ORGAAN VOOR DE G!
No. 14
Woensdag 17 December 1S84
10e JurguK
IJMUIDER COURANT
OFFICIEEL.
BURGERLIJKE STAND.
Bureau uren op 25 en 25 December 1924
Ie en 2e Kerstdag) en op 1 Januari 1925
Nieuwjaarsdag).
De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand
der gemeente Velsen maakt bekend, dat op
25 en 26 December a. s. (Ie en 2e Kerstdag)
en op 1 Januari 1925 (Nieuwjaarsdag) het
'bureau van den burgerlijken stand op verzoek
van een belanghebbende zaï worden ge
opend tusschen 9*/i en 10 uur voor
middags, indien de verzoeker aantoont,
dat de te verrichten werkzaamheid, in
verband met de bij de wet gestelde termij
nen, niet kan worden uitgesteld.
Velsen, 17 December 1924.
De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand
voornoemd, SUWERINK.
OPENBARE VERGADERING
van den gemeenteraad van Velsen op
Vrijdag 19 December 1924, des voor
middags 10 uur ten gemeentehuize.
AGENDA:
1. Ingekomen stukken.
2. Goedkeuring der tijdelijke waar
neming van het ontvangersambt
S dooi* J. J. Wringer.
3. Behandeling van de volgende be-
grootingen voor 1925 met de daar
bij behoorende stukken:
a. van het Schaalarmbestuur;
b. van het R.K. burgerlijk armbe
stuur;
c. van de commissie van toezicht
op het lager onderwijs;
d. van de gezondheidscommissie;
e. van het grondbedrijf;
f. van het gemeentelijk gasbedrijf;
j g. van de gemeentelijke waterlei-
ding;
h. van het bedrijf reinigings- on
ontsmettingsdienst
i. van het bedrijf openbare wer
ken;
j. van de gemeente.
4. Wijziging en aanvulling der veror
deningen op de heffing en invor
dering van leges ter secretarie
'f enz.
5. Financiëele besluiten.
6. Aanvulling en wijziging van de
verordening tot regeling der loo-
nen van de gemeente-werklieden.
7. Voorstel vamde leden J. A. Dal-
meijer c.s. tot instelling van eene
commissie ad hoc met opdracht,
een uitgewerkt plan tot verbete
ring van het wegennet in deze ge-
meente binnen zes maanden na
hare installatie aan den raad over
te leggen.
NIJVERHEIDSONDERWIJS.
van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen;
b. aan alle leeraren met een vaste
aanstelling aan genoemde
school eervol ontslag te vertee
nen uit hunne betrekking, in
gaande op het onder a bedoelde
tijdstip;
c. belanghebbenden er aan te her
inneren, dat zij binnen 30 dagen,
te rekenen van den dag, waarop
dit besluit is openbaar gemaakt,
in beroep kunnen komen bij den
Minister van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen.
Gedaan ter openbare vergadering
van den 2 December 1924.
de secretaris, de voorzitter,
(get.) J. Kostelijk. (get.) Rijkens.
Velsen, 16 December 1924.
VERPLAATSINO OEMEENTEL1JKE
VLEESCHKEURINOSDIENST.
i Burgemeester en wethouders der ge-
j meente Velsen brengen ter algemeene
kennis, dat met ingang van Maandag,
[22 December 1924 de gemeentelijke
vleeschkeuringsdienst wordt verplaatst naar
het gebouw gelegen aan het Noordzeekanaal
naast de openbare lagere school E te Velsen.
Velsen, 16 December 1924.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
j de secretaris, de burgemeester,
J. Kostelijk. Rijkens.
Wat#£*tSiS3l liMSidsas*
Dec.
1024
H.
waler
L.
water
Da:;?n
v.tn.
n.m.
v.m.
tl.IC.
18
7.25
7.49
2.46
3.09
19 L.
K.
8.17
8.46
3 31
3 58
20
Q.1S
9.53
4.28
5.00
21
10.28
11.07
5.40
6.14
22
11.37
6.59
7.26
23
0.10
0.34
8.08
8.28
24
1.05
1 26
9.08
9.24
25
1.55
2.15
1001
10.20
Burgemeester en wethouders van
Velsen brengen ter algemeene kennis
het volgende raadsbesluit:
De raad der gemeente Velsen:
Gezien het advies dd. 12 November
i924 van de commissie van toezicht op
/de nijverheidsavondschool voor am-
achtslieden, dat de strekking heeft
.m deze school over te dragen aan het
bestuur der vereeniging voor Am-
bachtsonderwijs in Kennemerland
welk advies is opgenomen in gemeen
teblad no. 193 van 1924;
Mede gezien de in gelijken geest lui
dende missive dd. 29 October 1924,
no. 18811 van den Inspecteur van het
ni j verheidsonder wijs
kennis nemende van:
a. een schrijven dd. 31 October
1924, waarin het bestuur van
i voormelde vereeniging zich be-
reid verklaart, indien een aan-
P vraag aan haar wordt gericht
tot overname van het beheer
over de nijverheidsavondschool,
dat beheer te aanvaarden;
b. eene mededeeling van burge-
meester en wethouders opgeno
men in gemeenteblad no. 201 van
1924;
Overwegende, dat samenvoeging van
beide scholen in het belang is van de
/pleiding van a.s. vaklieden;
Gelet op de bepalingen van de Nij-
T u'heidsonderwijswet;
BESLUIT
a. het gemeentelijk nijverheids-
avondonderwijs voor ambachts
lieden op te heffen ingaande op
het moment, dat een nieuwe
cursus voor dat onderwijs wordt
geopend door het bestuur der
vereeniging voor Ambachts-
onderwijs in Kennemerland, met
j goedkeuring ran den Minister
De reorganisatie der armbesturen.
Men heeft in ons blad het voorstel
inzake de reorganisatie van de armbe
sturen kunnen lezen en ook wat er in
de raadsvergadering al reeds over ge
zegd is. Het voorstel, maar vooral de
opmerkingen in den raad geven ons
aanleiding daar een en ander over te
zeggen.
Hetgeen B. en W. voorstellen vinden
wij geheel onvoldoende. Zij willen een
administrateur-controleur voor de bei
de armbesturen. Dat is uitnemend,
maar uit de instructie blijkt ons dat
B. en W. hem vooral willen als admi
nistrateur. Hij moet zijn secretaris-
penningmeester der beide armbestu
ren, wordt belast met de bijhouding
der aldmini strati e en voert de corres
pondentie van beide armbesturen. Hij
krijgt een kantoor met kantooruren
van 912 en 1 x/25 u. en is driemaal
per week van 9^-12 voor het publiek
te spreken.
Iedereen ziet, dat het op en top een
ambtenaar wordt, die vooral in dezen
tijd werk genoeg zal hebben. In den
raad meenden verschillende leden,
dat deze ambtenaar daar niet voldoen
de werk aan zou hebben en daarom
meenden zij, dat hij maar een "kamer
op het raadhuis moest hebben, dan
kon hij ook ander werk hebben. De
heer Vermeulen wilde, dat de admini
strateur-controleur niet de steunvra-
genden zou opzoeken. Zulke bood
schapjes konden best door de boden
en dë bevolkingsagenten worden ge
daan.
Wij konden dit alles moeilijk ver
staan. Als de administrateur bijkans
de geheele week in de administratie
der armbesturen zit, zal hij o.i. weinig
van ander werk terecht brengen, als
hij eens een paar uurtjes over heeft.
Maar ons grootste bezwaar is, dat men
van de controle bijzaak wil maken en
van de administratie hoofdzaak. Wij
meenen dat een controleur veel meer
noodig is dan een administrateur. De
administratie zou desnoods op het
raadhuis gedaan kunnen worden. Als
er dan toch niet een heele man voor
noodig is, waarom draagt men deze
administratie dan niet op aan een der
ambtenaren ter secretarie, b.v. van de
af deeling finajnciën?
Wat de armbesturen noodig hebben
is een controleur, een huisbezoeker,
zooals ze in Amsterdam heeten. We
achten hët zeer ongewenscht, wat de
heer Vermeulen wil, n.l. dat de boden
en bevolkingsagenten er allen op uit!
gaan, om zoo even aan de deur eenige
inlichtingen in te winnen. Dat is
prutswerk en er loopen veel te veel
menschen met de zorgen van de armen
te koop.
Men wil voortaan spreken van maat
schappelijk hulpbetoon en niet meer
van armbestuur. Wij vinden dit uit
nemend, maar dan moet men er ook
een goed sociaal werk van maken. Niet
een soort gemeentelijke armendienst,
waar de administrateur drie maal per
week 3 uur zitting houdt om de pa
tiënten te ontvangen. Hiertegen heb
ben wij het meeste bezwaar. Er komt
een wachtkamer en de een ziet de el
lende van den ander. Laat men toch
dezen weg niet opgaan.
Wij hebben noodig een ontwikkeld
man, vooral sociaal ontwikkeld, met
een warmvoelend hart en toch niet
sentimenteel. Deze moet gaan naar de
gezinnen der steunvragenden en daar
onderzoek doen. En dan zal hij op ver
schillende factoren moeten letten. Deze
ambtenaar moet zeer streng zijn tegen
simulanten, tegen luie kerels, die te
lamlendig zijn om te werken; zeer
streng ook tegen hen, die het verdiende
geld in de kroeg brengen en de vrouw
naar het armbestuur zenden. Hij moet
de vertrouwensman van de armen zijn
en ook een opvoeder, die tracht het
vertrouwen in de toekomst bij de on
dersteunden aan te moedigen en de
lust voor arbeid aan te moedigen, lust
voor huisvlijtarbeid b.v. in d'agen van
werkloosheid.
Wij zouden nog veel meer kunnen
noemen, want deze taak van zulk een
man is een buitengewone. Alleen zij
zijn er voor geschikt, die zich geroepen
gevoelen. Moeilijk is het, maar een
heerlijk werk. Wij hebben een vriend,
die in Amsterdam dit werk doet. En
weten er dus wat van. Maar veel meer
noodzakelijk is deze man, dan een
ambtenaar als B. en W. willen en wij
hopen dan ook zeer, dat de raad zich
nog zal bezinnen en iemand benoemen,
die in de eerste plaats is controleur,
de bezoeker in de gezinnen en op wiens
advies dan ondersteuning gegeven
wordt. Met zulk een ambtenaar kon
men volstaan met één enkel armbe
stuur van 3 of 5 leden. G. V.
INGEZONDEN.
Buiten verantwoordelijkheid der redactie.
De neutrale school en school A.
Mijnheer de Redacteur!
Nu naar het schijnt niemand van de
vriendelijke uitnoodiging van den hr.
Tusenius, om met hem over boven
staand onderwerp te discussiëeren, ge
bruik maakt, wil ik met bet oog op
bet groote belang, dat er voor onze ge
meente aan die zaak verbonden is, u
vriendelijk verzoeken dit artikel in
uw blad op te nemen.
In de allereerste plaats wil ik wijzen
op eenige onjuistheden in het ingezon
den stuk van den heer Tusenius. Hij
begint met te zeggen, dat de L. Onder
wijswet 1920 ons Gemeentebestuur
verplicht over de geheele linie te reor-
ganiseeren. Men kan er versteld van
staan, dat een lid der Onderwijscomm.
zoo'n enormiteit in 't openbaar uit.
Want niets is minder waar. De wet.
noodzaakt alleen het gemeentebestuur
om school A te splitsen. De andere
scholen kunnen blijven, zooals zij nu
zijn. En wat school A betreft zou men
kunnen volstaan met de 4 M.U.L.O.-
klassen een apart hoofd van school
te geven zonder verder in de organisa
tievorm in te grijpen. Het is slechts
deze gelegenheid, die het gemeente
bestuur aangrijpt, om een door velen
noodzakelijk geachte reorganisatie
van het geheele Openbaar Onderwijs
in deze gemeente tot stand te brengen,
al laat die reorganisatie wel wat heel
lang op zich wachten.
Onmiddellijk laat de heer Tusenius
daarop volgen, dat diezelfde wet de
gemeentebesturen verplicht tot het in
richten van de z.g. eenheidssehool met
uniformleerplan. Men zou gaan ver
moeden, dat de heer Tusenius die wet
nooit gezien heeft. Want veronderstel,
dat hij gelijk had, dan zou het toch
voor de'hand liggen, dat de Minister
op zijn departement een leerplan liet
vervaardigen en dat aan alle schoolbe
sturen en gemeenteraden toezond.
Neen, die eenheidssehool heeft een ge
heel andere beteekenis. De minister
heeft in de L. O.-wet laten vastleggen
welke vakken in de eerste 6 klassen
moeten worden onderwezen, en welke
niet mogen onderwezen worden. Zoo
mag b.v. in geen enkele school voor
bet zevende leerjaar onderwijs gege
ven worden in Fransch of Wiskunde.
En als de voorstanders van de neutrale
school uit de beschouwingen van den
heer Tusenius hadden opgemaakt, dat
op die school, dat wel zou kunnen ge
beuren, dan zijn zij daarin leelijk be
drogen. Maar wel mag men voor iedere
school een afzonderlijk leerplan vast
stellen, waarbij dan bepaald wordt
hoeveel er van ieder vak in 'n bepaal
de klasse mag onderwezen worden.
Zoo zou men b.v. in het leerplan van
school A kunnen zetten, dat in de le
klasse den kinderen de getallen van 1
tot 25 geleerd moet worden, terwijl de
neutrale school zou kunnen bepalen,
dat men er de getallen van 1 tot 26
moet leeren.
Natuurlijk ligt het voor de hand,
dat men voor scholen van gelijke
strekking eenzelfde leerplan maakt.
Zoo had men in deze gemeente, voor
nog de L. O.-wet in werking trad, voor
alle gewone lagere scholen reeds een
zelfde (dus een uniform) leerplan ge
maakt. Daardoor werd verhinderd,
dat, wanneer iemand van IJmuiden
naar Velseroord verhuisde, zijn kin
deren - een klasse teruggezet werden,
omdat zij nog zoover niet waren. En
dat zal natuurlijk iedereen toejuichen.
Maar dat gewone lagere scholen en
opleidingsscholen eenzelfde leerplan
mooted hebben, is pure fantasie.
Voor ik nu overga tot de eigenlijke
reorganisatie van school A, wil ik nog
wijzen op een uitlating van den heer
Tusenius, die zijn streven voor een
neutrale school stellig bij iederen
voorstander van Openbaar Onderwijs
in miscrediet zal brengen. Nietwaar,
men begint niet z'n eigen zaak te ver
dedigen door een ander verdacht te
maken. De heer Tusenius toch heeft
het in z'n ingezonden stukje noodig
geoordeeld de lezers op den mouw te
spelden, dat het Openbaar Onderwijs
zoo bar slecht is. Als ernstig man kan
de heer Tusenius een zoo grove be
schuldiging niet uiten, zonder daar
voor steekhoudende bewijzen te heb
ben. Wij hopen, dat hij die bewijzen zal
publiceeren, want zonder bewijzen is
het toch niet fair om zulke uitlatingen
te doen. Wij zijn nog altijd overtuigd
dat het openbaar onderwijs zeer goed
is en kunnen dat met uitspraken van
zeer bevoegde autoriteiten bewijzen.
Nu de reorganisatie van school A.
Zooals men weet bestaat school A uit
twee 1ste tot en met twee 6e klassen.
Na de 6e klasse worden de leerlingen
gesplist. Zij, die voor de H. B. S. be
stemd zijn, gaan naar de speciale op
leidingsklasse en de rest gaat naar de
M.U.L.O.-afdeeling. Daar zoo'n gecom
bineerde school hoogstens 350 leerlin
gen mag tellen, .moest school A ge
splitst worden. Daartoe benoemde de
raad een speciale commissie van 5
personen, n.l. de heeren Landeweert,
Vermeulen, Tusenius, Nijssen en Roel
se. En werden daar oorspronkelijk
twee plannen geopperd. Deze plannen
werden aan de schoolvergadering ter
beoordeeling toegezonden. Als sociaal
democraat meen ik, dat dit verkeerd
was. M.i. is er bij die reorganisatie een
groot gemeentebelang betrokken en
daarom toch diende men allereerst de
vak vereeniging te hooren. Als men zoo
graag een oordeel van deskundigen
wilde hebben, was men daar zeker
op z'n plaats. Bij de leden van de
schoolvergadering komt ook eigenbe
lang om den hoek kijken. Ik schakel
mij zelf daarbij niet uit. En jammer ge
noeg zijn juist de vakvereenigingen
over deze belangrijke zaak niet ge
hoord. De twee plannen waren als
volgt:
I. Splitsing in tweeën, n.l.
in 1 school van le tot en met
7e leerjaar opleidende voor H. B,
S. en 1 Mulo-school van le tot en
met 10e leerjaar.
II. Splitsing in drieën, nl.
1 school met 6 leerjaren, en 1
school met 7 leerjaren, beide op
leidende voor H. B. S. en dan
apart nog 1 Mulo-kopschool, be
staande uit een 7de, 8ste, 9de en
10de leerjaar.
De schoolvergadering verklaarde
zich met zeer groote meerderheid
voor het eerste plan. Alleen het hoofd
der school was een fel tegenstander
fvan dat plan.
De Onderwijscommissie vergaderde
jiii nog vele malen en eindelijk kwam
•men in den raad met drie voorstellen
n.l.
Voorstel I van B. en W. als voorstel
I (zie boven).
Voorstel II van den heer Vermeulen
pm de school te splitsen in drieën, n.l.
2 zesklassige lagere scholen,
1 Mulokopschool met daaraan ver
bonden een "opleidingsklasse
voor de H. B. S.
Voorstel III van den heer Roelse om
Üe school te splitsen in tweeën n.l.
1 twaalfklassige school,
en 1 Mulokopschool met daaraan
verbonden een opleidingsklasse
voor de H. B. S.
Deze beide laatste voorstellen zijn
niet in de schoolvergadering geweest,
dus kan men m.i. niet zeggen, dat de
schoolverg. het le voorstel de voor
keur gaf boven de beide andere, al
denk ik, dat, uitgezonderd de onder
wijzers uit de Mulo-afdeeling, dit bij de
óverigen wel het geval is.
Daar ik getuige ben geweest van de
besprekingen in den raad, meen ik
over de bedoeling van de voorstellers
wel een oordeel te kunnen vormen.
Als sociaal-democraat had het voor
stel van den heer Vermeulen voor mij
de meeste bekoring, omdat ik meen,
dat het diens bedoeling is radicaal een
einde te maken aan een standenschool.
Maar het voorstel-Roelse was prac-
tischer uitvoerbaar, zoowel wat het
gebouw als wat de instandhouding
van school A betreft. Wat is nu de ver
dienste van het voorstel van den heer
Roelse. In de eerste plaats wordt de
overgang van uit het zesde leerjaar
van een lagere school naar de speciale
H. B. S.-klasse of naar de M.U.L.O.-
school voor knappe arbeiderskinderen
gemakkelijker, in de 2de plaats geeft
het alle leerlingen, die voor de H.B.S.
te Velsen bestemd zijn een betere voor
bereiding en in de 3e plaats blijft
school A z'n speciaal standenkarakter
behouden, waardoor de oprichting van
een neutrale school niet in de hand gc-
Werkt wordt.
Wat het eerste punt betreft het vol
gende. Een arbeider stuurt in 't alge
meen z'n kind niet naar school A.
Men behoeft de schoolbevolking van
de scholen te IJmuiden slechts te ver
gelijken om de waarheid daarvan in
te zien. We zullen de reden er van niet
bespreken. Maar veel erger is het feit,
dat de meeste flinke arbeiderskinderen
na het zesde leerjaar niet verder stu-
deeren. Daardoor gaat heel wat intel
lect verloren. De gemeenteraadsleden,
die de belangen van de geheele ge
meente hebben te behartigen, mogen
hun oogen daarvoor niet sluiten. En
wanneer men nu de H. B. S.-klasse en
de 4 Muloklassen tot een aparte school
vereenigd, zal die school beter een
centraal punt voor de gemeente wor
den, dan wanneer die klassen aan een
andere school verbonden blijven. Ze
ker, het leerplan van de gewone scho
len is niet ingericht voor voortgezet
onderwijs, maar terwijl het 6e leerjaar
in de gewone scholen met April ein
digt, begint het 7e leerjaar van school
A met September, zoodat de kinderen,
die van de gewone scholen naar school
A overgaan, dan een half jaar spe
ling hebben om hun tekort aan ken
nis (in een bepaalde richting) aan te
vullen.
Het 2de voordeel van het voorstel-
Roelse is ook in 't belang van de tegen
woordige ouders van sohool A. De
moeilijkheden waarmee jonge kinde
ren op de H. B. S. te kampen hebben,
zijn meestal de overgang van den
klasseonderwijzer naar het leeraren-
systeem, de vele moeilijke vakken als
vreemde talen en wiskunde en de
zelfstandige wijze, waarop ze moeten
werken. Wanneer nu de H. B. S.-klas
se aan de Muloschool verbonden werd,
zouden zij daar beter op voorbereid
worden. Dan zou die klasse door z'n
bewerkt leeraarsysteem een betere
overgang vormen tusschen opleidings
school en de H. B. S. te Velsen.
Het 3e punt vormt het eigenlijke
verschil met het voorstel van den heer
Vermeulen. De school behoudt er z'n
karakter van Standenschool door. Dat
het de bedoeling van den heer Roelse
niet is, dat karakter te veranderen
heeft hij duidelijk in een artikel in het
Velser Weekblad uiteengezet. Dat
school A een wijkschool zou worden