ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN
arme klein® Mm
Van den Wachttoren
Plaatselijk Nieuws.
IJmuiden
Velsen
lïïoimp;
Overveen, Tel. 10956
No 48
Woensdag 20 April 1927
12e Jaargang
IJMÜIDER COURANT
Belasting en wilden.
'im
In iet land der koppensnellers, Nieuw
Guinea werkt de Roomsche zending. Pater
Verhoeven poogt de Kaja-Kaja's tot het
(Christendom te brengen. Hij vertelt leven-
j (Jig en onderhoudend van deze wilden. Ze
verstaan maar een wpord van onze taal:
belasting. Per hoofd moeten zij f 6 opbren-
^n. Ze hebben echter geen verstand van
geld en daarom laat de regeering ze beta
len inklappernoten. Ze brengen dan
400 klappernoten en ontvangen eenige
centen terug. Dat is een eenige manier,
om belasting te betalen en zoo aan geld te
komen. Dat geld, meenen zij, is voor den
[controleur. Toen zij hoorden, dat deze ech
ter ook belasting moet betalen, daalde de
ze In hun achting. Zij stelden voor, dat hij
zooveel zou betalen, dat zij hun klapper
noten konden houden. De zendeling vertel
de hun, dat de belasting voor de radja, de
koningin is. Hij liet de wilden raden, wat
deze ermee deed. Daar koopt ze koppen
voor! dacht een oude koppensneller. Ande
ren daohten van rijst, of brood of zeep.
Een, die uit een geïllustreerd tijdschrift
zijn eerste les in beschaving ontvangen
had, dacht van een stoomfiets of een voet
bal.
De zendeling maakte hun duidelijk, dat
het geld noodig is voor de booten, den
dokter, de tabak voor de zieken en voor de
I. soldaten. Deze laatste uitgave vonden zij
van het geld. Laat die soldaten maar
gaan, stelden zij voor. Dat moet gij aan de
koningin schrijven, dat ze de soldaten ge
rust kan terugroepen en we nooit meer
zullen snellen.
Zoo ontvingen zij inzicht in het doel der
belastingen. De staat als orgaan der ge
meenschap bewijst aan de burgers diensten
en presenteert ons daarvoor de rekening in
den vorm van het belastingbiljet. De Kaja-
Kaia's zijn wilden en zullen toch hun
klappernoten liever houden. Wij zijn be
schaafden en begrijpen de onmisbaarheid
van den staat en de diensten, die hij ons
bewijst; wij betalen dan ook deze staats
rekening even gewillig en eerlijk en spoe-
lig als die voor kleeren, sigaren of aard
appelen. Voor ons is het betalen van belas
tingen een plicht, dien wij zoo nauwgezet
mogelijk betrachten en ook voor het ge
ringste deel niet van ons willen afschuiven.
Ontduikingen en wanbetaling komen onder
wilden waarschijnlijk wel voor: Ze geven
graag eenige klappernoten te weinig. Maar
onder beschaafden komt dit niet meer voor,
iemand soms te weinig betaald, dan
t hij geen nacht meer gerust en
schaamt zich in het openbaar te verschij
nen en herstelt zoo spoedig mogelijk dit
kwaad. Men noemt dit geld van den be-
rouwvollen zondaar gewetensgeld. De Ka
ja-Kaja's kunnen nog heel wat van ons
leeren.
De Joden in Palestina.
Na den oorlog is Palestina aan Engeland
toevertrouwd. Het Engelsohe bestuur
heeft in het onder de Turken zeer verwaar
loosde heilige land zeer veel goeds gedaan.
De Joden hebben het ideaal, dat de bevol
king in meerderheid weer Joodsch zal
worden en zij, al is het onder de Engelsche
vlag, het oude Kanaan weer erfelijk zullen
bezitten. Er zijn eenige tienduizenden Jo
den met dat doel uit verschillende landen
naar Palestina heengereisd. Den laatsten
tijd kwamen er ongunstige berichten over
den toestand der Joden en hun toekomst
uit Palestina. Mr. A. Zimmerman heeft
over de Joden en Palestina een lezing ge
houden, waarin hij de hoop der Joden niet
ij del noemde. Bij den wapenstilstand had
Palestina, dat een weinig kleiner is dan
ons land 700000 inwoners, waarvan 76000
Joden waren. Uit verschillende fondsen is
voor Joodsche immigranten 100000 H.A.
grond gekocht. Aanvankelijk was de
stroom van Joden naar het land der vade
ren zeer groot. Er zijn 70000 Joden bijge
komen, zoodat ze thans 15 °/o der bevol
king uitmaken. Maar de laatste twee jaren
zijn er duizenden teruggekeerd en thans
zijn er zelfs een 6000 werkloos. Dat staat
er dus niet schitterend voor. De verhou
ding tot de Arabieren is echter beter ge
worden, Veel is gedaan, om het land uit
zijn staat van verwaarloozing op te heffen.
Daarom is Mr, Zimmerman niet al te pessi
mistisch. Hij vertrouwt, dat het Joodsche
streven zal gelukken en het blijken zal,
dat de Joden niet alleen handelscapacitei
ten bezitten maar ook talenten, om te ko-
loniseeren.
Men meene echter niet, dat alle Joden
uit de verstrooiing naar het land van Abra
ham; Izak en Jacob zullen wederkeeren.
Het zullen vooral de armere Joden uit
landen als Polen, Rusland, Roemenië enz.
zijn, die in de oude een nieuwe wereld zoe
ken. Palestina heeft ook steenachtige
vlakten en woestenijen en is niet overal
een land, overvloeiende van melk en ho
ning. Hoogstens zullen er 1V2 millioen Jo
den werk en brood kunnen vinden. Er zijn
echter 15 millioen Joden over de geheele
aarde verspreid. Het Sionisme verlangt
dan ook niet, dat alle Joden weer in het
Joodsche land zullen wonen, maar wel, dat
het een land der Jotden zal worden, En
voor dat doel werkt de kracht van zooveel
Joodsche offervaardigheid, bezieling en ge
loof, dat het zeker ook bereikt zal worden.
Den avond van Tweeden Paaschdag ontstond
brand in den carburator van de autobus Marian
ne, staande op het Willemsplein, Het brandje
werd met water en matten gebluscht. Het was
ontstaan, doordat de carburator overliep en toen
een brandende sigaret was weggeworpen.
Zondagavond is ingebroken in het woonhuis
van den heer A. C. B., den eigenaar van de zaal
Flora aan den Zeeweg, Door verbreking van een
ruit in de achterkamer is men binnengekomen.
Verschillende gouden en zilveren voorwerpen zijn
ontvreemd, als gouden horloges, dasspelden, le
peltjes enz.
Door de politie wordt een onderzoek ingesteld.
Het Centraal DrankweerComité in de ge
meente Velsen belegt morgenavond een vergade
ring in den lunchroom Eynthoven aan den Sta
tionsweg. Deze vergadering is voor de leden der
aangesloten organisaties, ter bespreking van de
komende Blauwe Week-actie,
De Afdeeling der Nat. Chr. Geheel-Onthou
ders Vereeniging houdt Vrijdagavond haar jaar-
vergadering in het Gebouw voor Chr, Belangen.
De vorige week Donderdag vierden de heer
A. Meesters en Mej. J, v, d. Wal hun 55-jarige
echtvereeniging. Zij mochten groote belangstel
ling ondervinden. O.a. kwamen de vroegere pa
troons van den heer M,, de heeren de Vries en
Arends, het echtpaar gelukwenschen en boden
een enveloppe met inhoud aan.
j. Zondagmiddag was er receptie in het Patro
naatsgebouw, Van de 52 kleinkinderen kwamen
er 50 de grootouders en overgrootouders afhalen.
Tijdens de receptie kwamen zeer velen het
bruidspaar en de familie gelukwenschen.
Door Gedep. Staten van Noord-Holland is
geweigerd de aanvrage der Haarlemsche Brock-
way-Bus-Maatschappij om vergunning voor een
autobusdienst van Haarlem over Schoten en VeL
sen naar IJmuiden en terug,
Ged. Staten hebben overwogen, dat naar hel
oordeel van hun College door de Nederlandsche
Spoorwegen en de bestaande autobusdiensten te
zamen voldoende in het reizigersvervoer tusschen
Haarlem en IJmuiden wordt voorzien, zoodat aan
het in werking brengen van een nieuwe autobus
verbinding tusschen beide plaateen geen behoefte
bestaat, terwijl hun College evenmin aanleiding
vindt voor de exploitatie van het traject Haar
lemSchotenVelsen aan de Haarlemsche
Brockway-Bus_Maatschappij boven een der bi
staande ondernemingen de voorkeur ie geven.
Zooals reeds door ons werd medegedeeld
vierde de IJm. Federatie Maandagavond in Ti-
voli.haar twintig jarig bestaan. De zaal was reeds
vroegtijdig goed bezet, het bestuur prijkte op het
feestelijk met vlaggen en bloemen versierde podi
um; „Haarlemsch Kelin Orchest" deed zich hoo-
ren en zoo heerschte er weldra een opgewekte
stemming. Nadat door den heer G. Blaas de
feestelijke bijeenkomst was geopend, kreeg de hr.
Bouraan, voorzitter van de Ned. Fed, van Transp.
Arb. het woord, die in een korte, krachtige
speech deed uitkomen dat de Ned. Fed. van
Transp. Arb. er trots op was een organisatie als
de IJmuider Federatie in haar rijen te hebben.
Spr. bood namens zijn Federatie de IJmuider
Federatie een nieuw vaandel aan, daarbij de hoop
uitsprekend dat de visscherslieden optrekkend
achter dit vaandel hun moedigen strijd voor meer
levensruimte ook verder succesvol zouden voe
ren. Onder hartelijk applaus overhandigde spr.
het vaandel aan het bestuur der IJmuider Federa
tie.
Verder werden door een aantal organisaties,
middels door hun gezonden vertegenwoordigers
gelukwenschen overgebracht onder aanbieding
van bloemstukken, waarachter het bestuur hoe
langer zoo meer schuil ging.
Er was gezorgd voor muziek en zang; uit alles
bleek dat het programma zeer in den smaak viel,
vooral het humoristisch mannen-quartet had zeer
veel succes; het gelach en het applaus waren niet
van de lucht. Waar van de artisten steeds meer
gevraagd werd dan het programma feitelijk aan
gaf, zag het bestuur zich verplicht de pauze te
laten vervallen en kreeg de heer Sneevliet, voor
zitter van het Nationaal Arbeids Secretariaat, on
middellijk na het vijfde nummer het woord. In
gespannen aandacht volgden de aanwezigen het
betoog van dezen spreker, welke, het gedicht
„De Stad" van Adama van Scheltema voordra
gend, dit als uitgangspunt nam. Het symbool, al
dus spr.., heeft zijn groote begeesterende kracht,
wat het kruis is voor den gelooyige, is het roode
vaandel voor de revolutionaire arbeidersbewe
ging, die zich niets minder ten doel stelt dan de
wereld te veroveren voor allen.
Spr. schetste de zeer belangrijke taak die de
IJmuider Federatie nog wacht. Zou er geen groot
eigen gebouw aan den havenkant kunnen verrij
zen. waar de zeeman verpoozing vindt in den tijd
dat hij rust van zijn zwaar bedrijf? Zou er op het
gebied van coöperatief werk geen belangrijke
taak te vervullen zijn? Maar vóór alles, moet de
IJmuider Federatie niet aan 't werk om verove
ringen te maken op geestelijk terrein? De geest
van rebellie, waardevol zonder twijfel, moet op
gestuwd worden tot klaar en vast revolutionair
inzicht. Spr. wekt de vrouwen op de mannen in
deze mooie en moeilijke taak als eerlijke, trouwe
kameraden ter zijde te staan. Alleen zóó, besluil
spreker zijn warm toegejuichte rede, hebben
avonden als deze, recht van bestaan, als wij ons
zelf in volle feestelijke stemming de richtlijnen
stellen, de nieuwe taak aanwijzen die wij met
vereende krachten in de naaste toekomst hebben
te verrichten. Op de loyale steun van het N.A.S.
en zijn aangesloten organisaties zal daarbij zonder
reserve kunnen worden gerekend.
Hierna werd het programma vervolgd en di
avond besloten met een gezellig bal, dat tot twee
uur duurde. Voldaan keerden ten slotte allen
huiswaarts, het was een avond die allen lang in
het geheugen zal blijven, door geen enkele wan
klank verstoord.
„Dat twee autobussen een wedstrijd gaar
houden gaat niet op". Zóó sprak Donderdagmid
dag de ambtenaar van het O.M. te Haarlem.
Het was bij het nemen van het requisitoir in de
zaak van de bestuurders van twee autobussen, die
beschuldigd waren in de maand November van
het vorige jaar onder de gemeente Velsen zóó te
hebben gereden, dat de veiligheid van het ver
keer in gevaar werd gebracïït. Bijna was er een
voetganger overreden. Gelukkig had de man nog
bijtijds weten op zijde te springen.
Toen de zaak voor het Kantongerecht werd
behandeld deelden wij bijzonderheden mede. Don
derdag diende de vzaak in hooger beroep. Nieuwe
gezichtspunten werden niet geopend.
Volgens het O.M. hadden de bestuurders der
beide autobussen inderdaad het verkeer belem
merd. Geruimen tijd hadden zij naast elkander
met hun bus gereden. Eindelijk had een den wed
strijd gewonnen, zeide spr. en was hij weten
voor te komen.
Het O.M. meende dat de Kantonrechter ver-
WERKEN VOLGENS EIGEN- EN
GEGEVEN ONTWERPEN
dachten terecht had veroordeeld wegens belem
mering van het verkeer en wegens het in gevaar
brengen van de veiligheid van het verkeer.
Gevorderd werd bevestiging van het vonnis
van den Kantonrechter: f 40 boete en ontzegging
van het recht om met een motorrijtuig te rijden
voor den tijd van zes maanden.
Door den caféhouder R. aan den Wijker-
straatweg, is bij de politie aangifte gedaan, dat
in den nacht van Donderdag op Vrijdag, is ge
poogd bij hem in te breken. Uit een der deuren
van de bij zijn café behoorende5 serre, was n.l.
een ruit gesneden. Er wordt echter niets vermist.
In de week van 39 April is in deze ge
meente één geval van roodvonk voorgekomen,
De bekende orgelvirtuoos Jan Zwart, die
Donderdag 21 April a.s., een concert zal geven in
de Geref. Kerk aan den Koningsweg te Velsen-
Noord, zal 't volgende schoone programma afwer
ken, waaruit kenners kunnen zien, dat er veel
schoons te wachten is.
1. Eerste deel uit F-dur concerto G. F. Handel
2. Adagio (Es dur) G. Merkel
3. Toccata (D-mineur) A. Renaud
4. Fantasie over Passie en Paaschmelodieën
Jan Zwart,
a. Psalm 22: „Mijn God, mijn God,
Waarom verlaat Gij mij?"
b. ,,o, Hoofd, bedekt met zonden!" 4
c, „Plechtig zwijgen, zoete vrede
heerscht er om des Heilands graf."
d, „Daar juicht een toon, daar klinkt een stem"
5. Andante en Allegretto F, Mendelssohn
6 Marsch A. Juilmant
7. Karakterstuk in den Phrygischen
toonaard A. Juilmant
8. Finale A, Juilmant.
9. Canzone Handel Thorley
10. Fantasie Toccatine over Psalm 33, J. Zwart
waarvan tot slot het Koraal (1ste vers van dezen
psalm) door de aanwezigen mede te zingen.
BESTEL UW DRUKWERK
BIJ DE
N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL
IJMUIDEN - WILLEMSPLEIN
VAN
H. COURTHS—MAHLER
UIT HET DUITSCH VERTAALD DOOR
J. P. WESSELINK--VAN ROS SUM
Toen Annie deze beide brieven had ver-
voelde ze zich opgewekter. De da
gen die er waren verloopen tusschen haar
g komst in 't pension, en de ontvangst van
naar eigendommen en de brieven, schenen
oaar toe, een eeuwigheid te zijn geweest.
Haar fantasie had haar de somberste
^voorstellingen gemaakt. Nu wist ze tenmin
j>te dat er niets verschrikkelijks was ge
beurd en dat mevrouw von Saszneck niet
"tos op haar was.
I Maar, naarmate ze kalmer werd zoo
veel te dieper gevoelde ze wat ze had moe
ten opgeven. Lusteloos zat ze in haar ka
artje, Bijna zonder te spreken nam ze
ueel aan de gemeenschappelijke maaltij-
waarbij de andere pension-gasten het
schoont
ernstige meisje dat altijd in 't
j^art was gekleed met nieuwsgierige
Wikken opnamen en onder elkander aller-
bemerkingen over haar maakten.
Mevrouw Haller poogde één en ander
Annie te vernemen. Deze had haar in
kort meegedeeld dat ze een betrekking
tocht, en gaarne in 't pension zou blijven
jOt ze die had gevonden. Ze betaalde 't
lle pension een maand vooruit en gaf
aarbij beslist te kennen, dat ze onge
stoord
Annie's rouwgewaad, en de mededee-
^*8 dat haar moeder was overleden, maak
wenschte te blijven.
ten dat mevrouw Haller haar zeer vrien
delijk behandelde; waar het vooruitbetaal
de sommetje ook zeker 't zijne toe bijdroeg.
Na eenigen tijd kon Annie er toe komen,
om eiken dag minstens een uur in de bui
tenlucht door te brengen.
Moe en lusteloos zag ze naar de drukte
in de straten. Maar daar zij zich beter ge
voelde sedert ze dagelijks buiten kwam,
strekte ze langzamerhand haar wandelin
gen verder uit en eindelijk begon ze ook
over haar toekomst na te denken.
Op zekeren dag besloot ze een adverten
tie te laten plaatsen, waarin ze om een be
trekking solliciteerde.
Terwijl ze de „Linden" passeerde om
een advertentiebureau te zoeken, zag ze
een heer vóór zich uit gaan. Zijn gang en
gestalte herinnerde haar zóó sterk aan
Norbert, dat ze als verlamd van schrik
bleef staan, daar ze niets anders dacht,
dan dat hij het was. Eerst door 't getoeter
van een auto kwam ze weer tot zichzelf
De heer, wiens aanblik haar zoo had
doen ontstellen, was dicht bij haar blijven
staan, om een rijtuig te laten passeeren.
Toevallig keek hij om en zag in het
mooie, bleeke meisjesgezicht. Hij liet An
nie langs zich heengaan en volgde haar
toen, daar haar schoonheid hem aantrok.
Ze bemerkte dit, en liep snel verder. Maar
de vervolger bleef dicht achter haar en dit
maakte haar zóó zenuwachtig, dat ze een
taxameter aanriep, en daarin weg reed. De
heer zag haar na, zoolang hij kon.
In huis terug gekomen viel Annie schrei
end op de rustbank. Haar zenuwen waren
door de gebeurtenissen van den laatsten
tijd zóó aangedaan, dat dit kleine voorval
haar geheel van streek bracht. i
Ze kwam zich nu zoo eenzaam en verla
ten zoo zonder eenige bescherming
voor en ze vroeg zich angstig af, hoe de
toekomst wel zou zijn. En opnieuw dacht
ze, dat ze dit offer niet had moeten bren
gen, dat zij geen afstand had mogen
doen van de bescherming eener trouwe
liefde. Hoe veilig had ze tegen zijn borst
gerust! hoe sterk en trouw had ze zijn
hart voelen kloppen! En wat hadden zijn
oogen niet geschitterd van geluk, als hij
haar aanzag, wat had hij zijn lippen in
nig en vast op haar mond gedrukt! Was
zij niet een gekkin om dit alles op te ge
ven alléén omdat ze bang was, dat hij één-
maal berouw zou krijgen? En gesteld
dat dit gebeurde waren ze dan niet bei
den een tijdlang volmaakt gelukkig ge
weest?
't Verlangen naar Norbert greep haar op
dit oogenblik zóó sterk aan, dat ze zacht
jes begon te kreunen. Ze was opnieuw in
een hevigen tweestrijd gewikkeld; en kon
niet tot een besluit komen.
Daar ze zich niet in staat gevoelde om
niet vreemde menschen den maaltijd te
gebruiken, liet ze zich verontschuldigen en
verzocht om een kop thee, want ze had 't
koud.
Uitgeput en ellendig ging ze vroeg naar
bed, en schreide zich in slaap.
In den droom was ze weer op Saszneck,
Ze zag Norbert met een bleek, door wan
hoop vertrokken gelaat, door een laby
rinth van boomen loopen, om een uitgang
te zoeken. En zijzelf was aan één dezer
boomen vastgebonden, en schreide bloed-
roode tranen die, als ze op den grond vie
len, in roode, vreemdgevormde bloemen
veranderden. Deze schoten steeds hooger
en hooger op, zoodat zij haar 't gezicht op
Norbert ontnamen, en daarover gevoelde
ze zich zóó ongelukkig, dat ze steeds hevi
ger schreide. Maar de bloemen woekerden
om haar heen, en sloten haar eindelijk ge
heel in, zoodat ze nauwelijks meer kon
ademhalen. Met een kreet ontwaakte ze,
en bemerkte toen dat haar gezicht door
tranen overstroomd was.
Op denzelfden dag dat Annie een ad
vertentie had laten plaatsen, lag op één
der ziekenzalen in een kliniek te Frank
fort een vrouw, van ongeveer midden veer
tig jaren. Naast haar bed stond een pleeg
zuster, die haar 't drankje wilde ingeven.
Onrustig, en met angstige oogen, zag de
zieke haar aan.
„Zuster Klara, zeg me de waarheid: zal
ik de operatie kunnen doorstaan?"
De jonge verpleegster boog zich glim
lachend over haar heen.
,,'t Zal alles wel goed gaan, juffrouw
Hartmann; maak u maar niet bezorgd.''
De zieke drukte de hand der Zuster,
maar zag nog even angstig naar haar op.
„Ik zou 't zoo graag zeker weten, lie-
Zuster. 't Is omdat ik ja ik heb
nog iets te doen op de wereld iets zeer
gewichtigs. Ik ken een geheim, Zuster
en och, Zuster als ik dat niet kan
itspreken vóór ik sterf, zal ik geen rust in
mijn graf vinden,''
't Gezicht van Zuster Klara was ernstig
geworden,
„Dan moet u in elk geval uw hart
verlichten, juffrouw Hartman, 't Is niet
goed dat men vóór een operatie onrustig
is. Als u kalm is geworden zult u zooveel
te beter alles kunnen doorstaan,''
„Meent u dat, Zuster Klara?"
„Ja, zeker."
De patiënte keek verlangend op naar
het jonge, ernstige gelaat.
„Help me dan, Zuster Klara och,
help me dan!"
„Heel graag, lieve juffrouw. Wilt u mij
vertellen wat u zoo bezwaart?"
De zieke zuchtte.
,,'t Helpt niets of ik 't u al zeg. Ik moet
mijn bekentenis voor de rechtbank afleg
gen. Ik moet mijn schuld bekennen i ik
heb iets, goed te maken vóór 't te laat is.
Och, lieve Zuster, help mij daarin, kunt
u niet zorgen, dat er iemand van 't gerecht
hier komt?"
Zuster Klara zag eenige oogenblikken
nadenkend rond. Toen streek ze de pa
tiënte zachtjes over 't haar.
„Wees maar gerust, juffrouw Hartmann;
't zal gebeuren zooals u dat wenscht. Maar
nu moet u eerst uw best doen om een
poosje te slapen. Dat gaat bovendien ook
zoo vlug niet bij 't gerecht."
„Maar zprg er dan tenminste voor, dat
er zoodra mogelijk iemand hier komt, die
mijn bekentenis kan opschrijven."
„Ja, ja! dat beloof ik u."
De zieke zonk met een zucht van ver
lichting in de kussens terug, en drukte
haar dankbaar de hand.
„Ik zal dan zooveel rustiger zijn; en
dan zal ik de operatie ook wel kunnen
doorstaan, nietwaar?"
„Zeker; dan zal alles goed gaan."
Wordt vervolgd.