ORGAAN VOOR DE G! VELSEN No. 84 Woeaschg 20 Augustus] 1924 9« Jaargang1 Verschijnt Woensdags Zaterdags IJMUIDER COURANT Abonnementsprijif I.— per 3 maanden, franco per post f 1.35 Abonnementen worden aangenomen aan het Bureau en bij de Agenten. Tot plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd het Advertentie bureau P. F. C. ROELSE, IJMUIDEN. Advertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAO tot 0 uur v.m. en VRIJDAOS tot 4 uur n.m. Uitgave van de N. V. UITGEVERS Mij. „IJMUIDEN" ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE N. V. DRUKKERIJ SINJEWEL - Willemsplein 11 Telefoon 153 IJmuiden Ingezonden mededeelingen 40 ets. per regel Advertenties v. 11. en m. 5 regels f 1.—iedere regel meer 20 ets. Compact gezette advertenties van 11. en m. 5 regels f 1.25, iedere regel meer 25 ets. Kleine advertenties en familieberichten zoomede vereenigings advertenties uit de gemeente, uitsluitend bij vooruitbeta ling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75, iedere regel meer 15 ets. Bij niet contante betaling worden de gewone prijzen berekend. Advertenties „adres bureau van dit blad" 10 ets. extravoor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets. in rekening gebracht Bovenstaande regelprijzen worden met 5 ets, verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente Velsen. WaUrstoid IJHtUia Aug. 1024 H. water L. water Dagen v.m. n.m. v.m. n.m. 21 7.12 7.34 2.55 3.05 22 L.K. 7.53 8.22 3.31 3.42 23 8.53 0.24 4.13 4.30 24 10.01 10.36 5.12 5.42 25 11.22 11.56 6.30 7.05 26 - 0.30 7.47 8.17 27 1.06 1.35 8.54 0.16 Oeen Zomertijd. Lijst van onbestelbare brieven en briefkaarten van welke de afzenders onbekend zijn. BRIEVEN BINNENLAND. 1. Mej. v. d. Eggen, Haarlem. 2. L. Krijnen, Helder BRIEFKAARTEN BINNENLAND. 3. Zender adres. 4. Idem idem. 5. Mevr. de Wed. Pennings, Haarlem 6. P. C. Ottervanger, 7. familie Snabel, Amsterdam. 8. Chauffeur familie Gmelich Meiling, Valkenburg. 9. Opoe Lankhof, Amsterdam. 10. Juffrouw v. d. Puijl, Kampen. 11. Mej. R. Dubb, Katwijk a. Zee 12. J. Sleuteknuel, Amsterdam. 13. Vrouw van Cornelis Kaptein, 14. J. Jansen, Amsterdam. 15. Zonder adres. 16. Berkhof, Gulpen. 17. Mijnhardt, Amsterdam. BRIEFKAARTEN BUITENLAND. 18. G. A. Pollack, Köln a. d. Rh. VAN DEN WACHTTOREN. Een paar cijfers over onzen landbouw. Het is waar, dat de industrie den landbouw eenigszins verdringt en de landbouw in het economische léven niet meer zulk een allesoverheerschen- de plaats inneemt als vroeger, maar de landbouw zal toch wel een hoogst- belangrijke functie blijven vervullen, zoolang men niet langs scheikundigen weg de verschillende elementen weet te fabriceeren, waaruit het mensche- lijk voedsel moet bestaan. Kunsteie ren, vleesch, aardappelen en granen zullen er wel nooit komen. De land- f bouw geeft ons direct de goede gaven der natuur evenals de tuinbouw; de veeteelt doet het meer indirect. De eersten bieden ons aan, wat er ge groeid is, de laatste doen dit via de koe en ander vee. Volgens het officieele verslag over den landbouw in Nederland over '23 is 27,2 der totale oppervlakte bouw land, 38.2 grasland, 3 tuingrond, 7,6 bosch en 13,7 woeste grond. Men ver- gete bij de geringe oppervlakte tuin grond niet, dat daarop zeer intensief gebouwd wordt en bijzonder veel werkkrachten bezig zijn. Niemand haalt meer uit den grond en geeft meer werk dan de tuinman. In geen provincie is meer weiland* dan in Friesland, nergens meer bouwland dan in Zeeland. De tuingronden heb ben de grootste oppervlakte in Zuid- Holland, zeker een gevolg van de groote steden aldaar, die veel groen ten en vruchten noodig hebben; het Westland produceert bovendien ook voor den export. De meeste bosschen vindt men in Gelderland, dan Lim- rg, Utrecht en Noord-Brabant. In '^3 werden 7536 H.A. grond ontgonnen en droog gemaakt. Een oppervlakte van 2855 H.A. daarvan werd bosch. Wat de vruchten betreft, neemt rogge de eerste plaats in, de tarweteelt is feterk verminderd. Reusachtig is de toename der teelt van aardappelen en suikerbieten. Buitengewoon sterk is de opbrengst van den bodem in de laatste vijf en ze ventig jaar toegenomen. Men zorgt be ter voor den grond en doet met kunst mest wonderen. De wetenschap heeft ?den landbouw groote diensten bewe zen. De productie van aardappelen was in het midden der vorige eeuw per H.A. 120 H.L.; thans meer dan tweemaal zooyeel, ©.1. 280 H.L. Een berg aardappelen en bieten brengt onze bodem ieder jaar voort. In de campagne '23—24 hebben de fa brieken in ons land meer dan U/2 mil liard K.G. bieten verwerkt en de aard appelmeelfabrieken meer dan mil- lioen K.G. aardappelen. De stroocar- tonfabrieken verwerkten 2191/2 mil- lioen K.G. stroo tot carton, vertegen woordigende een waarde van 16,9 mil- lioen gulden. Deze cijfers bewijzen, dat wij de goe de gaven, die de moeder- aarde ons biedt, gaarne ontvangen. Maar gaven zijn het slechts gedeeltelijk. De aarde vraagt er een prijs voor: inspanning, overleg, kennis en ervaring, want zon der dien prijs ontvangen we van deze moeder niets dan veel onkruid. Wie dien prijs echter biedt, kan bij haar te kust en te keur gaan. Zij biedt van al les aan en het is kostelijke waar. Versterkende middelen. Dat zijn naar het gewone spraakge bruik vleesch en eieren, melk en lever traan enz. Van beide eersten kan men echter zeggen, dat ze wel bijzonder duur maar niet in evenredigheid daar mee versterkend zijn. Ook heeft de voedingsleer groote veranderingen on dergaan. Wij hebben niet zooveel ei wit noodig, als men vroeger meende. Maar we hebben wel noodig de vitami nen, die men vroeger in het geheel niet kende en waarvan we nog het rechte niet afweten. Er zijn verschillende soorten vitaminen en hun ontdekking heeft de ervaring bevestigd, dat men zonder „versterkende middelen" heel wel sterk kan zijn. De aardappel is vroeger beschouwd als een maagvul ling, die het 'hongergevoel wegnam, maar eigenlijk weinig voedingswaarde bezat. Veel lucht en water en,een wei nig meel. Thans weten we beter; ook de groenten zijn meer dan een lekker nij voor meergegoeden. Al meer ver langen arbeiders ook wat groenten op hun tafel. Ze bevatten ook de waarde volle vitaminen. Door deze nieuwe inzichten is men anders gaan denken over het begrip „versterkende middelen". De Utrecht- sche gemeentearts W. Hingst heeft daar de aandacht op gevestigd in het Tijdschrift voor Sociale Geneeskunde. Hij schrijft, dat men zeer wel gezond en sterk kan zijn en worden zonder groote hoeveelheden dierlijk eiwit te gebruiken. De hoeveelheid eiwit be hoeft volstrekt niet zoo groot te zijn, als de geleerden vroeger meenden en kan ook geheel of gedeeltelijk van plantaardigen oorsprong zijn. Wij moe ten thans bij het bepalen der voedings waarde ook letten op de vitaminen. Menigeen denkt nog, dat versterkende middelen, die zoo verdienen te heeten, ook persé veel geld moeten kosten. Dit is, zoo leert Dr. Hingst, een dwaling. Een smakelijk bord havermout van 5 ets. bezit evenveel voedingswaarde als drie eieren. Thans 221/4 ets. en in den winter soms 45 ets. en meer! De voe dingswaarde van drie eieren is onge veer gelijk met die van een reep kwat- ta of een boterham met kaas. De voe dingswaarde van versterkende dran ken als stout, wijn enz. is zeer gering. Wel tienmaal zo-o duur als suiker, brood, rijst, havermout. Op dit gebied is heel veel geld ver kwist. Maar hier zit ook diepgewor teld het vooroordeel. Verreweg de meeste menschen schrijven aan de du re eieren en het dure vleesch een soort wonderwerking toe. Een dokter, die aan een patient met een gezonde maag kaas in plaats van eieren voorschrijft, zou door verreweg de meeste zieken voor half -ontoerekenbaar gehouden worden. Toch zou hij met dat voor schrift aan den patient en aan zijn beurs een goeden dienst bewijzen. De dwalingen der wetenschap werken lang bij de groote massa na. Gences- heeren hebben indertijd stout en wijn ter versterking voorgeschreven. Velen meenen nog, dat deze dranken bijzon der heilzaam zijn. En dat zijn ze ook maar alleen .vooi; de leveranciers! Dat een ei ongeveer voor de helft uit water bestaat en het kleine ding dus wel weinig waarde tot versterking heeft behalve dan voor zwakke magen, die iets zeer makkelijk verteerbaars be hoeven, dat wil de groote massa nog steeds niet gelooven. Zij zweert nog bij een eitje! Maar langzamerhand dringen de juistere denkbeelden der wetenschap ook bij de menigte door en Dr'. Hingst heeft door zijn eenvoudig en leerzaam artikel daarbij een handje geholpen. Prof. Mr. Treub over de grondslagen onzer belastingen. Vele groote mannen waren in hun jonge jaren vurige radikalen maar werden op hun ouden dag steeds meer conservatief. Prof. Mr. Treub gaat in de politiek ook steeds meer naar rechts en hij doet thans reeds in vele opzichten aan Mr. S. van Houten den ken, al is deze een dertig jaar ouder dan hij. Voor de Ver. voor de Staatshuis houdkunde zal Prof. Treub enkele stellingen over het belastingwezen ver dedigen, die hij vroeger zeker met kracht en klem bestreden zou hebben. Hij wil allereerst de veel te veel uitge zette landhuishouding krachtig in krimpen. Daarbij wil hij onze belas tingen herzien, die te zeer drukken op inkomen en vermogen. De progressie- schaal moet gematigd worden. De rij ken en welgestelden moeten volgens hem dus eenigszin3 ontlast worden. Hij wil vrijstelling van de inkomens van f 1400 of f 1500. Dat zou ongetwij feld een verbetering zijn. En het tarief wil hij zoodanig verminderen, dat ook de lagere en middelmatige inkomens ontlast worden. Over het algemeen wil hij dus verlichting van den zwaren druk der directe belastingen. Het komt echter op de uitwerking van deze denkbeelden aan. Verlichting van den .belasting druk ten koste van de volks ontwikkeling of de volksgezondheid b.v. is zeker niet aan te bevelen. Treub wil de directe belastingen verminderen maar de indirecten vermeerderen. Bij de laatsten wordt geen rekening ge houden met de draagkracht en daar om zal een demokraat liever geld uit de directe dan uit de indirecte belas tingen halen. Wat baat het de inko mens beneden f 1400 of f 1500 vrij te stellen van de directe belastingen, als men er toch evenveel, wellicht meer geld aan ontneemt voor de schatkist voor de indirecten. De indirecte belas tingen oefenen een ongelijken druk uit. Voor een arbeidersgezin is het van beteekenis, als suiker, zout, koffie, ta bak, vleesch duurder worden door in directe belastingen en Prof. Treub doet dit aan de hand; voor de rijksten is het van geenerlei beteekenis en voor de middenklasse beteekent het ook min der dan voor de armen. Zoo werken de indirecte belastingen steeds on rechtvaardig. Toch zoekt Prof. Treub juist hierin het middel, om het finan ti eel evenwicht van het rijk te herstel- len. Prof. Treub is thans bij geen enkele partij aangesloten. Hij heeft den eco- nomischen bond gesticht, maar deze is verdwenen. Het dichtst staat hij thans bij den Vrijheidsbond. Maar hij is al leen in de politieke'wereld en dwaalt al meer naar rechts af. INGEZONDEN. Buiten verantwoordelijkheid der redactie Behoorlijke voorlichting. Volkspetitionnementen zijn eigen aardige ondernemingen. De menschen worden uitgenoodigd, of aangespoord, soms gedrongen om voor een bepaalde zaak hun handteekening, te zetten. En voorlichting ontbreekt zeer dik wijls. Voor vele menschen is dit in sommige gevallen ook niet noodig. Over de zaak in kwestie zijn ze jaren lang ingelicht, of wel die valt zo-o zeer met hun levens- en politieke beschou wing samen, dat zij zich zonder be zwaar voor of tegen kunnen uitspre ken. Het groote petitionnement voor Plaatselijke Keuze, dat tot aan dat te gen de Vlootwet het meest geteekende is geweest, ging met zoo volledig moge lijke voorlichting gepaard: openbare vergaderingen, zeer ruime geschrift verspreiding bij tienduizend tallen werden ze gedrukt artikelen in de pers, etc. Nu de Tweede Kamer het wetsont werp opnieuw aannam, is door eenige heeren een adresbeweging tegen op touw gezet, die onmiddellijk door den drankhandel overgenomen is. Van juiste voorlichting is hierbij echter geen sprake. Het adres ligt in café's en hotels ter teekening, controle op de handteekeningen ontbreekt. Het goed recht der tegenstanders om zich uit te spreken zal niemand ontkennend, maar dan misleide men het publiek niet. In plaats van de werkelijke strek king van het wetsvoorstel en de be zwaren daartegen mee te deelen wordt gezegd: „als dit wetsvoorstel aangenomen is, dan kan je geen bier, geen wijn en sterken drank meer koo- pen.'' Sterker zelfs: „dan mag je niet meer drinken." Dit is beslist onjuist. Het wetsvoor stel Rutgers bedoelt niets anders dan in de Drankwet opgenomen te zien, dat de inwoners zelf kunnen verklaren voor of tegen den verkoop in 't klein van sterken drank te zijn. Op het oogenblik is de beslissing alleen bij den Raad der Gemeente, die om de 5 jaar ondermeer aan -de Koningin het voorstel kan doen het aantal vergun ningen te verlagen en zelfs het getal op nul te bepalen. Het nieuwe artikel (voorstel Rutgers) bepaa't, dat indien een vijftiende deel van hen die op de geldende lijst der kiezers voor den ge meenteraad zijn geplaatst, zulks wenscht er een stemming kan worden gehouden en wanneer 3/4 -deel van die genen die aan de stemming deelne men zich er voor verklaart, dan kan een voorstel aan Ons dat is de Ko ningin gedaan worden, om de vergunningen voor drankverkoop ge heel of ten deele te doen verdwijnen, na schadevergoeding. We treden hier niet in een bespre king van het voor of tegen van derge- lijken maatregel. Maar in het belang van een eerlijke en zooveel mogelijk onbevangen volksuiting merken we het bovenstaande op, aan ieder de vrijheid latende, al dan niet door een handteekening zich tegen te verklaren. Het Bestuur van het Centraal Drankweer-Comité in de gemeente Velsen. VISSCHERIJ. Belangstelling in Nederlandsche exportkring en voor de Vereenig de Statem De „Fishing Gazette" van New-York vermeldt het volgende: Een proefzending van 500 pond be vroren tong werd dezer dagen te New- York ontvangen van een Rotterdam- sche vischhandelaar, ^yelke de visch levend van de Noordzee te Rotterdam aanvoerde en onmiddellijk liet be vriezen. Consul C. O. Spamer deelde aan het Departement van Handel mede, dat uitsluitend levende visschen met een gemiddeld gewicht van l.pond voor deze zending werden gebruikt en dat zij waren bestemd voor levering aan de allereerste hotels en restaurants van New-York. De verzending vond plaats in de koelruimten van een mail boot der Holland-Amerika-Lijn. Dit is de eerste dergelijke zending van Rotterdam naar de Vereenigde Staten en, indien zij gunstig uitvalt, zullen voortaan geregelde wekelijk- sche verschepingen plaats vinden. Ook zal in de naaste toekomst een andere proef worden ondernomen door be vroren zeelt op dezelfde wijze naar de Vereenigde Staten te verzendon. De Visscherij Ct. teekent hierbij aan, dat inderdaad den laatsten tijd aan merkelijk meer dan vroeger de Noord- Amerikaansche markt de aandacht der Nederlandsche handelaren schijnt bezig te houden. Naar ons bekcr-d is, trachten verschillende haring-export firma's te Vlaardingen en IJmuiJ«»n hun relaties in de Vereenigde Staten uit te breiden en onderneemt momen teel de directeur van een Vlaardingsch haringkantoor persoonlijk een inspec tiereis in djt afzetgebied. De Arbeidswet en de Noordzee- visscherij. In zijn Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag over de Ar beidswet 1919 merkt de Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid inzake dc in dit verslag geuite klacht omtrent den overlast, dien de Noordzeevissche- rij van de bepalingen der Arbeidswet ondervindt, op, dat de zeer ruim ge stelde bepalingen van artikel 23 van het Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1923, die de bevoegd heid geven tot verschuiving van den werktijd binnen de grens van 48 uren per week, aan de behoefte1, van dc be drijven, die aan den wal in dienst der visscherij staan, tegemoet komen en zoo noodig door het verleenen van overwerkvergunningen een langere werktijd dan die van 48 uren per week wordt toegestaan. Schotsche klachten over diefstal van lijnen door Nederlandsche visschers. De reisrapporten van Hr. Ms. Vulca- nus vermelden het volgende: De commandant van het Britsclic po- litievaartuig „Liffey", deelde mede, het volgende rapport ontvangen te hebben: „Een Schotsche stooindrifter, die met lijnen vischte, pl.m. 205 mijlen N.O. van het licht van Buchan Ness (Oostkust Schotland) op 19 Juni, be merkte bij het ophalen der lijnen, dat er een belangrijk stuk van de iijn was afgesneden en verdwenen. Den volgen den dag verkende hij twee loggers in de nabijheid als Nederlanders, manr kon door mist hun letters eri nummers niet verkennen. Hij opperde het ver moeden, dat één van beide of beide de schuldige waren." Aangezien de visscher naliet direct een haven in te stoomen en het feit te rapporteeren, maar eerst eenigen tijd wachtte en verder zijn vermoeden op zeer vage gronden berustte, werd het niet noodig geacht hiervan proces verbaal op te maken en is alles voor kennisgeving aangenomen. Bij een bezoek aan den commandant van de „Harebell", gaf deze eenige rap porten ter inzage van de Scottisch Fis- hing board die weer liepen over ver meenden diefstal van lijnen door Hol- landsche visschers. Op hoe weinig grond deze beschuldigingen eigenlijk berusten, blijkt wel uit een der brie ven, waarvan een afschrift werd gege ven en waarin als nummer van een der Nederlandsche loggers werd opge geven S. G. 17 en is dit de letteraan duiding en het nummer van een log ger, die te Glückstadt thuisbehoort, dus van een Duitscher. Een afschrift van de rapporten werd eveneens later den commandant van Hr. Ms. Triton ter hand gesteld. Het volgende uit het reisrapport over dezelfde maand van den commandant van de „Triton" sluit hierbij aan: Te Lerwick 10 Juli deelde de com mandant van den Engelschen politie- kruiser „Liffey" mede, dat van eenige Schotsche visschers klachten waren ingekomen wegens stelen van hunne beuglijn en visch door Nederlandsche visschers. Het was te lang geleden om alsnog hieraan iets te kunnen doen, daar de gegevens veel te vaag waren; wel bleek echter, dat het zeer waarschijnlijk was, dat de schuldigen Duitsche vis schers waren. Later berichtte de com mandant Hr. Ms. „Vulcanus", dat bij zijn verblijf te Aberdeen dezelfde klachten bij hem warén ingebracht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1924 | | pagina 1