Openbare samenkomst
Motordienst „DILO"
Prof. Dr. J. K. Slotemaker de Bruyne,
„DE HERLEVING DER ZIEL".
N.V. IJmuider Agenturen
en Administratiekantoor
Hypotheken,
Noordhollandsch Landbouwcrediet
L 8
op Zaterdag 21 Februari a.s.
M. J. Hoitslag-ffiooienaarg.
Dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen va\
IJmuiden 9 uur v.m., van Amsterdam
4 uur n.m. Telefoon 4li,
Ï'BIGRAFENIS-VEEEEMGING
TE IJMUIDEN.
H. IR00N8BERG, Joüanakade 81.
Vepdcf alle boQ^zakeo.
op Vrijdag 27 Februari 1925 in de Ned. Herv. Kerk te IJmuiden.
Voorzitter: PASTOOR L. RINKEL.
Spreker:
van Utrecht.
ONDERWERP:
AANVANO 8 UUR DEURENOPENINO 7.30 UUR
TOEGANG VRIJ.
De kerkeraden der Ned. Herv. Qem., Doopsgezinde Oem., Chr.
Geref. Kerk, Kerkbestuur Oud-Kath. Kerk en afd. IJmuiden—Velsen
der Evangelische Maatschappij.
N. B. In de kerk zullen 100 zitplaatsen worden bijgemaakt.
Kanaalstraat 65, IJmuiden - Dir.L. M. Camman - Telefoon 103,
Agentschap van de Nationale Hypotheekbank.
Agentschap van de Rotterdamsche Scheepshypotheekbank.
Verzekeringen, Bouwcredieten, Credielhypotheken,
Voorschotten, Boekhouding en Administratlën.
HoofdkantoorAlkmaar
BijkantorenHaarlem, Leiden, 's Oravenhage, Delft, Rotterdam en Hoorn
Verstrekt handelscrediet onder diverse zekerheid als
HYPOTHECAIR-VERBAND, BOROSTELLINO ENZ.
SPAARBOEKJES RENTE 4'/,
Agentschap IJmuiden Kantoor Kerkstraat 5
BEKLEEDEN VAN WIEOEN.
Hiermede maakt ondergeteekende bekend, dat door haar
om 2 uur nam. zal worden geopend een zaak in
Baby-artikelen, Borduurpatronen, Dames- en Kinder
kousen, Kinderhoedjes, Kapjes, Mutsjes, Capes,
Manteltjes, volledige Baby-uitzetten enz. enz.
Beleefd aanbevelend,
BIK- en ARNOLDKADE 45 t o. Wilhelminakade.
Bestellingen bij dan heer P. BLOKKER Amstelstraat 5.
BELEEFD AANBEVELEND.
Opgericht 1890.
ALOEMEENE CENTRALE BANKVEREENIOINO VOOR
DEN MIDDENSTAND.
Agentschap Velseroord Stationsweg 84.
voor den Industrieelen en Handeldrijvenden Middenstand.
SPAARBANK 4%.
VAN DEN WACHTTOREN.
Ontwapening en werkelijkheid
De voorstanders van ontwapening
worden wel blinden genoemd, die
droomen van een heerlijke wereld,
die komt en de werkelijkheid, die is,
niet zien. Wie rekening houdt met de
werkelijkheid, hij ziet het streven
naar ontwapening als dwaas en ge
vaarlijk. Prof. Heering is wel een der
sterkste en vurigste ijveraars voor
ontwapening. Hij strijdt niet alleen
met zijn hart en zijn geestdrift maar
komt ook steeds met stevige argu
menten en tegen bovenstaande rede
neering heeft hij aangetoond, dat de
ontwapenaars door de werkelijkheid
gesteund en niet tegengewerkt worden
In een rede te Rotterdam liet hij zijn
werkelijkheidszin getuigen voor zijn
ideaal. Er zijn wijzigingen gekomen,
zoo zeide hij, in ons zedelijk oordeel.
Barbusse schrijft, dat de soldaten
zichzelf als beulen beschouwden en
het is opmerkelijk, dat vele generaals
na den oorlog tot het pacifisme be-
keerd zijn. Maar er is ook verandering
gekomen in het karakter van den oor
log, die naar een uitspraak van Prof.
Bavinck meer en meer een moordpar
tij wordt. De oorlog kostte 12 millioen
soldaten het leven en heeft niets meer
van de romantiek der middeleeuwen.
Voor Christendom en kerk is de oor
log een groot kwaad gebleken.
Men ziet' de werkelijkheid ook voor
bij, als men meent, dat Nederland met
eigen kracht zich zou kunnen verde
digen. Hoogstens kunnen wij een be
scheiden plaatsje in een of ander
bondgenootschap innemen. De leeuw-
als zinnebeeld van Nederlands kracht
is dwaasheid geworden. Wij moeten
een zinnebeeld van hoogere beteeke-
nis dan van een wild, verscheurend
dier zoeken.
De werkelijkheid is het, dat er geen
toekomst zal zijn voor Christendom en
beschaving, indien we binnen afzien-
baren tijd nog eens oorlog krijgen. Zoo
toonde Prof. Heering al redeneerende
aan, dat niet de voorstanders maar de
tegenstanders van ontwapening de
werkelijkheid niet zien of willen zien
en men zal moeten erkennen, dat zijn
redeneering sterk .is.
Ten slotte getuigde hij nog als apos
tel en profeet voor zijn ideaal en stelde
deze drie vragen, waaraan echter de
logica ook niet ontbreekt:
Verdraagt zich het moderne oorlogs
bedrijf met het huidige Christelijke ge
weten? Is de bescherming van het va
derland een doel, waartoe ieder, ook
het gemeenste middel mag worden
gebruikt? Vanwaar komt de moraal,
dat dit doel elk middel zou heiligen?
Door vragen wordt men wijs maar
drijft men ook zijn tegenstanders in
een hoek. Oorlog is alleen te verdedi
gen, indien men een moratorium in
stelt ook voor de eenvoudigste zedelij
ke en redelijke beginselen en eischen.
De spreeuw.
Een vroolijke vogel en een grappen
maker. Als een echte comediant bootst
hij allerlei geluiden na. Hij kan fluiten j
als een jongen en soms doet hij ook j
lange, smeltende nachtegaaltonen
hopren. Hij houdt van allerlei malle
geluiden en haalt vaak al vroeg in
den morgen op ons dak allerlei mu-
zikale grollen uit. We hooren. hem
graag, want hij is ook een lentebode. -
Als hij schik in zijn leven heeft, genie-
ten we mee. Ook is het een mooie vo
gel. Altijd in den rouw en toch niet
somber. Want zyn zwart glanst als
het zonlicht. Maar de boer moppert
vaak over de spreeuwen, die in wolken
op zijn veld neerstrijken en klaagt:
Wat die niet vernielen en opvreten!
Maar we oordeelen vaak heel onbillijk
over de vogelwereld en behandelen
wel eens als vijand, die onze vriend is.
Behoort de spreeuw tot de nuttige of
schadelijke vogels?
De vogelkenner G. Wol da, in dienst
van den Wageningsche Landbouw
school heeft een klein vlugschriftje
over den spreeuw uitgegeven. Hij prijst
deze vogel en kent haar economische
beteekenis toe. Die beteekenis is niet
gering, want er 'zijn honderdduizenden
spreeuwen in ons land. De heer Wol-da
raadt aan den spreeuw te beschermen
en door nestkastjes te zorgen voor
vermenigvuldiging.
De spreeuw vindt zijn voedsel op
den grond. Hij is een alleseter en heeft
ook behoefte aan plantaardig voedsel;
bessen, kersen en peren vallen zeer in
zijn smaak. Een zwerm spreeuwen
kan in een dag een aantal bessenstrui-
ken leegeten. Ze houden van gezellig
heid en nestelen vaak in kolonies; in
kale bouwland en zitten enkele boo-
men vaak vol spreeuwen, die den 1
heelen nacht doorrumoeren en vaak
leelijken stank verspreiden door de
rottende bestanddeelen in de nesten, i
Heele wolken strijken 's avonds in de
booraen neer. Na gedanen arbeid, na
een heelen dag over en op de velden
rondgezworven te hebben houden zij
dan drukkwetterend sociëteit in de
boomtoppen en zijn daarbij echte
nachtbrakers. Maar de spreeuwen
zuiveren weiden en akkers- ook van
veel schadelijk gedierte. Men heeft
eens een aantal spreeuwenmagen on-
derzocht en daarbij vele insecten en
gelede dieren en weinig plantaardige
stoffen gevonden. De spreeuwen ver
nietigen slakken, wormen, ritnaalden, -
emelten, meikevers enz. Zij schijnen
echter in de eene streek meer plant
aardig voedsel te zoeken dan in de an
dere. In Groningen- en Zeeland zijn on
der de spreeuwen vele zaadeters. Maar
voor weiland en pas in cultuur ge
brachte gronden is hij zeer nuttig en
gaat hij de „vreterij in den grond" te
gen. Tot nu toe heeft de spreeuw van
nestkastjes niet veel willen weten,
waarschijnlijk maakte men ze niet
diep genoeg. De heer Wol-da is over-
tuigd, dat de spreeuw meer goed dan j
kwaad doet en hij wil hem daarom 1
verzorgen en beschermen.
Er zijn dorpen in de bouwstreken,
waar men een kanonnade van vuur
werk tegen de spreeuwen in het ge
boomte richt, zoodat ze telkens opge
schrikt, eindelijk voor goed den af
tocht nemen. Dan is het weer rustig in
de boom-en, de spreeuwen zoeken el
ders een goed heenkomen en de slak
ken, emelten, ritnaalden lachen in hun
vuistje om den dommen mensch, die
zoo vaak zijn eigen glazen ingooit.
Het grondgebruik in Nederland.
Daarover heeft de heer J. Tenge,
landb. ing. interessante gegevens ver
strekt in het Tijdschrift voor Ecom. Ge
ografie. Dat onze bodem uitstekend voor
landbouw geschikt is, blijkt wel uit het
feit, dat 76,5 in cultuur is gebracht.
De rest bestaat uit dijken, wegen, kana
len en woeste gronden; de laatsten ne
men nog 14V2 der oppervlakte van
ons land in.
In Groningen is het grootste percen
tage cultuurland, in Drente het klein
ste. Niet veel meer dan de helft der op
pervlakte bouwgrond nam van 1833 tot
1921 met 145000 H.A. toe; bet grasland
in diezelfde periode met 132000 H.A.; de j de vorige jaren enkele kolonisten zich
oppervlakte met bosch beplant met op het eiland Manhattan hadden geves-
79000 H.A. Dat laatste zal menigeen ver
wonderen. Men meent over het alge
meen, dat de bosschen al meer uitge
roeid worden en verdwijnen en spreekt
over het. gevaar der „ontwouding'',
maar door Staat, heidemaatschappij en
particuliere grondeigenaars worden ge
lukkig ook voortdurend nieuwe bos
schen aangelegd.
Na 1870 is de graanteelt in ons land af
genomen, een gevolg van den graanin-
voer uit Amerika. Na de landbouwcri
sis in '95 nam het grasland toe, omdat
tigd. De stichting toch van Niéuw-Am-
sterdam volgde op den aankoop van het
eiland voor de West-Indische Compag
nie door den directeur Peter Minnewit
en had plaats in 1626."
De Engelschen hebben de stad later 'n
anderen naam gegeven en de Amerika
nen, hoezeer ook gehecht aan -de IIol-
landsche afkomst, hebben den ouden
naam niet hersteld. Want inderdaad
zijn Amerikanen er trotsch op van Hol
landers af te stammen en een H-olland-
schen familienaam te bezitten. De Ame-
de zuivelbereiding den bodem meer rikanen erkennen geen aristocratie,
winstgevend maakte dan de bouw. In i maar zijn toch gesteld op een stam-
'16 kwam daar een eind aan. De regee- boom, waarvan de wortels in Hol-
ring dwong tot het scheuren van gras- j landsch bloed zijn gegroeid,
land, wij moesten meer graan en aard- j Welk geschenk zullen wij aan de stad
appelen uit eigen bodem hebben. Sinds New-York geven? Een comité, om gel-
'20 neemt echter het grasland weer toe j den in te zamelen, zal spoedig aan het
ten koste van het bouwland, omdat het werk gaan. Het heeft het plan een ge-
beter loonend gebruikt kan worden.
Ons land is het land van het kleinbe
drijf. Landbouwgrootheid van meer dan
100 H.A. is in ons land onbekend. Het
grootbedrijf heeft nadeelen vergeleken
bij het kleinbedrijf; er is minder toe
zicht en in het kleinbedrijf is het eigen
denkteeken door een Hollandschen kun
stenaar te doen vervaardigen. Men heeft
al eens gepolst, of het welkom zal zijn
en de verzekering is gegeven, dat het
een waardige plaats krijgt.
Een monument, dat in een wereldstad
met zijn torenhooge gebouwen wat be-
belang een sterker prikkel. Maar de lei- j teekent, zal grootsch moeten zijn en zal
der van het kleinbedrijf is minder ka- schatten kosten. We vreezen echter, dat
pitaalkrachtig, waardoor minder ver-j de gelden voor dat doel niet zoo bijzon-
beteringen- aangebracht worden, die j der rijkelijk zullen -vloeien. Het laat de
geld kosten en ook is de sleur hier een j meesten koud als ijs, dat New-York een
booze macht. Door de coöperatie zijn de oud-Hollandsche stichting is; men ver-
nadeel en van het kleinbedrijf echterdiept zich niet in het verleden van
verminderd; als het op zijn plaats is, j eeuwen her. Ook zijn de Amerikanen
brengt het meer op dan het grootbedrijf.niet zoo bijzonder gastvrij tegenover
Het zuivelbedrijf gedijt het best bij een
grootte van 20 tot 70 H.A.
De wetenschap beschrijft en verklaart
beiden; ze doet het laatste door het
eerste. Zoo vinden we hier het verschil
lende bodemgebruik in ons land in cij- hebben,
fers uitgedrukt en tevens ook nader toe
gelicht. Dit behoort bij de economische
geografie, waarbij van economisch
standpunt een land bezien en beschre
ven wordt. Een weinig doen de school
kinderen er reeds aan, wanneer ze bij
de aardrijkskunde ook leëren, welke in
dustrie er in een streek gevestigd is en
welke vruchten er in een provincie of
een deel ervan verbouwd worden. De
economische geografie is een nieuwe
wetenschap. Ze wordt in ons land voor
al door Prof. Blink beoefend, de merk
waardige man, die begon met te werken
op het aanbeeld en eindigde met te do-
ceeren aan de universiteit.
hun familie. Ze laten maar een klein
deel binnen en de anderen mogen voor
de gesloten deur staan wachten. Wie
naar Amerika wil emigreeren, moet
niet alleen energie maar bovenal geduld
Een cadeau aan New-York.
Men moet geen olifant cadeau doen
aan menschen, die een paar kamertjes
op een bovenverdieping bewonen, maar
welk cadeau, groot genoeg, zal men aan
een wereldstad als New-York geven?
Het volgende jaar viert' deze stad haar
driehonderdjarig bestaan en dat feit
kunnen wij niet „onopgemerkt laten
voorbijgaan". Want New-York is eigen
lijk een van onze dochters, al is ze haar
ouders boven het hoofd gegroeid en al
merkt men er behalve eenige verhansel-
de namen niet veel meer van Neder-
landsche afkomst.
Een comité is gevormd, om in '26
New-York een groot cadeau te geven bij
haar jubilee. In een circulaire, door een
lange reeks van voorname personen on
derteekend worden we uitgenoodigd
aan het geven van het-cadeau mee te
doen.
Het begin ervan luidt aldus:
„In 1926 zal het 300 jaar geleden zijn,
dat de eerste vaste grondslagen werden
gelegd van Nieuw-Amsterdam, het te
genwoordige New-York, nadat reeds in
Het cadeau zal daarom wellicht wat
armzalig uitvallen en in de groote stad
wel een plaatsje krijgen maar niet in
het hart der massa. Er zijn meer monu
menten en standbeelden, die geen sie
raad zijn in het openbare leven noch
spreken tot het. publiek.
Het kan wellicht, ook geen kwaad, om
aan jubileermode een beetje paal en
perk te stellen. Men gaat zoo vaak her
denken datgene, waaraan eigenlijk nie
mand meer denkt. Er zijn zoovele be
langrijke feiten in de historie, dat men
eiken dag wel aan het feest vieren en
jubileeren kan gaan. Enfin het comité
is er en als ieder comitélid tien gulden
geeft, is er al een aardig sommetje, om
te beginnen, bijeen.
Vrede op Borneo.
Sinds 1886 leefden verschillende stam
men van Dajakkers op voet van oorlog
tegen over elkaar. Het zijn stammen,
die staan onder Nederlandsch en En-
gelsch gezag. De oorlogsschuld zal ook 5
in dit geval wel heel moeilijk vast te
stellen zijn. Maar de inlanders hebben
er een eind aan gemaakt. Niet minder
dan 4200 Dajakkers kwamen daartoe
samen in tegenwoordigheid ook van
Nederlandsche en Engelsche officieren.
Op plechtige wijze met eigenaardige ge
bruiken vierden zij een verzoenings-
feest, waarbij een maharadja tegen-
1 woordig was.
j Een varken werd geslacht en het
bloed over de aanwezigen gesprenkeld,
waarna een oud Dajakihoofd gebeden
uitsprak. Toen zwoer een voorname
inlander, dat bovenmenschelijke
wraak zou komen over hem, die zou
wagen de twist weer op te rakelen. Na
andere ceremoniën trad een Daj akker
naar voren, die het nog steeds niet
3
doode varken afmaakte en 4
r sprak: „Moge hij, die de twist op;
begint, in grooter doodsnood st
dan dit varken."
De maharadja hield daarop no,
redevoering, waarin hij op de w.
van deze vredesplechtigheid wetj
We kunnen van die wilde
zuchtige inlanders nog wel wat li
Verschillende staten en volke
Europa, het beschaafde werd
mokken en wrokken voortduré)
gen elkaar. Er was al lang een
oorlog voor '14 en het is nog
geen vrede. Waartoe anders die'
durende wedstrijd in bewapening'
de Europeesche volkeren met a:
en schóone plechtigheden eikaart
aan den vrede beloofden en die b.
door hun bewapening te vermin^
dan zouden ze toonen het vrede;
ten even goed te verstaan als dezt
den.
Verhooging der eierproductk(
Als een prachtig middel, on
eieren te krijgen, hebben we eensi
humoristisch blad gelezen over h-
bruik van een merkwaardige
kaansche legbak. De bodem erva?'
zoo gemaakt., dat hij onkantèldë,:
een ei op viel. Het ei viel dan i;<
tweede bak daaronder geplaatst',
kip is een dom dier. Legde ze eer.
dezen bak en keek er naar, dan nu
ze zich vergist te hebben, omdat cr
ei was en legde subiet nog een ei
enz. Zoo zou men een eindeloozc
regen kunnen bewerken!
Op het Congres van Pluimget_
heeft de heer Welleman in een rei"
ander middel aanbevolen, dat ooi
sprookjesachtig klinkt, maar 'V[
praktijk werkelijk baat geeft. Dat'i
del is het kunstlicht. De di®
eieren zijn in de maanden Oct
Dan ruien de oude kippen, het v
nat, guur weer en bovendien zijn
gen kort en zitten de kippen haas
tien, vijftien uur op stok. So:
hoenderhouders verlichten hun h(
's avonds of 's morgens. In het eerlt
val krijgen de kippen een extra
Sommigen meeneri, dat dit imm
werkt op de gezondheid der ki
Maar dat is bijzaak. Hoofdzaak i:
eieren in den tijd, waarin de
duur zijn. Ze worden later tochf
ruimd, als ze uitgelegd zijn
diensten hebben bewezen. De heeif
leman had proeven met deze verli(
genomen en er uitstekende resu
mee behaald. De verlichting derft
is daarom van groot belang. Is h
het fokken te doen, dan moet d?
lichting tijdig gestaakt worden,
de dieren een behoorlijke rustp
krijgen voor het begin van het f
zoen.
Het ophangen van een petro
lamp in een kippenhok heeft zr
zwaren, maar het platteland wo_
meer geelectrificeerd en een gloef
je in het hok brengt geen enkel I
mee. Het is merkwaardig, ft
mensch door fokken en voedingCi
lerlei kunstmiddelen de eierproo
heeft weten op te voeren. De wildee
der zal zeker niet meer dan eenie
veertig eieren per jaar leggen. Da
me kip brengt het makkelijk to7(
honderd. Vooral als men helpt dei;
winteravonden door te komend
hok gezellig verlicht. Straks Ite
nog een grammofoon bij, om dee:
wektheid te bevorderen. e