ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN
Éileumnummer IJmuider Courant.
sarin kleine Annie
to. 103
Zaterdag 30 October 1926
lie Jaargang
Yersebfjiit Woensdags Zaterdags
[Geschikt voor alle
- Bouwdoeleinden -
Steenfabriek
R. Butzer, Hoogovens
IJsmideis.
r
JJnementiprija: f 1.— per 3 maanden, franco per poat f 1.35. Abonnemen-
worden aangenomen aan het bureau en bij de Agenten.
1^ Ifjrfentiên 2 maal achtereenvolgend opgegeven op het gewone tarief,
I# jrJeo koatelooa nog een derde keer opgenomen in het eeratvolgend
R («iidagnummer.
Jffrtentiën voor de Adrealijat 6 plaatsingen van dezelfde tekst (onveran-
Ji f 4.13 Dlaatsintfen fdua 3 masn^pn npKforopnl f fi
u fiuaioi UJjCU Y tl U UKiKllUE II
(d) f 4.13 plaatsingen (dus 3 maanden achtereen) f 8.
V jyerfentiên uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot
HJDAGS tot 4 uur n.m. v
IJ MUIDER COURANT
9 uur v.m. en
plaatsen van advertentién van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad
aliluitend gerechtigd het Advertentie-bureau P. F, C. Roelse, IJmuiden.
Uitgave van de N.V. UITGEVERS-MIJ. „IJMUIDEN''
Adres voor Rsdittli en Admlmlstratls
N.V, DRUKKERIJ SINJEWEL
WILLEMSPLEIN 11 TELEFOON 153 IJMUIDEN
Ingezonden mededeelingen 40 ets. per regel Advertenties van 1 tot en
met 5 regels f 1.iedere regel meer 20 ets. Compact gezette adverten
ties van 1 t. en m. 5 regels f 1.25, iedere regel meer 25 ets. Kleine
advertenties en familieberichten zoomede vereenigings-advertenlies uit de
gemeente, uitsluitend bij vooruitbetaling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75
iedere regel meer 15 ets. Bij niet contante Shtaling worden de gewone
prijzen berekend. Advertenties ,,adres bureau van dit blad" 10 ets. extra;
voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets. in
rekening gebracht. Bovenstaande regelprijzen worden met 5 cent
verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente Velsen.
Oeljktijdig met de l/maider Courant laten wij het jubileumnummer
■schijnen. Wij twijfelen er niet aan of velen zullen den inhoud
'tien met belangstelling lezen. Voor zoover voorradig is het
Wltumnummer verkrijgbaar a 15 cent.
Vegens de feesten zal het Kantoor en de Drukkerij der N. V. Drukkerij
sjiwel Dinsdagmiddag vanaf 12 uur OESLOTEN ZIJN.
IJmuiden,
,1 Nov, 1876-1 Nov. 1926".
'oorzeker is het een voorrecht om een
iperk te kunnen overzien en herden-
i van het ontstaan, den groei, de op-
Bst en den bloei van een plaats zooals
op wier plek voor ruim 50 jaren, nog
dan woeste duinen waren en waar
konijn de heerschappij voerde, de gol-
het strand beukten,
fele der tegenwoordige bewoners van
Duiden die daar dagelijks voortgaan en
drukke bezigheden verrichten „de
uggle for life'1 te voeren hebben, zijn
irschijnlijk onbekend met de dingen en
surtenissen die het ontstaan van hun
ooplaats voorafgingen en tot gevolg
Idea, dat in den loop van jaren deze,
jjchien wel een der belangrijkste vis-
irsplaatsen van Europa, gevestigd
i
bestaat dan ook reden tot feestelijke
fenking waar door het graven van het
laai door Holland op zijn smalst", een
binding van Amsterdam naar zee,
iraan zulk een behoefte was, tot stand
im en de latere stichting van een vis-
ersvlek, later dorp en wellicht in de
komst een nieuwe stad ten gevolge had,
if zoovelen hun levensonderhoud ver-
aen en bijdragen tot den bloei van den
at.
Imstreeks 1850 en reeds vroeger, begon
koopstad Amsterdam meer en meer de
•jefte te gevoelen aan een betere ver-
iing naar zee. De Pampus was reeds
(voor *roote schepen onbevaarbaar, het
1824 tot standgekomen Noord-Hol-
dsch Kanaal waardoor de schepen naar
iiwediep moesten opgesleept worden,
Heed niet meer. De vertraging was te
groot, de scheepsladingen moesten dik
wijls gedeeltelijk in lichters overgeladen
worden om in Amsterdam te kunnen arri-
veeren. De handel der Hoofdstad kwijnde
in dien tijd.
In 't kort men zon op middelen om een
korteren weg naar zee te zoeken. Het
smalste deel, de duinreeks vanaf Velsen,
westwaarts, werd tot doorgraving aange
wezen! Lang heeft het geduurd aleer de
plannen die voor die doorgraving beston
den tot éénstemmigheid waren gekomen.
Velen waren vóórstanders van het nieuwe
kanaal, anderen tegenstanders wegens de
vrees voor onuitvoerbaarheid en ook omj
militaire redenen keurden ze het af de
duinenreeks te doorgraven en den eventu--
eelen vijand de gemakkelijke gelegenheid i
te verschaffen in het hart des lands door te
dringen.
Eindelijk zegevierde het plan der voor
standers aan wier hoofd zich ook Koning
Willem III bevond, 's Lands Regeering en
het Bestuur van Amsterdam. In het jaar
1863 werd het definitieve Kanaalplan
door de beide Kamers aangenomen en dit
feit op 's Konings Verjaardag 19 Februari
te Amsterdam feestelijk gevierd.
Er werd wel besloten het werk dat 7
jaren zou duren van Staatswege met kapi
taal te steunen, doch verder aan particu
liere maatschappij met aandeelen op te
dragen. De Amsterdamsche Kanaal Maat
schappij werd gevormd, de concessionaris
was cje keer J. G. Jager c.s. Hoewel de
Hollanders als waterbouwkundigen steeds
als de meest vooraanstaande worden be
schouwd, toch moesten hier vreemdelingen,
Engelschen geroepen worden om de ka-
naalwerken uit te voeren.
Het werd dan ook 1865, den 8 Maart,
dat de eerste spade in den grond werd ge-
stoken, hetgeen met eenige plechtigheid
gepaard ging. De hoofden der Kanaal-
Maatschappij, waarvan voorzitter was de
heer S. W. Josephus Jitta waren hierbij
tegenwoordig, terwijl de heer J. Boele den
eersten steek grond uitnam.
Welke groote gevolgen de Kanaalgra-
ving behalve voor Amsterdam, voor het
rustige, vreedzame en landbouwende Vel
sen zou hebben, dat kon men toen bij verre
na nog niet voorspellen. Reeds onder re
geering van Koning Willem I was reeds de
richting aangegeven, die een te maken ka
naal zou hebben te nemen, n.l. door het
duinlandgoed „de Breesaap'' dat toen
voor een groot deel uit vruchtbaar wei- en
teelland bestond, behalve het daarbij be-
hoorende woeste en wildrijke duin. De
Brêesaap alléén besloeg een oppervlakte
van 815 Hectaren waarvan 20 H.A. nog
onder de gemeente Wijk aan Zee en Duin
behoorde.
De Brêesaap was sedert 11 Januari 1851
eigendom van de heeren J. W. Arnold en
Aj_ J. Bik. In 1867 kochten zij er nog bij
de boerderij „Weltevreden" groot 20 H.A.
en „Middenhoven" groot 35 H.A. De gron
den waren vermaard om hun plantenrijk-
dom en vochthoudenden bodem. Hiervan
werden eerst 35 H.A. verkocht aan de
Kanaal-Maatschappij voor zandberging en
later een gedeelte voor den aanleg van het
Fort.
Daar de tegenwoordige onteigeningswet
toen nog niet bestond, werd door de eige
naren van de Breesaap vrijwillig vergun
ning gegeven om hun landgoed te doorgra
ven. Zij zagen wel in; dat hunne gronden
zoo doende met'den tijd in waarde zouden
stijgen.
Het stille Velsen werd, nadat de werk
zaamheden waren aangevangen een roeze
moezige plaats, ingenieurs, opzichters, En-
gelsche en Hollandsche polder- en andere
werklieden. Bij tusschenooozen ruwe
drinkgelagen en ook vechtpartijen hadden
er plaats. De tamelijk zwakke politie had
hare handen vol. Toen ontstond een neder
zetting, eerst van hutten voor kanaalgra
vers, later werden er ook vaste huisjes ge
bouwd, deze nederzetting werd „de Heide"
genoemd, nu het dorp Velseroord."
Daar de kanaalwerken en het maken der
zeebrekers of pieren niet mede vielen en
vele millioenen eischten, kon de Kanaal-
Maatschappij geen stand houden en moest
getracht worden de zaken aan den Staat
over te doen. Hetgeen geschiedde.
Zoo brak dan na elf jaren harden arbeid
en veel tegenspoed de le November 1876
aan, de dag waarop het kanaal voor de
vaart zou worden opengesteld. Toen wa
ren gereed: De Noordzeesluizen, de beide
draaibruggen te Velsen en de werken,
bruggen en sluizen naar den kant van Am
sterdam en Zaandam, de polders Wijker-
meer, Houtrak- en IJpolder waren droog
en werd een groote oppervlakte vruchtbaar
land gewonnen. De algeheele afwerking
van het Kanaal duurde nog voort.
Schrijver dezes kan zich nog levendig
herinneren een tocht per paardenspoor
door het toen nog droge kanaal naar zee,
het maken der pieren door het neerlaten
der zware betonblokken, die in de nabij
heid gefabriceerd werden. Dit was in de
Paaschweek van 1871. Verder het buiïge
weer op 1 November 1876, de aankomst
van Koning Willem III aan het oude sta
tion te Velsen, het gedreun van de kanon
nen die het Koninklijk saluut 101 schoten
losten. De vaart van den Koning, de hooge
Autoriteiten en Besturen per stoomer „de
Stad Breda". Bij de sluizen opgeslagen
tenten en tribunes, waar de toespraken
werden gehouden, de muziek der Amster
damsche Schutterij speelde en gratis ver-
verschingen werden aangeboden. Een oor
konde van de opening werd vastgelegd en
door den Koning onderteekend.
IJmuiden, die naam „de monden van
het IJ", reeds in 1848 door Professor Vis
sering genoemd en bestemd om aan de
nieuwe plaats te geven, die zijn voorzeg
gende geest in de toekomst zag verrijzen,
ze werd op dezen dag der opening voor 't
eerst officiéél genoemd door Burgemeester
Enschedé (18531892) die na de toespra
ken zijn galasteek zwaaide en het „Leve
IJmuiden" aanhief.
Behalve eenige tijdelijke, meest houten
gebouwen was van een dorp IJmuiden
toen nog niets te aanschouwen.
Een der eerste bewoners van IJmuiden
was de heer J. Engelhart. In den loop der
volgende jaren werd er gaandeweg ge
bouwd en verrezen de eerste hotels: Hotel
Nummer Eén en Willem Barendsz. Kerken
van allerlei gezindten, eerst in 't klein la
ter grootere. Een straatweg van Velsen
naar IJmuiden kwam tot stand en de be
volking die zich in het nieuwe dorp ves-
PRIMA
Direct leverbaar in groote en
kleine partyen
Forsche, lichte en spijkerbare Steen
OOEDE VASTHEID
CONCURREERENDE PRIJZEN
VertegenwoordigerJ. EIJK1NO, AIk-
maarscheweg 74, Beverwijk.
tigde was een mengelmoes, meest uit an
dere zeeplaatsen zooals uit Nieuwediep,
Volendam, Urk en vooral veel Egmonders.
Er was aanvankelijk één gemeenteveld
wachter, K. Hoorns, behalve de Rijkspoli
tie. IJmuiden werd aan het spoorwegnet
verbonden, vooral voor het verzenden van
visch en ook voor vervoer van reizigers was
dit van groot belang. Het spoorwegstation
dat zich aan de Kanaalstraat bevond werd
later naar de Visschershaven verplaatst en
de lijn daarheen omgelegd.
In de eerste 20 jaren na de opening van
het Kanaal bleef de nederzetting IJmui
den van weinig beteekenis, eerst in het be
gin dezer eeuw, toen de trawlvisscherij be
gon, kon men zeggen dat de plaats eigen
lijk begon te floreeren. Alles bleek te
klein en te beknopt gemaakt te zijn, het
kanaal, de sluizen, die bij de toenemende
VAN
H. GOURTHS—MAHLER
UIT HET DUITSCH VERTAALD DOOR
J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM
'ievrouw von Saszneck gaf den knecht
wenk, dat hij zich kon verwijderen,
Beste Norbert, wij kunnen het nu zon-
knecht doen, dit jonge meisje brandt
verlangen, werk te verrichten en plich-
te vervullen. Je kunt ons nu dus een
!|'e verwennen, Annielief. Het is veel
Williger als men geen bedienden om zich
Iraheeft, vindt je ook niet, Norbert?"
Zeker, tantetje, En als deze jonge dame
Plkiwil hebben, dan zal zij haar zin krij-
Dus, geachte freule, verwend u mij
ir een beetje."
'ij hield vroolijk zijn kopje op.
bediende hem lachend, maar zei kalm
zou u echter dadelijk willen verzoe-
11 mij eenvoudig juffrouw Sundheim te
aien. Het „geachte freule" past niet bij
011 positie."
Bj keek haar lachend aan.
1 wilt daarmede toch niet zeggen, dat
ten „geachte dame" zijt?"
c Slechts in bepaalde beteekenis van het
[u rd. Die titel komt toch eigenlijk slechts
adellijke dames toe, al is die ook in
(erkringen doorgedrongen. Maar in
J positie, zou ik toch liever niet zoo ge-
worden."
5 Maar, mijn lieve Annie, waarom leg je
,e* deo nadruk op „je positie". Je moogt
je toch niet als een ondergeschikte voelen,"
viel mevrouw von Saszneck in.
Annie drukte een kus op haar hand.
„Tante Elisabeth", uw goedheid zal alles
wat moeilijk lijkt voor mij effenen, maar ik
wil het in het geheel niet zoo gemakkelijk
hebben. En mijnheer von Saszneck zal mij
begrijpen en mij hierin terwille zijn."
Al had mevrouw von Saszneck een te
genwerping gemaakt, beviel het haar dat
Annie de zaak aldus inzag. Zij stelde hier
door met groote tact haar verhouding tot
Norbert in het juiste licht.
„Goed dan, juffrouw Sundheim, ik zal
volgens uw verlangen handelen om mij niet
uw toorn op den hals te halen," zei Nor
bert gekscheerend. „Wilt u zoo vriendelijk
zijn mij dien schotel aan te reiken.
Het ontbijt verliep even gezellig'als gis
teren het avondeten. Het speet Norbert dat
hij dadelijk daarna weer moest heengaan.
Hij nam van zijn tante afscheid met een kus
op haar hand, van Annie met een buiging.
Maar er lag een blijde, warme glans in
zijn oogen toen hij haar nog een blik toe
wierp voordat hij de kamer verliet.
Mevrouw von Saszneck liet Annie eerst
het geheele huis zien. Zij gaf haar onderwijl
eenige wenken over allerlei werk, dat An
nie haar nu uit de hand zou nemen.
Het jonge meisje was oprecht blij, toen
zij merkte, dat hier werkelijk een arbeids
veld voor haar lag. Het groote huishouden
eischte veel van mevrouw von Saszneck,
zoodat zij een hulp goed kon gebruiken.
De ochtend ging hiermede gauw voorbij.
Annie zag den heer von Saszneck bij het
middageten weer. Hij was vroolijk en opge
ruimd, schertste met tante Elisabeth en
verheugde er zich over als de zonnige lach
op het gelaat van Annie verscheen.
Mevrouw von Saszneck ging na tafel ge
woonlijk een uurtje rusten. Dat uur kon
Annie geheel naar haar eigen zin doorbren
gen, hetzij in de kamer of buiten.
Heden trok het buitengewoon mooie oude
park Annie naar buiten. Zij genoot er van
het zoo vrij te kunnen doorkruisen, geheel
alleen en vervuld van haar eigen gedach
ten.
Zij had er geen vermoeden van, dat Nor
bert von Saszneck haar door het raam van
zijn werkkamer nakeek en grooten lust in
zich voelde opkomen, haar te volgen en
wat met haar te babbelen. Maar hij volgde
zijn stillen wensch niet, doch nam met
groote zelfbeheersching achter zijn boeken
plaats, terwijl hij op spottenden toon zich
zelf de volgende strafpredicatie gaf.
„Mijn beste Norbert, waar denk je aan?
Zoo even stond je op het punt een groote
dwaasheid te begaan. Wees een beetje ver
standig oude jongen en doe geen domme
dingen. Dit aardige lieve meisje is een on
aantastbaar heiligdom voor je; ze. staat on
der bescherming van je huis. En daar zij
geen voorouders bezit, doe je verstandig
je niet te ernstig te verdiepen in de studie
van haar donkerblauwe oogen. Begrepen?
Steek je neus in je boeken en laat je geheel
in beslag nemen door loonlijsten en de prij
zen van het graan. Dan gaan die buien wel
voorbij."
Op die manier redeneerde Norbert met
zichzelf.
Maar toen Annie terugkwam uit het
park, stond hij toch weer verborgen achter
zijn gordijnen en zag haar aankomen.
In den middag ging mevrouw von Sasz
neck met Annie naar haar toekomstige wo
ning.
„Je moet toch zien, kindlief, waar wij
beiden later zullen wonen als mijn neef ge
trouwd zal zijn, en wij hier overbodig zijn",
zeide zij lachend, terwijl zij haar arm in
die van Annie legde.
Een smartelijk gevoel doorvoer Annie bij
die woorden. Ontstemd over zichzelf, be
knorde zij er zich over, maar het pijnlijke
gevoel kon zij toch niet bannen. Maar zij
verborg het toch zoo goed, dat niemand er
iets van bemerkte.
Al pratend liepen de beide vrouwen ver
der het park in, deze richting was Annie
nog niet gegaan. Zij moest het geheel door-
loopen, om het bekoorlijk, op een villa ge
lijkende huis te bereiken, dat gebouwd was
om als onderkomen te dienen voor de we
duwen van de majoraatsheeren van Sasz
neck. Reeds hadden drie voorgangsters dit
huis bewoond, het allerlaatst de schoon
moeder van Elisabeth von Saszneck. Het
lag midden in het groen op een weide.
Annie slaakte een kreet van verrassing
toen zij het huis zag liggen en mevrouw
von Saszneck knikte lachend.
„Is het niet kindje, hier zullen wij het
wel kunnen uithouden, ofschoon het ons
ook niet aan bezoek zal ontbreken. Alle
bezoekers, die naar Saszneck willen, moe
ten hier voorbij. En dan kapen wij de be
langwekkendste» weg.
„Het kon wel eens zijn,, dat dit den heer
von Saszneck niet beviel," antwoordde An
nie lachend.
„Nu, daarover zullen wij wel tot een
overeenstemming kunnen komen. Maar in
alle ernst, kindje, als kluizenaars zullen wij
beiden hier niet wonen. Wij zullen het ons
echt gezellig maken."
Het huis bestond uit twee verdiepingen,
en had in den voorgevel zes ramen. In een
ronden hoektoren bevonden zich de vesti
bule en het trappenhuis. Deze toren was
begroeid met klimop, hetgeen aan het ge
heel iets zeer schilderachtigs gaf.
Gelijkvloers lagen de huis- en eetka
mers, een groot en een klein salon en de
bibliotheek. Op de tweede verdieping
slaap-, kleed- en logeerkamers. De keuken,
provisiekamers en dienstbodenkamers en
een kleine woning voor den tuinman en zijn
vrouw bevonden zich in het sousterrein.
Nu waren de tuinman en zijn vrouw de
eenige bewoners van het huis. Deze zeer
voorname woning werd, al was zij onbe
woond, nu en dan bij groote feestelijkheden
in het slot gebruikt voor gasten, die zich
wat wenschten terug te trekken. Maar
sedert den dood van den zoon van mevrouw
von Saszneck werden er zulke feesten niet
meer gegeven.
Dit vertelde mevrouw von Saszneck aan
het jonge meisje.
Er behoorden allerlei kleine rechten bij
de weduwewoning. De eigenaar van het
majoraat moest bijvoorbeeld altijd paard en
rijtuig ter beschikking van de bewoonster
stellen. Ook moest er een zekere hoeveel
heid van de opbrengst van het goed gratis
afgedragen worden aan de keuken van het
huis. Heel precies was vastgesteld hoeveel
boter, eieren, gevogelte, wild, groenten en
nichten gebruikt en geëischt kon worden.
Toen mevrouw von Saszneck haar dat al
les vertelde, moest zij lachen.
Ook de oude dame lachte.
Wordt vervolgd.