VISSCHER1J EN SCHEEPVAART WATERSTAND IJMUIDEN. Aug. 1925 11. wafer L. water Dsifr. v.ra. a.m. t.m. n.ta. 30 11.43 6 55 7.34 31 0.14 1.00 8.21 8.52 September 1 1.18 1.57 9.29 9.53 2.18 2.48 '0 20 JO 48 2 V.M. 3 4 3 05 3.35 3 50 4.16 11.15 1 12 11.59 2.01 5 4.32 4 59 0.25 Oeen Zomertijd. 11.40 0.41 2.41 V.ISSCIIERIJ. Gedurende de week van 20 t. en m. 26 Aug. 1925, kwamen alhier de navolgende vaartuigen binnen: 87 Hollandsche-, 2 Duitsehe stoomtrawlers, '1 IJslander, 1 Deensche motorkotter, 6 zeil-haring- loggers en 140 kustvisschers. De besommingen waren als volgt: Hollandsche stoomtrawlers van f 259 tot f 5754; Duitsehe stoomtrawlers van f 3013 tot f 3664; IJslanders van f tot f 12132; Deensche mo- torkotters van f tot f 1507; zeil-lianng- loggers van f 736 tot f 5601, terwijl de kustvis schers totaal f 8084 besomden. De aanvoer bestond uit 874,510 K.G, trawl- visch, 56.143 K.G. IJslandsche visch en 570 kantjes haring. De totaal opbrengst bedroeg f 236.868,40. Haringvisscherij. Sedert de vorige opgave kwam van de IJmuider haringvloot binnen de logger 1J.M. 249 mei 5 last pekelharing. De stoomtrawler Pieter IJ,M 144 keerde uit zee terug wegens defect aan de machine De stoomtrawler Insulinde IJ.M, 54 had een zee terug wegens defect aan de machine. Maandag is te Ostende het Belgisch Natio naal Congres voor de Uitbreiding van de Zee vaart geopend door den minister van Spoorwe gen en Zeewezen, Anseele, die in zijn openings rede belangrijke plannen opperde. Antwerpen en Brussel, zeide hij, verbruiken geen Belgische visch, In vele streken van België wordt weinig of geen visch gegeten. Op het gebied van de vischvangst schiet het Belgisch initiatief te kort. Daarom moet een nationale poging worden ge daan. Een afdoend middel om snel een visscherij- vloot te bezitten zou zijn, dat elke provincie en elke stad van eenig belang een eigen visscherij- boot zeewaardig maakte. Wat de moeilijkheden betreft, waarmee de Bel gische handelsvloot thans worstelt, gaf de minis ter als zijn oordeel te kennnen, dat de regeering tusschenbeide moet komen. Blijkens mededeelingen in Handelsberichten hadden de volgende nieuwe inschrijvingen in het Handelsregister plaats: Firma Bouman en Co,, (B. P.), IJmuiden, Rijks- vischhal, expl, van een controle- en informatie bureau en verzekeringsbedrijf. Venn.: P. Bouman, en P. Kok. N.V. de 's Gravenhaagsche Visscherij en Han del Mij., Heemstede, Heerenweg 84. Afkomstig van 's Gravenhage, Dir. J. Poetsma, Heemstede, Maatsch. kap, f 50.000, waarvan geplaatst en ge stort f 10.000. Gedurende de maand Juli van dit jaar zijn le IJmuiden aan den rijksvischafslag aangeko men 347 stoomtrawlers met f 572.516 besomming tegen in Juli van het vorig jaar 289 stoomtraw lers met f 569.623 besomming en in de eerste 7 maanden van dit jaar 2094 stoomtrawlers met f 4.386.129 besomming tegen in gelijk tijdvak van het vorig jaar 2068 stoomtrawlers, die f 4.703.866 besomden. Verder kwamen van de trawlvisscherij in Juli van dit jaar binnen: 4 motorloggers met f 1622 besomming legen in Juli van het vorig jaar 19 dier vaartuigen met f 10.454 besomming en in de eerste 7 maanden van dit jaar 47 motorloggers met f 28.654 be somming tegen in de eerste 7 maanden van het vorig jaar 100 motorloggers met f 70.801 besom ming; 6 zeilloggers met f 1665 besomming tegen in Juli van het vorig jaar 18 dier vaartuigen, die" f 4065 besomden en in de eerste zeven maanr den van dit jaar 894 zeilloggers met f 367,196 be somming tegen in gelijk tijdvak van het vorig jaar 784 zeilloggers met f 364.722 besomming; sleepboottrawlers kwamen er in de eerte zeven maanden van dit jaar niet aan de markt tegen in gelijk tijdvak van het vorig jaar 16 dier stoom schepen met f 7574 besomming; 537 motorkustvisschers met f 43.595 besom ming tegen in Juli van het vorig jaar 516 dier schepen met f 33.315 besomming en in de eerste zeven maanden van dit jaar 2095 motorkustvis schers, die f 144,427 besomden tegen in de eerste zeven maanden van het vorig jaar 2234 dier vaartuigen met f 145.340 besomming; S6 zeilkustvisschers met f 2971 besomming te gen in Juli van het vorig jaar 55 dier vaartuigen, die f 1093 besomden en in de eerste zeven maan den van dit jaar 253 zeilkustvisschers met f 5389 besomming tegen in gelijk tijdvak van hel vorig jaar 252 dier vaartuigen, die f 5149 besom den; 46 open booten met f 484 besomming tegen in Juli van het vorig jaar 31 open booten met f 468 besomming en in de eerste zeven maanden van dit jaar 343 open booten met f 3396 besomming tegen in gelijk tijdvak van het vorig jaar 243 dier vaartuigen, die f 4657 besomden. Van vreemde nationaliteit kwamen in Juli van de trawlvisscherij te IJmuiden binnen 29 Duitsehe stoomtrawlers met f 64.509 besomming, 1 Duitsehe motorkotter met f 917 en 3 Deensche motorkot- ters met f 1468 besomming tegen in Juli van hel vorig jaar 9 Duitsehe stoomtrawlers met f 19.824 besomming en 2 Deensche motorlrawlers, die f 3748 besomden en in de eerste zeven maan den van dit jaar 1 Engelsche stoomtrawler met f 4736 en 1 Engelsche zeiltrawler met f 383 be somming, 140 Duitsehe stoomtrawlers mcl f 518,489 en 2 Duitsehe motortrawlers met f 1661 besomming, 18 Deensche motortrawlers met f 17,570 en 1 Belgische motortrawler met f 514 besomming legen in gelijk tijdvak van het vorig jaar 3 Engelsche zeiltrawlers met f 1455 besom ming, 103 Duitsehe stoomtrawlers met f 324.569 en 1 Duitsehe motortrawler met f 493 besomming 14 Deensche motortrawlers, die I 19.669 be somden. Van de beugvisscherij kwamen in Juli van dit jaar hier geen schepen binnen tegen in Juli van het vorig jaar 12 zeilbeugers met 6850 besom ming en in de eerste zeven maanden van dit jaar 155 stoombeugers met f 260.436 en 11 zeilbeugers (sloepen met I 7212 besomming tegen in gelijk tijd vak van het vorig jaar 1S7 stoombeugers inet f 404,348 en 105 zeilbeugers met f 97.282 be somming. Het aantal visschersvaartuigen in Juli van dit jaar aan de markt gekomen bedraagt 1069 tegen in Juli van het vorig jaar 980 en in de eerste zeven maanden van dit jaar 6073 tegen in gelijk tijdvak van het vorig jaar 6193. De in consignatie aangevoerde vischzendingen brachten in Juli van dit jaar op f 13,832 legen in Juli van het vorig jaar 16,351 en in de eerste zeven maanden van dit jaar f 134.658 tegen in de eerste zeven maanden van het vorig jaar f 170.802. De opbrengst van de in Juli van dit jaar aan- öjvoerde visch bedraagt f 732,967 tegen die van de maand Juli van het vorig jaar 756.283, ter wijl de totaalopbrengst van de in de eerste ze ven maanden van dit jaar aangevoerde visch be draagt f 5.954.323 tegen die van de eerste zeven maanden van het vorig jaar f 6,504.957. De Noordzeeharing visscherij. Malaise in het haringbedrijf. Men schrijft aan de N, Rott. Ct.: Het leek verleden jaar, of eindelijk het leed in het Noordzee-haringvisscherijbedrijf geleden zou zijn, toen voor het eerst na 1916 in het algemeen weer bevredigende vangsten niet alleen, maar ook bevredigende bedrijfsuitkomsten werden verkre gen. Terwijl in 1917 en 1918 wegens oorlogsomstan digheden de vloot gedoemd was in de havens te blijven en het bedrijf dus, praktisch gesproken, volkomen stil lag, bracht 1919 onmiddellijk in vollen omvang de hervatting van de haringvis scherij, waarmee zeer ruime vangsten behaald werden, welke door de reederijen tegen hoogen prijs konden worden verkocht. Óndanks deze ruime vangsten en hooge prijzen, was toch het bedrijfsresultaat verre van gunstig, daar de exploitatie-uitgaven de inderdaad hooge inkomsten nog te boven gingen. Dientengevolge was het aantal haringschepen, dat in 1920 uitgerust werd, reeds iets minder dan in 1919, en ofschoon ook eerstgenoemd jaar een ruime visscherij opleverde en de prijzen zij het ook voor een deel kunstmatig op een hoog niveau bleven, werd vrijwel over de heele linie verlies geleden, In 1921, 1922 en 1923 bleef-weder een aanzien lijk deel van de haringvloot in de havens, deels uit onvermogen van tal van reeders om al hun schepen uit te rusten, deels uit overweging dat geen loonende exploitatie te voeren was. Ook de vangsten zijn deze drie jaren slecht, althans be neden het middelmatige gebleven, en het is dus te begrijpen, dat een diepe en toenemende ma laise in het haringbedrijf intrad. Maar 1924 werd met weer meer moed begon nen; de economische toestand in de wereld en de politieke verhoudingen leverden weer uitzicht op voor een geregelden handel, en reeds de win termaanden 19231924 hadden een levendigen export van haring te aanschouwen gegeven, zoo dat noch hier te lande, noch aan de overzijde van de Noordzee oude voorraden aanwezig waren, toen de tijd van hervatting van de haringvisscherij aanbrak. Het aantal schepen, dat werd uitgerust, was weer wat grooter dan in de voorafgaande jaren en de uitgaven, verbonden aan de exploitatie, waren althans iets minder geworden. De haringteelt 1924 is inderdaad' meegeloopen. Ofschoon de vangsten niet boven het middelma tige waren, staken ze toch gunstig af bij die dei- drie vorige jaren, en bovendien konden vrij gere geld bevredigende prijzen worden gemaakt, zoo dat de bedrijfsresultaten, gelijk in den aanvang reed werd opgemerkt, in bet algemeen niet gunstig zijn geweest. Gelijk steeds is den visscherij, zijn er ook in 1924 schepen en reederijen geweest, waar het niet is mogen gelukken de eindjes aan elkaar te knoopen; daarnaast staan echter andere, welke werkelijk schitterende uitkomsten hebben behaald Dit is in 't bijzonder het geval met de reede rijen van stoomschepen. Reeds vroeger wezen we er op, dat meer en meer blijkt dat in de Noord- zeeharingvisscherij met de stoomschepen belang rijk betere resultaten te bereiken zijn dan met de zeilschepen, de bekende loggers, en dit ver schijnsel heeft zich verleden jaar sterker geac centueerd dan ooit. Het lijdt naar het schijnt, wel geen twijfel dat de toekomst in dit bedrijf is aan het stoomschip, althans aan het mechanich-voortbewogen schip, en indien de kosten voor nieuwen bouw nog al tijd niet zoo hoog waren, zou men stellig op ruime schaal den aanbouw van stoomloggers zien. Thans heeft de aanbouw zich bepaald tot slechts eenige nieuwe stoomschepen te Vlaardin- gen, waarnaast echter vergissen we ons niet geen enkele nieuwe zeillogger is gekomen. Gevolg van de gunstige bedrijfsuitkomsten in 1924 is geweest de uitrusting in het voorjaar van 1925 van weer een grooter aantal schepen, zoo dat thans nog slechts weinig haringschepen in de havens zijn opgelegd. Van dit aantal stilliggende schepen kan nog een deel voor goed worden af geschreven, dat zoo verouderd of versleten ge raakt is, dat het wel nimmer meer in de vaart zal komen. De vooruitzichten evenwel, waaronder de teelt 1925 begonnen is, waren heel wat minder gunstig dan die van verleden jaar. De oude voorraden haring waren nog niet opgeruimd, hier te lande niet, doch vooral in Engeland niet, waar zeer aanzienlijke hoeveelheden onverkocht gebleven waren. De haringexport naar Midden- en Oost-Europa bleek heel wat moeilijker geweest le zijn dan het jaar te voren, en de belanghebbenden bij de Schotsche en Engelsche haringvisscherij maakte*i dan ook in het voorjaar van 1925 een overeen komst, waarbij zij zich verbonden eenerzijds niet voor een bepaalden tijd de visscherij te zullen beginnen, anderzijds de bij den aanvang van de visscherij onverhoopt nog aanwezige voorraden haring niet in den normalen handel te zullen brengen, Van ons land uit echter werd de visscherij op den gewonen tijd begonnen, en zeker is de buiten gewoon schrale vangst tot heden wel de oorzaak geweest, dat dit niet heelemaal mis uitgeloopen is. Waren de vangsten eenigszins ruim uitgevallen, zonder twijfel zou het product al heel spoedig vrijwel waardeloos zijn geweest. Het is echter anders geloopen. Door de zeer geringe aanvoeren is het niet slechts mogelijk gebleken steeds flinke prijzen, en ten slotte zelfs zeer hooge prijzen te bedingen, maar-bovendien de oude voorraden, van de hand te doen, en nog een belangrijk kwantum Engelsche haring hier te importeeren en vervolgens weder uit te voeren, vVe gaan thans op dezen invoer van Engelsche haring, om die vervolgens weder van Nederland uit de wereld in te zenden, niet verder in, doch stippen slechts aan, dat hierover zeer verschil lend wordt gedacht en het in het in t algemeen geen gunstig verschijnsel kan worden geacht. De aandacht worde er echter op gevestigd, dat alleen de wanvangst, welke tot heden het deel van onze haringvloot is geweest, oorzaak was, dat het in dit voorjaar op geen catastrofe in het haringbedrijf uitgeloopen is. Dit is de gunstige kant van den toestand, waarin de haringvissche rij op het oogenblik verkeert. Voor het overige is de toestand in hooge mate ongunstig, gelijk de statistiek van den aanvoer duidelijk aantoont. Tot heden (22 Augustus) bracht onze haring vloot in 340 ladingen een hoeveelheid van onge veer 61,000 kantjes haring aan; op denzelfden da tum van 1924 had de zooveel kleinere vloot in 470 reizen ongeveer 167.000 kantjes aangevoerd, en in 1923 de nog kleinere vloot in 390 reizen on geveer 135.000 kantjes. Deze cijfers toonen aan, dat niet slechts in dit jaar het aantal reizen, vooral verhoudingsgewij ze, ver beneden dat der beide vorige jaren staat, maar dat bovendien gemiddeld per reis door de schepen zeer veel minder haring is aangebracht; thans per reis gemiddeld 179 kantjes, verleden jaar 355 kantjes, in 1923 346 kantjes. Dit jaar dus nauwelijks de helft per reis van de beide vorige jaren, en minder reizen, zoodat tot heden de haringvisscherij in de twee vorige jaren veel meer dan tweemaal zoo productief is ge weest als thans. Hier staan weliswaar thans veel hoogere prij zen tegenover, waardoor betrekkelijk nog hooge besommingen bereikt worden door de schepc-n, welke binnenkomen, hetgeen zoowel voor den reeder als voor de zeevisschers van belang is, maar die hoogere prijzen kunnen toch den achter stand lang niet goed maken. De algemeene toestand is dan ook slecht; de haringvisscherij in de Noord- de diepzee be- nooi'den Schotland, bij Shetland moet als mis lukt worden beschouwd. Thans trekken de schepen naar het zuiden, waar langzamerhand de zandvisscherij op en om Doggerbank moet aanvangen. Enkele booten vischten reeds op ongeveer 55( N.B., ter hoogte van Shields, en wisten daar een lading haring te bemachtigen, echter van min dere kwaliteit en dus ook een lageren prijs op brengend, Het is trouwens tot heden een verschijnsel van algemeene aard geweest, dat de kwaliteit van het product veel Le wenschen overliet; ook in dit opzicht is er een scherp contrast met verle'clen jaar. De hoop is nu intusschen gevestigd op de a.s, zandharingvisscherij, maar groot is de moed daarop toch niet; inds 1920 toch heeft de Dog- gersbanlc, vroeger de allervoornaamste vang- plaats van onze haring en in genoemd jaar ook nog een rijke vangst opleverend, zoo goed al: niet gegeven. Het schijnt dat de haringvisscherij daar onher stelbaar geschaad, zoo niet voor goed vernietigd is of wordt, door de stoomtreilers van verschil lende, maar vooral Duitsehe nationaliteit, en de snurrevaaders, de scheepjes waarmee de Deen sche wijze van visscherij beoefend wordt. In elk geval wordt het de visscherij met het drijfnet de haringvisscherij daar meer en meer onmogelijk gemaakt door het alles vernie lend optreden der stoomtreilers en de ankering der snurrevaaders. Beide zijn verboden bij de Noordzeeconventie, welke de drijfnetvisscherij beschermt en deze hinder en overlast kan dus belet worden, maar het politietoezicht ter visscherij op de Noordzee wordt door de verschillende onderteekenaars van de Noordzeeconventie onvoldoende en slap uitgeoefend. Onze vereeniging van haringreeders heeft thans aan de Nederlandsche regeering om streng toezicht ter Doggersbankharingvisscherij verzocht, maar op dit verzoek is ten antwoord gekregen, dat het niet mogelijk is een grooter aantal politiekruisers in dienst te stellen, maar met de twee dienstdoende vaartuigen zal hel mogelijk worden gedaan. Hiervan zal echter wienig terecht komen; deze twee tot politiekruisers verbouwde stoomtreilers zijn flinke, zeewaardige schepen, maar voor een intens en permanent toezicht ter visscherij zijn ze ongeschikt, daar ze te dikwijls genoodzaakt zijn binnen te loopen voor verversching. Ook al zou dus Doggersbank door stoomtreilers en snurrevaaders nog niet doodgevischt zijn, dan nog zullen onze haringschepen daar niet rustig kunnen visschen. Zoo is reeds een groot deel van de hariiigteelt mislukt. Het is natuurlijk niet uitgesloten, dat alles nog goed terecht komt, door een ru vangst op Doggersbank, in de binnenzee (onder den Engelschen wal) en in het Kanaal, maar elke dag is er een, en wel zou die verandering dan reeds gauw moeten komen. Op het oogenblik heerscht er een diepe malaise in het haringbedrijf, welke malaise zich aan tal van bij de visscherij betrokken nevenbedrijveti meedeelt, en zich oólc duchtig doet gevoelen in de algemeene bedrijvigheid in de visscherijplaat- sen: Nog altijd toch hangt de welvaart in deze plaat' sen voor een overwegend deel af van de uitkom sten der haringvisscherij. De toestand der kustvisscherij. in Juni 1925. Naar de Afdeeling Visscherijen van het Depar tement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw ons mededeelt, werd de kustvisscherij in de twee de helft der maand belemmerd door stormachtig weder en in de Zuidhollandsche stroomen door daarmede gepaard gaande hooge ebbestanden. In den Dollart en de Lauwerzee werd de vis scherij drukker, in het Noordelijk deel der Zui derzee en de Zuidhollandsche stroomen en zee gaten daarentegen minder druk uitgeoefend dan verleden jaar Juni, De geldelijke uitkomsten der visscherij in de Zuiderzee waren thans beter, die van den Dol lart en de Lauwerzee en de Zuidhollandsche stroomen en zeegaten daarentegen slechter dan verleden jaar Juni. De hoeveelheid en opbrengst der aangevoerde visch bedroeg n.l. volgens voorloopige opgave respectievelijk in den Dollart en de Lauwerzee 142.599 K.G. en f 6.254.— (125.389 K.G, en f 7,599.in Juni van het vorige jaar), in de Zui derzee 4,110.684 K.G. en f 676.840,(2.386.216 K.G. en f 387.771,in Juni 1924), in de Zuidhol landsche stroomen en zeegaten 176.851 K.G. en f 33.437,(verleden jaar Juni 164,957 K.G, en f 34.238.Uit Zeeland werden verzonden 1.225.500 K.G. mosselen ter waarde van f 17,330; verzending van oesters bad deze maand niet plaats (verleden jaar Juni 487,000 st. oesters ter t waarde van f 27.100.en 1.071,100 kilogram mosselen ter waarde van f 13.940. De ansjovisvisscherij met den wonderkuil, de sleepnetten en de zegen was over het algemeen niet gunstig. Na 15 Juni werden de vangsten ge stadig minder en op het eind der maand beëin digden vele visschers deze visscherij. De teelt is zeer gunstig geweest. Circa 37,000 ankers ter waarde van ruim f 1.000.000.zijn boven water gebracht. De aalvangsten van aal-, kwak-, dwars- wonderkuil waren goed, die van de lijnen, peur en fuiken minder gunstig. De uitkomsten der botvisscherij met schutwant, staande- en sleepnetten waren, behoudens enkele uitzonde ringen, matig; die met botlijnen goed. De garna- lenvangsten in de kom der Zuiderzee waren be vredigend. In de Waddenzee werden geen mosselen van de perceelen gevischt; op de natuurlijke banken was de visscherij op consumptie-mosselen van zeer weinig beteekenis. De visscherij op mosse len voor eendenvoeder werd met gunstig resul taat uitgeoefend. Het visschen op mosselzaad door Zeeuwsche vaartuigen werd op ruime schaal uitgeoefend. De visscherij op kokhanen en alikruiken is van geen beteekenis meer, In de Lauwerzee waren de resultaten der gar- nalenvisscherij matig. In den Dollart worden nog slechts garnalen voor de drogerijen gevangen. De botvisscherij nam geleidelijk af. In de Zuidhollandsche stroomen leverde de kubben en korvenvisscherij, behalve indien met jonge spiering (z.g. pinkaf) geaasd kon worden, weinig op. Ook de vangsten met de aalfuiken, de aalreep, de botlijnen, het bot- en witvischschut- want waren niet bevredigend. Met de botfuiken werden goede vangsten gemaakt, eveneens met de ankerkuilen waarmede op het Hollandsch Diep op spiering werd gevischt. De opbrengst der spiering was echter gering, terwijl meermalen ge- heele zendingen, die door de warmte waren be dorven, werden afgekeurd. De garnalenvisscherij in de- Zuidhollandsche zeegaten leverde middelmatige vangsten op. Volgens een opgave van Consul-Generaal Mr. Lorentz te Pretoria werden in 1924 in de Unie van Zuid-Afrika ingevoerd uit Nederland 753.697 lbs. gedroogde of gepekelde visch ter waarde van 11.771 pond sterling. Alleen uit Groot-Brittannië was de invier meer, n.l, 2.210.816 lbs. ter waarde van f 53.571 pond ster ling, Aan kaviaar, zalm, kreeft, ansjovis en vischpastei werd uit Nederland ingevoerd 2.584 lbs. ter waarde van 116 pond sterling en aan inge maakte visch 148,984 lbs. ter waarde van 2.881 pond sterling. Versch of bevroren visch werd uit Nederland niet ingevoerd, wel een kleine hoe veelheid uit Noorwegen en Engeland. Veisen. Aangekomen 26 Aug.; The M- ness, st., Londen, om cellulose te Uden P - fabriek; Loszovsky, st., Archangel, pa'pj a|J" Vertrokken 26 Aug.: Fredensborg, st. den v. o. Begeleid door zijn vijftig dochter zal de heer W. Unitt zich een. bootje van slechts negen ton Plymouth (Engeland) naar Nieuw-z land begeven. De reis die over Lk bon, de Ganarisclie eilanden, Freeto (Sierra Leone), Sint Helena, het eils Ascension en Kaapstad zal gaaü vier maanden in beslag nemen, dochter van den heer Unitt is pafc ster en kan, naar haai' vader verzet! de kleine boot even goed besturen hijzelf. In Nieuw-Zeeland zullen zij] vrouw Unitt en een hunner zoons o: moetten. De familie koestert het vo nemen, zich metterwoon in Nieuw.# land te vestigen. SCHEEPVAART. De Belgische belangen ter zee. Minister Anseele heeft op het congres voor Zeevaart en Visscherij te Ostende verklaard, dat hij de politiek van den Hoogen Zeevaartraad zal voorstaan, welke beoogt, op nader te bepalen wijze de Belgische koopvaardijvloot te steunen. Hij drong er op aan, het vervoer met Belgische schepen te bevorderen en zich tijdelijk kleine opofferingen te getroosten om de concurrentie van buitenlandsche schepen te overwinnen. Het congres klaagde over het tekort aan zee officieren, wier aantal sedert den wapenstilstand zeer is afgenomen. Het aantal aspiranten blijkt echter thans toe te nemen. In de visscherij-afdeeling van het congres werd voorgesteld, op de lichtschepen meteorologische waarnemingsposten in te richten, die draadloos in verbinding zouden staan met het observatori um te Ukkel. Uit de rapporten blijkt, dat de in den Congo op het Mweroe-meer genomen proeven van vis scherij uitstekende resultaten hebben opgeleverd. Er zullen pogingen worden gedaan om het visch- verbruik in den Congo te bevorderen. De vis scherij in de Congo-monding heelt evenwel geen goede resultaten opgeleverd. Uit Ostende worden groote hoeveelheden gerookte haring in den Congo ingevoerd. Daarom werd op het congres in overweg'ng gegeven, pogingen te doen om de groote haring visscherij in België in te voeren, Op het Zeevaart- en Visscherijcongres te Os tende, werd behalve de vraagstukken van verze kering tegen arbeidsongevallen en de bescher ming van zeelieden, ook de kwestie behandeld van het gebruik van palmolie als stookolie voor de scheepvaart in den Congo, Uit onderzoekin gen en proeven van den geneesheer Moreaux, burgemeester van Ostende, blijkt, dat ter plaatse zelf in de verschillende streken van den Congo, stookolie, smeerolie en vaseline voor scheeps motoren kan worden getrokken uit de aldaar ge wonnen palmolie, die een rendement geeft van 60—80 Door den afgevaardigde der stokers en matro zen werd de instelling gevraagd van een dienst voor toezicht op voedsel en logement der matro zen. Onder de op de laatste vergadering aangeno men conclusies noemen wij de volgende: Bij de visch, die aan het leger wordt geleverd, dient een attest te gaan, waarbij de Belgische oorsprong wordt gewaarborgd. De spoortarieven voor vischvervoer dienen ver laagd te worden. Bij nadering van een onweer dienen door de kustwachten, lichtschepen en staatspakketboo- ten licht- of noodfluitsignalen te worden gege ven. De toestand der visschers in Zuid-West-VIaan- deren dient verbeterd te worden, om verdere emigratie naar Nederland te voorkomen. De militaire diensttijd moet voor visschers op 6 maanden worden gebracht. Tuindorpen voor visschers moeten worden ge bouwd. Langs de kust moeten zoo spoedig mogelijk de nog talrijke wrakken worden weggeruimd. Alvorens het congres te sluiten, gaf minister Anseele den vertegenwoordigers van reederijen, visschers en matrozen den raad, een organisatie te stichten, die op de uitvoering van deze conclu sies door de openbare machten zou moeten letten. Tel. Op het, zooals gemeld, te Ostende gehouden congres voor zeevaart en vischvangst, werd be sloten, regeeringsbemiddeling te verzoeken, om aan de vervuiling der Belgische kustwateren paal en perk te stellen. Gevraagd zal o.a. worden, aan de stoombooten onmiddellijk te verbieden, de af val van stookolie bij de monding der Schelde te loozen. Bovendien zal worden aangedrongen op het steunen van een Amerikaansch voorstel tot het verbieden van loozing van stookolie in de kust wateren in afwachting eener internationale rege ling. U® UIT DE GEMEENTE. VOOR DEN RAAD. Verhuring huis en grond. B, en W, stellen den raad voor de o-'-, aangekochte woning Trompstraat 107 te f; oord met ingang van 10 Augustus jj. te verf0 aan het raadslid C, P. G. Maas aldaar, voor huurprijs van f 5 per week, onder naderi hen te stellen voorwaarden. Voorts om aan B, Verhoef te Velsen ot! hands te verhuren een perceel gemeenW gtoot 600 M2, gelegen aan den Stationsweg gen een huurprijs van f 10 per jaar, !j Watervoorzieuiug. Naar aanleiding van een voorstel van mi ren Roelse c.s., om van gemeentewege nij bewoonbaarverklaarde woningen met onvtj de watervoorziening, welke nog niet ij worden ontruimd, een standpijp der wateijj te doen aanbrengen en de bewoners dien, gen daaruit kosteloos te voorzien van water gen B, en W. dat voor dit doel alleen in as» king komen een aantal woningen in de straat te Velseroord. B. en W. kunnen zich met het yj geheel vereenigen en stellen voor hen te e gen een standpijp aan te brengen en de: ners tweemaal daags daaruit kosteloos wil verstrekken. Onbewoonbaar verklaarde wonty B. en W. schrijven aan den raad, dat 1 hun voornemen ligt de 295 woningen, vo« bouw waarvan rijksvoorschotten werden kend, in de eerste plaats te doen strekket ontruiming van onbewoonbaar verklaard» ningen, pakhuizen e.d. Zoolang eerstal woningen echter niet gereed zijn, laten ii» standigheden, naar het oordeel van B, en toe, dat tot ontruiming wordt overgegaan B. en W. stellen daarom voor den lera^ ontruiming van 37 woningen in verschillende len der gemeente nogmaals met zes maan»* verlengen. Schriftelijke vragen van leden den giexneieikteraad op grond' van a kei 17 van het reglement van orde De heer K. H. Tusenius heeft de volgende gen gesteld: „Is het U bekend dat de eenige luegaij naar IJmuiden in een meer dan verwaarii toestand verkeert? Is het U bekend dat aan beide zijden yaa belangrijken verkeersweg gedeelten zijn ji veerd voor rijwielpad en voor voetgangtt wijl toch uitwijken van voertuigen op des niet anders mogelijk is dan door gebrul van deze gereserveerde gedeelten? Is het U bekend dat rij- en voertuigen, a op deze gereserveerde gedeelten aangelat; groote gedeelten hier niet meer af kunnts door den slechten toestand van dezen wij Zijn B. en W. bereid mede te deelen oil kort voorstellen verwacht kunnen worl algeheele verbetering van dezen eenig gangsweg tot IJmuiden? Is het aan B. en W. bekend dat er in di le gemeente Velsen aan verkeersregeling niets gedaan wordt? Is het aan B, en W, bekend dat de toefi den overweg van het stationsplein B vischhallen een aaneenschakeling is vao en gaten? Zijn B. en W, bereid ook hieraan hun n te schenken en herstelling te doen plaa! ben?" Hierop wordt door burgemeester en i ders het volgende geantwoord: De IJmuiderstraatweg is, voor slechts tijd, terug, door de gemeente van het beheer en onderhoud overgenomen, De a heid, om in het tijdsbestek sedert die oi de gebreken te ondervangen moet dan a gesloten worden geacht. Dit jaar zullen nog enkele slechte gedeelten worden fl Wij vestigen er voorts de aandacht flj IJmuiderstraatweg in de naaste toekomst,' trekking van den Wijk-aan-Zeeërweg en< nemerlaan, zeer belangrijk van het ven worden ontlast en dus niet meer de_ hoofdverkeersweg met IJmuiden zal 3 dient bij het verbeteren van dezen wi gelet te worden, opdat geen onnoodige a worden gedaan. De bestrating van den toegang tot w weg van het Stationsplein naar de Vist vertoont wel eenige kuilen, doch geen onderhoud berust bij de H.IJ.S.M, ei aan wie verzocht is de noodige verbeten! doen aanbrengen. Kamer van Koophandel en tit voor Haarlem en Omstel" Duitsch Douanetarief. Het gewijzigde Duitsehe douanetan® dit onlangs door de Duitsehe ""W woordiging is aangenomen, zal op 1 Del' in werking treden. Echter zullen van kracht worden: op 1 September a.s, de invoerrecb granen, mout, vee, versch vleescDi. ten van meelfabrieken en suiker; op 16 October a.s. deinvoert wjjn, aangezien op dat tijdstip M Spaansche handelsverdrag l>u"e treedt. Ook de invoerrechten opgenomen öbJij 869b voor ijzerlegeeringen (Fefromang*j^ chrom, enz.) zullen voorloopig wü j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1925 | | pagina 2