VISSCHERI) EN SCHEEPVAART RUROL 30' VISSCHERIJ. De Noordzeeharingvisscherij in 1924. Men schrijft aan de N; Rott. Ct.: Wat sedert 1916 niet meer gebeurd was, heeft in het Noordzeeharingvis scherij bedrijf het jaar 1924 opgeleverd, namelijk een over 'het geheel genomen gunstige teelt. Er is weer geld ver diend met de haringvisscherij, niet door alle schepen van elke reederij, maar toch wel door verreweg de meer derheid. In de voorafgegane jaren is dit ge heel anders geweest, en waren het in doorsnee eigenlijk alleen de stoom schepen, waarmee bevredigende re sultaten werden bereikt. Met de zeil- loggers was dit over het algemeen lang niet ihet geval, en verscheidene reederij en van deze loggers hebben het dan ook op moeten geven terwijl ver- scheidene zeilschepen aan het bedrijf werden onttrokken en voor heel wei- wordt door allerlei soort van stoom nig geld verkocht, zonder dat er eeni- treilers en soortgelijke schepen, ge sprake was van nieuwen aanbouw, j De aandrang, dat deze zaak toch Zoodoende is de Nederlandsche ha- eindelijk eens vanwege onze regeering ringvloot, vergeleken bij het jaar 1919, langs den weg van internationaal zeer aanzienlijk ingekrompen, on zelfs overleg zal worden aangevat, wint met van deze ingekrompen vloot is nu al den dag aan kracht, jaren slechts een deel in bedrijf ge-Beter dan de Doggersbank-visscherij haring door elkaar heeft ruim f 21 per kantje bedragen. Het begin van het seizoen was verre I van gunstig; voor de goede kwalitei ten, welke in beperkte hoeveelheid aan de markt kwamen, bleken goede prij zen te maken, maar veel minderwaar, dige haring werd aangevoerd, doordat op verkeerde plaatsen gevischt was, en deze ladingen moesten voor zeer ge ringe bedragen van de hand' worden gedaan. Vervolgens is er tot October een uitermate schrale visscherij geweest do Doggersbank, waar tot dien tijd in hoofdzaak gevischt wordt en waar in vroeger jaren het grootste deel van onze haring werd gevangen, bleek eve als trouwens verleden en voorverleden jaar, ongeveer niets op te leveren. Dit verschijnsel baart veel zorg, want vrij wel algemeen ziet men er een der fu neste gevolgen in van de roofvisscherij welke op de Noordzee uitgeoefend wc est. i is de Engelsche-walvisscherij geweest Geleidelijk echter nam de allerlaat-welke er op volgt, en, gelijk we reeds ste jaren het aantal schepen, dat ter opmerkten is ook de Kanaalvissche- haringvisscherij werd uitgerust, weer rij voor het mechanisch-voortbewogen toe. Terwijl verleden jaar 308 schepen -deel der vloot niet onbevredigend ge ter haring voeren, was dit aantal dit weest. jaar 395. Volgens de officieuse Naam-In totaal zijn door de 395 schepen in lijst bestaat onze haringvloot thans uit 17-47 reizen aangevoerd 597.030 kant 538 schepen, zoodat dit jaar nog 143 vaartuigen werkloos in de havens zijn blijven liggen. Dit laatste aantal be staat uitsluitend uit zeilloggers; alle sloom- en motorloggers hebben aan de haringvisscherij deelgenomen. liet is trouwens een opmerkelijk verschijnsel, dat de stoomschepen althans dc mechanisch voortbewogen schepen, een steeds grooter voor- jes haring, ter waarde van plus minus t 12,792.000. De totale waarde van de vangst bedroeg in 1923 pl.m. f 6.635.000 De afzet van haring is niet slecht gegaan, hetgeen trouwens reeds bewe zen wordt door de hooge prijzen, wel ke hier aan de afslagen voor de aange voerde ladingen zijn besteed. liet is weer evenals in den normalen tijd van voor den- oorlog, Duitschland geweest, sprong in dit bedrijf blijken te bezitten.dat als voornaamste koopev is opgetre- En thans, nu na vele jaren van stil-den. De stabilisatie van het ruilmiddel, welke als gevolg van de overeenkomst van Londen is ingetreden er. gehand haafd, heeft het doen van zaken na tuurlijk uitermate in de hand ge^ werkt. Wel is echter meermalen geble ken van geldschaarschte bij onze Oos dit, laatste is een z.g. „nat" schip ver-telijke buren, en met name in de Iaat eischt, -ct.w.z. een schip met een bun, ste weken schijnt de handel wat min waarin de beugvisch levend wordt ge-1 der vlot te loopen. houden om zoo aan de markt te wor-De vrij ruime vangsten in het laat jarc stand de nieuwe aanbouw weer is be gonnen, richt zich deze uitsluitend op stoomschepen, en wél op zoodanig ty pe, dat zich leent zoowel voor de ha ringvisscherij in den zomer, als voor de beügvlsscherij in den winter. Voor den gebracht. ste gedeelte van de teelt hebben ook De Vlaardingsche visschersvloot zal nog al eenige voorraden doen ont- hierdoor het volgend jaar weer enkele staan, en het een met het ander is ooi- stoomschepen meer tellenhier he-zaak geweest, dat de vaste en hooge hooren toch reeds de meeste stoom-prijzen, welke tot November standge- haiingschepen thuis, namelijk 43 van houden -hebben, zich niet geheel kon- de 59, welke de Nederlandsche vloot in den handhaven. Niettemin sluit deze liet -geheel telt. I haringteelt nog altijd: op een uitermate Verscheidene van deze stoomsche- j bevredigend prijsniveau, pen worden uitgerust met een groote Bevorderlijk voor den afzet van het verscheidenheid, van vischtuig; al naar Hollandsche product is ook geweest de den tijd van het jaar en de plaatsen, omstandigheid, dat vanwege Schot- waar gevischt wordt, krijgen deze land en Engeland klaarblijkelijk groo- sohepen Hollandsche, Schotsche of t te haringzaken zijn gedaan met Rus- Engelsche vleten aan boord. Hieraan land-. Indirect -heeft dit voor den Ne wordt de laatste jaren bijzonder veel zorg, arbeid en- geld besteed, maar het blijkt toch -dé meest-economische uit oefening van het bedrijf te zijn, daar do vangst-capaciteit krachtens de er varing er zeer -door stijgt, en dienten gevolge ook de finantieele uitkomst van het bedrijf, zoowel voor reeders als voor visschers. Deze zeer moderne uitrusting, gevoegd hij de grootere bandzaamlieid van het type vaartuig, veroorzaakt den grooten voorsprong bij de gewone zeilschepen. Hier komt bij, dat vele stoomschepen ook veel vroeger ter haringvisscherij in de diepzee bij Shetland vertrekken, en in het late najaar en -den winter hun bedrijf zelfs kunnen voortzetten in het Kanaal, bij Boulogne en Dieppe. Voor al van -dit laatste is voor de zeilsche pen absoluut geen sprake. Zoowel verleden jaar als ook dit jaar heeft deze Kanaalvisscherij vrij gunsti- uitkomsten opgeleverd. Terwijl de Noordzee-haringvisscherij uiterlijk be gin December als geëindigd moet wor den beschouwd, zijn verleden jaar de laatste booten eerst in Januari uit het Kanaal -huiswaarts gekeerd, en op dit oogenblik zijn daar nog 22 motor en stoomschepen visschcnde, en wel 14 uit Vlaai-dingen, 3 uit Maassluis en 5 van Sehcveningcn, die gezamenlijk on geveer 7900 kantjes vangst aan boord hebben en nog steeds trachten er bij Ie vangen. In het geheel hebben dit jaar meer dan 60 schepen hun geluk in het Kanaal geprobeerd. Wat voor het overige de vangsten betreft, deze zijn in de afgelooper. teelt werkelijk niet zoo bijzonder gunstig geweest. De gunstige bedrijfsuitkom- st.cn zijn in groote hoofdzaak behaald door de zeer hooge prijzen, welke heb ben gegolden. De gemiddelde prijs van alle soorten en alle kwaliteiten van derlandschen handel tot vermindering van de concurrentie op de wereld markt aanleiding gegeven. Ook in vroeger jaren was Rusland steeds een zeer groot kooper van Schotsche en Engelsoh-e haring, maar sedert den oorlog was dit anders, en werd de markt dus eerder overvoerd door het te groote aanbod. Ook onze handelaars hebben dit jaar niet onaanzienlijke hoeveelheden ha ring uit Engeland betrokken, daar on ze eigen vloot, vooral tijdens de maan den van geringe aanvoeren niet in de behoefte van -den handel kon voorzien. Dientengevolge heeft zich dezen zo -mer een"min of meer geregelde vracht vaart ontwikkeld tusschen' de Engel sche Oostkusthavens en onze vissche rijplaatsen. Het is uit. meer dan een oogpunt te 'hopen, dat het hiermee -het volgend jaar gedaan zal zijn. 't. Is voor alles veel beter dat onze eigen vloot de haring vangt en aanvoert, waar on ze handel mee op -de wereldmarkt komt, en nu er over het algemeen goe de resultaten met de reederij behaald zijn, bestaat er ook wel veel kans op een flinke vermeerdering van het aan tal schepen, dat in het aanstaande voorjaar ter haringvisscherij zal wor den gezonden. Er zijn nu althans weer eenige fondsen aanwezig om -de nog altijd zeer dure netten en andere vis- scherijbenoodigdheden in te slaan, waarmee de schepen moeten worden uitgerust. Zoo gaat het haringbedrijf met meer moed en- vertrouwen -de toekomst te gemoet dan in lange jaren het geval was. Vischomzet. De omzet in de rijksvischhallen te IJmuiden bedroeg in December van 1924: f 1.101.067.— tegen f 1.072.817, in December van 1923. De totaalomzet in 1924 bedroeg: f 13.410.807.— tegen f 10.837.732 in het jaar 1923. Gedurende de week van 25 t/m 31 December 1924, kwamen hier de na volgende vaartuigen binnen-: 19 Hollandsche-, 7 Duitsc-he stoom trawlers, 1 -stoom-haring-logger, 1 sloep en 9 kustvisschers. De besommingen waren als volgt: Hollandsche stoomtrawlers van f 1268 tot f 9617; Duitsche stoomtraw lers van f 2136 tot f 5213; stoom-haring- logger van f tot f 3597; sloepe: van f f tot f 1143, terwijl de kust visschers totaal f 89 besomden. De aanvoer bestond uit 283114 K.G. trawlvisch, 176 kantjes haring en 1231 K.G. beugvisch. De totaal opbrengst bedr. f 104.602.62. Chr. Zeeliedenbond. Maandag en Dins-dag werd te Sche venin'gen de 16e jaarvergadering ge houden vaji -den Ohr. Zeeliedenbond Vooraf werd Maandagavond van -9 uur een begroetingss-amenkomst gehouden, die onder leiding stond van den bon-dssecretaris-penningmeester -den heer J. v. d. Stein. Na een woord, van welkom aan de afgevaardigden hield de heer J. Loo, lid van den Gemeenteraad van s-Gravcnhage, een opwekkende rede Spr. nam zijn uitgangspunt in de rede die het Tweede Kamerlid, de heer E. J. W. Duys Zondag te Rotterdam gehou don had -on toonde -aan, -dat het Chris tendom nooit naar een bepaald stelsel de wereld heeft willen hervormen Aan -de hand van -den brief aan File mon werd vervolgen-s aangetoond hoe P-auIus -de slavernij principieel den nek-slag geeft en het Christendom door reformatorisch getuigen de positie der vrouw -op -ho-oger plan heeft geheven Ook als werknemers moeten we beden ken altijd het eigendom de-s Heeron te zijn en dat moet niet alleen beleden maar ook beleefd worden. S-pr. eindigde met een citaat uit ds. Schilder's boek: „De openbaring van Jo-hannes en het sociale leven", waar in de schrijver aantoont dat klassen strijder en kapitalist, eer zij het zelve zullen weten, elkander zullen- vin-den in den strijd tegen -het Christendom.' Te 9.30 uur ving -de eerste zitting van de jaarvergadering aan, die -daar de heer K. Vink wegens drukke bezig heden ontslag had -genomen- als voor zitter, eveneens -door den heer v. d Stein werd -gepresideerd. De voorzitter hield een korte ope ningsrede, wafarin hij den toestand van den- bond releveerde, wees op de malaise en het ledenverloop en op wekte om trouw te blijven a-an de ba nier van -den bond. Hierna kwamen de jaarverslagen van den secretaris-penningmeester, den heer J. v. d. Stein aan de orde. Aan het jaarverslag op het secretari aat betrekking hebbende, ontleenen we dat de bond 400 leden verloor en het ledental einde September j.l. 2100 bedroeg, georganiseerd in 23 afdeelin- gen. De rechtskundig-adviseur van den bond, mr. C. Donker Curiu-s te 's Gra- venihage, trad in vele gevallen voor on derscheiden1 leden met gunstig resul taat op. 10 Leden kwamen door een ongeluk bij de uitoefening van hun bedrijf om het leven. De jaarverslagen werden na enkele opmerkingen goedgekeurd. Vad. SCHEEPVAART. IJmuiden. In de haven van het Hoogovenbe-drijf zijn in 1924 aangeko men 92 stoomschepen, n.l. 23 Holland sche, 35 Fransche, 5 Noorsche, 10 En gelsche, 6 Spaansche, 6 Duitsche, 5 Zwee-dsche, 1 Grieksch en 1 Russisch. Daarvan waren 68 geladen met, ijzer erts, 14 met steenkolen, de andere 10 schepen; kwamen met stukgoed of le dig aan, om ijzer en cokes in te nemen. Er vertrokken in 1924 91 stoomsche pen, waarvan 22 Hollandsche, 35 Fran sche, 5 Noorsche, 10 Engelsche, 6 Spaansche, 6 Duitsche, 5 Zwe-edsche, 1 Grieksch en 1 Russisch! Van deze schepen waren 11 geladen met ijzer en met ijzer en cokes, geladen aan de Hoogovens. De an-dere schepen ver trokken ledig. Van de 12 met ijzer geladen sche pen waren er 3 voor Italië bestemd, 4 voor Zweden, 2 voor Engeland, 1 voor Noord-Amerika, 1 voor Duitsch land en 1 voor Denemarken. Velsen. In 1924 zijn alhier aangeko men 70 stoomschepen, waarvan 23 Noorsche, 14 Engelsche, 10 Russische, Deensche, 4 Duitsche, 3 Hollandsche, Zwee-dsche, 2 Belgische, 1 Finsch en 1 Memeier. Daarvan waren er 33 geladen met papierhout, 22 met steenkolen, 4 met houtstof, 2 met pyriet, 1 met stuk goed-, 1 met keien, terwijl 7 schepen ledig aan-kwamen. Er vertrokken 71 schepen n.l. 70 stoomschepen en 1 zeelichter, waarvan 23 N-oorsche, 14 Engelsche, 10 Russi sche, 9 Deensche, 5 Duitsche, 3 Hol- lan-dsche, 3 Zweedsehe, 2 Belgische, 1 Finsoh en 1 Memeier. Hiervan waren 4 schepen geladen met cellulose, 5 met fruit, 6 schepen vertrokken met restant-lading, terwijl 56 schepen ledig vertrokken. De scheepvaartbewe'ging voor Veis.' was heel wat minder -dan in 1923, toen 121 schepen aankwamen, dat is dus 51 schepen meer. De aanvaring tusschen de Rembrandt en de Rijnstroom. Dinsdag -heeft de Raad voor de Scheepvaart uits-praak gedaan betref- lende -de aanvaring- van het s.s. „Rem brandt" -door het s.s. „Rijnstroom" in het Noordzeekanaal. De Raad' was van oordeel, -dat de oorzaak van het ongeval is gelegen in e-en -daad van den kapitein van de Rijnstroom", hierin bestaande, dat hij met een schip, van de grootte ais de „Rijnstroom", een groot schip als de Rembranldt", -dat zich in -dezelfde richting bewoog in -het nauwe Noord zeekanaal heeft trachten voorbij te va ren. De kapitein toch moest weten en wist ook, aldus zegt -do Raad, dat, al was er voldoende ruimte, -dit voorbij varen zeer gevaarlijk was en dat er al le kans was, een kans, welke is ver wezenlijkt, -dat het voorschip van de Rijnstroom," zoo'dra deze kwam in -de zuiging, veroorzaakt door liet voortbe wegen van de „Rembrandt", naar dit schip zou worden toegezogen. War het voorschip door deze zuiging heen gekomen, dan was het nog- zeer wel mogelijk geweest, -dat -door de geza menlijke werking van de boeggolf van de „Rembrandt" op het voorschip van de „Rijnstroom" en -de zuiging bij het achterschip van de „Rembrandt", het achterschip van de- „Rijnstro-om" naar de ..Rembrandt" was toegezogen. Het feit i-s te ernstiger, om-dat. het K. B. van 19 Mei 1916, No. 190, tot vast stelling van een Bijzon-der Reglement van Politie voor het Noordzee-kanaal art. 14 lid 1 bepaalt: Zeeschepen, zich voortbewegende in dezelfde rich ting, mogen elkander niet voorbijva ren. Nu Tieeft de kapitein van de „Rijn stroom" -zich erop beroepen, dat hij met het oog op de bederfelijke waren welke hij aan -boord ha-d, gaarne zoo vroeg mogelijk in zee was om nog met hoog water in den nacht van Zondag op Maandag Leith te kunnen binnen- loopen. E-en" voldoende verontschuldi ging voor -de daa-d van den kapitein is dit ec-hter niet. Het gebrek aan het roer speelt in de zaak een ondergeschikte rol; de .Rijnstroom" ging al stuurboord uit voordat het roer bakboord gedraaid werd, boven-dien -draaide het roer toch nog 10 gr. naar bakboord en bleef de Rijnstroom" niettemin stuurboord uitgaan. Trouwens -de groote zuiging die de „Rembrandt" veroorzaakte, zou naar alle waarschijnlijkheid niet over wonnen zijn, al had het roer hard bak boord gelegen. Maar de kapitein van -de „Rijn stroom" heeft niet alleen e-en fout ge maakt. De loods van de „Rijnstroom' had nimmer mogen medewerken tot de daa-d, gelijk hij ge-daan heeft, het was zijn plicht geweest alles in het werk te stellen om den kapitein er van af te houden -de „Rembrandt" voorbij te va- n. Ook aan boord van de „Re-inbrandt" is niet gehandeld1, zooals het moest. Men heeft het daar goedgevonden, dat -de „Rijnstroom" voorbij stoomde, men had -dit echter zooveel mogelijk moeten- beletten. Men had -dan ook, toen de 5 stooten op de stoomfluit van de „Rijnstroom" werden gehoord, hier op met 7 stooten op de stoomfluit moe ten antwoorden, ten teeken (zie art. 38 lid 2 van het Binnenaanvaringsregle ment), dat de „Rijnstroom" niet voor bij mocht varen. De Raad heeft ernstig overwogen welke straf aan den kapitein van de .Rijnstroom" moet worden- opgelegd; het feit is gewichtig genoeg voor een schorsing. In-dien de Raad ten slotte besloten heeft -den kapitein slechts een berisping te geven, -dan is dit uit over weging, dat de loods en- -de -door de Rembrandt" aangenomen houding hebben medegewerkt den kapitein tot zijn, dhad te brengen. De gezagvoerders kunnen het zich in- tusschen voor gezegd houden, dat, in- f dien in de toekomst wederom een on geval in het Noordzeekan-aal mocht plaats vinden door een -daad als -hier is geschied, een zwaardere disiplinaire straf zeer waarschijnlijk zal wor dei opgelegd. Ter zake voorgeschreven straft dt Raad den kapitein door het uitspreken van een berisping. Tel. Gesprongen Winterhanden Jeukende Wintervoeten - Ruwe, Schrale Huid Springende Lippen By Apofcb. en Drogisten 384 Weer een aanvaring op het Noordzeeikanaal. Maandagavond ongeveer halfacht is hét stoomschip „Agamemnon" dei Kon. Ned. Stoomboot Mij. in hel Noordzeekanaal, ter hoogte van de ge meente Westzaian, met twee daar ge meerd1 liggende modderbakken in aan varing ge k omen. Bij deze aanvaring izijn vier man, die op deze hakken waren te water grt raakt. Bij het schijnsel der zoeklichten van het stoomschip werden de men- schen gered. Dezen werden daarop per motorboot naar Amsterdam ver voerd-. De „Agamemnon", die op de uitreis was, ligt aan den grond en wacht op assistentie uit Amsterdam. Nader vernemen wij, dat door hé] zinken van een der bakken de vaart het Noordzeekanaal tijdelijk gestremd was. Uit Amsterdam vertrokken op order van den havenmeester geen schepen, Eerst zal moeten worden nagegaan, hoeveel water er boven d-en gezonken bak staat. De binnenkomende Ariadne" en .Maasstroom" hebben in het kanaar vastgemaakt. Van de in het Noordzeekanaal bij Westzaan, door -het s.s. „Agamemnon" aangevaren modderbakken zijn er twee gezonken1, waarvan één in en één buiten de vaargeul. Aan de lichting'- werd druk gewerkt en men hoopte eij Woensdagmiddag mee gereed te ko men. Ondertusschen is het scheep-, vaartverkeer weer geheel hersteld; schepen met 6 M. diepgang konden reeds gemakkelijk passeeren, -daar ei genoeg water boven de gezonken (bak ken - stond. De opgehouden schepen konden Woensdag alle vertrekken. Nader vernemen wij, dat er, prac-, tisch gesproken, van een stremming van de vaart op het Noordzeekan. geen sprake is geweest. De tijdelijke stop zetting van het scheepvaartverkeer was een veiligheidsmaatregel, tot men had nagegaan of de schépen de plek, waar de hakken gezonken waren, kon den passeeren. En dat bleek inderdaad het geval te zijn. Niet alleen stonden er nog 65 palm water boven den in d( vaargeul gezonken hak, maar boven dien was daarnaast nog een vaargeul van 25 M. breedte vrij. De Rijkswaterstaat zond van Am sterdam een zandzuiger naar de bak ken om de 600 M3 zand uit den bak in de vaargeul weg te zuigen en heden morgen lagen reeds drie hokken ge reed om den bak te lichten met welt werk men, gelijk wij hierboven reeds meldden, Woensdagmorgen gereed hoopte te komen. Het Duitsche s.s. „Hagen" met 6!: palm diepgang kon Woensdagmorger- reeds passeeren en grootere scheper worden er op 't oogenblik niet ver wacht. Tel. De Raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak gedaan inzake dé ver missing van den stoker Grootveld" var het stoomvisschersvaartuig „Schie dijk" Y.M. 482. De Raad is van oordeel dat Cornelis Groot veld over boord is geslagen en verdronken. Vermoedelijk is hij op de verschansing gaan zitten op het ach terschip, op een plaats waar hij ziet nergens aan kon vasthouden en waar hij bovendien, door het schuin wegloo- pen van den spiegel, gemakkelijk hé(' evenwicht kon verliezen. Het had der' kapitein getroffen, dat de jongen er zeer vermoeid uitzag en het was her bekend, dat het stoken hem zwaar viel Daarom meent de kapitein dat de jon gen van moeheid buiten boord is ge vallén. BESTELT UW DRUKWERK BIJ DE N.V. DRUKKERIJ SINJBWEL IJMUIDEN. WILLBMSPLBIN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1925 | | pagina 6