ORGAAN VOOR DE Gl teen Verschijnt Woensdags Zaterdags Geschikt voor alle - Bouwdoeleinden - Steenfabriek H. Butzer, Hoogovens IJ mui den. No. 102 Zaterdag 24 October 1925 10e Jaargang IJMUIDER COURANT Aboooementaprijs; f 1,per 3 maanden, franco per post f 1.35. Abonnemen ten worden «aangenomen aan het bureau en bij de Agenten. Advertentiën 2 maal achtereenvolgend opgegeven op het gewone tarief, gorden kosteloos nog een derde keer opgenomen in het eerstvolgend Woensdagnummer. Advertenliën voor de Adreslijst 6 plaatsingen van dezelfde tekst (onveran derd) f 4.13 plaatsingen (dus 3 maanden achtereen) f 8. Advertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot 9 uur v.m. en VRIJDAGS tot 4 uur n.m. Tot plaitsen van"advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad ii uitsluitend gerechtigd het Advertentie-bureau P. F. C. Roelse, IJmuiden. Uitgave van de N.V. UITGEVERS-MIJ. „IJMUIDEN" Adres voor Redactie en AdminlstraUe N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL WILLEMSPLEIN II TELEFOON 153 IJMUIDEN Ingezonden mededeelingen 40 ets. per regel Advertenties van 1 tot en met 5 regels f 1.iedere regel meer 20 ets. Compact gezette adverten ties van 1 t. en m. 5 regels f 1.25, iedere regel meer 25 ets. Kleine advertenties en familieberichten zoomede vereenigings-advertenties uit de gemeente, uitsluitend bij vooruitbetaling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75, iedere regel meer 15 ets. Bij niet contante betaling worden de gewone prijzen berekend. Advertenties „adres bureau van dit blad" 10 ets. extra; voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets. in rekening gebracht. Bovenstaande regelprijzen worden met 5 cent verhoogd' voor advertenties van buiten de gemeente Velsen. BURGERLIJKE STAND. Huwelijksaangiften. De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Velsen brengt ter kennis van belang hebbenden, dat het noodig is, dat bij de huwe lijksaangifte de stukken worden overgelegd, die TOor het huwelijk vereischt worden, teneinde onjuistheden of teleurstellingen ten aanzien van tje huwelijksafkondiging of huwelijksvoltrekking te voorkomen. Inlichtingen betreffende de vereisebte stukken kunnen verkregen worden aan de afdeeling Bur gerlijke Stand op eiken werkdag tusschen 9 uur v.m. en 1 uur n.m. De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand voornoemd, SUWERINK. VAN DEN WACHTTOREN. De Doode Zee tot leven gebracht Een van de somberste en eenzaamste plekken der wereld is de Doode Zee met omgeving. Volgens den Bijbel zou den daar eens -bloeiende steden zijn geweest maar een goddelijk strafge richt zou alles -verwoest hebben. Aard bevingen en vulcanische uitbarstingen hebben deze streek onbewoonbaar ge maakt. Het buitengewoon zoutrijke wa ter bevat geen visschen. De oevers zijn kaal en ledig. Er groeit geen boom, er zingt geen vogeltje; er groeit niets dan wat dor en spichtig riet. Er heerscht' gewoonlijk een- felle hitte; het is er on geschikt voor -den mensc'h, om te wer ken- en te -wonen. De Doode Zee heet de laagste plek -der aarde en- ligt bijna 400 W. onder den zeespiegel.. Men kan er in anderhalf uur per auto vanuit Jeruza lem komen en toeristen bezoeken dan ook vaak dit oord, waaruit het leven gevlucht schijnt te zijn en den dood de eenige macht te wezen. Maar dit gaat anders worden. De Doode Zee -en omstreken zijn rijk aan mineralen, in bijzonder kalizouten. Ge leerd-en zijn bezig geweest met een on derzoek. Men zal er tgebouwen oprich ten, spoorlijnen moeten worden aange legd, woningen voor vele arbeiders ge bouwd. Er valt veel geld te verdienen, want voor het landbouwend Palestina is kali van groote waarde. Ook Egypte en Syrië zullen gaarne kali willen koo- pen. Wij krijgen 'djus binnenkort de Maatschappij tot exploitatie van de Doode Zee. Het zal niet makkelijk gaan werkkrachten te krijgen, die de ontzet tende hitte zullen kunnen- verduren. Maar waar rijke winst te maken valt, worden ook de grootste bezwaren over wonnen. Een concessie is nog niet ver leend. Maar nu de eerste onderzoekin gen gunstig zijn geweest, zal het spoe dig aan leven ep bedrijvigheid bij de Doode Zee niet ontbreken. Verbranding of bemesting. Waar laat m-en al het vuil, dat de steden opleveren? Iedere Nederlander geeft per jaar ongeveer 0.6 kub. m. vuil. Dat is een aardig mesthoopje; de neus alleen zou er niet veel aardigheid in hebben! Het stadsvuil werd vroeger ter bemesting naar het land gebracht. Maar -de kunstmeststoffen hebben de vraag naar compost verminderd. Al meer is in de groote steden tot vuilver branding overgegaan. In enorme hitte wordt dan 'het vuil verbrand. De sintels en slakken, die overblijven, kunnen ge bruikt worden voor de wegen. De fa briek voor vuilverbranding kan tevens electriciteit opwekken. De warmte gaat niet verloren maar doet tweemaal dienst. Vuil moest zoo spoedig mogelijk en volkomen verdwijnen; de vuilver branding werkt ook hygiënisch. Dat alles is prachtig mooi in theorie, maar de praktijk is niet meegevallen. Het voornaamste bezwaar tegen de vuilver branding is wel het finantieele. D© verbranding per ton kost in Am sterdam f 4.40; het bedrijf levert jaar lijks een tekort, dat naar het millioen loopt. Toen den Haag het vorige jaar eraan dacht de vuilverbranding te gaan invoeren, wat twee millioen moest kos ten, heeft de regeering gevraagd, de zaak aan te houden en eerst nog eens goed te onderzoeken. De oude methode, oin het vuil tot mest te verwerken, heeft groote voor- deelen en schijnt het van de vuilvcr- bianding te zullen winnen .Do gemeen- e Hilversum heeft er succes mee. Hoo- zandgronden buiten deze stad zijn met vuil bemest, de grond is diep om" geploegd en droeg een goeden oogst van die mw J61"' Antwe,'Pen maakt op tl Kempensche heidegronden vruchtbaar. De kosten der vuilverwij- denng, door het als mest te vervoeren komt Hilversum op 70 ct. per ton aam merkelijk goedkooper dus dan de vuil verbranding. Bovendien wordt de ont ginning erdoor bevorderd. Er ligt noe deHnd i? 00000 H A" woestNe® deland. Het is beter, dat wij het vuil aan armen grond dan aan het vuur PHjSgeven. i„ elk geval verdient de zaak nauwkeurige bestudeering en voortgezette proefneming. "f kan. dat vuilverbranding raadzaam is voor steden, in wier buuit. geen geschikte grond is voor ontgin ning, terwijl elders het vuil boter voor bemesting wordt aangewend, mi™ f?at, hier 0111 zeer gi'ootc som men, het plan, om van vuil via den bo- keif mtw bl'00d en suiker ma- Ken, trekt meer aan, dan het vuil te vermengen, waarbij niets anders over- blijft dan met al te best materiaal voor het aanlegden en herstellen van wegen. Eenige jaren geleden heette vuilver branding het beste, thans denken velen Z?ZnZSTCt vraagstuk, waarom liet gaat, heet bij de deskundigen: de economische vuilverwijdering. Het beestje moet toch een naam hebben, maar met ieder zal dadelijk begrijpen wat hiermee bedoeld wordt. Centrale verwarming en warmte-centrale. Bij centrale verwarming wordt eon gebouw verwarmd door buizen met heet water of stoom met 'n gewoonlijk m een kelder gebouwden oven, om de warmte op te wekken. Men heeft dan ais het ware een groote kachel, die naai warmte door het geheele gebouw verspreidt. Dit is eoliter het allernieuw ste niet meer. Misschien zal het althans in de groote steden over eenige jaren even ouderwetsch zijn, er een eigen cen trale verwarming op na te houden, als nu om m iedere kamer een ouderwetsch turfkacheltje te stoken. Het allernieuwste is de warmte-cen trale, die men het best bij waterleiding gas enz. kan vergelijken. Uit een cen trum, een warmtefabriek krijgt een heele straat, een wijk, straks wellicht een heele stad de noodige warmte We zien hier weer de ontwikkeling 'van klein naar grootbedrijf. Vooral in Ame rika vindt de warmte-centrale veel toepassing, ook is er een begin mee ge maakt in Duitschland en in ons land. De vorirdeelen zijn besparing van work men kan makkelijker één zeer groote dan honderd kleine ovens stoken. Ook besparing van geld: een oven van groo- ten omvang kost minder dan vele klei nen. Men heeft minder schoorsteenen en de lucht wordt minder door roet en rook verontreinigd. Men zal in Londen in plaats van een buine ook een witte mist leeren kennen, Hoe minder ovens des te minder brandgevaar. De centrale verwarming is veiliger dan het stoken van eenige kachels; het minste gevaar heeft men met een groote warmte-cen trale. Maar al is dit alles nog zoo waar, in Duitschland althans zijn de finantieele uitkomsten der warmtefa-brieken niet bijzonder goed. Men zoekt er nog iets anders. Wij zijn 'buitengewoon verkwis tend met de warmte, die we kunstma tig verwekken. Het ergst is dat wel met de kachels het geval. We laten het grootste deel der warmte door de schoorsteen vliegen. Vooral met inge bouwde haarden is dat 't geval. Maar hoeveel -warmte gaat ongebruikt verlo ren bij iedere fabriek! Daarom wil men in Duitschland met de groote fabrieken als nevenbedijf een warmte-eentrale doen samengaan. In Hamburg heeft men ér reeds met succes een proef mee genomen, Fabriekswoningen voor het WITTE KRUIS. Iedere Woensdagmiddag van half drie tot drie aan achterstallige huren en pachten weid betaald. De bate uit de exploitatie van de drijvende f 48.940.35 in 1923 tot leaere w oensaagmiuuag van nan une 101 urie f uur stelt de Vereeniging het Witte Kruis, in de Va"i i n V, 1 Chr. Nat. School te Velseroord moeders gratis in J 65.810.72 in het vers ag,aar. Deze belangrijke J?, i stijging was voor een deel le danken aan de groo- e 0 a n tere drukte in het dokbedriji in veiband met de de gelegenheid om hun zuigelingen, voedingsstoornissen lijden, te laten onderzoeken door den Consulent, Dr. Hanneman. Voor kraamverzorging, welke ook door boven genoemde Vereeniging wordt uitgeoefend, wende men zich tot het bestuurslid der Vereeniging, Mevrouw Dijkstra, Trompstraat 77 te Velseroord. Tarief naar draagkracht f 5f 15. personeel worden vaak al van warmte en electriciteit voorzien uit het bedijf zelf. Waarom zal men de warmte dc lucht in laten gaan, die men zoo mak kelijk en goedkoop van dichtbij kan verkrijgen De warmte-centrale zal het leven der huisvrouwen makkelijker maken. In New-York wordt langs dien weg ook de keuken van de noodige warmte voorzien. Ook kan men langs dien weg altijd over heet water beschikken. Het wordt almeer een tafcltje-dekt-u met al deze nieuwe uitvindingen. Trouwens al wordt aan de huisvrouw wat werk afgenomen 'en krijgt zij het wat mak kelijker, in een Luilekkerland zal ze nog niet komen. Er blijft werk genoeg over, wat ook gelukkig is. STAATSVISSCHERSHAVEN- BEDRIJF. Aan het uitvoerig en belangrijk jaarverslag om trent de Visscherchaven en de Visscherij te IJmuiden over het jaar 1924 ontlecnen wij het onderstaande. PRIMA Algemeene exploitatie. De toestand van het havenbedrijf vertoonde in het vorige jaar, waarin het vijf en twintigjarig bestaan van het bedrijf werd herdacht, eene aan merkelijke verbetering. Wel waren ook over het verslagjaar de uitga ven nog aanzienlijk hooger, dan de inkomsten, doch het verlies op de exploitatie bleef belang rijk beneden dat, over het vorige jaar geleden. Het bedroeg thans f 201.450.86 tegen f 288.629.36" in 1923 en was dus ruim f 87000 lager. De vermindering van het verlies was in hoofd zaak te danken aan de stijging van de voor naamste bate van het bedrijf, n.l. de retributie voor den verkoop van de visch. De opbrengst van deze retributie bedroeg"" in het verslagjaar f 268.220.46 tegen f 216.759.01 in 1923 en ging dus met ruim f 51000 vooruit. De vermeerdering van den omzet in de visch- hallen was voor het grootste deel het gevolg van den toegenomen aanvoer, zoowel van treil-, als van drijfnetvisch, doch mede van de geleidelijke stijging der vischprijzen. In tegenstelling met het vorige jaar, toen we gens de duurte der kolen en de ongunstige uit komsten van het bedrijf in verband daarmede, een groot gedeelte van de stoomtreilervloot in den zomer moest worden opgelegd, kon het be drijf in het verslagjaar over het algemeen regel matig worden uitgeoefend. Door de belangrijke daling der kolenprijzen, het verminderd bezoek van Duitsche stoomtreilers en de stijging van de vischprijzen verbeterden n.l. de omstandigheden voor de stoomtreilvisscherij dermate, dat de hier thuisbehoorende stoomtreilervloot meestal geregeld in de vaart kon worden gehouden en op deze markt de vangsten kon aanvoeren. Alleen in December werd de uitoefening van het bedrijf ernstig belemmerd. Door de in het be gin dier maand uitgebroken staking van de be manningen der stoomtreilers zagen de reeders zich genoodzaakt de vloot geleidelijk nagenoeg geheel op te leggen. Tengevolge van de vermin derde aanvoeren leed ook het havenbedrijf be langrijk nadeel van die staking. In verband met de algemeene opleving van den haringhandel nam de aanvoer van haring even eens sterk toe. Waar bovendien de haringprijzen in het verslagjaar in den regel hooger waren, dan in 1923, steeg ook het omzetcijfer van den ha ringverkoop en daarmede de retributie voor dien verkoop zeer belangrijk. De bate uit de exploiotatie van de waterleiding was aanmerkelijk hooger, dan in het vorige jaar, n.l. f 45.751.87 tegen f 38,712.35, De drukkere vaart van de stoomtreilers, in verband met de opleving van het visscherijbedrijf, had tot gevolg, dat de levering van water voor de ketelvulling sterk toenam. Dientengevolge steeg ook de op brengst van den verkoop van water aanzienlijk. De bate uit de exploitatie van het electrisch net, wegens den verkoop van stroom, bedroeg in het verslagjaar f 82.453.48 tegen f 98.75-1.77 in 1923. Deze vermindering was voornamelijk het gevolg van de verlaging van den stroomprijs, in verband met de daling der kolenprijzen. Op de resultaten van de exploitatie van het electrisch bedrijf had de achteruitgang van de ontvangsten derhalve weinig invloed. De bate uit de exploitatie van terreinen en duingronden, wegens uitgifte in huur en erfpacht, was eenigszins hooger, dan in hef vorige jaar, n.l. f 74.368.36 tegen f 65.313.05. Deze vooruitgang is echter niet toe te schrijven aan eene toegeno men uitgifte van gronden in erfpacht of huur, doch alleen aan de toevallige omstandigheid, dat in den loop van het verslagjaar een groot bedrag uitbreiding van de visscherij, voor een ander deel aan_de omstandigheid, dat de dokken in het ver slagjaar geregeld in gebruik waren, terwijl in het vorige jaar dok I langdurig buiten dienst moest worden gesteld tot het ondergaan van herstellin- n. Ook de baten uit de exploitatie der electrische kraan en het gebruik van havensporen waren hooger, dan in het vorige jaar. De verbetering van den toestand van de visscherij en den vischhan- del werkte uiteraard gunstig op deze baten. Tegenover de stijging van de inkomsten van het havenbedrijf stond eene daling van de kosten van exploitatie, onderhoud, interest en afschrij ving. Deze kosten bedroegen thans in totaal f 827.007.49 tegen f 847.357.71 in 1923 en vermin derden dus met ruim f 20.000. De exploitatierekeningen van vischhallen, wa terleiding, electrisch net, terreinen en duingron den en electrische kraan gaven allen winstcijfers. Daarentegen viel op de rekening van het dok- bedrijf nog een verlies te boeken, dat echter in vergelijking met het in het vorige jaar geleden verlies gering was. Hel bedroeg thans n.l. f 3.062.68 tegen f 21.554.62 in 1923, toen het bij zonder groot was, als gevolg van de langdurige stagnatie in het dokken door de buitendienststel ling van dok I voor het ondergaan van herstel lingen. Ofschoon in het verslagjaar een aanmer kelijk drukker gebruik werd gemaakt van de dokken, dan in het vorige jaar, was het nog niet van dien omvang, als bij eene normale uitoefe ning van de visscherij verwacht mag worden Er bestaat daarom uitzicht", dat de inkomsten nog zullen stijgen en het bedrijf zich dan zal kunnen bedruipen. De vergoeding voor het gebruik der haven- sporen dekte nog niet geheel de kosten van in terest, waarmede deze rekening belast wordt, of schoon het nadeelig verschil geringer was, dan het vorige jaar. Het bedroeg thans f 2 521.60 te gen f 4540.01 in 1923. Ook bij dit onderdeel van liet havenbedrijf zijn alleen bij een volledig her stel van den toestand voor handel en visscherij betere resultaten te verwachten. De koelinrichting werd in het verslagjaar nog niet gebruikt, zoodat tegenover de lasten op de rekening van deze inrichting geene balen konden worden geboekt. Het nadeelig saldo van de rekening der eigen lijke haven, welke geene inkomsten heeft en waarop dus steeds verlies geleden wordt, bedroeg in het 'verslagjaar f 282,285.67 tegen f 314.108.56 in 1923. Een groot deel dezer kosten komt ten laste van interest eri afschrijving der havenwerken in en- geren zin, dus ook van de wateroppervlakte, waaraan de havenbedrijven zijn gelegen, zoodat deze kosten, strikt genomen, niet tot de exploita tiekosten van het bedrijf kunnen worden gere kend. Haven Het aantal binnengekomen schepen was in het erslagjaar belangrijk hooger, dan in 1923. Deze vooruitgang was voornamelijk te danken an de sterke vermeerdering van het aantal bin nengekomen kustvisschersvaartuigen, waarvan het verkeer uiteraard van weinig belang is voor het havenbedrijf. Als een gunstig teeken voor den toestand van de visscherij in het verslagjaar mag echter wor den aangemerkt, dat ook het verkeer van de groo te! e vaartuigen is toegenomen. Dit wijst op een herleving van verschillende takken van vissche rij na de ernstige crisis, welke het bedrijf heeft doorgemaakt en welke blijkbaar in 1923 haar diepste punt bereikt heeft. In het geheel kwamen in het verslagjaar 1298 vaartuigen meer binnen, dan in 1923, terwijl de bruto inhoud met 64.723 M3 vooruitging. Het totale aantal der binnengekomen stoom- _.i motorvaartuigen bedroeg in het verslagjaar 6410 tegen 5687 in 1923 en was dus 723 grooter. Deze vooruitgang was het gevolg van het toege nomen verkeer van stoomtreilers, stoom- of mo- torloggers en stoom- of motorvrachtvaartuigen. Het verkeer der overige soorten van mechanisch voortbewogen schepen was daarentegen eenigs zins achteruitgegaan. De totale bruto inhoud van de binnengekomen stoom- en motorvaartuigen bedroeg 2.505.273 Ms tegen 2.359.641 M3 in 1923 i vermeerderde dus met 145.632 M3. Het aantal binnengekomen stoomtreilers be droeg in het verslagjaar 3984 tegen 3641 in 1923. Deze vooruitgang was in de eerste plaats het gevolg van eene drukkere vaart op deze haven Direct leverbaar in groote en kleine partijen Forsclie, lichte en spijlcerbare Steen OOEDE VASTHEID CONCURREERENDE PRIJZEN Vertegenwoordiger voor Kennemerland J« v. Tiggelen, Trompstraat, Velseroord van de hier thuisbehoorende stoomtreilers, wat uiteraard als een gunstige omstandigheid voor de visscherij en voor het havenbedrijf alhier moet worden aangemerkt. Waren in het voorgaande jaar de reeders nog genoodzaakt een deel hunner schepen op Engel- sche markten te laten varen en in de zomermaan den een groot aantal vaartuigen op te leggen, om dat de markt alhier geene ruime aanvoeren kon verdragen, in het verslagjaar was de toestand der mate verbeterd, dat nagenoeg de geheele stoom treilervloot geregeld in de vaart kon worden ge houden en dat alle schepen hier konden markten, zonder de vischprijzen te veel te drukken. Hierbij kwam nog, dat de kolenprijzen in den loop van het jaar aanmerkelijk daalden, zoodat de exploi tatiekosten belangrijk verminderden en dus bij eenigszins lagere besommingen toch loonende re sultaten te bereiken vielen. De opleving van de stoomtreilvisscherij ging gepaard met eene ver mindering van het aantal buitenlandsche stoom treilers, dat deze markt bezocht. Ook hierin lag uiteraard een groot voordeel voor het visscherij bedrijf alhier. De in de voorgaande jaren zoo zware concurrentie van de Duitsche stoomtreilers kwam in het verslagjaar bijna geheel tot stilstand, aangezien bij het herstel van den economischen toestand in Duitschland ook de visscherij en dc 1 vischhandel daar te lande tot herleving kwamen verband daarmede de Duitsche schepen we der toonenden afzet voor hun vangsten op eigen markten vonden, zoodat geen aatafeiding meer be stond tot de drukke vaart op deze haven, als in de laatste jaren gebruikelijk was. Uit de cijfers van het verkeer der drijfnelvis- schers blijkt duidelijk, dat ook de toestaand voor de haringvisscherij aanmerkelijk vooruitging. Het aantal binnengekomen stoomloggers steeg van 256 in 1923 tot 479 in het verslagjaar. De vraag naar versche haring, zoowel voor het bin nenland als voor den export, was in het najaar, vergeleken bij vorige seizoenen, zeer toegenomen, In tegenstelling met de laatste jaren kon de han del daardoor ook bij ruime aanvoeren hooge prij zen besteden, waardoor het bezoek van Britsche haringdrifters zeer werd aangemoedigd. Niette genstaande ook op de Engelsche markten hooge prijzen te bedingen waren, werd de markt alhier dan ook veel drukker door Britsche drifters be zocht, dan het jaar te voren. Ook het aantal binnengekomen zeil- en motor- loggers vertoont een belangrijke toename. Hierbij valt op te merken, dat de drukkere vaart van de haringloggers op deze haven voor een groot deel een gevolg is van de intrekking, in den loop van het verslagjaar, der vergunning aan de Katwijksche vloot, om ligplaats in te nemen in het Noordzee-kanaal, zooals sinds jaren gebrui kelijk was. De betrokken reeders waren hierdoor genoodzaakt, om voor het havenen van hunne schepen voortaan van de visschershaven gebruik te maken, wat uiteraard aanleiding gaf tot een aanmerkelijk drukker verkeer van haringloggers, in deze haven. Verreweg het grootste gedeelte der vangsten van deze schepen werd echter naar de markt te Katwijk verzonden, zoodat het ha venbedrijf weinig voordeel uit het drukkere ver keer der haringvloot trok. In totaal kwamen thans 467 zeil- en 59 motor- loggers binnen, tegen resp. 157 en 28 in 1923. Het aantal binnengekomen kolenschepen ver meerderde van 303 in het vorige tot 513 in het afgeloopen jaar. Deze vermeerdering was het ge volg van de toegenomen vraag naar kolen wegens de belangrijke uitbreiding der stoomtreilvisscherij. De totale hoeveelheid, welke in het verslagjaar in deze haven werd aangevoerd, bedr. 207.228,000 K.G. tegen 142.027.000 K.G. in 1923. De aanvoer van Duitsche kolen steeg zeer aan zienlijk en kwam bijna weder op het peil van vóór den oorlog. De aangevoerde hoeveelheid Limburgsche, Duitsche en Belgische kolen, waar van de Duitsche verreweg het voornaamste deel uitmaakten, steeg van 35.259.000 K.G. tot 142.443,000 K.G. In verband met deze stijging verminderde de aanvoer van Engelsche kolen van 106.768.000 K.G. tot 64.785.000 K.G. Nu ;n hel verslagjaar de aanvoer van Duitsche kolen veel ruimer werd, zoodat weder bijna geregeld aan dc vraag naar deze kolen kon worden voldaan, nam, zooals te verwachten was, het gebruik daarvan sterk toe. Over het algemeen voldoen de Duitsche kolen beter voor het stoomtreilbedrijf alhier, dan de Engelsche. In den loop van het jaar losten in het geheel zeeschepen, waarvan 1 Fransch, 1 Belgisch, 1 Ne- derlandsch en 4 Engelsche, ladingen Engelsche kolen in deze haven tegen 32 in het vorige jaar Sterkte der IJmuider vloot. De geheele op 31 December 1924 te IJmuidei thuis behoorende vloot bestond uit de navolgen de schepen: 109 stoomtreilers, 49 stoomloggers 4 raotorloggers, 45 zeilloggers en 20 kustvisschers tezamen 227 schepen met een bruto-inhoud vai 97.406 Kub. Meter. In den loop van het jaar vermeerderde het aan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1925 | | pagina 1