VIISSCHER1) EN SCHEEPVAART
Drukkerij Sinjeml
WATERSTAND IJMUIDEN.
Nov. 1925
H.
water
L.
w«ter
O* .rn
v.m.
a.m.
v.m.
a.m.
22
7.09
7.37
2 40
2 55
23 E.K.
8.16
8.54
3.35
4.07
24
9 37
10.21
4.49
5.26
25
11.00
11.37
6.20
6.49
,26
-
0.08
7.39
7.57
27
0.38
1.02
8 39
8.54
28
1 29
1.46
9 22
10 55
9.44
VISSCHERIJ.
De knoeierijen in den
Nederlandschen haringhandel.
Men schrijft aan de N. Rolt, Ct, uit Duitsch-
land:
„Evenals eenige jaren geleden de Hollandsche
uitvoer van boter door gescharrel met de prijzen
en vermindering van kwaliteit in den concurren
tiestrijd met Denemarken het onderspit moest
delven en van de Duitsche importmarkt lang
zamerhand geheel werd verdrongen, loopt thans
de zoo goed bekend staande Hollandsche volle
haring hel groote gevaar, dien zelfden weg op te
gaan.
Ofschoon de vangsten dit jaar normale resul
taten hebben opgeleverd, heeft zulks voor de
eenigszins klein uitgevallen haring op den prijs,
behoudens normale schommelingen, geen invloed
gehad.
Terwijl het tengevolge van den zachten winter
geringe haringverbruik ait jaar een scherpen con
currenliestrijd deed ontstaan, werd de overigens
onwillige en voorzichtige kooper in zijn aanbie
dingen beneden den marktprijs slechts gesteund.
Dit had tot gevolg, dat de gelimiteerde prijzen,
de wederkeerig lagere aanbiedingen van de
zijde der Hollandsche firma's kwalitatief steeds
meer de raming van den bona-fide concurrent
overschreden. Om het concurrentievermogen te
kunnen handhaven, werden dan grootere hoeveel
heden haring der vangst 1924 met die der vangst
1925 vermengd.
Aangezien de eigen oude voorraden niet toe
reikend genoeg schenen, werden nog duizenden
tonnen Engelsche haring der vangst 1924 inge
voerd, om mede te helpen in den strijd tegen de
coneurreerende aanbiedingen. Deze proefnemingen
met de kwaliteit betroffen niet slechts de gewone
volle haring, doch ook de goed ingevoerde en
gerenommeerde speciale merken werden op die
manier verknoeid.
Spoedig verkeerde de handel in een stadium,
dat deze wijze van zaken doen volgens de regelen
der kunst was georganiseerd en éénzelfde' merk
werd -tegen 4 of 5 Verschillende prijzen aangebo
den, Naar gelang van de door den kooper opge
geven limiet werd de order uitgevoerd, met een
zeker percentage haring der vangst 1924 onder
die der nieuwe vangst, d.w.z, de oude solide han
del kwam op bedenkelijke wijze in de banen der
bekende oorlogsjaren.
Den producent treft zeker eerder schuld aan
dezen onzekeren toestand dan den consument,
want een aantal oude gerenommeerde firma's had
onvoorwaardelijk in deze corruptie standvastig en
reëel moeten blijven om daardoor een blok te
vormen ter handhaving van den ouden naam.
Afgescheiden van een voorbijgaande stopping,
zou zulks den kooper weer hebben doen doorzet
ten. Het aantal 1ste klas firma's is heden stellig
zoo gering, dat het nauwelijks de naderende cata
strophe kan tegenhouden.
Een andere fout is ongetwijfeld het sorteeren
van de hommers en de kuiters. Hierdoor worden
de hommers aan de doorsneewaar onttrokken om
als uilsluitend hommers, met f 4 tot f 6 verhoo
ging per ton te kunnen worden verkocht. Voor
wat de kwaliteit van deze speciale merken be
treft, geldt natuurlijk hetzelfde als van hetgeen
te dien aanzien van de overige haring is gezegd.
Over 't geheel staat de Hollandsche haringhan
del er thans slecht voor. Noorsche en Duitsche
kwaliteits-merken veroveren zienderoogen de
markt. Nog gelooven de Hollandsche firma's, dat
zij met een voorbijgaande crisis te doen hebben,
en zij zien niet in, dat zij stap voor stap den bo
dem onder de voeten verliezen.
Indien niet spoedig van bevoegde zijde zee;
strenge maatregelen worden genomen ter stabi
liseering van de kwaliteiten, zal de Hollandsch<
volle haring in Duitschland nog dezen winter ten
grave worden gedragen".
Van deskundige, Nederlandsche zijde vernai
het blad naar aanleiding hiervan het volgende;
Het .yalt niet te ontkennen, dat de laatste ja
ren de knoeierijen in den Hollandschen haring-
handel sterk zijn toegenomen.
Kleine tonnen, menging van inferieure kwali
teiten onder de goede, haring van een vorige
teelt mengen onder die der nieuwe vangst, leve
ranties van Engelsche haring onder den naam
van Hollandsche, in Juni, Juli en Augustus ha
ring van de vorige teelt (ook Engelsche) verzen
den als nieuwe Hollandsche haring, haring leve
ren onder z.g, certificaat, afgegeven door een be
ëdigd controleur, maar waarop het woordje Voll,
(volle) ontbreekt, enz,, enz,, dat heeft allemaal
veel kwaad gedaan aan den goeden -naam van het
Hollandsche product.
Naar onze meening zijn de Duitsche koopers
voor een groot deel zelf de oorzaak van al die
knoeierijen. Zij toch weten, moeten als terzake
kundig weten, dat voor de door hen betaalde
prijzen tegen 1ste kwaliteit Hollandsche volle
haring kan worden geleverd. Naar aanleiding
van de in het vorige jaar door een Duitsche fir
ma verzonden circulaire houdende klachten over
leverancies van Engelsche haring onder den naam
van Hollandsche, heeft het hoofdbestuur der
Seedersvereeniging voor de iNederlandsche ha-
ringvïsscherij zich bereid verklaard, zijn mede
werking te verleenen aan door de regeering te
nemen maatregelen, welke het in de toekomst
onmogelijk zouden maken, niet-Hollandsche ha
ring onder dien naam te verzenden. Voor zoover
ons bekend, zijn die maatregelen tol; heden niet
genomen,
Waftr van Duitsche zijde beweerd wordt, dat
de. vangsten dit jaar normale resultaten hebben
opgeleverd, willen wij er even op wijzen, dat dit
bezijden de waarheid is. Tot en met 13 Novem
ber j,I. bedroeg de aanvoer dit jaar 286.252
kantjes Legen 493.429 kantjes in 1924; van be
vredigende vangsten is dan ook dit jaar geen
sprake, hetgeen den invoer van Engelsche haring
in sterke mate heeft bevorderd.
Het sorteeren van de hommers als een fout
aanrekenen is o.i. evenmin juist; dat gebeurde
reeds jaren vóór den oorlog en behoeft den bona
fide handel niet te schaden.
Nu de pers zich met de verregaande knoeierij
en in den haringhandel is gaan bemoeien, lijkt
het ons niet overbodig, even te herinneren aan
de door de heeren W. Richter Uitdenbogaardt te
Maassluis en D. van der Heul te Vlaardingen in
Juni 1921 gehouden inleidingen over de wensche-
lijkheid om, buiten overheidsbemoeiing, een con
trole op haring in te voeren en over de wijze,
waarop een dergelijke aangelegenheid zou zijn uit
te voeren.
De heer Richter Uitdenbogaardt, die het pro
verdedigde, zeide daarbij o.m.:
„Moeten wij oogluikend blijven toezien, dat on
ze haring veeltijds wordt vermengd met inferi
eure kwaliteiten, dikwijls minder kwantiteit ge
leverd wordt door ompakking in te kleine ton
nen, altemaal manipulaties van de zijde van
sommige handelaars om door goedkoope aanbie
dingen zich van orders meester te maken, waar
door echter de renommée van onze Hollandsche
haring verloren gaat? Mogen wij stil zitten, wan
neer allerlei „margarine" voor natuurboter wordt
verkocht? Omdat wij niet waken voor onze hoog
ste belangen, stellen wij de handelaars in de ge
legenheid den goeden naam van ons product op
de wereldmarkt te bederven. Want ons belang
als reeder is in de allereerste plaats, dat de re
putatie van onze Hollandsche haring hoog gehou
den wordt, die ontegenzeggelijk, dank zij haar be
tere bewerking, in kwaliteit superieur moet zijn
aan de Engelsche haring," De inleider kwam ten
slotte tot de conclusie, dat het, althans voorloo-
pig, verkieselijk zal zijn, de keur facultatief te
stellen, in "het vertrouwen, dat de bona-fide han
delaar' ook ter voorkoming van veelvuldige
chicanes zijn welbegrepen belang er in zien
zal, de haring alleen gekeurd uit te voeren; ter
wijl daarnaast de reedersvereeniging niet zal na
laten, de voortdurende aandacht van de afne
mers in binnen- en buitenland op het bestaan
van het keuringsinstituut te vestigen.
De heer Van der Heul, het contra behandelende,
'wees er aan de hand van het bekende werk van
prof, Beaüjon: Het overzicht der geschiedenis
van de Nederlandsche Zeevisscherijen, op, dat de
algeheele afschaffing in 1879 van den van rijks
wege uitgeoefenden „brand" van onbetwistbaar
zegenrijke gevolgen is geweest voor de ontwikke
ling van de vrije visscherij en den vrijen handel.
Deze inleider achtte controle met of zonder re-
geeringsbemoeiïng in den vorm van het waarmer
ken van de superioriteit van het artikel een fout,
die ons terug zou voeren tot de dagen vóór 1870,
toen de stempeling van haring een bevoorrech
ting in het leven riep, die een tijd lang de ge
zonde, vrije ontwikkeling van den haringexport-
handel in den weg stond.
Waar twee deskundigen zulke uiteenloopende
meeningen blijken te hebben over het in goede
banen leiden van den haringexport, behoeft het
geen betoog, dat in de betrokken organisaties tot
heden geen overeenstemming is bereikt,
Naar aanleiding van dit stuk had de redactie
van H. Dbl, een'onderhoud met den ÏTfmuider ree
der, den heer E, A. de Gruyter, wonende te
Heemstede, Deze gaf zijn meening over deze
quaestie en vertelde ons het volgende:
„De reeders hebben de laatste jaren wel begre
pen dat het geknoei met de Holl. haring spaak
zou loopen, ofschoon de handel tal van redenen
terecht of ten onrechte ter verontschuldiging wist
aan te voeren. Ieder buitenstaander kon echter
begrijpen, dat deze onwaardige handel op den
duur èn reeder èn handelaar zal schaden. Een be
is dat verschillende reeders tevens hande- i
laar zijn; was dit niet het geval, dan zouden ver
moedelijk reeds eerder de meeste reeders meer
aaneengesloten en doelbewust zijn opgetreden. Op
het oogenblik is de toestand zoo, dat het geknoei
regel en eerlijke handel uitzondering is en alleen
een krachtig optreden met of zonder regeerings
bemoeienis kan dan ook den wagen weer in het
rechte spoor brengen,"
Dezer dagen waren er twee keeren trawlers
zoo gelukkig een steur aan te brengen. Woensdag
was het de „Pelikaan", IJM, 192, die van deze
fijne visch, een ook in zijn soort buitengewoon
groot exemplaar aangebracht. Het monster woog
niet minder dan 192 K,G. en werd verkocht voor
f 306.aan de firma Pust.
Donderdag bracht de „Amalia", IJM. 324 een
meer bescheiden steur aan, die toch ook nog 84
K.G, woog. Voor f 160,werd dit dier eigendom
dér Maatschappij „Noordzee",
De middelen, die aangewend zijn om den
Duitschen rijksdag te bewegen de zeevisscherij te
steunen, hebben een goed resultaat bereikt. Alle
partijen van den Rijksdag spraken zich uit voor
ondersteuning, en daarna werd het besluit ge
nomen om 2 millioen M. voor de kleine zee- en
kustvisscherij toe te staan. Het Rijk, dat ook aan
armoede lijdt, kan die som echter alleen als ge
leend afgeven. Het staat evenwel te bezien, dat
de kleine visscherij, die haar ondergang zeer
nabij is, het geld niet gemakkelijk zal kunnen
teruggeven. Ook is een som van 3 millioen M.
gevoteerd als verhooging van het fonds voor
scheepsvernieuwing, tot vernieuwing en vergroo
ting der stoomtrawler- en haringloggervloot. On
mogelijk is het niet, dat genoemde sommen nog
verhoogd worden. De schade toegebracht aan de
visscherij door de inflatie komt eerst nu recht
voor den dag, 'daar elk crediet in het binnen
buitenland moeilijk en dan nog tegen enorm
hooge intrest verkrijgbaar is,
Dezer dagen keerde de Deensche driemast
schoener „Agnes", behoorende tot de Mij. Groen-
landsche Zeevisscherij, van zijn zomerreis met
37000 groote Groenland kabeljauwen huiswaarts.
De kapitein berichtte dat het aantal visschers-
vaartuigen op de vischgronden in straat Davis
zoo enorm was, dat zelfs de bekende vischrijkdom
dier streken niet in staat kan zijn om den talrijken
schepen, die uit alle visscherij uitoefenende landen
aldaar visschen, een bevredigende vangst te ge
ven. Er waren schepen bij van 3000 ton, wat de
kapitein een reine onzin noemt. De Agnes had
een flinke lading visch, maar de groote Noor-
weegsche stoomers zullen naar zijn schatting niet
veel vangst gemaakt hebben, Op een vraag of
een voortzetting der visscherij in die noordelijke
wateren gunstige gevolgen zou kunnen hebben,
was zijn antwoord bevestigend, doch met passen
de schepen en een bekwame bemanning. Hij was
van oordeel, dat de Groenlandsche visscherij een
aanvulling zou kunnen zijn in het doode seizoen
bij IJsland, en dat ze een uitkomst kan zijn voor
de visschers bij de Faroër. N. VI. Ct,
De treilvisscherij.
B. en W. achten het mogelijk, dat mede ten
gevolge daarvan de. Scheveningsche treilvissche
rij zonder overheidssteun waarschijnlijk niet dan
in geringe mate zal worden uitgeoefend in het
eerstkomend treilseizoen,
Ook in verband met een van de permanente
commissie uit de reederij ontvangen verzoek heb
ben B. en W, zich bij brief van 12 dezer tot den
minister van binnenlandsche zaken gewend met
de vraag, of de Scheveningsche treilvisscherij
voor het eerstkomend tijdperk wederom in aan
merking zal kunnen komen voor een tegemoet
koming in samenwerking van rijk en gemeente.
In dezen brief is de aandacht gevestigd op de
wenschelijkheid, de plannen van een eventueele
sleunverleening uiterlijk half December gereed te
doen zijn en is op spoed aangedrongen.
Over de regeling zullen B. en W. het advies
inwinnen van de commissie voor de uitgetrok
ken Noordzeevisschers,
Zooals is medegedeeld in de toelichting op de
begrooting voor gemeenteplantsoenen voor 1926
ligt het niet in de bedoeling, werkzaamheden bij
den dienst der gemeenteplantsoenen dit seizoen
weer in stede van door plantsoenwerkers door
werklooze zeevisschers te doen verrichten.
In de memorie van antwoord op het afdeelings-
verslag betreffende de gemeentebegrooting voor
1926 zullen mededeelingen worden gedaan over
plannen voor werkverschaffing voor andere werk
looze arbeiders dan zeevisschers.
- Hoe nuttig, ja zelfs noodzakelijk voor de voe
ding en de gezondheid van den mensch vitaminen
ook zijn, weet men van deze zeer belangrijke stof
fen in het voedsel nog maar heel weinig, niet eens
de chemise analyse; alleen kent men de. biologi
sche werking, waardoor sommige ziekten voorko
men worden. Als zeer rijk aan vitaminen staat de
dorsche levertraan bekend en sedert eeuwen heeft
deze vloeistof bewezen een krachtig geneesmiddel
tegen Engelsche ziekte (rachitis, ziekte van het
beenderen-gestel), en andere o"ïitwikkelingsstorin-
g'en te zijn.
Sedert eenigen tijd wordt het gebruik van lever
traan ook bij dieren toegepast, zooals bij varkens,
koeien en gevogelte, als kuikens, die beenverlara-
ming toonen, en met het beste gevolg.
Met het onderzoek van vitaminen in het visch-
vleesch is men nog niet ver gekomen; wel weet
men dat paling, versche haring en karpers buiten
gewoon rijk aan vitaminen zijn, dus zich uitste-
cend voor de voeding leenen. Ook heeft het on
derzoek geleerd dat vischtraan vitaminenrijk is,
waaruit volgt, dat vette visschen ook veel vitami
nen moeten bevatten, N. VI, Ct.
Italië betrekt voortdurend meer visch uit
België, In het jaar 1922 heeft België naar Italië
verzonden 26.900 K.G, zeevisch; in 1923 128.000
K.G. en in 1924 niet minder dan 519.000 K.G.
Daartegenover is de uitvoer van visch vanuit
Frankrijk naar Italië belangrijk verminderd.
Op vragen van het raadslid F. C. van Drunen
hebben B. en W. van 's Gravenhage geantwoord,
dat het hun bekend is, dat de uitkomsten der
Scheveningsche haringvisscherij over het jongst-
vcrloopen tijdvak daarvan in 1925 zeer ongun
stig afsteken bij die van het jaar 1924.
Het leven onzer visschers.
Maandagavond hield de heer L. A. Hartman een
zeer interessante lezing in hotel „Welgelegen"
te Egmond aan Zee over het leven onzer zeevis
scherij naar aanleiding van een door hem meege
maakte reis aan boord van de „Sumatra". Wij
zullen het voornaamste uit deze humoristische re
de geven, waarbij wij hier en daar den heer Hart
man zelf aan het woord laten, aldus zegt het ver
slag in de Kenn. Ed.
Na het vertoonen van een mooie collectie licht
beelden ving de spr. zijn lezing aan, waarbij hij
allereerst mededeelde, dat het technisch gedeelte
misschien niet voldoende verzorgd zou zijn, maar
dat het alleen zijn bedoeling was zijn ervaring op
te teekenen van zijn reisje met de „Sumatra". Het
leven van den visscher heeft spr. zoo aangegrepen,
dat hij zich genoodzaakt zag tot zulk een reis om
het innerlijke leven van deze helden der zee beter
te leeren kennen.
Toen de mare bekend werd, dat ik als stads-
mensch die onderneming zou wagen, werd ik aan
gekeken voor een held. Ik wilde persoonlijk on
dervinden, wat of het leven van een zeeman is.
De toebereidselen voor het vertrek waren meer
dan hartroerend. Dadelijk kwam men van alle
kanten het noodige proviand aanbrengen, alsof ik
een reis naar de Noordpool zou ondernemen. Zelfs
heeft mijn vrouw één dag voor mijn vertrek mijn
levensverzekering met eenige honderden guldens
verhoogd, De nacht voor den dag van vertrek
was een der verschrikkelijkste, die ik ooit heb
meegemaakt; Na uren wakker liggen sliep ik ein
delijk in en ik droomde, dat er een heel koor voor
mijn bed zong van „Piet Hein" en „Ferme jongens,
stoere knapen" enz. Even later werd ik door een
zwaren golfslag opgenomen, ik greep me aan de
reeling vast en toen ik wakker werd hield ik
krampachtig mijn ledikant vastl
Voor de brave zeelui nam ik een paar flesschen
fosco mee en bij mijn hartroerend afscheid van
mijn vrouw had ik de gedachte nooit meer terug
te zullen keeren.
Onder het opsteken van een sigaar ondernamen
we de reis naar IJmuiden waarbij ik gewaar werd,
dat die zeebonken zulke zware sigaren rooken,
dat bij mijn aankomst te IJmuiden het roet in mijn
haar zat. De menschen maakten me onderweg nog
al niet bang. Trouwens dat hoefde ook niet, want
ik was het al!
Van het schip had ik een heel andere voorstel
ling. Ik dacht, dat het netjes in de verf zou zitten,
maar er zat geen verfje op, zelfs den naam „Su
matra" was niet meer te lezen. Het dek lag be
zaaid met steenkool, groot en klein was aan het
hameren en timmeren.
„Ja", zei de schipper, ga eerst maar naar de
salon en verkleed u!" Ik had moeite om door een
hoefijzervormige opening naar beneden te komen.
,De menschen hebben een goede bergplaats
voor hun kleeren," Neen, zei de schipper, daar
moeten de menschen in slapen! Die slaapplaats is
nog geen halve M. breed en nog geen 1.50 M. lang
en aangezien ik 1,70 M. ben, dacht ik, „dat zal wel
goed gaan." Het beddegoed bestond uit een peul,
die erg kort was. De stuurman zou er een katoe
nen baal en een oude jas bij leggen!
De kleeding der manschappen was wel schoon,
maar niet erg zindelijk. Ook ik trok een bruine
broek aan, een blauwe trui en een Amerikaansche
legerhoed dekte mijn hoofd en zoo duurde het
niet lang of ik lag languit over dek. Om de
schen niet in den weg te loopen, ging ik op de
brug staan, want die menschen werken- van het
oogenblik af, dat ze aan Jjoord komen.
Eindelijk was het tijdstip van vertrek aangebro
ken,
We stoomde langzaam de haven uit, terwijl de
schipper en de stuurman op de brug stonden. Toen
we de Noord om voeren, gaf de schipper mij een
hand en sprak: „Welkom op zee, word je nog niet
zeeziek?" Maar dit was niet zoo,
Naarmate wij Egmond naderden, ging de stoom
fluit om aan vrienden en kennissen te laten weten,
dat de „Sumatra" voorbij ging met Hartman aan
boord! Het was op het strand zwart van de men
schen! Zelfs op de kustwacht was de vlag
geheschen. De badgasten hadden nog nooit zoo
veel menschen aan de duinen gezien.
Wij gingen de kust langs en verdwenen lang
zaam in de richting van het vuurschip „Haaks" en
het duurde niet lang of Neerlands kust verdween
en Hartman werd „beroerd", niet direct zeeziek.
We gingen naar beneden, waar de tafel fijn ge
dekt was(!) met banken er om heen, Op de tafel
een geteerd stuk bruin zeildoek!
Ieder had een blikken bakje, waar ze de noodige
levensmiddelen in konden doen en de machinist
elk een stuk worst, zoo groot, dat ik er de
reuzenzwaai wel in had kunnen doen. Ik heb ge
geten, dat het een lust was, maar die heipaal kon
ik niet naar binnen krijgen.
Daarna werden de laarzen aangetrokken, het
dek schoon gespoeld en de netten in orde ge
bracht. Na de aflossing van de wacht, zaten we
nog een poosje gemoedelijk te praten tot de tijd
van slapen kwam. Mijn vrouw had niet vergeten
mijn pyama mee te geven. Die was daar wel noo-
dig! Ik zal maar niet vertellen hoe ik in de kooi
ben gekropen; ik heb me zelf bewonderd.
Nauwelijks lag ik daar of het geweldigen slaan
van den schroef maakte het raadzaam er zoo
spoedig mogelijk van af te komen. Alles went,
maar ik heb niet kunnen denken, dat de menschen
onder al dat lawaai .ook maar eenigszins rust
konden vinden.
Na een paar dagen stooraen hadden we de
plaats bereikt waar we zouden gaan visschen. De
netten werdén over boord gegooid en daar ging
het „op hoop van zegen", We hadden een pracht-
bemanning aan boord en de schipper behoefde
niets te zeggen. De natuur was erg mooi, maar
toch voelde ik mij thuis als in een gevangenis.
Onderweg passeerde we een trawler uit IJmuiden,
die ons praaide.
De vraag is in zoo'n geval meestal: „Hoe zijn de
prijzen in IJmuiden en wordt er nog veel aange
bracht?" c
Eens kregen we een geweldigen ruk en bij het
ophalen der netten was er een zoodanig vernield,
dat ik bij me zelf dacht: „Hoe is het mogelijk,
dat de menschen dat weer kunnen maken!" Maar
de manschappen maakten het weer prachtig in
orde. Het visschen was van dien aard, dat de
menschen werkelijk in geen 2 y 24 uur hun kooi
hadden geroken.
Bij al hetgeen ik zag, heb ik me afgevraagd, hoe
het mogelijk is, dat er nog menschen gevonden
worden voor deze betrekking. Vóór kon ik het
haast niet uithouden van de visch en achter kon
ik heelemaal niet blijven. Daar stond een ton met
traan van de vorige reis, die zoo'n lucht gaf, dat
ik er naar van werd,
Onze kok was een goede kerel. Hef warme wa
ter, waarin ik de harden had gewasschen, werd
door hem pog gebruikt om de vaten te wasschen!
Het eten was magnifiek. Ik heb nooit gedacht,
dat de zeeman zoo'n ontzettende hoeveelheid kon
verorberen, We kregen aardappelen met 'n schel-
vischje van een pond of vier en die schelviseh
verdween in hun magen en mijn stuk erbij! Ik
ben gewoon te eten met vork en mes en dat deed
ik dus aan boord ook, maar al gauw deden de
jongens me na met een: „Wat zeg je ervan zag!"
en ze gebruikten kranten voor servet.
De portie, die de zeeman verorbert, is voor mij
voldoende voor 14 dagen; wat ik aan boord ge
bruikt heb kan gemakkelijk op een diep bord.
Voor een niet varende heeft de zee veel interes
sants. We zagen de mooiste koopvaardijschepen
en als de bemanning de Hollandsche matrozen
zag, hielden ze een flinke schelviseh naar boven
met de vraag: „Moet je ook wat hebben?"
Na een paar dagen was mijn pret er af, want
het zwoegen en ploeteren, dat de menschen daar
moeten doen, is vreeselijk. Je moet het hebben
meegemaakt om het goed te begrijpen.
Zoo vischten we ter hoogte van het Skagerak.
Een der oudere visschers vertelde mij: „Als ik
op deze plaats ben, ben ik altijd beroerd. In den
oorlog, mijnheer, hebben we hier meer lijken op
gehaald dan visschen. Hier is de plek geweest,
waar wij geen twee minuten zeker waren van
ons leven. Zoo praaide je een trawler, even daarna
hoorde je een knal en hij was verdwenen en
wanneer ik aan deze plek terugdenk, dan kruipt
er iets in mijn binnenste, dat een zekere haat uit
spreekt tegen de maatschappij.
Ik kon mérken, dat er in dat trouwe, eerlijke
zeemanshart wroeging bestond over diegenen, die
zooveel duizenden jonge mannen ten gronde heb
ben gebracht.
Bewonderd heb ik de Deensche snikjes, die door
eenige mannen worden bediend, wier moed be
wondering afdwingt. Ondanks het feit, dat soms
50 van die scheepjes door een storm ten gronde
gaan, duurt het niet lang of de overigen zijn weer
in de vaart.
Toen het ijs opraakte, gingen we in een flinken
mist naar huis. We kregen een vreeselijken bries.
De zeelui noemden dat een zuchtje, ik vond hel
een storni. Van naar voren te komen, was geen
sprake meer en zoo stond ik 5 uur op de brug.
Toen heb ik even het leven van den zeeman in
schema leeren kennen.
,Als u den moed hebt met November mee te
gaan, dan zult u pas kunnen profiteeren en dan
zult u pas weten wat ons leven is", zei een zee
rot. Ik kreeg de beroerte op mijn lijf en als ik
voor de keus werd gesteld over boord te springen
of matroos te worden op een trawler, ik wipte
overboord!
Het leven van den koopvaardijmatroos maakt
een hemelsbreed verschil met dat" van deze men
schen.
Eindelijk naderde aan de kim Neerlands kust.
Maar van het zien van onze duinen totdat wij in
IJmuiden waren duurde lang, zeer lang. Daar werd
ik feestelijk verwelkomd door mijn ouden vriend
Van Eiken,
Op zijn vraag moest ik eerlijk erkennen, dat ik
het aan boord goed heb gehad. Ik ben vol lof
over de menschen, maar ik zou willen dat
ik de reis nooit had meegemaakt. Ik heb niet
kunnen denken, dat het leven van onze brave
visschers zoo diep en diep treurig is en ik ben er
zeker van, dat onze menschen in de groote ste
den, als ze aan de schol peuzelen, niet weten hoe
ellendig het bestaan onzer zeelieden is.
In IJmuiden heb ik den zeeman leeren kennen
in zijn gedaante van man en huisvader en ik heb
.er ook leeren kennen, die feitelijk in onze maat
schappij niet meer thuis behooren. [Sn,
drinkgewoonte scherp af). p «ei
Mijn thuiskomst was allerhartelijk
eerste wat gebeurde, was aan de leVe?
ringmaatschappij te schrijven om miin
te verlagen. P°M
Aan het einde zijner zeer gewaardeerd
hield de heer Hartman een beschouwing'1
plaats, die de stille helden der zee in 0,<|
schappij innemen en kwam daarbij toTj
clusie dat deze buitengewoon slecht is. S
eenige woorden aan de sociale onrecht
heden, waaraan de zeeman bloot staat e
met den raad in eendracht macht tp i6'ni
z°ekeij
GEMENGD NIEUWS.
Het Pxov. wegennet in Noord-Ho]],
Verschenen is het Algemeen Verslag d
lingen voor de Prov. Staten van NoordVl
over de voordrachten van Ged. Staten bet <1
overneming in beheer en onderhoud vand
en vaarten tusschen de zes Noord holland' 1,1
den en inzake wegenbeheer.
Dat de zorg voor primaire wegen voor dn
verkeer in de Provincie, tevens aansluitend
soortgelijke in de aangrenzende gewesU ij
Provincie diende te berusten, werd in alle i]
lingen als juist erkend. Algemeen bracht me/
om hulde aan Ged, Staten voor hun kracht'!
tiatief. Evenzeer namen vele leden met insle
kennis van de mededeeling in de voordracht
door gemeen overleg met de daarbij betr
belanghebbenden aan de voornaamste der!
wenschen in het definitieve plan kon word
gemoet gekomen; met name gold deze ins(»!
het geprojecteerde tracé tusschen Alkmaar/
sterdam voor de Zaanstreek.
Vele leden hadden dankbaar gebruik
van de officieuse gelegenheid om de uitvoeri
heldere uiteenzetting van den hoofdingo,1
directeur van den Provincialen Waterstaat!
wonen. Zij zouden het zeer op prijs stellen i,
Ged, Staten bij belangrijke voordrachten^
daartoe leenen men dacht b.v. aan het kan
plan op denzelfden weg zouden doorgaan
Dat de inrichting en het onderhoud van hi
maire net belangrijke offers van de Provincie
den vragen, werd algemeen erkend; men «u
ter tevens van oordeel, dat het belang van k
west bij deze dringend noodzakelijke verkeat
betering zoo groot was, dat hiervoor niet a
worden teruggeschrikt. In het algemeen 1®
zich met den opzet der voorgenomen financjt
zeer wel vereenigen.
Ook de voorgestelde financiering van het pk
aanleiding tot verschillende beschouwingen'
schillende leden waren omtrent de financier
volgen niet zoo gerust en meenden grond U
ben voor de vrees, dat, gelijk met nameli
werken als gevolg der overstrooming van-IJl
feval is geweest, de uitgaven dé begrootlof
angrijk zouden overtreffen, In dit verbande
zij aan Gedeputeerde Staten de vraag stellen, o
door hen begroote bedrag ad f 22,000,000 voor
aanleg van de primaire werken inderdaad op e
ge meer gedetailleerde begrooting berust, dan
meer eene verwachting aangeeft, waarin dc utb
ring van het wegenplan zou kunnen worden s
gevangen. Inzonderheid werd de voldoendheii
twijfel getrokken van het bedrag ad 8,1!
dat begroot is voor verharding enz. van eu
mair wegennet ter gezamenlijke lengte vac|j
K.M. en ter breedte van 5 M., hetgeen dus, II
inbegrip nog wel van de kosten voor 1 ol2
wielpaden neerkomt op f 5 per M2, welk
men geheel onvoldoende achtte. Het schijnt
allerminst vast te staan, welke verharding»*
zal worden gevolgd, doch men herinnerde ei
dat de „Kalfsjeslaan", die den weg van Am
dam naar Amstelveen met den Amsteloevef
bindt, kort geleden pl.m. f 11 per M2 aan vt:
ding heeft gevorderd. Eene raüiing van f 7 i
achtte men veel meer in overeenstemming m
vermoedelijke resultaten, vooral wanneer,)
men meende te moeten aannemen, de kosten
fundeering onder deze verharding zijn berekem
niet als onderdeelen der grondwerken begroot
Verder werd erop aangedrongen op te u
een rechten weg, loopende van Amsterdam^
naar het zuidelijk gedeelte van Haarlem of Hm
stede, dwars door de Haarlemmermeer, mé
de daar geprojecteerde zeer hoekige wegl
maire weg zou kunnen vervallen.
Vele leden noemden het eene groote leesit
het wegenplan, dat daarin niet eene directe bit
verbinding yan Amsterdam met IJmuiden lang? 1
Noordzeekanaal is opgenomen.
'A Kenn, Bl
Wlllemtpleln 11 en 18 Tel. 0
Levert alle Boek- en
Handels drukwerken
spoedig, net afgewerkt
tn tegen bllll/kst
berekende prijzen m
k