LO.79
éLÜ8
ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN
f:
Zaterdag 7 Augustas 1926
Verschijnt Woensdags Zaterdags
en gem geld
Geschikt voor alle
- Bouwdoeleinden -
Steenfabriek
H. Bntzer, Hoogovens
ÏJmuiden.
lie Jaargang
IJMUIDER COURANT
J^jentipnj»: f 1.per 3 maanden, franco per post f 1.35. Abonnemen-
iorden aangenomen aan het bureau en bij de Agenten,
rlentiên 2 maal achtereenvolgend opgegeven op het gewone tarief,
koeteloos nog een derde keer opgenomen in het eerstvolgend
jdagnummer.
rtentiên voor de Adreslijst 6 plaatsingen van dezelfde tekst (onveran»
4—13 plaatsingen (dus 3 maanden achtereen) f 8.
Ltcotiên uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot 9 uur v.m. en
PAGS tot 4 uur n.m.
Jiatien van advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad
■lultend gerechtigd het Advertentie-bureau P. F. C. Roelse, ÏJmuiden.
Uitgave vam de N.V. UITGEVERS-MIJ. „ÏJMUIDEN''
Adres voor Radactie en Administratie
N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL
TELEFOON 153 ÏJMUIDEN
WILLEMSPLEIN 11
Ingezonden mededeelingen 40 ets, per regel Advertenties van 1 tot en
met 5 regels f 1,iedere regel meer 20 ets. Compact gezette adverten
ties van 1 t. en m. 5 regels f 1.25, iedere regel meer 25 ets. Kleine
advertenties en familieberichten zoomede vereenigings-advertenties uit de
gemeente, uitsluitend bij vooruitbetaling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75
iedere regel meer 15 ets. Bij niet contante betaling worden de gewone
prijzen berekend. Advertenties ,,adres bureau van dit blad" 10 ets, extra;
voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets. in
rekening gebracht. Bovenstaande regelprijzen worden met 5 cent
verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente Velsen.
Wijziging plaatsnamen.
„réemeester en wethouders der gemeente Vel-
brengen ter algemeene kennis, dat door den
jjjer gemeente den 27 Juli j.l. is besloten, met
van 1 November 1926, de benamingen Jan
envaart, Wijkeroog en Velseroord op te hef-
{n daarvoor in de plaats ie stellen Santpoort,
1(„ en ÏJmuiden.
31 Juli 1926.
„^meester en wethouders voornoemd,
ie gecretaris. de burgemeester,
HOFSTEDE l.s. RIJKEN3.
^meester en wethouders der gemeente
op art. 126 der Algemeene Politieverorde-
1 b e s 1 u i te n
ibaden of zwemmen in die gedeelten van het
Jzeekanaal en de toeleidingskanalen, welke
tón zij" aan de Noord-en Zuidzijde van het
geiland te ÏJmuiden, te verbieden.
'eisen, 28 Juli 1926.
nfjfemeester en wethouders voornoemd,
ie secretaris, de burgemeester,
"'«ÈFSTEDE l.s. RIJKENS.
VAN DEN WACHTTOREN.
De dood op den weg.
Een krant behoort te geven, wat
sch, nieuw en pakkend is. Vooral
jj.de journalistiek geldt, dat ieder
(ure goed is behalve het vervel en-de.
[h moet de krant wel eens in heipa
den vallen. En nooit-kan er tegen-
fordiggenoeg op de gevaren van den
gewezen worden. De dood loert
eral op ons. Maar vooral op de druk-
verkeerswegen vangt hij zijn slacht
te, Wanneer het een paar nachten
teren heeft, gaan de waaghalzen het
en als ze eenmaal op schaatsen
'zien ze geen gevaar en lijkt alle
shun even vertrouwbaar toe. Kraakt
dan vinden ze dat juist een be
iijs, <iat het gezond en betrouwbaar is.
Hen leest dan iederen winter weer van
liigelukken. Allicht dat er zoo in ons
and eerr tiental het leven verliezen,
schrikt velen af. Ouders laten hun
'eren niet te gauw op het ijs gaan.
ten blijft op de ijsbanen en wacht met
et maken van tochtjes, totdat overal
(TEE AMAZING QUEST)
Uift Sset Engalseh door
E. PHILIPS OPPENHEIM
Vertaling van Mevr. M. J. Landré-Tollenaar,
de baanvegers staan. Maar bijna eiken
dag meldt de krant ernstige verkeers
ongelukken; alleen als ze in onze on
middellijke omgeving gebeuren, maken
ze nog eenigen indruk. Anders lezen
we erover heen. Eigenlijk moest de
krant iederen dag wijzen op de geva
ren van den weg, aandringen op veilig
heidsmaatregelen, waarschuwen De
dood is op den weg!
Er zijn verschillende middelen noo-
dig, om het moderne verkeer, dat uit
zijn aard gevaarlijk is, zoo veilig moge
lijk te maken. Een daarvan is te zor
gen, dat de chauffeurs zoo frisch moge
lijk zijn. Dus geen dronken tot half
dronken chauffeurs! Het Congres voor
Snelverkeer en Alcohol heeft daar on
langs sterk den nadruk op gelegd.
Maar ook geen moede en slaperige
chauffeurs. Het schijnt zoo makkelijk
aan het stuurwiel te zitten, dat men
haast spelend bedienen kan. De chauf
feur zit op zijn dooie gemak en hij be
dient zijn machine haast werktuigelijk.
Alles gaat even gemakkelijk. E-m kind
kan het doen. Zoo schijnt het!
Inderdaad wrordt er van een chauf
feur meer inspanning vereischt dan
van menigeen, die zwaren arbeid moet
verrichten. Een pianist heeft ook mak-
j kelijk werk. Hij trommelt maar een
beetje, op de toetsen, die bij de minste
aanraking geluid geven. Indien men
echter de krachtsinspanning van den
pianist in P.K. uitdrukt, merkt men,
dat pianospelen niet minder kracht
vereischt als hameren of metselen.
Maar bovendien moet de pianist zich
geestelijk inspannen. Dat gedt ook van
den chauffeur. Hij moet voortdurend
voor alles, ook voor de kleinste keinig-
heid 'zijn volle aandacht hebben. Hij
mag niets onnadenkend en werktuige
lijk doen. Hij moet zijn oogen gebrui
ken en zonder een oogenblik pauze op
iedere bijzonderheid op den weg acht
geven. Want de dood loert op den weg!
Het kan een menschenleven kosten, ais
hij, door een vlieg geplaagd, nijdig even
naar die vlieg slaat en zijn rad vergeet.
Menige chauffeur krijgt 'dan ook op
lange tochten hoofdpijn of wordt mat
en suf. Voor de veiligheid van
den weg is het daarom noodig, dat;de
werktijden van den chauffeur niet te
lang zijn.
De vorige week reed in Rotterdam in
den nacht een vrachtauto tegen een
lantaarnpaal. De chauffeur, door wiens
„schuld" en „onachtzaamheid" dit on
geluk gebeurde was des morgens om
half 'zes begonnen. Daar hij ver van de
garage afwoont, moest hij om vier uur
al van huis. Hij reed door de drukke
stad den heelen dag en den avond tot
half drie in den morgen. Bij de aanrij
ding wist hij niet, waar 'hij was. Hij
was van moeheid in slaap gevallen!
Bijna vier en twintig uur had hij op een
snikheeten dag hard moeten rijden.
Men dringt tegenwoordig aan 'op het
onderzoek der geestelijke geschiktheid
der chauffeurs en terecht. Maar zelfs
de kalmste en meest opmerkzame
chauffeur wordt 'eindelijk moe en suf
en kan daardoor ongelukken krijgen,
als er te veel van zijn lichaam en geest
gevergd wordt. Daarom is een wette
lijke regeling van den werktijd der
chauffeurs in loondienst zeer noodza
kelijk, om het publiek tegen den loe
renden dood op den weg te beveiligen.
En alle kranten in ons land moesten
dit herhaaldelijk eischen. Want de
stem des volks heeft in de pers een
loudspeaker, die doordringt tot in de
oor en der he eren in den Haag!
Zorg voor de dooden.
Een van de verschillen tusschen de
dieren en de menscben is, dat de laat-
sten nadenken over den dood en voor
hun dooden zorgen. De schapen grazen
rustig voort, ook al is een hunner dood
op het land neergevallen. Het doode
dier wordt geheel aan zichzelf overge
laten. Het blijft liggen, waar het ligt,
tenzij het een prooi is voor andere die
ren. Allerlei insecten en bacteriën ver
teren het; 'zij vormen samen den na
tuurlijken reinigingsdienst in db schep
ping. Maar reeds in de verre oudheid
hebben onder de menschen de levenden
voor de dooden gezorgd. Graven, urnen
met allerlei voorwerpen, die erbij be
hoor en, worden gevonden uit tijdvak
ken lang, voordat geschiedenis be
waard en overgeleverd werd. Op de
Veluwe is men thans weer bezig oude
grafheuvels op te graven en te onder
zoeken. Deels dagteekenen ze uit een
tijd, toen pas het gebruik van brons
bekend was en men een bronzen voor
werp als een even groote merkwaar
digheid beschouwde als wij een radio
toestel of vliegtuig. Men bouwde koe
pelvormige houten gebouwen, die voor
meerdere dooden de laatste rustplaats
waren. Men heeft in dien tijd een roode
kleurstof gebruikt in het graf en de
grafkamer, het doodenhuis. Duidelijke
sporen worden daarvan nog in de heu
vels teruggevonden. Die zorg voor de
"dooden hangt voor een doel samen inet
de gedachte, dat de zielen blijven en op
een of andere manier met de lichamen
in verband staan. Maar ook uit zich
hier de genegenheid voor de dooden,
die in alle tijden tot bijzondere zorgen
voor de dooden en het graf heeft ge
leid.
't Is het laatste, dat men voor hen
doen kan! hoort men dan dikwijls zeg
gen. Het is 'zeker waar. Als men dan
maar niet vergeet, dat het meer bet.ee-
kenis heeft den levenden met bloemen
te verblijden dan een graf onder bloe-
meente bedelven. De levenden behoeven
onze zorg en liefde meer dan de dooden.
De magere jaren voor den landbouw.
Het is al een maand geleden, dat voor
de Gron. Mij. van Landbouw de- heer
E. H. Ebels een merkwaardige rede
over den toestand van den landbouw
hield. Hij vond weinig reden tot jui
chen. Daapmee wordt dan bedoeld, dat
er beelemaal geen reden tot juichen
maar veel reden tot klagen en zuchten
is. Hij gaf de volgende cijfers. Als men
het indexcijfer voor de landbouwpro
ducten in '13 op 100 stelt, is dat voor
Mei '26 158. Het indexcijfer voor de pro
ductiekosten is nu 204 'en dat van het
levensonderhoud 143. Er moet dus
l*ezuinigd worden op de productie
kosten, terwijl de loonen in het land
bouwbedrijf al laag zijn. De prijken en
huren van het land blijven 'echter bij
zonder hoog.
Een kind kan narekenen, dat dit mis
moet gaan. Als de uitgaven de inkom
sten overtreffen, boert ook de boer
langzaam maar zeker achteruit. Toch
ziet men, aldus de heer Ebels, niet,
dat de landbouwers hun uitgaven voor
luxe gaan beperken. Die uitgaven (auto,
motorfiets enz.) kunnen echter thans
niet uit het bedrijf gevonden worden.
PRIMA
Direct leverbaar in groote en
kleine partgen
Forsche, lichte en spijkerbire Steen
GOEDE VASTHEID
CONCURREERENDE PRIJZEN
Vertegenwoordiger voor Kennemerland
J- v. Tiggelen, Trompstraat, Velseroord.
Die weelde kan men zich alleen veroor
loven uit het met zorg en moeite en
groote soberheid bijeenvergaarde kapi
taal der voorouders. De heer Ebels ein
digde aldus: „Laten we dat in 'het oog
houden, zoowel in het eigen als in het
algemeen 'belang. Men hebbe er geen
bezwaar tegen, dat de jongere genera
tie zich meer aanpast bij den modernen
tijdgeest, maar men late niet na, hen
te wijzen op de goede deugden der
vaderen, die het hun mogelijk hebben
gemaakt, te leven zooals ze nu doen en
die op hun schouders de verplichting
leggen, te zorgen, dat onze boerenstand
met eere de belangrijkste plaats, die
hij in de samenleving inneemt, blijft
vervullen."
De boerenstand teert dus thans, ten
minste voor de weeldedingen, op de
zuinigheid van de voorouders. De land-
HOOFDSTUK XXXIÏ.
'öp den morgen van den 19den De-
saber werd Bliss met een ei genaar
ds gevoel van opwinding wakker. Ge-
wende een paar oogenblikken lag hij
al ist wijd geopende oogen voor zich uit
staren. Nu de lang verwachte dag
hij «lelijk was aangebroken, kon hij i
maar niet voorstellen, dat het
roefjaar nu werkelijk achter den rug
dat hij geen nieuwe ontberingen
le«r behoefde te vreezen. Maar zijn
échten hieven maar heel even stil
san bij de beteekenis, die deze dag
w 'hem persoonlijk bad. De hoofd
tak was Frances. O, het geluk, dat
eerste gedachten, na twaalf maan-
511 van misère, niet voor hem zelf
^en, maar voor een ander! Hij
uit zijn bed en maakte, zijn
oilet zoo zorgvuldig mogelijk. En daar
telde hij zijn geld, twee en dertig
|lg. Zijn geldelijk bezit was dus
ea twintig shilling, want hij was
ja hospita nog een week kamerhuur
Hij betaalde zijn rekening en
om even over achten voor de
laatste maal de trap af. Hij deed de
voordeur open en botste bijna tegen 'n
bekende figuur aan, die vlak voor de
deur stond, met haar hand op den
schelknop.
„Mr. Heath", riep hij uit. „Wel, dat is
toevallig".
Maar het was 'n herboren Mrs. Heath
een Mrs. Heath, wier geheele gezicht
straalde van vreugde, wier arme, ver
moeide oogen glansden door het onver
wachte geluk. Haastig greep ze naar
zijn hand.
„Dat bent u geweest, mijnheer. Dat
kan niemand anders dan u gedaan heb
ben", riep ze uit, terwijl ze zijn beide
handen vastgreep en hem met haar
glinsterende oogen aankeek, alsof ze
de bevestiging van haar vermoeden
van zijn gezicht wilde aflezen. „Ik weet
er anders geen uitlegging voor. Het
kwam gisteravond met de laatste post
en er waren vijf en zestig pond aan
bankbiljetten bij ingesloten ik heb
vanacht geen oog dicht gedaan en van
morgen heb ik er een paar ingewisseld
en ze zijn echt, ze zijn werkelijk echt.
O. Mr. Bliss, u weet niet wat het voor
me beteekent. De kinderen zijn be
zorgd en ik kan Hughie naar school
sturen en ik weet zeker, dat u het ge
daan heeft en ik kan werkelijk niets
meer zeggen, anders ga ik schreien.
Maar ikik dank u ik dank
u hartelijk".
De oprechte dankbaarheid in mrs.
Heath's stem trof Bliss diep. Zij ook,
die kleine vrouw met haar vermoeide
gezicht, had het hare er toe bijgedra-
dragen om hem de wereld met geheel
andere oogen te leeren zien. Zijn oogen
schoten vol tranen. Impulsief stak hij
zijn arm 'door den hare.
„Mijn beste mrs. Heath", zedde hij
hartelijk, „u bent zoo goed voor me ge
weest, ik heb zoovéél vari u geleerd. Ja,
ik heb u het geld gestuurd. Mijn doel
was, dat. u voor de rest van uw leven
zoo gelukkig mogelijk zoudt zijn, dat u
geen angst zou kennen voor een te kort
schieten van uw geldelijke omstandig
heden. U heeft al genoeg zorg en ver
driet gehad, niet waar? En over een
paar dagen kom ik met mijn vrouw
eens zien, hoe 't er mee gaat."
„Maar heeft u nu wel genoeg voor u
zelf overgehouden, mijnheer?" vroeg
mrs. Heath met een heel begrijpelijke
bezorgdheid.
Bliss begon te lachen.
„Dat zou ik wel denken, mrs. Heath.
Ik heb meer geld, dan goed voor me
is", stelde hij haar gerust. „Vroeger heb
ik er heel slordig mee omgesprongen
evengoed als met mezelf. Maar ik zal u
alles wel eens uitvoerig vertellen, als
we u komen opzoeken. Ik kom gelukkig
als een geheel ander mensch in mijn
vorig leven terug."
„Als er iemand is, die den hemel ver
diend heeft, mijnheer begon ze.
Bliss schudde haar haastig de hand
en liep uit verlegenheid zoo snel moge
lijk weg; maar toen hij op het punt
stond den hoek om te slaan, kon hij
zich niet weerhouden, om even om te
kijken. In de verte zag hij mrs. Heath
met opgeheven hoofd, opgewekt den
kant van haar huis oploopen. 't Was, of
hij plotseling in staat was haar ge
dachten te lezen of hij kon voelen
wat het voor haar heteekende, dat de
zware zorgenlast voor goed van haar
afgenomen washet geluk om de
kinderen veilig en goed verzorgd te we
ten de rust, dat de strijd om het be
staan voor haar geëindigd was. Maar
nu werd de kleine, in 't zwart gekleede,
figuur door de vele voorbijgangers
langzamerhand aan zijn oog onttrok
ken; Bliss keerde zich om en liep snel
den kant van de groote autobus-garage
op. Precies op tijd stapte hij daar bin
nen en liep regelrecht naar het kleine
kantoortje van den chef-bestuurder
toe.
„Ik kom u mijn rijbewijs terug bren
gen, mijnheer," zeide hij. „Gisteravond,
toen ik weer begon kon ik u niet vin
den en toen ik klaar was, was 't over
eeneft."
„Ga je ons verlaten, Bliss?" vroeg de
chef, „dat is jammer, je stond zoo goed
aangeschreven."
„Ik heb een buitenkansje gekregen,
mijnheer," vertelde Bliss hein, „en
daarom schei ik er voor het oogenblik
mee uit."
Verbaasd keek de man hem aan.
„Nou", zeide hij, „die bus van jou
schijnt wel betooverd te zijn. Je maat,
Jennings loopt rond of *iij stapelgek
geworden is. Die 'heeft plotseling hon
derd pond voor zijn kinderen gestuurd
gekregen en hij heeft geen flauw idee
van wien. En 't gekste is, dat ze mij een
paar dagen geleden ook vijftig pond
thuis gestuurd hebben. En nou jij! Ik
begrijp er. geen bliksem van, waarach
tig als 't niet waar is."
Hij keek Bliss onderzoekend aan. De
ze deed of hij niets merkte, maar dade
lijk, toen hij de kans schoon zag, wist
hij te ontsnappen. Aan een stalletje op
den hoek van de straat dronk hij een
kop koffie, daarna wandelde hij Fran
ces te gemoet. Juist, toen hij nog een
paar meter van haar huis verwijderd
was, kwam ze de deur uit. Toen ze hem
zag, werden haar oogen donker van
schrik.
„Je bent toch niet je betrekking
kwijt, Ernest?" riep ze angstig uit.
Bliss schudde geruststellend van
neen.
„Ik ga een tijdje vacantie nemen,
verklaarde hij, „en jij gaat mee."
„Wat praat je over vacantie," zeide ze
verbitterd. „Je weet heel goed, dat zoo
iets voor mij niet mogelijk is."
„Hoe kom je aan dien onzin", ant
woordde hij opgewekt. „Ik weet juist,
dat zoo iets voor jou heel goed moge
lijk ia. Wil je nu voor vandaag eens
precies doen, wat ik je zeg kind? Dan
begin je met naar je kantoor te telefo-
neeren, om ze te laten weten, dat je
vandaag onmogelijk kunt komen. En
dan zullen we meteen erbij zeggen, dat
't heel goed motgelijk is, dat ze je niet
meer terugzien.
Wordt vervolgd.
9