Bij Hoest en Verkoudheid
Denkt er aan, dat de deelname aan de prijs
vraag Haandagavond 24 November TE 7 UUR
wordt gesloten.
Ier met uitstaande netten in zee, een
net-model aan de zoldering. Een trawl
net in werkelijke grootte is op de bin
nenplaats opgesteld. Voorts is hier de
Snurrevaadvisscherij door een netmo
del en een schilderij vertegenwoordigd.
Zaal C geeft een overzicht van enke
le kustvisscherijen; het vooronder of
volkslogies van een haringlogger is
hier nagenoeg in zijn werkelijke ver
houdingen nagebootst.
In de tusschenzaal (D) vindt men
teekeningen van enkele buitenland-
sche vischmethoden, benevens een
overzicht van de Nederlandsche fabri
cage. In serre en tusschenzalen zijn de
visschen, welke voor de consumptie
gevangen worden, 'benevens enkele
li .Willij vüanden en vervolgers, ten
toongesteld, tervviji tevens diverse ver
pakkingen en bereidingswijzen van ge
conserveerde visch geëxposeerd zijn.
Inzendingen en medewerking werd
o.a. ontvangen van het rijksinstituut
van biologisch visscherij-onderzoek, de
directeuren der zee- en visscherijscho
len te Scheveningen, te IJmuiden en
Vlaardingen, van de reederijen van de
heeren Jac. den Duik en Zn., A. v. d.
Toren, Varkevisser en J. J. de Niet te
Scheveningen, de Vereeniging ter be
vordering van visöcherij, handel en nij
verheid en van de reederijen van den
heer Hoogendijk, van de Doggermaat
schappij en van den heer J. v. d. Burg
te Vlaardingen, van de Vereeniging
van Reeders van visschersvaartuigen,
van het Scheepvaartkundig museum
te Rotterdam, van de Seaside Mills te
Scheveningen, van de N.V. Stores te
IJmuiden en van de firma Sauer.
Onder de aanwezigen merkten wij
op mevrouw Patijn, die de teleurstel
lende tijding bracht, dat de burge
meester verhinderd was te komen, mr.
J. D. Verbroek, voorzitter van de com
missie van toezicht op het M. O., den
heer Brommer, chef van de afd. Vis
scherij van het dep. van Binnenl. Za
ken en Landbouw; den heer Janssens,
inspecteur van de Zeevisscherij, mr.
Van Thiel, inspecteur van het onder
wijs, e.a. De wethouder van Onderwijs,
dr. VV. W. van der Meulen, was door
ongesteldheid verhinderd, terwijl de
chef van zijn kabinet, mr. Van Poelje,
ook niet aanwezig kon zijn, daar hij
den wethouder op diens spreekuur
moest vervangen.
De directrice van het Museum van
Onderwijs, dr. Elias, sprak een harte
lijk woord van welkom, waarin zij bij
zonder dank bracht aan allen, die zoo
krachtig hadden medegewerkt om de
ze tentoonstelling bijeen te brengen.
Daarna hield dr. van Tesch een lezing
over het tentoongestelde.
vlakte vallen om een haring buit te
maken en dringen zelfs daartoe va-
I dems diep in de zee, zoodat ze menig
maal in de netten der visschers ver
ward raken.
De grootste vijand der haring is ech
ter de mensch.
De Reedersvereeniging voor de
Ned. Haring visscherij.
Naar gemeld wordt is het tienjarig
bestaan van de Reeders-vereeniging
voor de Nederlandsche Haring vissche
rij Maandag herdacht met een gemeen
schappelijk en maaltijd in Hotel „De
Twee Steden', te 'sGravenhage.
De voorzitter, de heer L. J. v. Gelde
ren, heette o.a. hartelijk welkom dr. H,
J. Lovink, voorzitter van den Raad
voor de Visscherij en A. B. Brouwer,
hoofd van de afdeeling Visscherij- van
het departement van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw. Na enkele voor
het vereenigingsleven van het afge-
loopen decennium belangrijke feiten
te hebben gememoreerd, wijdde spr.
een dronk aan den bloei van de Ne
derlandsche Zeevisscherij en van de
jubileerende vereeniging.
Tijdens den maaltijd hebben nog
verschillende sprekers het woord ge
voerd, waarbij de heer W. Richter Uit-
denbogaerdt, die namens Maassluis en
Vlaardingen sprak, den voorzitter als
souvenir een ets, voorstellende de ha
venkom van Maassluis aan boord
aangeboden.
Mijnhardt's Emser-Tabletten 35 c.
Mijnhardt'8 Salmiak-Tablellen 40 c.
Thermo Tabletten45 c.
Anga Bonbons60 c.
Bij Apothekers en Drogisten
INGEZONDEN.
Buiten verantwoordelijkheid der radactie
De aankoop van Velserbeek
Gemeente Velsen.
door
Volgens bericht van den Holland-
sclien consul te Leipzig beraamd men
aldaar in het voorjaar van 1925 een
bijzondere jaarmarkt te houden voor
jacht- en visscherijbenoodigdheden,
waaronder ook benoodigdheden voor
de zeevisscherij. Aanmelding hiervoor
te richten aan den heer Dr. Liebscher*
Peterstrasse 23, aldaar.
Volgens het officieele rapport
over 1921, nu verschenen, bestond in
dat jaar de visschersvloot uit 330
stoomschepen, 8937 groote motorboo
ten, 263 gedekte zeilvaartuigen en
56000 open motor- en zeilbooten.
Alhoewel in het begin van het
seizoen de visscherij goed genoemd
mocht worden, schijnt het eindresul
taat toch treurig te zijn. Volgens het
Fransche blad „Pêche Maritime" is de
vangst dit jaar 30 a 40 minder dan
in het vorige jaar.
De totale besomming van de ka
beljauw- en haringvangst (inbegrepen
andere-vischsoorten) in Noorwegen in
1923 taxeert men op 65 millioen kr., te
gen 80 millioen in 1922, 55 millioen in
1921 en 80 millioen in 1920.
N. VI .Ct.
Vijanden van da haring.
In de „Daily Mail" stond dezer da
gen een artikel, geschreven door een
natuurkundige, over „De vele gevaren
voor de haring". Daarin schrijft hij,
dat een Moray-Firth-visscher onlangs
honderden kleine kabeljauwen vond
van een buitengewonen vorm, bij na
der onderzoek ontstaan, door bet ge
bruik van massa's pas gelegd haring
kuit. De meeste visschen zijn.zeer
verlekkerd op dit voedsel. Makreel,
wijting, koolviséh, zijn de voornaam
ste vijanden van de jonge haring. Uit
den buik van een kabeljauw kan men
gewoonlijk een dozijn haring in ver
schillende stadiën van vertering halen.
Sommige walvisschen hebben ook een
groot aandeel in de haringjacht en
schildpadden en kleine haaien doen
daaraan dapper mee. Deze laatste vij
and gaat zoo woest te werk bij zijn
vervolging, dat zeer dikwijls de netten
totaal geramponeerd worden.
Ook vogels zoeken de haring als een
lekkernij, waardoor ze vaak voor de
visschers een gids zijn om de haring
scholen te vinden. Rotganzen laten
zich uit groote hoogte op de water-
De artikelen van J., in de IJmuider
Courant van Woensdag 12 en Zater
dag 15 Nov. j.l., over den aankoop
van „Velserbeek" lezende, vraagt men
zich af: „Heeft de raad verstandig ge
daan „Velserbeek" voor f 450000.—
aan te koopen, zonder dat eerst gepro
beerd is of het niet voor wat minder
had gekund?
Voortgaande in die lijn ontkiemd
zelfs de gedachte: „als de Raad eerst
een lager bod had gedaan, dan hadden
wij zeer waarschijnlijk „Velserbeek"
goedkooper gehad! Immers andere ge
gadigden waren er niet."
Maar ziet. Juist de laatste overwe
ging was de oorzaak, dat „Velserbeek'
in 1918 voor de gemeente Velsen ver
loren ging, niettegenstaande men
toen ook vrij algemeen van oordeel
was, dat Velsen „Velserbeek" moest
hebben. Doch de Raad wilde met
groote meerderheid het onderste
wit uit de kan, maar kreeg het lid op
den neus.
Was het publiek door dien afloop
verrast, de raadsleden waren dat niet
minder, omdat hèt bod door den raad
gedaan, door den eigenaar zelfs niet
in overweging werd genomen. Of, in
figuurlijken- zin gezegd: De klank van
den voorzittershamer welke dat
voorstel bezegelde was nog hoor
baar, toen al in een ander deel van het
Gemeentehuis een handslag klonk,
welke den koop van „Velserbeek" aan
een particulier verzekerde.
De grootsche plannen van den nieu
wen eigenaar wezen er op, dat „Velser
beek" in hoofdzaak voor industrieële
ondernemingen was bestemd, zoodat
het zich liet aanzien, dat het „land
goed", en voor Velsen en als natuur
schoon voor goed verloren was.
Vooral het laatste werd maar al te
spoedig bewaarheid. Met haastigen
spoed vielen velen der prachtige hoo
rnen door sloopers handen. Had de
raad niet bijtijds een kapverbod uitge
vaardigd, dan zou de verwoesting van
het natuurschoon nog veel grooter ge
worden zijn.
Doch grootsche plannen falen wel
eens. Zoo ook hier. De omstandigheden
n.l. hebben gewild, dat het den nieu
wen eigenaren niet is mogen gelukken
hunne voornemens met „Velserbeek"
uit te voeren.
Al naarmate dus de kans op een
loonende exploitatie van het „land
voor den eigenaar slechter
werd, verbeterde deze voor Velsen, om
het in eigendom te krijgen.
Intusschen bleef het college van B.
en W. diligent. Na veel loven en bie
den werd ten, slotte de grens van prijs
en termijn bereikt. Zoodat „Velser
beek" voor de tweede maal te koop
was.
Het groote bezwaar was echter het
geld. Maar ook dat kwam dank zij
de lofwaardige ijver van den Burge
meester nog tijdig beschikbaar.
Het feit alleen, dat groote financiëele
instellingen bereid zijn onze gemeente
in dezen tijd zulk oen belangrijk
crediet 4oe te staan, is op zichzelf reeds
van groote beteekenis. Het bewijst al
thans, dat de crediet-waardigheid van
Velsen nog op een behoorlijk peil
staat.
Toen dus het voorstel „aankoop van
„Velserbeek". in den raad kwam, was
het een zaak van: „if you do, do it
now".
Temeer, daar de Burgemeester, aan
wiens beleid de Raad zich in deze vei
lig mocht toevertouwen, verzocht:
over den koop niet breedvoerig te dis
cussieeren, was het treffend, dat de
raad spontaan tot den koop besloot.
Bovendien: De raad zal straks naar
believen over de bestemming van
„Velserbeek" kunnen discussieeren.
Dat is in bondige stijl, door den voor
zitter, vóór de stemming aan den raad
toegezegd.
De heer J. en c.s. mogen dan naar
hun oordeel het volle pond niet gehad
hebben, bij het schieten van den beer,
bij het verkoopen van de huid zullen
zij geen gram tekort komen. Dat waar
borgt de toezegging van den Burge
meester.
Ten slotte de mooie licht-roode bloe
men, door een onbekenden gever aan
den raad vereerd.
Doch neen, daar zeggen wij niets
over. Want wij herinneren ons een
Japansch spreekwoord, dat zegt: „een
bij zuigt haar honig uit dezelfde
bloem, waar een wesp haar venijn uit
haalt".
B. G. SCHUITENMAKER.
Velseroord, 20-11-24.
GEMENGD NIEUWS.
Noord-Hollands Prov. Ziekenhuizen.
Het laatste (derde) rapport van de
Bezuinigingscommissie voor de Pro
vinciale Ziekenhuizen van Noord-Hol
land, zegt o.a. dat de pharmaceutische
dienst in de ziekenhuizen te Santpoort
en te Bakkum op te groote leest zijn
geschoeid.
Uit de aan de adj.-directies te Sant
poort en Bakkum opgedragen werk-
zaamheden blijkt, dat een dergelijke j pleegden
ambtenares (jaarwedde f 3400f 4650)
eigenlijk overtollig is, te meer waar in
beide ziekenhuizen de geneesheeren
directeur geen eigen afdeeling hebben,
en. alle onderaf deelingen aparte hoof
den hebben.
Verder blijkt, dat de positie van den
tweeden geneesheer-directeur en
plaatsvervangend geneesheer-direc
teur van een gesticht met ongeveer 300
patiënten even hoog gesalarieerd wor
den als dezelfde titularissen in een ge
sticht van ruim 800 a 1200 patiënten.
Hieruit ontstaat de anomalie, dat een
jongeman van 28 jaar al een salaris
geniet van f 6000, dat nog opklimt tot
f 8000.
De commissie is van meening, dat
de wetenschappelijke naam van het ge
sticht meer kans heeft te worden be
vorderd door het aantal geneesheeren
niet te klein te houden.
In Santpoort heeft men naast de 5
klinisch-psychiatrische geneesheeren
één geneesheer voor personeel, een
voor pathologisch anatomisch onder
zoek (en beiden tevens waarnemer) en
als leider den geneesheer-directeur.
Men heeft daar dan ook afdeelingen
van 275 a 310 patiënten, die zonder
twijfel groot zijn te noemen. In Bak
kum is de indeeling eenigszins anders
zijn de afdeelingen kleiner. Voor
vermindering van het aantal genees
heeren zou, als men daartoe zou wil
len en kunnen overgaan, in de eerste
plaats het gesticht te Bakkum in aan
merking komen.
De salarissen aan de Provinciale
ziekenhuizen blijken in vele betrekkin
gen hooger dan aan andere inrichtin
gen. De commissie adviseert niet over
te gaan tot een algemeene salarisher
ziening maar acht verhaal van pensi
oenbijdragen op al het personeel alles
zins billijk.
Aan het besluit van de gemeen
schappelijke vergadering van de com-
missiën van bestuur voor Santpoort,
Duinenbosch en Medemblik om de ge
zinsverpleging in de nabijheid van
en in verband met het gesticht zoo
veel mogelijk te bevorderen, wordt
ijverig uitvoering gegeven.
De commissie heeft overwogen, of zij
moest aanbevelen de open afdeeling te
Santpoort op te heffen, omdat het ver
plegen van patiënten in een open af
deeling, zonder rechterlijke machti
ging, dus niet als krankzinnigenver-
pleging, niet tot de bij de wet voorge-1
schreven taak der Provincie .behoort.
De medische leden der commissie ble
ken het echter eens te zijn met den di
recteur van Santpoort dat het in het
belang van de verpleging gewenscht
is de open afdeeling te behouden. De
patiënten komen intusschen voor het
grootste gedeelte uit de grootere ge
meenten, welke daardoor ongetwijfeld
op de uitgaven van haar gewone zie
kenverpleging besparen. Er schijnt
daarom geen voldoende reden op de
verplegingskosten van deze pa
tiënten toe te leggen, dus moet voor
hen de kostende prijs van de verple
ging worden betaald.
Het verdient aanbeveling te trach
ten, aan Duinenbosch tot belangrijke
vermindering van het 17 personen tel
lende keukenpersoneel te komen.
In de drie ziekenhuizen moeten voor
de patiënten dezelfde voedingsrantsoe
nen gelden, maar overigens is op de
kosten van voeding geen belangrijke
besparing meer mogelijk. In dit op
zicht is bereids gedaan al hetgeen mo
gelijk en toelaatbaar moet worden ge
oordeeld.
De commissie beveelt aan, zooveel
mogelijk door te voeren, dat de ver
pleegden eigen kleeding dragen. Wel is'
waar veroorzaakt dit eenige uitbrei
ding van administratie, doch de be
zuiniging, die het dragen van eigen
kleeding kan medebrengen, kan hier
tegen ruimschoots opwegen en eigen
kleeding geeft bovendien een aangena
mer blik, dan gestiohtskleeding.
De tramverbinding station-Castri-
cum naar Duinenbosch moet niet lan
ger geheel kosteloos plaats hebben.
De grootst mogelijke minderheid der
commissie is echter van oordeel, dat
de tramverbinding niet in voldoende
mate in een behoefte voorziet om haar
nog langer in stand te houden.
Het verdient voor Santpoort en Dui
nenbosch aanbeveling,, na te gaan, wat
daarvan de gewijzigde inrichting van
de administratie te Medemblik kan
worden overgenomen.
Uit een overzicht van het getal ver-
aan ieder ziekenhuis van 1
Januari 1923 af, dat mocht worden op-
genomen, en van het getal niet inge-
nomen plaatsen blijkt, dat het getal
open plaatsen sedert geruimen tijd zeer
belangrijk is geweest, wat moet leiden
j tot nadeel bij de exploitatie. Er wordt
aanhoudend' naar gestreefd, zoo wei
nig mogelijk plaatsen open te houden
erï in verband hiermede zijn eenige
maanden geleden reeds twintig pa
tiënten uit een der niet-Provinciale
gestichten, waarmede de Provincie
contraeten heeft afgesloten, naar Sant
poort overgebracht. Dit middel, om de
eigen gestichten der Provincie zooveel
mogelijk te bevolken, moet verder wor-
den toegepast, voor zoover daarmede
niet in strijd wordt gehandeld met bij
zondere wenschen omtrent verpleging
in gestichten voor bepaalde godsdien
stige gezindten en ook andere bijzon
dere redenen er zich niet bepaald te
gen verzetten.
De commissie heeft van gedachten
gewisseld over de vraag, of het al dan
niet gewenscht is, dat het gesticht te
Medemblik als Provinciaal ziekenhuis
blijft behouden en een meerderheid
acht het, nu de Begrooting 1925 voor
het Provinciaal ziekenhuis te Medem
blik duurder blijkt te zijn, dan de
hoogste verpleegprijs in particuliere
gestichten gewenscht een onderzoek
te doen instellen naar de mogelijkheid
tot opheffing van dit ziekenhuis en in
plaats daarvan in ruimere mate con
tracten af ie sluiten met particuliere
gestichten, waar de verpleging even
goed is te achten.
Het parlement een schandvlek
j der natie.
Er wordt over het algemeen al heel
weinig vriendelijk geoordeeld over het
parlement en de politiek. Het is 'in het
parlement een kwajongensboel en de
politiek is een vuile geschiedenis. Het
peil der Kamerredevoeringen staat
veel lager dan vroeger; ieder, die een
grooten mond durft opzetten, kan te
genwoordig wel kamerlid worden. In
dien geest hoort men tegenwoordig dik
wijls spreken.
Dit oordeel is echter niet juist en
rechtvaardig. Terecht wees Mr. Mar-
chant er onlangs op, dat een rede van
Torbecke zeker verre staat boven een
rede van Braat, maar Torbecke was
onder de kamerleden van zijn tijd de
grootste, een man als hij wordt slechts
eens in een halve eeuw geboren; en een
man als Braat is ook een eenling, ver
reweg de meeste Kamerleden beteeke-
nen meer, hij is wel een type maar ge
lukkig niet het type van den tegen-
woordigen parlementariër.
Prof. mr. R. Kranenburg heeft ook ge
sproken over de minachting ten op
zichte van het parlementisme en daar
over eenige leerzame opmerkingen ge
maakt. Men meent vaak, dat handig
heid in spreken, in trucjes, slimmig
heidjes den politicus maakt, dat deze
er althans zonder die gaven niet ko
men kan. Prof. Kranenburg wees er
echter op, dat welsprekendheid, zake
lijkheid en organisatie-talent nog a
eens samen gaan. Ook kan men er zon
der welsprekendheid wel komen. S. vai
Houten was een slecht spreker en tocj
een voortreffelijk staatsman.
De idealisten voelen zich teleurge
steld over het werken van het parlej
ment. Ze vergeten, dat manadenlangj
indrukwekkendheid onmogelijk is
schoonheidsonroering kan niet door
loopend geboden worden. Alleen he;
resultaat is iets schoons. De heeren it
den Haag zitten, als 't ware, ook ii
hun werkjasje. Het werk behoeft daar
om niet minder te zijn. Vroeger warei
de volksvertegenwoordigers wat def
tiger, maar bondiger waren ze niet
Er wordt tegenwoordig harder ge
werkt en er is ook meer werk. He
staatkundige-economische leven word
steeds ingewikkelder en een -deel vai
het wetgevende werk zal aan ander
organen moeten worden overgedragen
Politieke partijvorming is noodzake
lijk; het volk moet naar staatkundige
doelstelling worden gegroepeerd. Een
dictator, een geweldige persoonlijkheid
kan zich alleen handhaven in tijden
van anarchie; het volk wil echter ten
slotte weer zelf-regeering en dit kan
niet anders dan door een parlement.
Hqt parlement is een instelling van; j
menschen en het menschelijke ook in'
het verkeerde is er nu eenmaal niet!
vreemd aan. Prof. Kranenburg maande)
tot wat zachter en verdraagfhmer oor-j
deel aan over het werk en de personen!
van het parlement en gebruikte daar-;
bij het spreekwoord, dat men niet kan!
blazen en tegelijk het meel in deni
mond houden.
Men kan ook nog opmerken, dat het-'
geen er ontbreekt -aan de heeren van;
den 1-Iaag niet hun maar de kiezers,!
die hen gekozen hebben, moet worden
verweten. Ieder volk toch heeft de re
geering maar ook de volksvertegen-,
woordiging, die het verdient. En er is 5
nog maar al te veel smaak in de lomp-'
heden en domheden van Braat.
Centrale verwarming.
De kacheltijd is weer gekomen en
daarmee ook de kachelellende, voegt j
menige huisvrouw er zuchtend aan toe.
Juist als de dagen op hun kortst zijn,
komt er allerlei extra werk hij, van
aschladen leegen en turf en steenkolen
bakken vullen, kachels aanmaken en
naar de kachels zien, alsof men met
zien alleen een kachél kan aanhouden!
Kachels moeten gepoetst en pijpen
schoon gemaakt worden. Dan is het
weer eens te warm en dan weer te
koud. Vulkachels maken het wel wat
gemakkelijker, maar geven toch ook
werk. In kleine kamers kan men ze
vaak ook niet zoo temperen, dat ze niet
te veel warmte geven. Kortom er is re
den, om te klagen.
Centrale verwarming kost veel min
der tijd en moeite, maar is voor kleine
huizen en beurzen minder geschikt.
Zou men niet als water, gas, electrici-
teit warmte uit een bron naar vele hui
zen kunnen toevoeren?
Hamburg geeft een toestemmend ant
woord. Een paar jaar geleden is men
begonnen de warmte der electfische
centrales van 7 millioen eenheden
naar verschillende groote gebouwen in
'den omtrek eiwan te brengen. Thans is
een maatschappij opgericht, die
eerst de groote kantoren en staatsge
bouwen en langzamerhand de geheele
stad wil verwarmen door een net van
onderaardsche buizen. Men krijgt dus
een centrale stadsverwarming, die al
len last der kachels wegneemt en
waarschijnlijk ook goedkooper warm
te zal leveren.
Wij zijn met de warmte bijzonder
verkwistend. Men bouwt haarden in
den schoorsteen, zoodat het grootste
deel der warmte door den schoorsteen
naar buiten gaat. Men laat de warmte
van fabrieken goeddeels verloren gaan.
Warmte kan niet zoo makkelijk vast
gehouden en geleid worden als water.
Maar zooals de machine den trein trekt
en te gelijk door haar stoom vele wag
gons lekker verwarmt, zonder dat
daarvoor zooveel kolen extra ver
stookt behoeven te worden, zoo zal
men van allerlei fabrieken ook gebruik
kunnen maken voor de Verwarming
van de gebouwen in den omtrek. Over
een halve eeuw zullen in de steden al
thans de kachels wellicht op de zolder
kunnen blijven of voor oud roest ver
kocht worden.