Voortzetting van onzen iJMUIDEN NEPTUNUSSTBAAT Buitengewoon laag zijn da prijzen der Mantels De Wiskottens in alle maten f 0.35, 0.37, 0.34, 0.41, 0.47'j2, 0.54, 0.61. Gemengd wol ©u katoen Flanel Mooie Keper f 0.217,-0.24-0.29-0 32 Onopgemaakt wit Katoen VOOR MEISJES VOOR BAMIS HAAST WOLLEN DEKENS HAAST U Gemoltonneerde Mansbroeken 98 cent LAPPEN LAPPEN LAPPIN LAPPIN LAPPEN GÉËBISCHOFF EROOTEN OPRUIMING KAPOK BEDSTELLEN f 16.90-19.50—22.B0-24.75 ZEEORAS MATRASSEN f 9.90—11.90—14.90-17.90 KAPOK MATRASSEN f 19.90-24.90—27.75—29.50-32.95 LEDIKANTEN (prima geschilderd) f 5.69-5.95-Ö.45 7.90.9.82 KINDER LEDIKANTEN f 6.90-7.90 CHINA MATTEN 140 X 180 f 0.89—1.28—1.37Va-1.95 CHINA MATJES 97,-21—29-36 PRIMA FLUWEEL 45 cM.br. f 0.39 tot f2 66 90 cM. br. STOFFEN STREEPEN f 0.39-0.49-0.58 MANTELSTOF 2 el breed, spotprijs f 2,25 POOLBONT f 0.27-0.32—0.45-0.59 LOOSTIJK f 0.49-0.51—0.65-0.69—0.78 Pr. MANCHESTER, extra zwaar f 0.79—1.12—1.57—1.77 9,4 BAAI f 1.627,—1.88—1 98—2.16-2.25—2.70-2.95 Ons succes wol Flanel (wit en jaeger) 59 63-72-98-112-126-135 f 0.197,—0.221/,— 0.29—0.34-0.38 f 0.167,-0.19-0.24—0.27—0.29—0.32 f 1.75, 3.75, 4.75, 5.75, 7.75, 9.75 WOLLEN MEISJES JURKEN f 0.39, 0.47V,, 0.59, 0.98, 1.39, 1.58, 1.98. f 3,75, 6.75, 8.75 9.75, 14 75 17.75 DAMES JAPONNEN f 3.90, 5.90, 6.90 7.90 Nog eenige prima soorten iets vuil voor spotprijzen I ONZE BEKENDE LE1DSCHE DEKENS (ondanks de stijging) MET 10 °/o OROENE WOLLEN DEKENS f3.51 11.24 GEWATTEERDE DEKENS f 5.65 6.29 7.78 10.90 TAFELZEIL f 0.69 0.727, 1." 1.36 1.53 VITRAOES f 0.177, 0-24 0.29 0,34 0.45 0 59 0.627, 0-98 KARPETTEN f 3.90 4.46 5.90 6.78 9 80 12.75 WIEOEN ENORME SORTEERINO vanaf f 2.90 VLOERZEIL EN LINOLEUMS (SPOTPRIJZEN). MOLTON MANSHEMDEN EN BROEKEN f 1.29 1.39 - - 1.59 GEBREIDE MANSBROEKEN EN BORSTROKKEN f 3.15 - 3.377, - - 5.31 BAAI HEMDEN f 5.31 640 - - 7.60 MOLTON DAMES ROKKEN 1.49 QEMOLTONNEERDE DAMES PANTALONS f 1.44 SERVETTEN 0.39 - 0.45 TAFELLAKENS f 0.59 0.87 V, 1.08 - - 1.58 89 92 door RUDOLF HERZOQ. „Ik ga weer weg." „Maar u hebt mijn man toch geschre ven? bevalt hem, en hij zal zeer gaarne iets voor u doen." „Dat is niet meer noodig," stiet ze uit. „Niet? U komt toch speciaal daar voor hier?" Gretchen Zinters knaagde op hare onderlip. Hare handen bogen den stok har er parasol. „Wilt u niet gaan zitten? Kinderen, breng 's een stoel. Dat zijn zijne kinde ren, juffrouw." Gretchen wierp een toornigen blik op de kinderen, die haar verwonderd aanstaarden. „Zoo, nu kunnen jullie weer naar je kamer gaan. Maar weest niet zoo druk. Nu, juffrouw, kunnen wij de aangele genheid welke u hierheen voert, niet afhandelen." „Hij heeft met mij gespeeld." „Wie, hij?'' „Mijnheer Wiskotten, wie anders?" „Is dat in allen geval niet beter, dan het omgekeerde?" „Gekust heeft hij mij ook! Nu weet u het ineens!" „Ilij heeft geen slechten smaak. En u licht hem ongetwijfeld heel gaarne te- ruggekust. Maar ik moet u toch voor de Wiskottens waarschuwen, juffrouw, dat zijn ongetemde gasten." „Ik laat me hier de les niet lezen!" „Wie denkt er dan aan zoo iets?" „Van vrouw en kinderen heeft hij mij niets verteld." „Niet?" lachte Emilie Wiskotten. „Dan was hij het misschien niet, maar Ewald?" Gretchen Zinters werd vlammend rood. Met gebogen hoofd mat zij de ruimte, welke haar van de deur ■scheidde. „Als u geen tijd meer hebt, juffrouw zal ik mijn man gaarne laten roepen!" „Nee, nee! Ik ik wilde hem alleen maar zeggen, dat dat ik nu ga trou wen met iemand uit Neusz." „U wilt niet meer aan het tooneel?" „Al lang niet meer," antwoordde ze verstokt. „Dat is jammer, ik had me namelijk voorgenomen, met u naar Düsseldorf te gaan, om u een proef van uw talent af te laten leggen. Mijn man mag van zijne belofte geen last hebben." „Kant heeft hij mij ook beloofd, een heel pak. Zooveel als ik hebben wou." „De mannen zijn zoo vergeetachtig, juffrouw. Soms beloven zij de sterren van den hemel, slechts om een kus te krijgen, en als ze hem hebben, verge ten ze zelfs een pak kant. Die ervaring zult u met uw man ook nog opdoen. Maar de kant krijgt u. Ik zelf zal er voor zorgen. Bij uw uitzet, juffrouw." Gretchen Zinters had zich weer her steld. Brutaal en onverschillig hief ze de kin op. „Ik reken er op." t „Zal ik mijn man de groeten doen?" „Dat heeft-ie niet aan mij verdiend. En 't reisgeld is ook weggesmeten. Is er hier in Barmen niets te zien?" „In Barmen weinig. Maar de Elber- felders beweren: in Elberfeld." „Dan reis ik liever weer naar Düs seldorf terug. En en u neemt het me zeker niet kwalijk, dat ik zoo vrij was „Het heeft mij zeer veel genoegen gedaan kennis met u te maken. Adieu juffrouw. Gretthen Zinters haastte zich de trap af en de poort uit te komen. Achter haar floot de stoomfluit zoo gillend voor de middagschaft, dat zij ineen kromp. Honderden menschen drongen de fabrieksgebouwen uit, gezichten, waarop de zware arbeid zijn eereteelce- nen geschreven had, keken haar aan, alsof ze hoonend \roegen, wat die bonte, coquette vlinder op den werk dag hier te zoeken had. Eene groote, knokige vrouw met gerimpelde trek ken en scherpe oogen stond naast de poort en monsterde haar. De oogen kende ze. En ze maakte zich zoo klein mogelijk, slechts om deze oogen te ontkomen, en drong tusschen den zwerm arbeiders door naar buiten „Die ziet er uit als uit 'n circus," zei- de de oude juffrouw Wiskotten knorrig tot haar zoon August. Gustav Wiskotten kwam van den kant der Wupper, toen het plein leeg gestroomd was. Hij trad op de portiers loge toe. „Niemand naar mij gevraagd?" „Ik heb de juffrouw naar uw buis gestuurd." „Maar je hadt mij toch moeten laten roepen!" „Uwe vrouw zeide, dat was niet meer noodig." „W i e heeft dat gezegd?" „Uwe vrouw. Toen ze vanmorgen aankwam, zeide ze, dat indien Gustav Wiskotten hoorde het al niet meer. Hij was reeds in huis. Hij storm de bij twee treden tegelijk de trap op, een suizen in de ©oren, een branden in de cmgen. De gedachte aan Gretchen Zinters schoot hem door het joofd. Reeds was zij vergeten. Mocht de dui vel haar halen! Geheel Barmen! Ook de fabriek! Ook die! Emilie was weer te rug? Geen dag, geen uur langer had hij het zonder haar uitgehouden! Dat zou een hondenleven geweest zijn! Een man als hij! Zonder vrouwLie ver zonder werk. Hij lachte, dat het dreunend door het huis schalde. HOOFDSTUK IX. Emilie Wiskotten stond voor het venster, de handen om de raamgren- dels, de kin tegen de handen gedrukt. Nu had zij het eerste examen gedaan. Het was toch moeilijker geweest, dan ze getoond had, dit vroolijk doen. Nu zij het volbracht had, gevoelde ze pas de geheele zwaarte van hetgeen van haar geëischt werd, doch ze begreep er ook het gewicht van. En de ernst, 1 waarmede ze aan de pas doorleefde scène en de stilzwijgend op zich geno men rolverdeeling dacht, ging over in het heerlijke gevoel van eigenwaarde der jonge moeder, die tegenover haar koppig zoontje den lachenden toon van meerderheid gevonden heeft. Van de trap drong het lachen van haar man tot haar door. Het doortril de haar tot in de punten barer voeten. De tweede proef naderde. En ze moest met geweld de vreeselijke ontroering onderdrukken, die haar plotseling overmeesterde, haar denkvermogen benevelde en onbarmhartig in razi snelle maat op haar hart hamerde! Gustav Wiskotten stond op i drempel. Zijn lachen verstomde, zag eene dame bij het venster, w slanke schoonheid door een zacht hare gestalte golvend toilet nog 1 hoógd werd, in plaats van er acB schuil te gaan. Hij zag eene dame! had slechts zijne vrouw, slechts E lie meenen te vinden. Daar zag hij middagzon op hare lokken schijnen roode vlammetjes uit hare viech tooveren. i „Emilie zeide hij aarzelend/ Zij liet den venstergrendel los wendde zich om. Dat waren Emili oogen en ze waren het toch niet. Er iets stralends, jongemeisjesachtigsi dat ze zelf niet als bruid gekend li; En dit vertoonde zich ook in hare h; ding, in de harmonische bewegi waarmede zij zich tot hem gewend Ir Dit verwarde hem en benam hem t robusten moed tot den aanval. waagde zich in zijne werkjas niet in* nabijheid der verschijning. Dat Mabel, Mabel in eene verbeterde ii gaaf „Ik had je bijna niet herkei£ zeide hij haperend. „Wil je mij geen hand geven, G* tav?" jj Hij strekte zijne handen uit en dri de ze van links naar rechts, „h oogenblik! Ik zal ze even gaan vn schen." a Hij wilde snel langs haar heen li pen, om de slaapkamer te bereiken; „Ik heb de deur op slot gedaan," de ze zacht. I Wordt YBrrolgd: f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1925 | | pagina 4