar he Westen. Waarom Amsterdam niet d< oevers van het IJ? Waarom Amster dam niet IJmuiden, 't welk Veis© reeds lang is ontgroeid? Waarom niet Ze hebben toch ook gezegd dat he met de vischhal niets werd. Voor 25 jaar. We zullen zien, wanneer we. weer 2 jaar verder zijn. VELSEROORD. Schaakwedstrijd. Door hekcomité, dat dezen winter de zoo welgeslaagden schaakwedstrijd o; ganiseerde, is thans een z.g. „Eéhdaa/ sche" wedstrijd uitgeschreven en op Zondag 20 Juli a.s. in den Luncfc room Eynthoven. Gespeeld wordt i groepen van 4 personen, met een twe' tal prijzen voor elke groep. Inlegge f 1,25 per persoon. Aangifte tot deeln; me kan geschieden bij de heeren AA d. Vlerk, M. A. Post en Ph. Eynthov' allen Stationsweg alhier. Met het' op het beperkt aantal deelnemers meer dan 36 kunnen geplaatst worde, is opgave en betaling der inleggeld vóór of op 15 Juli noodzakelijk. Indi aan deze voorwaarde wordt voldas kan op mededinging worden gereker Voor hen, die zich laten aanmelden die niet vóór 15 Juli hun inleggeld st( ten, bestaat alleen gelegenheid tot de name, indien het max, aantal niet is 1 reikt. jv;rt.i,'.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1924 | | pagina 2