ORGAAN VOOR DE Gl
teen
Verschijnt Woensdags Zaterdags
Geschikt voor alle
- Bouwdoeleinden -
Steenfabriek
H. Butzer, Hoogovens
IJ mui den.
No. 102
Zaterdag 24 October 1925
10e Jaargang
IJMUIDER COURANT
Aboooementaprijs; f 1,per 3 maanden, franco per post f 1.35. Abonnemen
ten worden «aangenomen aan het bureau en bij de Agenten.
Advertentiën 2 maal achtereenvolgend opgegeven op het gewone tarief,
gorden kosteloos nog een derde keer opgenomen in het eerstvolgend
Woensdagnummer.
Advertenliën voor de Adreslijst 6 plaatsingen van dezelfde tekst (onveran
derd) f 4.13 plaatsingen (dus 3 maanden achtereen) f 8.
Advertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot 9 uur v.m. en
VRIJDAGS tot 4 uur n.m.
Tot plaitsen van"advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad
ii uitsluitend gerechtigd het Advertentie-bureau P. F. C. Roelse, IJmuiden.
Uitgave van de N.V. UITGEVERS-MIJ. „IJMUIDEN"
Adres voor Redactie en AdminlstraUe
N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL
WILLEMSPLEIN II TELEFOON 153 IJMUIDEN
Ingezonden mededeelingen 40 ets. per regel Advertenties van 1 tot en
met 5 regels f 1.iedere regel meer 20 ets. Compact gezette adverten
ties van 1 t. en m. 5 regels f 1.25, iedere regel meer 25 ets. Kleine
advertenties en familieberichten zoomede vereenigings-advertenties uit de
gemeente, uitsluitend bij vooruitbetaling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75,
iedere regel meer 15 ets. Bij niet contante betaling worden de gewone
prijzen berekend. Advertenties „adres bureau van dit blad" 10 ets. extra;
voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets. in
rekening gebracht. Bovenstaande regelprijzen worden met 5 cent
verhoogd' voor advertenties van buiten de gemeente Velsen.
BURGERLIJKE STAND.
Huwelijksaangiften.
De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der
gemeente Velsen brengt ter kennis van belang
hebbenden, dat het noodig is, dat bij de huwe
lijksaangifte de stukken worden overgelegd, die
TOor het huwelijk vereischt worden, teneinde
onjuistheden of teleurstellingen ten aanzien van
tje huwelijksafkondiging of huwelijksvoltrekking
te voorkomen.
Inlichtingen betreffende de vereisebte stukken
kunnen verkregen worden aan de afdeeling Bur
gerlijke Stand op eiken werkdag tusschen 9 uur
v.m. en 1 uur n.m.
De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand
voornoemd,
SUWERINK.
VAN DEN WACHTTOREN.
De Doode Zee tot leven gebracht
Een van de somberste en eenzaamste
plekken der wereld is de Doode Zee
met omgeving. Volgens den Bijbel zou
den daar eens -bloeiende steden zijn
geweest maar een goddelijk strafge
richt zou alles -verwoest hebben. Aard
bevingen en vulcanische uitbarstingen
hebben deze streek onbewoonbaar ge
maakt. Het buitengewoon zoutrijke wa
ter bevat geen visschen. De oevers zijn
kaal en ledig. Er groeit geen boom, er
zingt geen vogeltje; er groeit niets dan
wat dor en spichtig riet. Er heerscht'
gewoonlijk een- felle hitte; het is er on
geschikt voor -den mensc'h, om te wer
ken- en te -wonen. De Doode Zee heet de
laagste plek -der aarde en- ligt bijna 400
W. onder den zeespiegel.. Men kan er in
anderhalf uur per auto vanuit Jeruza
lem komen en toeristen bezoeken dan
ook vaak dit oord, waaruit het leven
gevlucht schijnt te zijn en den dood de
eenige macht te wezen.
Maar dit gaat anders worden. De
Doode Zee -en omstreken zijn rijk aan
mineralen, in bijzonder kalizouten. Ge
leerd-en zijn bezig geweest met een on
derzoek. Men zal er tgebouwen oprich
ten, spoorlijnen moeten worden aange
legd, woningen voor vele arbeiders ge
bouwd. Er valt veel geld te verdienen,
want voor het landbouwend Palestina
is kali van groote waarde. Ook Egypte
en Syrië zullen gaarne kali willen koo-
pen. Wij krijgen 'djus binnenkort de
Maatschappij tot exploitatie van de
Doode Zee. Het zal niet makkelijk gaan
werkkrachten te krijgen, die de ontzet
tende hitte zullen kunnen- verduren.
Maar waar rijke winst te maken valt,
worden ook de grootste bezwaren over
wonnen. Een concessie is nog niet ver
leend. Maar nu de eerste onderzoekin
gen gunstig zijn geweest, zal het spoe
dig aan leven ep bedrijvigheid bij de
Doode Zee niet ontbreken.
Verbranding of bemesting.
Waar laat m-en al het vuil, dat de
steden opleveren? Iedere Nederlander
geeft per jaar ongeveer 0.6 kub. m. vuil.
Dat is een aardig mesthoopje; de neus
alleen zou er niet veel aardigheid in
hebben! Het stadsvuil werd vroeger
ter bemesting naar het land gebracht.
Maar -de kunstmeststoffen hebben de
vraag naar compost verminderd. Al
meer is in de groote steden tot vuilver
branding overgegaan. In enorme hitte
wordt dan 'het vuil verbrand. De sintels
en slakken, die overblijven, kunnen ge
bruikt worden voor de wegen. De fa
briek voor vuilverbranding kan tevens
electriciteit opwekken. De warmte gaat
niet verloren maar doet tweemaal
dienst. Vuil moest zoo spoedig mogelijk
en volkomen verdwijnen; de vuilver
branding werkt ook hygiënisch. Dat
alles is prachtig mooi in theorie, maar
de praktijk is niet meegevallen. Het
voornaamste bezwaar tegen de vuilver
branding is wel het finantieele.
D© verbranding per ton kost in Am
sterdam f 4.40; het bedrijf levert jaar
lijks een tekort, dat naar het millioen
loopt. Toen den Haag het vorige jaar
eraan dacht de vuilverbranding te gaan
invoeren, wat twee millioen moest kos
ten, heeft de regeering gevraagd, de
zaak aan te houden en eerst nog eens
goed te onderzoeken.
De oude methode, oin het vuil tot
mest te verwerken, heeft groote voor-
deelen en schijnt het van de vuilvcr-
bianding te zullen winnen .Do gemeen-
e Hilversum heeft er succes mee. Hoo-
zandgronden buiten deze stad zijn
met vuil bemest, de grond is diep om"
geploegd en droeg een goeden oogst van
die mw J61"' Antwe,'Pen maakt op
tl Kempensche heidegronden
vruchtbaar. De kosten der vuilverwij-
denng, door het als mest te vervoeren
komt Hilversum op 70 ct. per ton aam
merkelijk goedkooper dus dan de vuil
verbranding. Bovendien wordt de ont
ginning erdoor bevorderd. Er ligt noe
deHnd i? 00000 H A" woestNe®
deland. Het is beter, dat wij het vuil
aan armen grond dan aan het vuur
PHjSgeven. i„ elk geval verdient de
zaak nauwkeurige bestudeering en
voortgezette proefneming.
"f kan. dat vuilverbranding
raadzaam is voor steden, in wier buuit.
geen geschikte grond is voor ontgin
ning, terwijl elders het vuil boter voor
bemesting wordt aangewend,
mi™ f?at, hier 0111 zeer gi'ootc som
men, het plan, om van vuil via den bo-
keif mtw bl'00d en suiker ma-
Ken, trekt meer aan, dan het vuil te
vermengen, waarbij niets anders over-
blijft dan met al te best materiaal voor
het aanlegden en herstellen van wegen.
Eenige jaren geleden heette vuilver
branding het beste, thans denken velen
Z?ZnZSTCt vraagstuk, waarom
liet gaat, heet bij de deskundigen: de
economische vuilverwijdering. Het
beestje moet toch een naam hebben,
maar met ieder zal dadelijk begrijpen
wat hiermee bedoeld wordt.
Centrale verwarming en
warmte-centrale.
Bij centrale verwarming wordt eon
gebouw verwarmd door buizen met
heet water of stoom met 'n gewoonlijk
m een kelder gebouwden oven, om de
warmte op te wekken. Men heeft dan
ais het ware een groote kachel, die
naai warmte door het geheele gebouw
verspreidt. Dit is eoliter het allernieuw
ste niet meer. Misschien zal het althans
in de groote steden over eenige jaren
even ouderwetsch zijn, er een eigen cen
trale verwarming op na te houden, als
nu om m iedere kamer een ouderwetsch
turfkacheltje te stoken.
Het allernieuwste is de warmte-cen
trale, die men het best bij waterleiding
gas enz. kan vergelijken. Uit een cen
trum, een warmtefabriek krijgt een
heele straat, een wijk, straks wellicht
een heele stad de noodige warmte We
zien hier weer de ontwikkeling 'van
klein naar grootbedrijf. Vooral in Ame
rika vindt de warmte-centrale veel
toepassing, ook is er een begin mee ge
maakt in Duitschland en in ons land.
De vorirdeelen zijn besparing van work
men kan makkelijker één zeer groote
dan honderd kleine ovens stoken. Ook
besparing van geld: een oven van groo-
ten omvang kost minder dan vele klei
nen. Men heeft minder schoorsteenen
en de lucht wordt minder door roet en
rook verontreinigd. Men zal in Londen
in plaats van een buine ook een witte
mist leeren kennen, Hoe minder ovens
des te minder brandgevaar. De centrale
verwarming is veiliger dan het stoken
van eenige kachels; het minste gevaar
heeft men met een groote warmte-cen
trale.
Maar al is dit alles nog zoo waar, in
Duitschland althans zijn de finantieele
uitkomsten der warmtefa-brieken niet
bijzonder goed. Men zoekt er nog iets
anders. Wij zijn 'buitengewoon verkwis
tend met de warmte, die we kunstma
tig verwekken. Het ergst is dat wel met
de kachels het geval. We laten het
grootste deel der warmte door de
schoorsteen vliegen. Vooral met inge
bouwde haarden is dat 't geval. Maar
hoeveel -warmte gaat ongebruikt verlo
ren bij iedere fabriek! Daarom wil men
in Duitschland met de groote fabrieken
als nevenbedijf een warmte-eentrale
doen samengaan. In Hamburg heeft
men ér reeds met succes een proef mee
genomen, Fabriekswoningen voor het
WITTE KRUIS.
Iedere Woensdagmiddag van half drie tot drie
aan achterstallige huren en pachten weid betaald.
De bate uit de exploitatie van de drijvende
f 48.940.35 in 1923 tot
leaere w oensaagmiuuag van nan une 101 urie f
uur stelt de Vereeniging het Witte Kruis, in de Va"i i n V, 1
Chr. Nat. School te Velseroord moeders gratis in J 65.810.72 in het vers ag,aar. Deze belangrijke
J?, i stijging was voor een deel le danken aan de groo-
e 0 a n tere drukte in het dokbedriji in veiband met de
de gelegenheid om hun zuigelingen,
voedingsstoornissen lijden, te laten onderzoeken
door den Consulent, Dr. Hanneman.
Voor kraamverzorging, welke ook door boven
genoemde Vereeniging wordt uitgeoefend, wende
men zich tot het bestuurslid der Vereeniging,
Mevrouw Dijkstra, Trompstraat 77 te Velseroord.
Tarief naar draagkracht f 5f 15.
personeel worden vaak al van warmte
en electriciteit voorzien uit het bedijf
zelf. Waarom zal men de warmte dc
lucht in laten gaan, die men zoo mak
kelijk en goedkoop van dichtbij kan
verkrijgen
De warmte-centrale zal het leven der
huisvrouwen makkelijker maken. In
New-York wordt langs dien weg ook
de keuken van de noodige warmte
voorzien. Ook kan men langs dien weg
altijd over heet water beschikken. Het
wordt almeer een tafcltje-dekt-u met
al deze nieuwe uitvindingen. Trouwens
al wordt aan de huisvrouw wat werk
afgenomen 'en krijgt zij het wat mak
kelijker, in een Luilekkerland zal ze
nog niet komen. Er blijft werk genoeg
over, wat ook gelukkig is.
STAATSVISSCHERSHAVEN-
BEDRIJF.
Aan het uitvoerig en belangrijk jaarverslag om
trent de Visscherchaven en de Visscherij te
IJmuiden over het jaar 1924 ontlecnen wij het
onderstaande.
PRIMA
Algemeene exploitatie.
De toestand van het havenbedrijf vertoonde in
het vorige jaar, waarin het vijf en twintigjarig
bestaan van het bedrijf werd herdacht, eene aan
merkelijke verbetering.
Wel waren ook over het verslagjaar de uitga
ven nog aanzienlijk hooger, dan de inkomsten,
doch het verlies op de exploitatie bleef belang
rijk beneden dat, over het vorige jaar geleden.
Het bedroeg thans f 201.450.86 tegen f 288.629.36"
in 1923 en was dus ruim f 87000 lager.
De vermindering van het verlies was in hoofd
zaak te danken aan de stijging van de voor
naamste bate van het bedrijf, n.l. de retributie
voor den verkoop van de visch. De opbrengst van
deze retributie bedroeg"" in het verslagjaar
f 268.220.46 tegen f 216.759.01 in 1923 en ging dus
met ruim f 51000 vooruit.
De vermeerdering van den omzet in de visch-
hallen was voor het grootste deel het gevolg van
den toegenomen aanvoer, zoowel van treil-, als
van drijfnetvisch, doch mede van de geleidelijke
stijging der vischprijzen.
In tegenstelling met het vorige jaar, toen we
gens de duurte der kolen en de ongunstige uit
komsten van het bedrijf in verband daarmede,
een groot gedeelte van de stoomtreilervloot in
den zomer moest worden opgelegd, kon het be
drijf in het verslagjaar over het algemeen regel
matig worden uitgeoefend. Door de belangrijke
daling der kolenprijzen, het verminderd bezoek
van Duitsche stoomtreilers en de stijging van de
vischprijzen verbeterden n.l. de omstandigheden
voor de stoomtreilvisscherij dermate, dat de
hier thuisbehoorende stoomtreilervloot meestal
geregeld in de vaart kon worden gehouden en op
deze markt de vangsten kon aanvoeren.
Alleen in December werd de uitoefening van
het bedrijf ernstig belemmerd. Door de in het be
gin dier maand uitgebroken staking van de be
manningen der stoomtreilers zagen de reeders
zich genoodzaakt de vloot geleidelijk nagenoeg
geheel op te leggen. Tengevolge van de vermin
derde aanvoeren leed ook het havenbedrijf be
langrijk nadeel van die staking.
In verband met de algemeene opleving van den
haringhandel nam de aanvoer van haring even
eens sterk toe. Waar bovendien de haringprijzen
in het verslagjaar in den regel hooger waren, dan
in 1923, steeg ook het omzetcijfer van den ha
ringverkoop en daarmede de retributie voor dien
verkoop zeer belangrijk.
De bate uit de exploiotatie van de waterleiding
was aanmerkelijk hooger, dan in het vorige jaar,
n.l. f 45.751.87 tegen f 38,712.35, De drukkere
vaart van de stoomtreilers, in verband met de
opleving van het visscherijbedrijf, had tot gevolg,
dat de levering van water voor de ketelvulling
sterk toenam. Dientengevolge steeg ook de op
brengst van den verkoop van water aanzienlijk.
De bate uit de exploitatie van het electrisch
net, wegens den verkoop van stroom, bedroeg in
het verslagjaar f 82.453.48 tegen f 98.75-1.77 in
1923. Deze vermindering was voornamelijk het
gevolg van de verlaging van den stroomprijs, in
verband met de daling der kolenprijzen.
Op de resultaten van de exploitatie van het
electrisch bedrijf had de achteruitgang van de
ontvangsten derhalve weinig invloed.
De bate uit de exploitatie van terreinen en
duingronden, wegens uitgifte in huur en erfpacht,
was eenigszins hooger, dan in hef vorige jaar,
n.l. f 74.368.36 tegen f 65.313.05. Deze vooruitgang
is echter niet toe te schrijven aan eene toegeno
men uitgifte van gronden in erfpacht of huur,
doch alleen aan de toevallige omstandigheid, dat
in den loop van het verslagjaar een groot bedrag
uitbreiding van de visscherij, voor een ander deel
aan_de omstandigheid, dat de dokken in het ver
slagjaar geregeld in gebruik waren, terwijl in het
vorige jaar dok I langdurig buiten dienst moest
worden gesteld tot het ondergaan van herstellin-
n.
Ook de baten uit de exploitatie der electrische
kraan en het gebruik van havensporen waren
hooger, dan in het vorige jaar. De verbetering van
den toestand van de visscherij en den vischhan-
del werkte uiteraard gunstig op deze baten.
Tegenover de stijging van de inkomsten van
het havenbedrijf stond eene daling van de kosten
van exploitatie, onderhoud, interest en afschrij
ving. Deze kosten bedroegen thans in totaal
f 827.007.49 tegen f 847.357.71 in 1923 en vermin
derden dus met ruim f 20.000.
De exploitatierekeningen van vischhallen, wa
terleiding, electrisch net, terreinen en duingron
den en electrische kraan gaven allen winstcijfers.
Daarentegen viel op de rekening van het dok-
bedrijf nog een verlies te boeken, dat echter in
vergelijking met het in het vorige jaar geleden
verlies gering was. Hel bedroeg thans n.l.
f 3.062.68 tegen f 21.554.62 in 1923, toen het bij
zonder groot was, als gevolg van de langdurige
stagnatie in het dokken door de buitendienststel
ling van dok I voor het ondergaan van herstel
lingen. Ofschoon in het verslagjaar een aanmer
kelijk drukker gebruik werd gemaakt van de
dokken, dan in het vorige jaar, was het nog niet
van dien omvang, als bij eene normale uitoefe
ning van de visscherij verwacht mag worden Er
bestaat daarom uitzicht", dat de inkomsten nog
zullen stijgen en het bedrijf zich dan zal kunnen
bedruipen.
De vergoeding voor het gebruik der haven-
sporen dekte nog niet geheel de kosten van in
terest, waarmede deze rekening belast wordt, of
schoon het nadeelig verschil geringer was, dan
het vorige jaar. Het bedroeg thans f 2 521.60 te
gen f 4540.01 in 1923. Ook bij dit onderdeel van
liet havenbedrijf zijn alleen bij een volledig her
stel van den toestand voor handel en visscherij
betere resultaten te verwachten.
De koelinrichting werd in het verslagjaar nog
niet gebruikt, zoodat tegenover de lasten op de
rekening van deze inrichting geene balen konden
worden geboekt.
Het nadeelig saldo van de rekening der eigen
lijke haven, welke geene inkomsten heeft en
waarop dus steeds verlies geleden wordt, bedroeg
in het 'verslagjaar f 282,285.67 tegen f 314.108.56 in
1923.
Een groot deel dezer kosten komt ten laste van
interest eri afschrijving der havenwerken in en-
geren zin, dus ook van de wateroppervlakte,
waaraan de havenbedrijven zijn gelegen, zoodat
deze kosten, strikt genomen, niet tot de exploita
tiekosten van het bedrijf kunnen worden gere
kend.
Haven
Het aantal binnengekomen schepen was in het
erslagjaar belangrijk hooger, dan in 1923.
Deze vooruitgang was voornamelijk te danken
an de sterke vermeerdering van het aantal bin
nengekomen kustvisschersvaartuigen, waarvan
het verkeer uiteraard van weinig belang is voor
het havenbedrijf.
Als een gunstig teeken voor den toestand van
de visscherij in het verslagjaar mag echter wor
den aangemerkt, dat ook het verkeer van de groo
te! e vaartuigen is toegenomen. Dit wijst op een
herleving van verschillende takken van vissche
rij na de ernstige crisis, welke het bedrijf heeft
doorgemaakt en welke blijkbaar in 1923 haar
diepste punt bereikt heeft.
In het geheel kwamen in het verslagjaar 1298
vaartuigen meer binnen, dan in 1923, terwijl de
bruto inhoud met 64.723 M3 vooruitging.
Het totale aantal der binnengekomen stoom-
_.i motorvaartuigen bedroeg in het verslagjaar
6410 tegen 5687 in 1923 en was dus 723 grooter.
Deze vooruitgang was het gevolg van het toege
nomen verkeer van stoomtreilers, stoom- of mo-
torloggers en stoom- of motorvrachtvaartuigen.
Het verkeer der overige soorten van mechanisch
voortbewogen schepen was daarentegen eenigs
zins achteruitgegaan. De totale bruto inhoud van
de binnengekomen stoom- en motorvaartuigen
bedroeg 2.505.273 Ms tegen 2.359.641 M3 in 1923
i vermeerderde dus met 145.632 M3.
Het aantal binnengekomen stoomtreilers be
droeg in het verslagjaar 3984 tegen 3641 in 1923.
Deze vooruitgang was in de eerste plaats het
gevolg van eene drukkere vaart op deze haven
Direct leverbaar in groote en
kleine partijen
Forsclie, lichte en spijlcerbare Steen
OOEDE VASTHEID
CONCURREERENDE PRIJZEN
Vertegenwoordiger voor Kennemerland
J« v. Tiggelen, Trompstraat, Velseroord
van de hier thuisbehoorende stoomtreilers, wat
uiteraard als een gunstige omstandigheid voor de
visscherij en voor het havenbedrijf alhier moet
worden aangemerkt.
Waren in het voorgaande jaar de reeders nog
genoodzaakt een deel hunner schepen op Engel-
sche markten te laten varen en in de zomermaan
den een groot aantal vaartuigen op te leggen, om
dat de markt alhier geene ruime aanvoeren kon
verdragen, in het verslagjaar was de toestand der
mate verbeterd, dat nagenoeg de geheele stoom
treilervloot geregeld in de vaart kon worden ge
houden en dat alle schepen hier konden markten,
zonder de vischprijzen te veel te drukken. Hierbij
kwam nog, dat de kolenprijzen in den loop van
het jaar aanmerkelijk daalden, zoodat de exploi
tatiekosten belangrijk verminderden en dus bij
eenigszins lagere besommingen toch loonende re
sultaten te bereiken vielen. De opleving van de
stoomtreilvisscherij ging gepaard met eene ver
mindering van het aantal buitenlandsche stoom
treilers, dat deze markt bezocht. Ook hierin lag
uiteraard een groot voordeel voor het visscherij
bedrijf alhier. De in de voorgaande jaren zoo
zware concurrentie van de Duitsche stoomtreilers
kwam in het verslagjaar bijna geheel tot stilstand,
aangezien bij het herstel van den economischen
toestand in Duitschland ook de visscherij en dc 1
vischhandel daar te lande tot herleving kwamen
verband daarmede de Duitsche schepen we
der toonenden afzet voor hun vangsten op eigen
markten vonden, zoodat geen aatafeiding meer be
stond tot de drukke vaart op deze haven, als in
de laatste jaren gebruikelijk was.
Uit de cijfers van het verkeer der drijfnelvis-
schers blijkt duidelijk, dat ook de toestaand voor
de haringvisscherij aanmerkelijk vooruitging.
Het aantal binnengekomen stoomloggers steeg
van 256 in 1923 tot 479 in het verslagjaar. De
vraag naar versche haring, zoowel voor het bin
nenland als voor den export, was in het najaar,
vergeleken bij vorige seizoenen, zeer toegenomen,
In tegenstelling met de laatste jaren kon de han
del daardoor ook bij ruime aanvoeren hooge prij
zen besteden, waardoor het bezoek van Britsche
haringdrifters zeer werd aangemoedigd. Niette
genstaande ook op de Engelsche markten hooge
prijzen te bedingen waren, werd de markt alhier
dan ook veel drukker door Britsche drifters be
zocht, dan het jaar te voren.
Ook het aantal binnengekomen zeil- en motor-
loggers vertoont een belangrijke toename.
Hierbij valt op te merken, dat de drukkere vaart
van de haringloggers op deze haven voor een
groot deel een gevolg is van de intrekking, in
den loop van het verslagjaar, der vergunning aan
de Katwijksche vloot, om ligplaats in te nemen in
het Noordzee-kanaal, zooals sinds jaren gebrui
kelijk was. De betrokken reeders waren hierdoor
genoodzaakt, om voor het havenen van hunne
schepen voortaan van de visschershaven gebruik
te maken, wat uiteraard aanleiding gaf tot een
aanmerkelijk drukker verkeer van haringloggers,
in deze haven. Verreweg het grootste gedeelte
der vangsten van deze schepen werd echter naar
de markt te Katwijk verzonden, zoodat het ha
venbedrijf weinig voordeel uit het drukkere ver
keer der haringvloot trok.
In totaal kwamen thans 467 zeil- en 59 motor-
loggers binnen, tegen resp. 157 en 28 in 1923.
Het aantal binnengekomen kolenschepen ver
meerderde van 303 in het vorige tot 513 in het
afgeloopen jaar. Deze vermeerdering was het ge
volg van de toegenomen vraag naar kolen wegens
de belangrijke uitbreiding der stoomtreilvisscherij.
De totale hoeveelheid, welke in het verslagjaar
in deze haven werd aangevoerd, bedr. 207.228,000
K.G. tegen 142.027.000 K.G. in 1923.
De aanvoer van Duitsche kolen steeg zeer aan
zienlijk en kwam bijna weder op het peil van
vóór den oorlog. De aangevoerde hoeveelheid
Limburgsche, Duitsche en Belgische kolen, waar
van de Duitsche verreweg het voornaamste deel
uitmaakten, steeg van 35.259.000 K.G. tot
142.443,000 K.G. In verband met deze stijging
verminderde de aanvoer van Engelsche kolen van
106.768.000 K.G. tot 64.785.000 K.G. Nu ;n hel
verslagjaar de aanvoer van Duitsche kolen veel
ruimer werd, zoodat weder bijna geregeld aan dc
vraag naar deze kolen kon worden voldaan, nam,
zooals te verwachten was, het gebruik daarvan
sterk toe. Over het algemeen voldoen de Duitsche
kolen beter voor het stoomtreilbedrijf alhier, dan
de Engelsche.
In den loop van het jaar losten in het geheel
zeeschepen, waarvan 1 Fransch, 1 Belgisch, 1 Ne-
derlandsch en 4 Engelsche, ladingen Engelsche
kolen in deze haven tegen 32 in het vorige jaar
Sterkte der IJmuider vloot.
De geheele op 31 December 1924 te IJmuidei
thuis behoorende vloot bestond uit de navolgen
de schepen: 109 stoomtreilers, 49 stoomloggers
4 raotorloggers, 45 zeilloggers en 20 kustvisschers
tezamen 227 schepen met een bruto-inhoud vai
97.406 Kub. Meter.
In den loop van het jaar vermeerderde het aan