1
reinen beschikbaar zijn, van veel be-
teekenis zijn deze niet; de bevolking,
welker voortdurende toeneming een
gevolg is, deels van den natuurlijken
bevolkingsaanwas, deels van de ge
zochtheid van Haarlem als bedrijf s-
en vooral als wooncentrum, vindt bin
nen de grenzen geen ruimte meer. Niet
slechts voor woningbouw, ook voor de
vestiging van inrichtingen van open
baar nut, is geschikt terrein minder en
minder beschikbaar. Zoo dreigt het
gevaar van het ontstaan eener geogra
phisch en economisch verbonden be
volkingsgroep, aan welker centrum, de
gemeente Haarlem, de levenssappen
worden onthouden en de gelegenheid
wordt ontnomen, de noodzakelijke lei
ding te geven.
Bij
de samenstelling van het
wetsontwerp,
hetwelk hierbij wordt aangeboden, is
men van de gedachte uitgegaan dat
eensdeels aan de gemeente Haarlem
het grondgebied moet worden toege
voegd, hetwelk zij voor haar natuur
lijke uitbreiding en de vervulling van
haar taak als bevolkingscentrum be
hoeft, anderdeels, dat aan de verklein
de doch niet geheel opgeheven ge
meenten, niet meer terrein wordt ont
nomen dan met het oog op de belangen
van Haarlem noodzakelijk is te achten.
Met een enkel woord wordt verder
uiteengezet, welke motieven in onder
deden tot
het trekken van de
g r e n s 1 ij n
volgens het ontwerp geleid hebben.
Wat de nieuwe noordgrens van
Haarlem betreft, valt op te merken,
dat door een gebieds-uitbreiding tot de
Jan Gijsenvaart, welke Schoten in
twee ongeveer gelijke deelen, een noor
delijk en een zuidelijk, verdeelt, met
de tegenwoordige belangen van Haar
lem voldoende rekening zou zijn ge
houden. Het is echter niet onmogelijk,
dat op den duur de ontwikkeling van
Haarlem langs het Spaarne zich nog
verder noordwaarts zal uitstrekken, in
het bijzonder tengevolge van de vesti
ging van fabrieken of werkplaatsen.
Aanbeveling verdient het dat deze ont
wikkeling door de gemeente Haarlem
kan worden geleid. Daarbij komt dat
het gedeelte van Schoten, hetwelk in
geval van splitsing van deze gemeente
zou overblijven, nauwelijks een levens
krachtig bestaan zou kunnen leiden,
ook al werd dit gedeelte met Spaarn
dam vereenigd, welke laatste gemeente
immers steeds met financieele moei
lijkheden heeft te kampen.
S p a a r n d a m v e r d w ij n t.
Handhaving van Spaarndam als
zelfstandige gemeente, al of niet met
gedeelten van omliggende gemeenten
vergroot, zou anders dan wegens drin
gende redenen, geen aanbeveling ver
dienen. Het een bij het andere gevoegd,
deed de in het wetsontwerp vervatte
oplossing als de meest juiste aanvaar
den. Door de voorgestelde toevoeging
bij Haarlem van de geheele gemeente
Schoten en van het zuidelijk gedeelte
van Spaarndam, alsmede van het wes
telijk gedeelte van Haarlemmerliede
en Spaarnwoude, wordt bereikt dat
Haarlem zeggenschap krijgt over het
geheele Noorder-Spaarne en den toe
gang daartoe. De belangen van de be
woners van noordelijk Schoten en zui
delijk Spaarndam worden door deze
oplossing tevens het beste gediend.
Ook het noordelijk gedeelte van de
gemeente Spaarndam (gevormd door
den Zuid-Spaarndammerpolder en den
polder Buitenhuizen) dient bij een an
dere gemeente te* worden ingedeeld, in
dien Spaarndam wordt opgeheven.
Voorgesteld wordt, dit gedeelte toe te
voegen aan de gemeente Velsen. De
mogelijkheid is niet uitgesloten dat op
den duur industrieën op genoemde
polders zullen gevestigd worden. Voor
de gemeente Haarlem zal het niet van
veel belang zijn, deze industrieën bin
nen haar grondgebied te verkrijgen.
Daarentegen kan de gemeente Velsen
daarbij belang hebben, aangezien de
ontwikkeling van 'n industriecentrum
binnen hare grenzen deze gemeente
meer onafhankelijk kan maken van
de fluctueerende invloeden der vis-
scherij en haar een bestaan kan verze
keren dat ook in andere takken van
bedrijf zijn grondslag vindt. Weliswaar
zijn de bewoners der polders thans so
ciaal en administratief meer naar het
zuiden dan naar het noorden georiën
teerd; dit kan echter geen gewicht in
de schaal leggen, nu Spaarndam als
centrum gaat verdwijnen en het cen
trum van Haarlem en dat van Velsen
ongeveer even ver van de polders ver
wijderd liggen.
Haarlemmerliede c. a.
De nieuwe oostgrens van Haarlem is
aldus getrokken dat de bebouwingen
onder de gemeente Haarlemmerliede
c.a., welke met het dorp Spaarndam
één geheel uitmaken, tot de gemeente
Haarlem gaan behooren, evenals de
Groote Sluis, en het daarop uitkomen
de watergebied (het noordelijkste ge
deelte van het Spaarne) en een kleine
strook gronds ten oosten van dit wa
tergebied, waarop zich o.m. een
scheepswerf bevindt, die bij voorkeur
tot dezelfde gemeente dient te behoo
ren alsihet water, waaraan zij ligt.
Meer naar het zuiden wordt voorge
steld, de oostgrens van Haarlem te
verleggen naar het midden van de
Mooie Nel en Liede. Niet slechts zal
Haarlem, zooals reeds werd opge
merkt, daardoor het zeggenschap over
het geheele Spaarne verkrijgen, doch
ook zal deze gemeente haar grondge
bied zien uitgebreid met een breede
strook ten oosten daarvan en ten wes
ten van Mooie Nel en Liede. Aan de
eventueele behoefte van Haarlem aan
haven- en industrieterreinen zal op
deze wijze in ruime mate worden tege
moetgekomen, terwijl mochten zich
industrieën vestigen aan den oostoever
van de Mooie Nel of de Liede deze (be
halve geheel in het noorden, waar de
Mooie Nel en het Spaarne ineenvloe1
den)binnen de gemeente Haarlemmer
liede c.a. zullen komen liggen, welke
gemeente ook het zeggenschap over
het oostelijk gedeelte van die wateren
behoudt. De voorgestelde gebiedsuit
breiding van Haarlem langs de spoor
lijn HaarlemAmsterdam en meer
naar het zuidoosten beoogt, de zich al
daar uitbreidende stadswijk binnen
het gebied dier gemeente te brengen en
tevens in haar toekomstige behoefte
aan terreinen voor woningbouw te
voorzien.
Heemstede.
Hierboven is reeds aangeduid, om
welke reden de toevoeging van een ge
deelte van Heemstede bij Haarlem
wordt voorgesteld. Dit gebied is, voor
zoover het thans daarvoor in aanmer
king komt, reeds voor een groot deel
bebouwd. Intusschen zal de gemeente
Haarlem ook hier nog ruimte vinden
voor haai' expansie.
Dit laatste geldt in verhoogde mate
voor de gedeelten van Bloemendaal.
welke volgens het ontwerp bij Haarlem
gevoegd zullen worden. Met uitzonde
ring van die gronden aan weerszijden
van den Zijlweg, zijn de hierbedoelde
gebieden nog weinig bebouwd.
De adviezen der Raden
en Com missiën.
Omtrent de strekking van de advie
zen van de ingevolge art. 131 der Ge
meentewet gehoorde Raden en Com
missiën uit de ingezetenen kan het vol
gende worden vermeld.
Zoowel de Raad van Haarlem als de
in deze gemeente gekozen commissie
uit de ingezetenen verklaren zich door
de voorgestelde gebiedsuitbreiding niet
voldaan. Naar beider meening zai deze
uitbreiding aan Haarlem niet voldo
de terreinen ter bewoning door de zich
vermeerderende bevolking verschaffen.
Noodzakelijk wordt geacht dat het „ge
heele noordelijk deel van Bloemen
daal, omvattende de wijken Aerden
hout, Overveen en Bloemendaal (dorp)
bij Haarlem gevoegd wordt, aangezien
deze wijken zich van Haarlem uit heb
ben ontwikkeld en derzelver bewoners
economisch, hygiënisch en intellectu
eel op Haarlem zijn aangewezen. Pu
bliekrechtelijke zeggenschap v an
Haarlem over de duinterreinen waarin
de duinwaterleiding dezer ge me u.te
haar prise d'eau heeft, wordt wenschc-
lijk geacht.
De Raad spreekt de meening uit, dat
de voorgestelde gebiedsuitbreiding ook
naar het zuiden te beperkt is, terwijl
de Commissie uit de ingezetenen met
het oog op Scheepvaart- en Industrie-
belangen nog bij Haarlem gevoegd zou
willen zien: het oostelijk deel van den
Zuid-Spaarndamerpolder, den gehee-
len polder Buitenhuizen en het weste
lijk deel van den Houtrakpolder.
Deze laatste commissie grondt voorts
haar afwijzend standpunt hierop, dat
volgens het ontwerp geen financieel
krachtig geheel zal worden gevormd,
waaraan behoorlijke bestaans- en ont-
wikkelingsvoorwaarden, zijn gewaar
borgd, aangezien voor de gebieden, in
noordelijke richting te verwerven
(Schoten en Spaarndam), in financieel
opzicht groote offers gebracht zullen
moeten worden, terwijl daartegen d,e
voordeelen, te verkrijgen door toevoe
ging van een gedeelte van Heemstede,
niet zullen opwegen.
De Minister van Binnenlandsche Za
ken en Landbouw is van oordeel, dat er
geen aanleiding is, aan de boven
weergegeven wenschen tegemoet te ko
men. Dat binnen het aan Haarlem toe
te voegen grondgebied bruikbaar
bouwterrein niet in voldoende mate
aanwezig zou zijn, kan niet worden
toegegeven. Bij de samenstelling van 't
ontwerp is, zooals reeds werd opge
merkt, uitgegaan van de gedachte dat,
mits met Haarlem worden vereenigd
de daarmede één geheel uitmakende
woonwijken, alsmede voldoende ter
reinen voor verdere stadsuitbreiding,
de omliggende gemeenten die na ver
lies van een deel van haar grondgebied
gen door verschillende banden met. den Zuid-Spaarndammerpolder en Óen
Haarlem verbonden zijn, gezegd kan
niet worden dat zij daarmede een ste
delijke eenheid vormen of dat de bewo
ners sociaal en cultureel op Haarlem
zijn aangewezen.
De belangen der Haarlemsche water
leiding bij het duingebied kunnen geen
grond opleveren om dit duingebied pu
bliekrechtelijk tot deze gemeente te
brengen. Op andere wijze zal zij voor
die belangen hebben te waken. Ook het
duingebied, waarbij de gemeente Am
sterdam voor haar waterleiding belang
heeft, behoort niet tot het grondgebied
van deze gemeente.
De verlegging van de zuidgrens vol
gens het ontwerp houdt rekening met
wat door den plaatselijken toestand ge
boden is. Verder dient niet te worden
gegaan.
Wat de polders betreft, welke de com
missie uit de ingezetenen bij Haarlem
gevoegd zou willen zien, valt op te mer
ken dat <ie belangen, welke de gemeente
heeft bij den waterweg naar het Noord
zeekanaal, geenszins vereisclien dat
deze waterweg in zijn geheel met de
aangrenzende terreinen tot haai'
grondgebied komt te behooren.
De financieele bedenkingen, door de
commissie uit de ingezetenen geop
perd, zijn niet geheel onbegrijpelijk. De
toevoeging van de gemeenten Schoten
en Spaarndam, welk in de laatste jaren
herhaaldelijk met subsidies van het
Rijk en de provincie gesteund moesten
worden, zal de financieele lasten van
Haarlem verzwaren. Als de commissie
de meening uitspreekt, dat de toevoe
ging van een deel van Heemstede, in
het algemeen door meer gegoeden be
woond, daartegen niet een voldoende
compensatie zal opleveren, baseert zij
zich op de bepaling, voorkomende in
het aan haar voorgelegde ontwerp,
krachtens welke de gemeente Haarlem
aan de verkleinde gemeenten een scha
deloosstelling zou hebben uit te kee-
ren, berekend o.m. naar het nadeel, ge
leden door deze gemeenten in haar in
komsten door verminderde opbrengst
van belastingen en goederen. Inmid
dels heeft de Minister gemeend, de des
betreffende bepalingen in 'dien geest te
moeten wijzigen, dat dit laatste nadeel
aan de verkleinde gemeenten niet ver
goed zal behoeven te worden. Het ge
volg hiervan zal zijn dat het voordeel,
hetwelk de gemeente Haarlem zal
plukken uit de opbrengst der belas
tingen van de bewoners der overgaan
de gebieden, niet door te betalen scha
deloosstellingen zal teloor gaan. Men
kan aannemen, dat onder deze om
standigheden de gebiedsuitbreiding in
haar geheel de lasten van de gemeente
Haarlem niet zal verzwaren.
De Raad en de Commissie uit de in
gezetenen van Schoten hebben een
eensluidend rapport uitgebracht. Daar
in wordt instemming betuigd met het
denkbeeld, Schoten met Haarlem te
vereenigen, omdat de toestand van
eerstgenoemde gemeente van dien aard
is, dat zij zonder bijdragen van het Rijk
en de Provincie niet op de been kan
blijven, voorts Qmdat zij geografisch
en economisch met Haarlem één ge
heel vormt en een grootere gemeente
beter in staat is tot het voeren van een
uitgebreide welvaartspolitiek. Met de
voorgestelde grensregeling kan echter
zoo wordt in het rapport opgemerkt,
het gewenschte doel niet worden be
reikt en daarom is het ontwerp, zooals
het daar ligt, onaannemelijk. Ten ein
de een levenskrachtige gemeente te
verkrijgen, behoort ten minste, behalve
hetgeen in het wetsontwerp voorzien
is, nog bij Haarlem te worden gevoegd
een stuk van Heemstede ton zuiden
van de grens, in het ontwerp getrok
ken, en van de gemeente Bloemendaal
de wijken Overveen en Aerdenhout.
Haarlem behoort bovendien nog te
worden uitgebreid met eenige stukken
van Velsen.
Boven is reeds betoogd, waarom haar
de meening van den Minister, een ge
biedsuitbreiding van Haarlem, verder
gaande dan de in het wetsontwerp be
lichaamde voorstellen, niet in aanmer
king komt, alsmede waarom er geen
gegronde reden is te vreezen dat de ge
meente, na bedoelde uitbreiding, niet
in staat zou zijn behoorlijk haar soci
ale taak te vervullen.
Voor toevoeging van gedeelten van
de gemeente Velsen bestaat niet de
minste aanleiding.
De Raad en de Commissie uit de in
gezetenen van Spaarndam spreken
zich beiden uit voor opheffing hunner
gemeente, aangezien deze, in velerlei
opzichten op Haarlem aangewezen, fi
nancieel niet in staat is haar taak be
hoorlijk te vervullen. Zoowel de Raad
als de Commissie zijn echter van oor
deel, dat de Zuid-Spaarndammerpol
der niet bij Velsen, doch bij Haarlem
gevoegd behoort te worden. De Raad
tot het voeren van een zelfstandig be- j wenscht bovendien toevoeging bij deze
staan in staat zijn te achten, zooveel gemeente van een deel van Velsen.
mogelijk onaangetast moeten worden j Het standpunt van den Minister ten
gelaten. Met dezen gedachtengang zou opzichte van de kenbaar gemaakte
de toevoeging van het geheele noorde-1 wenschen is boven reeds uiteengezet,
lijke deel van Bloemendaal niet te ver-De Raad en de Commissie uit de in-
eenigen zijn. De wijken Aerdenhout, gezetenen van Velsen betuigen bei-
Overveen en Bloemendaal (dorp) mo- den hun instemming met het. voorstel,
polder Buitenhuizen met die gemeente
te vereenigen, zulks op grond van de
overwegingen, welke blijkens het bo
venvermelde tot dit voorstel geleid
hebben.
Zij betreuren het intusschen dat vol
gens het ontwerp, Bloemendaal als
zelfstandige gemeente, grenzende aan
Velsen, zal blijven bestaan, daar het
voor Haarlem en Velsen een bezwaar
zal opleveren dat tusschen hen bij
voortduring een vluchtoord voor be
lastingplichtigen aanwezig zal zijn.
Dit zal aan behoud en vestiging van
welgestelden op het voor villabouw ge
schikte deel van Velsen in den weg
staan.
Het voorstel, in zake Bloemendaal
door den Raad en de Commissie uit de
ingezetenen gedaan, wordt daarom on
dersteund.
Het hier aangevoerde kan, naar de
meening van den Minister, bezwaarlijk
dienst doen als argument voor de toe
voeging van het noordelijk gedeelte
van Bloemendaal bij Haarlem.
De Raad en de Commissie, van inge
zetenen van Haarlemmerlied
en Spaarnwoude zijn beide van
oordeel, dat de gemeente door het bo
ven-staande verlies van grondgebied
haar levensvatbaarheid zou verliezen,
tenzij dit verlies in het oosten werd ge
compenseerd door toevoeging van een
gedeelte van de voormalige gemeente
Sloten, welke gemeente bij de wet van
28 December 1920 (Stbld. 919), in haar
geheel bij Amsterdam gevoegd werd.
Heeft zoodanige toevoeging niet plaats,
dan zou slechts een kleiner gedeelte
der gemeente, te weten het zgn. stads
gedeelte, het gebied bij Spaarndam,
hetwelk bij deze gemeente één geheel
vormt, alsmede de Waarderpolder, bij
Haarlem gevoegd behooren te worden
De meening dat de gemeente Haar
lemmerliede en Spaarnwoude door den
voorgestelden afstand van grondge
bied haar levensvatbaarheid zou ver
liezen, kan de Minister niet onder
schrijven. Ongeveer een derde van de
bewoners der gemeente zijn op het bij
Haarlem te voegen gedeelte gevestigd.
De derving aan inkomsten uit belas
tingen, welke de gemeente Haarlem
merliede c.s. zal lijden, zal hieraan
vermoedelijk ten naaste bij evenredig
zijn. Tegenover deze derving van
komsten zal een beperking van de op
de gemeente rustende lasten staan.
Bovendien is de belastingdruk in de
gemeente niet van dien aard, dat een
mogelijk nadeelig verschil tusschen
een en ander vooi' haar noodlottige ge
volgen zou hebben.
Mede in verbandmet het boven
staande kan de Minister geen termen
vinden om voor te stellen, terug te ko
men op de beslissing, ten aanzien van
de voormalige gemeente Sloten, geval
len bij de wet van 28 December 1920
(Stbld 919). De bevolking van het lan
delijk gedeelte dezer gemeente heeft
zich, naar men mag aannemen, aan
den nieuwen toestand aangepast en
geniet van verschillende maatregelen,
welke door de gemeente Amsterdam
mede in haar belang genomen werden
Van ernstige nadeelen, welke voor haar
uit de vereeniging met Amsterdam
zouden zijn voortgevloeid, is den Mi
nister niets bekend. Een hulp
secretarie van Amsterdam te
Sloterdijk bespaard haar, voor de ver
richtingen welke ten gemeentehuize
moeten geschieden, den tocht naar het
centrum van Amsterdam. Onder meer
voor het landelijk gedeelte van Sloten
heeft de Raad van Amsterdam een
verlaagd tarief der plaatselijke inkom
stenbelasting vastgesteld, ingevolge
het bepaalde bij art. 26 eerste lid der
wet van 28 December 1920 (Stbld. 919)
Hierbij komt dat de voortdurende groei
van de stad Amsterdam ook voor het
Westen het wenschelijk maakt dat
ruime terreinen in die richting voor
den aanleg van woonwijken en alles
wat daarbij naar nieuwere begrippen
behoort, voor deze gemeente beschik
baar blijven.
De Raad en de Commisie uit de inge
zetenen van Heemstede hebben
beide tegen de voorgenomen grensrege
lin-g velerlei bezwaren te berde ge
bracht. De gewichtigste dezer bezwa
ren kunnen als' volgt worden samenge
vat.
Het Gemeentebestuur van Heemste
de vervult zijn taak naar behooren
Het schiet in geen enkel opzicht tekort
iri de zorg voor de ingezetenen, wo
nend op het grondgebied, hetwelk be
stemd is om bij Haarlem gevoegd te
worden of in de zorg voor de op dit
grondgebied te regelen algemeene be
langen. Tot samenwerking met Haar
lem is het voor zooveel noodig te allen
tijde bereid gevonden.
Voor zoover de bebouwing op het
gebied van Heemstede aansluit op
Haarlemsch grondgebied, zijn toch de
woonwijken waarom het gaat, ont
staan onafhankelijk van het bestaan
van Haarlem, tengevolge van de ge
makkelijke verbinding met Amster
dam.
Heemstede noch de bewoners daar
van profiteeren van Haarlem zonder
dat daarvoor betaald wordt
keerd komt veel van wat m
heeft tot stand-gebracht medctV
de aan de inwoners van Haarle
Bouwterrein is op het aan u0,
toe te voegen gebied slechts in
te mate beschikbaar. f
Naar de meening van den
de Commisie is, waar alle
deugdelijke redenen voor de grf„
legging ontbreken, de wenJ
Haarlem om een deel van het
gebied van Heemstede aan zijn*
te zien toegevoegd, slechts te
verj
uit de begeerte, zijn bronnen v*
komsten ten koste van de teger|
dige inwoners van Heemstede i
grooten. Dit mag nooit een gr0!v
grensverlegging zijn. Kapitaaj
zoowel uit het te annexeeren alsi.
overschietende deel van Heen,
wegens verhoogden belasting^
trouwens het gevolg zijn, zoodat i
stede zal worden geschaad zoi^
Haarlem evenredig zal worden i
De Minister ontkend niet dat
meentebestuur van Heemstee
taak naar behooren vervult, mei
beweerde tekortkomingen van
meentebestuur staat het onder
voorstel niet in verhand.
Te Haarlem doet zich het
lijke verschijnsel voor, dat de
lijke stad langzamerhand
strekt voor huisvesting van ka;
winkels, publieke diensten eni
wijl de woonwijken zioh verpi
naar de périphérie. Door dei
grenzen van Haarlem komej
woonwijken meer en meer buit;
gemeente te liggen. Dat de in h?g
delijk deel van Heemstede
kwartieren ontstaan zijn onafhs;
van het bestaan van Haarlec
niet als juist worden aanvaar»;
eer is aan te nemen dat de on
ling van heel de gemeente Hef'
als wooncentrum en zeker van
bedoelde kwartieren, in nauw
met de gemeente Haarlem, heeft ij
gehad. En al mag het waariW
Haarlem vergoeding ontvangt
kan verschaffen voor de vooj e
welke het rechtstreeks aan de
ners van Heemstede biedt, zooe
toch tal van niet bepaaldelijk as
bare uitgaven, welke een ge-meer
Haarlem zich moet getroosten t
uitvoering, instandhouding, bes
enz. van werken, diensten en:
zaken van openhaar nut, wai
ook de dicht bij Haarlem wonen
gezetenen van andere gemeem
ruime mate direct of indiret
voordeel doen, zonder dat het mi
is, op deze ingezetenen een evt
deel van deze uitgaven te-v^tbA.
Wat de gevreesde kapitaalvltó
treft, tiaavoor behoeft men in vt
met de groote aantrekkelijke
het grensgebied der tegenwoordi
meente Heemstede, niet te
ducht te zijn.
De Raad en de Commissie uit
gezetenen van B 1 o e m en d aal
ten zich beide met een uitvoerig!
tegen de verschillende, bij de
reiding van deze aangelegenheif
voren gebrachte plannen, volgen
ke de gemeente Bloemendaal
noordelijk en een zuidelijk d-
worden gesplitst en het noordtó
bij Haarlem zou worden gevod
Aangezien geen dezer planne;.)
tegenwoordigé, aan den Raad;
Commisie voorgestelde ontwen
lichaamd, kunnen tegen die i 2,
in het midden gebrachte bedei
buiten beschouwing worden gei. m
Tegen het ontwerp zelf wordt: q
zwaar gemaakt dat daardoor aail
mendaal worden afgesneden deh
terreinen, die de gemeente voorf
ders- en middenstandsbouw liL
baar heeft, terwijl deze terreine
bebouwing als stdswijk, van Wj
uit, niet in aanmerking kornet'
zoover voor de bebouwing
zijn zij slechts bruikbaar als
ding van een Bioemendaalsi
wijk of als plaats van vestif
Bloemendaalsche arbeiders en
standers.
Ontkend moet worden dat de
te Bloemendaal niet elders
haar grenzen voldoende terrein'
arbeiders- en middenstands!*^
schikbaar zou houden. De or;
ling van de bij Haarlem ie
strook grond als stadswijk i*
afhankelijk van de verbind
schen het gebied van deze en ai
zijde van de spoorlijn, welke1
dingen tot stand gebracht zulle
nen worden naarmate de wen*
heid blijkt. Met toevoeging van
bedoelde gronden verkrijgt
een vermeerdering van zijn no?
bouwde grondgebied, zonder
door het karakter van gemeen
een deel van haar gebied moet i
in een enkel opzicht wordt a«
De artikelen van het wet#
stemmen in het algemeen oveft
die van de wetten van soort*
aard, in den laatsten tijd tot s»
komen. In zooverre behoeven -
halve geen bijzondere toelichting
b«
ïl