St Nicolaas in „De Grot"
Dames- en Kinderhoeden
J. G. Schaaf, Oranjestraat
Spaar- en Voorschotbank Boaz
Luxe Autobussen te Huur
IIThogelandI
Boekhandel P. F. C. HOELSE.
SPECULAAS
De Wiskottens'
Haarlemsche Baukvereenigmg
De Bijbel naverteld
Woensdagmiddag 19 lov., 2 uur
wordt St. NICOLAAS
door de Kabouters van
- 't station afgehaald -
Luxe Brood- w Banketbakkerij
3E>» Visser
vervormen van dameshoeden en ver
anderen van Bonten het aangewezen
adres
N.Y. IJmuider Agenturen
en Administratiekantoor
Hypotheken,
Scheepsverbanden,
Loket
Kluizen
door Hendrik van Loon,
St. Nicokas of Kerstmis.
in een oogenblik voor gebmik gereed
gezelschapstochten
door
het geheele land.
Tarief uiterst billijk!
Voor de gemeente Velsen stelden de uit
gevers het verkrijgbaar te IJmüiden in den
Prni. 15 43®
Noordhollandsch Landbouwcrediet
Tandheelkundige en
Technische inrichting
K. Ackema,
Groote Houtstraat 125
Haarlem
NERGENS
koopt U zoo voordeclig uwe
als bij
Ook voor het
Kanaalstraat 05, Ijmnlden Dir. i L, M. Camman Telefoon 103
Agentschap van de Nationale Hypotheekbank
Agentschap van de Rotterdamsche Scheepshypotheekbank
Verzekeringen Bouwcredleten, Credlethypotheken,
Voorschotten, Boekhouding en Administrate
IJMÜIDEN Beverwijk
Effectun en Coupons Vreemd geld
Buitenlandsche Wissels
Credieten Deposito's
Verstrekt credietbrieven op Binnen- en Buitenland
Documentaire Credieten
Zoo juist verschenen
met medewerking van den schrijver voor Nederland, bewerkt door
Dr. C. P. GUNNING, rector van het Amsterdamsche Lyceum.
Verlucht met 200 teekeningen van den schrijver en gekleurde platen,
prijs f 4.90, In prachtblad f 6.75.
HENDRIK VAN LOON spreekt in zijn werken tot de geheele
menschheid. Wie zijn geschiedenis der menschheid, welks verschijning
het vorig jaar niet minder dan een gebeurtenis was, heeft gelezen,
kent zijn frissche, levendige verhaalkant, die de belangstelling van den
lezer, jong of oud, gaande houdt. Zoo ook in dit boek. De bijbel
verhalen, zullen in deze bewerking meer luide spreken tot veler ge
moed, onverschillig of men al of niet eerder den bijbel tot huisvriend
had. De namen van schrijver en veriaier staan borg, dat aan niemands
godsdienstige richting geweld wordt aangedaan. Zoo mogen de uit
gevers zeker verwachten, dat dit boek voor dit najaar een der meest
gevraagde boeken zai zijn, een prachtig gewaardeerd geschenk met
Coöperatieve
Gevestigd te Ijmulden Kanaalstraat 37
Raad van Toezicht i
Ir. W. Polderman, F. J. H. Schneiders, Mr. A. W. Hellema, A. de Wit
Rechtskundig Adviseur, Mr. A. W. Hellema.
Deze Bank verstrekt voorschotten tegen borgstelling of zakelijke zekerheid
Spaargelden worden tegen uitgifte van een boekje In bewaring genomen
tegen eene rente van 4 pCt. In 't jaar, voor een jaar vast 4'/, pC.
D« h.nk I» veooendi Eiken Manndap en Oonde.rdannnn 70 niirn.m.
WILHELMINAKADE 27 IJMÜIDEN
Zoo zal dit boek zeker helpen de oude bijbel wijsheid levend te houden,
an over te dragen in den nieuwen tijd.
Schriftelijke bestellingen ook te DRIEHUIS, Zeeweg D 163.
Probeert mijn overheerlijke
6' maal bekroond in 1924.
Hoofdkantoor: Alkmaar
BijkantorenHaarlem, Lelden, 's Oravenhage, Delft, Rotterdam en Hoorn
Verstrekt handelscrediet onder diverse zekerheid als
HYPOTHECAIR-VERBAND, BORGSTELLING ENZ.
SPAARBOEKJES RENTE 4'/,
Agentschap IJmuldan Kantoor Kerkstraat 5
timmerman, metselaar
i—i en aannemer i—i
WILLEM BA RENDSZSTRAAT 18
TELEFOON No. 467.
Wilhelminastraat 43, Haarlem,
houdt voortaan weer persoonlijk
spreekuur met Dokter.
Te Beverwijk Dinsdags 10—12
uur. AdresBreestraat 35.
Te Haarlem, Avondspreekuur
7—9 uur, Wilhelmastraat 43, op
Maandag ien Donderdagavond.
II
74.
door
RUDOLF HERZOO.
„Die heit de voorname dame, die ook
de nacht bij 'm gewaakt heit, mee in 'r
rijtuig genome."
„Was hij dan weer beter?"
„De jongeheer was nog slap, maar
bij zulk 'n groote dame zal dat wel
overgaan."
„Heeft hij schulden achtergelaten?"
„Wat er te betalen viel, heit de dame
betaald. Maar al die angst en zorg, die
ik oud mensch uitgestaan heit
„Geef haar een daalder, Paul." Toen
stommelden ze de trap weer af. „In de
frissche lucht!"
„Dat Ewald het in dat hok uitgehou
den heeft. Dat is toch heldhaftig!"
„En Emilie twee dagen en twee nach
ten. Dan zit ik toch liever bij Oweram
in de kroeg, al is 't er nog zoo benauwd.
Dan weet men ten minste, wat het is!"
„Gustav, nu moeten wij naar tante
Josephine- Scharwachter."
„Wij?"
„Ja, Gustav, wij!"
Gustav Wiskotten trok de wenkbrau
wen samen. Zwijgend schreed hij voort.
Toen. zeide hij kortaf: „Begrijp 't dan
toch. In dat huis leven drie menschen,
die bij mij behooren. Bij mij in Barmen!
Ik ik kan niet!
„Maar je verlangt toch naar hen,"
zeide de andere zacht.
„Mijn verlangen zal ik wel de baas
worden. Maar het hun toonen, terwijl
zij het mij niet toonen? Zoo verzoo
ver zijn wij toch nog niet."
„Ik zal er dan alleen -heen gaan.
Waar en wanneer tref ik je?"
„Tegen tienen aan het station. Ik zal
onderwijl eens rond kijken, waar
Ewald nog schulden achtergelaten
heeft. Doe de groeten."
Ze scheiden.
„Luister eens, Paul!"
„Ja?"
Gustav Wiskotten kwam terug.
„Zorg er voor, dat je de kinderen te
zien krijgt Je je begrijpt mij
wel
Paul schudde hem de hand. „Dat
spreekt van zelf."
Gustav Wiskotten nam een kijkje in
Düsseldorf. Wat zou hij met de rest
van den middag en avond' aanvangen?
Maar het rondslenteren verveelde hem.
Hij kende de stad van haver tot gort.
Uit de Alleestraat sloeg hij de Bolker
straat in. Hier woonden de Zinters!
Achter de kleine ruitjes lokten de
flesschen met groenen, gelen, rooden
en witten inhoud. Een pak tabak
„Hendrik Oldenkott" was er bovenop
gestapeld. Daarboven kruisten elkaar
twee lange Hollandsche pijpen.
„Regelrecht het hol naar binnen."
Hij trad met den hoed op het hoofd
op het buffet toe. „Bent u mijnheer
Zinters?"
„Zoowat 'n vijftig jaartjes is dat ten
minste zoo geweest."
„Mijn naam is Wiskotten. Mijn broer
Ewald heeft bij u gewoond."
„Wat u zegt! Die charmante jonge
heer was mijnheer uw broer? Gret
chen, kom 's gauw hier. Kijk 's, wat 'n
eer! Die heer is 'n broer van mijnheer
Wiskotten."
Gretchen Zinters - kwam naderbij,
mat den bezoeker met een bliksem
snellen blik, boog, en reikte hem onbe
vangen lachend de hand. Gustav Wis
kotten nam den hoed af. „Jammer, dat
mijnheer Ewald dat genoegen niet
meer gehad heeft."
„Waarom hebt u hem dan laten loo-
pen?"
„Och," zeide ze aarzelend, „hij begon
zoo vrij te wórden. En daarvoor was
hij toch nog te jong."
Gustav Wiskotten lachte. „Stelt u
dan in ouderen meer vertrouwen?"
„De ouderen zijn net zoo gek kis de
jongeren. Het liefst zijn mij nog de be-
zadigden."
„En onder welke categorie rang
schikt u mij?"
„Die zoo vraagt, kent het antwoord.
Zal ik jenever brengen?
„Voor mijn part. Ik hoop, dat er geen
vergift in zit."
„Vergift", mengde zich de oude Zin
ters in het gesprek en knipoogde sluw.
„Waar in Holland de Rijn uitmondt,
dat weet zelfs zoo'n ouwe Rijnschipper
als ik niet, bij mijn ziel en zaligheid.
Maar hoe je in Holland aan de echte
snaps komt en hoe je 'm voordeelig en
onvervalscht over de grens krijgt, dat
mag u mij gerust 'snachts in den slaap
vragen. Dat is te zeggen als er geen
douanen bij zijn."
Gretchen bracht het glaasje op een
blad. „Wel bekome 't u!" Zij knikte en
keek hem terluiks aan.
„Drinkt u niet mee, mijnheer Zin
ters? Met z'n tweeën gaat zulk eene
ontduiking der belasting makkelijker."
„Gretchen, 'n glas. Zeer aangenaam,
mijnheer Wiskotten. Wilt u niet gaan
zitten? Dan is 't dadelijk gezelliger.
Wat zegt u? Daar brengt het meisje
waarachtig de heele flesch. Je hebt
goeie plannen, Gretchen."
„Zal ik 'm weer wegbrengen?"
„Laat maar staan, juffrouw!" Hij
ledigde het glas in één teug. „Naar be-
neden met alles, wat ons kwelt. Wat
kan men hier te eten krijgen?"
„Prima Edammerkaas. Haal eens 'n
flink stuk, Gretchen."
i Gretchen verdween in de keuken, om
dadelijk daarop met een rood geverf-
den bol terug te keeren. Zij legde fluks
een servet over de tafel, droeg bordjes,
boter en brood aan en zette de jenever
er naast.
„Dat is genoeg voor de heele fami
lie," lachte Wiskotten. „Wat dunkt u?
Zullen we dat met ons drieën gemeen-
schappelijk te lijf gaan?"
„Mij goed, mijnheer Wiskotten. Maar
't brood heel dun snijden, Gretchen, en
de kaas dik. We zijn geheel onder ons."
Gustav Wiskotten keek toe. Hij voel
de zich heel behaaglijk naast het mooie
kind met de levendige bewegingen.
„Oogen hebt u, zoo zwart als kolen,
juffrouw."
„Bijna precies zoo heeft mijnheer
Ewald 't gezegd."
„Goed, dat u mij aan hem herinnert.
Mijnheer Zinters, hoe hoog staat de
jonge man nog bij u in !t krijt?"
„Niet de moeite waard, mijnheer
Wiskotten. Daarvoor behoeft u niet in
uw portemonnaie te tasten. Dat draagt
u los in uw vestzakje."
„Geef dan maar's hier, opdat u die
rekening schrappen kunt."
De waard stond op, zocht achter z
buffet rond en kwam met een lah
reep papier te voorschijn. Gustav W
kotten vloog het door. Hij zette grot
oogen op. Daar bespeurde hij de aj
raking van een zacht lichaam en l1
zonder zijne verwondering over de
geteekende posten te kennen te gevl
verder. Gretchen Zinters had zich i
toevallig tegen hem aangedrukt. I
donkere kopje over zijn schouder i
rekt, keek ze met hem tegelijk de rel
ning na.
„Al 't extra goede, dat we 'm geda
hebben, dat hebben we niet eens op{
schreven. Hij kon soms ook erg las
zijn."
„Zoo, zoo.Wat hebt u 'n mt
zwart haar!"
„Dat heeft mijnheer Ewald ook i
vonden."
„Dien hebt u zeker aardig het hoe
op hol gebracht?"
„Hij wilde het mijne op hol brengei
„En dat is hem niet gelukt?"
„Ik geef geen zier om zulke jon
heeren."
„Zou ik meer geluk hebben?" sche
ste hij.
Ze stiet hem zacht met den schc
der, als een katje, dat eeh hoogen r
zet en snorrend kopjes geeft.
Wordt vervolgd