Ingezonden
HeMCLYAAKTSDAG
PLAATSeLVKe 1
Keuze,
Visscherij
Depót: P. DE VRIES, IJmuiden
Oranjestraat 22
My Valet From London
Vrouwenhanden
hygiëne, zooveel mogelijk vermeden dient te
worden. Het gemeentebestuur zal er dus voor
dienen te zorgen, dat het de beschikking krijge
over voldoende bouwterrein, ten einde het hou
wen van arbeiderswoningen zooveel mogelijk te
kunnen bevorderen. In het belang der volkshuis'
vesting is hel alleszins noodzakelijk, dat de
grondprijzen niet nog meer stijgen. De voortdu
rende toeneming van het aantal inwoners dezer
gemeente maakt een voortdurende verruiming van
den woningvoorraad noodzakelijk
Het aantal inwoners dezer gemeente steeg van
32141 op 1 Januari 1926 tot 34222 op 31 Decem
ber. Een toeneming dus van 65 per 1000!
Het feit, dat nieuwe woonwijken ontstaan, niet
alleen in het stedelijk», maar ook in het lande
lijke deel onzer gemeente, maakt het dringend
noodzakelijk, dat het gemeentebestuur, ter be
vordering van den hygiënischen toestand op de
plaatsen in kwestie, de noodige voorzorg in acht
neemt. Voorkomen dient te worden, dat op die
terreinen, die voor een spoedige bebouwing in
aanmerking komen, nieuwe veestallingen worden
opgericht. Reeds in het vorige verslag onzer com
missie werd gewezen op de noodzakelijkheid, in
sommige deelen onzer commissie de grenzen der
„bebouwde kom" te verruimen.
Gedurende het verslagjaar werden 113 bouw
vergunningen verleend voor den bouw van 945
woningen. Hierbij zijn inbegrepen de 295 woningen
voor rekening der gemeente. Beschikbaar kwa
men in den loop van het verslagjaar 649 wonin
gen, waarvan 643 door aanbouw.
Door slooping vervielen 22 woningen.
Ingevolge art. 21, le lid der Woningwet wer
den onbewoonbaar verklaard de perceelen Hof-
geesterweg 1718, Engelmundusweg 182022
24—26—28—30—32, Kalverstraat 117, totaal 11
woningen.
Aan het eind van het verslagjaar waren de na
volgende onbewoonbaarverklaarde woningen ont
ruimd: -*l Jüi
Engelmundusweg E 182022242628—30
en 2.
Kalverstraat E 116—118—120—122—124—126—
130 en 81.
Doodweg L 2022.
Trompstraat E 911.
Uitendaalstraat A 8.
Van bovenstaande woningen werden 3 afge
broken. Tevens werden afgebroken de woningen
Kalverstraat E 114 en 128, welke beide woningen
reeds in 1925 waren ontruimd.
Het aantal bewoonde onbewoonbaar verklaar
de woningen verminderde dus met 22,
De onbewoonbaarverklaringen van de wonin
gen Hofgeesterweg 1718 werd later weer opge
heven, nadat de beide woningen waren verbeterd
en waren ingericht voor enkele bewoning.
Gedurende het verslagjaar werden voorschot
ten toegekend onder waarborg van tweede hy
potheek tot een totaal van f 118.200.voor 197
arbeiderswoningen.
Ziekten.
Met betrekking tot het voorkomen van besmet
telijke ziekten verwijzen wij, naar hetgeen dien
aangaande bij de algemeene beschouwingen is
vermeld. Het jaar 1926 telde meer gevallen van
roodvonk dan de jaren 1922 tot en met 1926 te
zamen.
Drinkwatervoorziening.
In September ontving onze commissie van eeni-
ge bewoners van den Wijkerstraatweg te Velsen
een klacht over ondeugdelijk drinkwater, welke
klacht, na gebleken gegrondheid, door ons, door
ons aan het gemeentebestuur werd bekend ge
maakt. De perceelen in kwestie waren niet op de
waterleiding aangesloten.
Bij klachten omtrent ondeugdelijk drinkwater
doet zich het bezwaar gelden, dat het onderzoek
der monsters water niet meer door het Gemeen
te-Waterleidingbedrijf geschiedt, zooals dit voor
heen het geval was. Het onderzoek geschiedt
thans door den Keuringsdienst van Waren te
Haarlem. Het gevolg hiervan is, dat dikwijls veel
tijd verloopt eer het resultaat bekend is. De be
trokken gezinnen worden daardoor dikwijls zeer
gedupeerd, hetgeen ook het geval was met de
bewoners van een der bedoelde perceelen.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
DRANKBESTRIJDING DE BLAUWE WEEK.
De dagen tusschen Hemelvaartsdag en Pink
steren kenmerken zich al jaren door verhoogde
activiteit en meerderen ijver der drankbestrij
ders.
Dan worden alle zeilen bijgezet, alle hens aan
dek gebracht, om het Nederlandsche volk in her
innering te brengen dat er nog drankgebruik -
en dus ook nog drank-ellende is, maar ook dat
er een schare menschen is, die vecht tegen dit
groote volkskwaad en gelukkig, niet zonder suc
ces.
Ook in onze gemeente heeft die strijd zegen
gebracht; niet alleen, dat het groote, vroeger aan
den dag tredende drankmisbruik merkbaar ver
minderd is en menig gezin zich gelukkig prijst,
omdat man en vader aan den drankduivel ontko
men is, door den invloed der onthouding en hen,
die daarvoor strijden, zegen heeft deze strijd ook
gebracht, omdat het welvaartspeil van velen ge
stegen is als gevolg der drankbestrijding; wel
vaart en drankbestrijding werken als gevolg en
oorzaak op elkaar in.
Dankbaar zijn we voor de bereikte resultaten,
doch voldaan nog geenzins; zoolang nog zooveel
onnoodig leed over mensch en maatschappij
wordt gebracht, zoolang nog zooveel vrouwen- en
kinderleed als levende aanklacht tegen het alco
holisme wordt gehoord, rusten we niet en heffen
het blauwe vaandel fier omhoog als symbool van
meer menschengeluk, dat nog veroverd moet
worden. De georganiseerde drankbestrijding
eischt al jaren het recht van „plaatselijke keuze"
in de drankwet (geen systeem van onderdrukking
der meerderheid van ons volk door een kleine
minderheid, zooals het heet); onze huidige Mi
nister heeft het stelsel op het regeeringspro-
gramma geplaatst en daarom staat deze blauwe
week wederom in het teeken der P. K.
Op eenige plaatsen worden meetings gehouden,
voor N.-Holland te Zaandam, waar de Burgemees
ter ter Laan en Ds. van Duyne het woord zullen
voeren. We wekken allen op, deze bijeenkomst
te bezoeken, blijk te geven van Uw sympathie
met den drankstrijd, blijk te geven ook van den
ernstigen wil, die leeft in breede groepen van ons
volk, dat de macht van den alcohol gebroken
moet worden en een nieuwe tijd drankvrij en
zonniger en gelukkiger voor menig menschenkind
moet worden ingeluid. Over alle verschillen
van stand, geloof en politiek heen, vereenigen we
ons in deze dagen in den geest van dit gemeen,
schappelijk ideaal.
Bezoekt Zaandam, koopt het blauwe bloempje
ec komt ook op onze plaatselijke bijeenkomst op
Dinsdag 31 Mei in de zaal „Tivoli", IJmuiden-
Oost.
Het Centraal Drankweer-Comité in de
Gemeente Velsen.
Het Staatsvisschershavenbedrijf.
Door G. VOET.
Zooals men in ons blad heeft kunnen lezen,
hebben de ministers van waterstaat en financiën
een interdepartementale commissie ingesteld voor
de reorganisatie van het Staatsvisschershavenbe
drijf alhier.
De ministers zullen eindelijk wel gezwicht zijn
voor den sedert jaren uitgeoefenden drang in de
Tweede Kamer, dat er aan de tekorten op dit
Staatsbedrijf een eind moet komen. Het is zeer te
hopen, dat het resultaat van den arbeid dezer
commissie zoodanig zal zijn, dat het gezeur van
Tweede Kamerleden, die er absoluut niets van af
weten, nu eens zal ophouden. Want dat er geen
tonnen op de visschershaven bezuinigd kunnen
worden, weet ieder, die met het bedrijf en het
beheer daarvan maar eenigszins bekend is.
Principiëel is het al zeer onjuist, dat "Bit Staats
bedrijf geen geld mag kosten. Wanneer de con
currentie in de steenkoolnijverheid zoodanig is,
dat de productie verlies oplevert, zal de Staat de
mijnen dan sluiten en de productie stopzetten?
De vraag stellen is haar beantwoorden. Immers
neen, want het zou beteekenen, dat ruim 30.000
mannen werkloos en dus ondersteund zouden
moeten worden.
Wij herinneren nog eens aan het artikel, dat
wij voor een paar jaar in Het Vaderland plaats
ten. Ook in '24 klaagden verscheidene leden der
2e Kamerleden er over, dat het Visschershaven-
bedrijf groote tekorten opleverde. Wij vroegen
toen al, of de Staat niet groote sommen be
steedt aan het bevaarbaar houden van den
hieuwen Waterweg, het Noordzeekanaal en an
dere waterwegen, welke kosten niet door handel
en scheepvaart worden gedragen.
Iedereen vindt het logisch, zoo schreven wij in
dat artikel, dat de Staat daarvoor zorgt, want het 1
betreft de belangen en de welvaart van ons ge-
heele volk en niet alleen van Amsterdam en Rot- 1
terdam. Zoo vindt men het logisch, dat het Rijk
het meerendeel der millioenen betaalt, welke de 1
bouw der nieuwe schutsluis te IJmuiden vordert.
Maar is de visscherij dan geen landsbelang en I
mag de Staal daar niets op toeleggen? In den
goeden tijd beroemde men er zich op, dat IJmui-
den de grootste visschershaven van het continent j
bevat en viel er niemand over, dat de regeering
geld besteedde aan de vervolmaking van de
Rijksvisschershaven.
Wij zullen niet het geheele artikel aanhalen,
alleen willen we nog op één ding wijzen. Er waren
toen Kamerleden, die er op wezen, dat de ver
diensten der visschers toenamen en die vroegen,
of hierin geen aanleiding zou kunnen worden ge
vonden tot verhooging van de retributies voor
het gebruik van de vischhallen. Het was toen Mei
zooals nu en wij wezen er op, hoe dit de slechtste
tijd is, hoe verscheidene schepen- waren opgelegd,
andere in Engeland marktten en de besommingen
hier vaak beneden de f 1000 kwamen, zoodat er
veel geld bij moest.
Sindsdien is de situatie niet veranderd. Het is
nog precies als voor drie jaar. Ook nu groote
werkloosheid en veel malaise. Men mag vragen,
wat de Tweede Kamer toch eigenlijk wil. Wil men
dat het Staatsvisschershavenbedrijf een soort
koopmansbedrijf is, dat beslist winst moet ople
veren? Dan kan men van het buitenland nog
heel wat leeren. Men zie dan eens naar Weser-
münde. De Pruisische staat en de stad Geeste-
münde werken innig samen, om Wesermünde tot
een model-visschershaven te maken. Groote som
men zijn voor de uitbreiding en de verbetering
van de haven uitgegeven, Commerciëel wordt de
haven geëxploiteerd door de Fiscnereibetriebs-
Genossenschatt, die echter geen rente enz. aan
den Staat heeft te betalen. Maar daar ziet men
de visscherij als een groot landsbelang, evenals in
Frankrijk, waar de Staat pas een zeer moderne
visschershaven heeft gebouwd te Lorient, welke
haven op 1 Juli zal worden geopend. Ook hier
wordt de exploitatie der haven opgedragen aan
een Société Anonyme, een vennootschap, die
rechten heft en een deel daarvan moet afstaan
aan den Staat, die dit geld in drie fondsen stort,
nl, een fonds voor onderhoud, een voor uitbrei
ding en een voor afschrijvingen. Men vindt het
daar zeer natuurlijk, dat de Staat flinke bedragen
uitgeeft voor de visschershavens.
Wanneer zal het tot de Tweede Kamerleden
doordringen, dat ook de visscherijhavens geld
kosten, evenals de kanalen naar zee en de bin
nenscheep vaartwegen. Wat is er trouwens al
niet uitgegeven voor de Buitenhaven te Scheve-
ningen, welke haven toch lang niet zoo belangrijk
is als IJmuiden.
Er is nu een interdepartementale bezuinigings
commissie. Wellicht zal er op enkele kleinighe
den bezuinigd kunnen worden, maar vast staat,
dat men geen groote bedragen kan bezuinigen,
zonder onze Visschershaven ernstig schade te
doen. Het tekort is trouwens in 1926 wederom
verminderd en bedraagt nu nog maar f 113.000.
Nieuwe lasten kunnen het visscherijbedrijf niet
worden opgelegd. Als men de retributies zou wil-
len verhoogen, zal dit zeker ernstig verzet wek-
ken. Er is maar één mogelijkheid, dat het tekort
verdwijnt en wel door een veel grooteren aanvoer
van visch. Dan wordt de opbrengst der retributie
hooger. Maar daarvoor is noodig een grooter af
zetgebied van visch. Hierover hebben wij pas ge
schreven, maar willen wij in een volgend artikel
nogeens op terugkomen.
-vra-
BCTGOSiNSCN VOOR
re LCCUWARDSN - D£VENTER -
-9 6CJDA- RQ05£ND/AAL
- ZAANDAM
COSTUUM PERSEN f
COSTUUM ONTVLEKKFN EN
'ERSENf 2 50
COSTUUM STOOMEN f 5
COSTUUM KEEREN f 22 50
TEMI-SAISON KEEREN f 16 50
HOOFDKANTOOR:
BEURSPASSAGB 14 AMSTERDAM
Speciale inrichtingen voor stoppage ook
aan Tapijten.
HOSPITAALKERKSCHIP „DE HOOP".
De Nederlandsche vereeniging ten behoeve van
zeelieden van elke nationaliteit, genaamd hospi
taalkerkschip „De Hoop" heeft te Amsterdam
haar algemeene ledenvergadering gehouden. De
president van het bestuur, mr. G, Vissering, had
bericht van verhindering gezonden, weshalve de
vice-president en eerste secretaris, de heer Chr.
Beels, de vergadering leidde. In de plaats van
wijlen mevrouw de Marez Oyens-Reynvaan, de
vroegere penningmeesteresse van het Amster-
damsche dames-hoofdcomité, werd gekozen mevr.
de Marez Oyens-den Tex Bondt.
Wegens vertrek van den Engelschen consul-
generaal H. Tom naar het buitenland werd geko
zen zijn opvolger Wildman.
Aan het uitvoerige jaarverslag over het jaar
1926 is het volgende ontleend.
Het hospitaalkerkschip „De Hoop" maakte in
1926 drie reizen, de eerste ving op 22 Mei aan en
duurde ruim 6 weken, de tweede vond plaats van
17 Juli tot 25 Augustus en de derde van 2 Sep
tember tot 14 October. Totaal werden in de
kruistochten van „De Hoop" door den geneesheer
dr. F. G. van Asperen behandeld 231 patiënten,
van wie in Lerwick, waar acht maal werd bin-
nengeloopen, 146 en in volle zee 85. In IJmuiden
werden 12 patiënten binnengebracht.
Van de behandelde patiënten waren er o.m. uit
Scheveningen 50, uit Katwijk 34, uit Vlaardingen
30, uit Maassluis 9, uit IJmuiden 7, uit Duitsch-
land 15 en uit Zweden 2.
Als geestelijke verzorgers traden in 1926 op ds.
H. Engelsma uit Zwartsluis, ds. B. ter Haar uit
Groenlo en ds. J. Th, Meyer uit Hoenderloo.
De exploitatie-rekening, sluitende met een be
drag van f 30.611.42, werd goedgekeurd,
UITVOERHANDEL VAN HARING.
Ingediend is een wetsontwerp ter voorkoming
van misbruiken in den uitvoerhandel van haring.
Hoewel in het algemeen tot kort na den oorlog
de Nederlandsche pekelharing zich goed op de
wereldmarkt heeft kunnen handhaven, bleken er
bij een in 1922 door onze diplomatieke en consu
laire ambtenaren in het buitenland ingesteld on
derzoek verschillende klachten te bestaan over
kwaliteit, sorteering, de wijze van pakken, den
gewichstinhoud der tonnen en over de kwaliteit
van het fust.
Pok langs officieelen weg werden uit verschil
lende landen, doch vooral uit Duitschland, dat
nog steeds de voornaamste afnemer is van onze
haring, steeds meer klachten vernomen over ver
keerde praktijken van de zijde van onzen haring-
handel.
De overtuiging won steeds meer veld, dat, wil
men het verloren terrein herwinnen, alle krach
ten daartoe moeten worden ingespannen. Van de
zijde der verschillende belanghebbenden zijn
daartoe pogingen in het werk gesteld, welke tot
dusverre alle gefaald hebben als gevolg van
krachtigen tegenstand van een deel der hande
laars. Een en ander had tot gevolg, dat den laat-
slen tijd uit de kringen der belanghebbenden zelf
reeders zoowel als handelaren er met klem bij
de regeering op werd aangedrongen, maatregelen
te nemen om misbruiken tegen te gaan, hetgeen
geleid heeft tot de indiening van het onderhavige
ontwerp. Wanneer echter door de getroffen
maatregelen de goede naam van ons product
weder hersteld is, zal de minister het toejuichen,
indien later een vereeniging van belanghebben
den de controle zelf ter hand zal kunnen nemen,
onder voldoende waarborgen, dat deze afdoende
zal kunnen worden uitgeoefend. Mocht dit oogen-
blik aangebroken zijn, dan zal ook voor de re
geering het tijdstip gekomen zijn, om te overwe
gen, zich van dit terrein terug te trekken.
Volgens art. 1 van het wetsontwerp zal wor
den verboden, haring van een der bij algemeenen
maatregel van bestuur aan te wijzen soorten uit
te voeren of aan een middel van vervoer tot
uitvoer aan te bieden, wanneer die haring niet
verpakt en de verpakking niet gemerkt is op de
bij een K, B, voorgeschreven wijze. Het ligt n.l.
in de bedoeling regelen te stellen t.a.v. de maten
van het fust.
De handelaar wordt verantwoordelijk gesteld
t.a.v. de voorgeschreven maten der touwen en
de merken, die hij gezigd beeft, terwijl eveneens
regelen gesteld kunnen worden omtrent hetgeen
in het fust verpakt wordt.
De controle van Rijkswege zal zich bepalen tot
het houden van toezicht op de juiste naleving
van de gegeven voorschriften van de zijde van
den handel.
De klachten hebben voornamelijk betrekking
op pekelharing; reden waarom het in het voor
nemen ligt, om in de eerste plaats t.a.v. deze
soort regelingen te treffen. Valschheid in mer
ken, als bedoeld in het artikel, wordt beheerscht
door art, 219, Strafwetboek, (maximum 2 jaren
gevangenisstraf).
Het ligt in de bedoeling, dat de werken zullen
worden geleverd door het rijk tegen een prijs,
waarin tevens een bijdrage ligt ter tegemoet
koming in de kosten, uit de uitvoering van de
wet voortvloeiende.
Het ligt in het voornemen om de leiding van
den controledienst op te dragen aan één der
reeds in dienst zijnde inspecteurs der visscherij-
en, en den technischen opziener der visscherijen,
werkzaam bij den dienst van het rijkstoezicht op
de ansjovis-controle, mede voor een deel te be
lasten met de controle op haringen,
DE TOESTAND DER ZEEVISSCHERIJ IN
MAART 1927.
Naar de afd. Visscherijen van het Departement
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw ons me
dedeelt namen in Maart j.l. minder vaartuigen
aa de zeevisscherij deel dan in Maart 1926.
Hoeveelheid en waarde der aangevoerde visch
bedroegen volgens voorloopige opgave resp.
4.803,700 k.g. en f 1.126.375 (4.538.300 k.g. en
1.278.400 in Maart '26),
Door onze stoomtrawlers werd Tn totaal
3.032.800 k.g, visch aangevoerd, opbrengende
f 760.125 tegen 2.632.200 k.g. met een opbrengst
van f 863.550 in Maart 1926.
De vangsten der stoomtrawlers waren bevre
digend. In verband met de groote vangsten van
Zuiderzeeharing was er weinig vraag naar visch
zoodat de vischprijzen meerdere malen tot een
zeer laag peil daalden. De besommingen waren
dan ook over het algemeen onbevredigend.
26 Duitsche stoomtrawlers voerden in 43 rei
zen te IJmuiden 795.475 k.g. visch aan ter waar
de van f 127.750.
Gemiddeld per reisdag vingen en besomden
onze hier te lande aanvoerende stoomtrawlers,
in zooverre zij de Noordzee bevischten resp. 875
kg. en 219 (660 kg. en f 232 in Maart 1926).
In bedrijf waren 153 stoomtrawlers, waarvan
er 4 uitsluitend en 8 gedeeltelijk hun vangsten in
Engelsche havens marktten; in Maart 1926 wa
ren 151 stoomtrawlers in bedrijf waarvan er toen
1 uitsluitend en 10 gedeeltelijk de vangst in En
geland aanvoerden.
Een 5-tal stoomtrawlers vertrokken in den loop
der maand voor de visscherij bij IJsland. In
Maart j.l. werd echter nog geen IJslandvisch aan
gebracht.
Te Zoutkamp voerden zes sleepboottrawlers in
54 reizen 188.800 kg. visch, hoofdzakelijk kleine
schol, aan.
Van de motorloggers en motorkotters waren in
Maart jl. evenals in Maart 1926 10 vaartuigen
voor de trawlvisscherij in bedrijf. Van de zeillog-
gers namen 62 vaartuigen aan de trawlvisscherij
deel, tegen in Maart 1926 102 vaartuigen.
Gemiddeld per reisdag vingen en besomden de
motorloggers en motorkotters 325 kg. en f 101
(281 kg. en f 78 in Maart 1926) en de zeillog-
gers 179 kg. en f 50 (158 kg. en f 39 in Maart
1926).
De deelname van de motorkustvisschersvaartui-
gen aan de visscherij was grooter, die van de zeil-
kustvisschersvaartuigen kleiner dan in Maart
1926.
De gemiddelde geldelijke uitkomsten van deze
beide vaartuigsoorten waren ongeveer gelijk aan
die van Maart 1926. De gemiddelde vangst per
reis van de motorkustvisschers bedroeg 419 kg.
tegen 485 kg, in Maart 1926, die van de zeil-
kustvisschers was 113 kg. tegen 131 kg. in de
overeenkomstige maand van het vorige jaar.
Door Nederlandsche vaartuigen werd geen
visch, gevangen met de zeevischzegen, aange
voerd.
Een enkele Deensche motorkotter, die met dit
vischtuig had gevischt, bracht de vangst van één
reis te IJmuiden aan.
Aan de beugvisscherij namen slechts 11 stoom-
beugers deel, tegen 22 stoombeugers en 1 zeilbeu-
ger in Maart van het vorige jaar.
De resultaten, welke met de stoombeugèrs
werden verkregen, waren over het geheel onbe
vredigend,
In 27 reizen werd in totaal 72.175 kg. beugvisch
aangevoerd, ter waarde van f 27.850. Door één
der stoombeugers werd 1/2 kantje kolmaatjesha-
ring aangebracht.
Gemiddeld per reisdag vingen en besomden de
stoombeugers 283 kg. en f 109 (293 kg. en f 84 in
Maart 1926).
Eén Scheveningsche motorlogger vertrok reeds
voor de drijfnetvisscherij op haring. Deze vis
scherij zou door dit vaartuig worden uitgeoefend
op de Westkust van Schotland.
Met de overige haringschepen werd, voor zoo
ver zij niet aan de trawl- of beugvisscherij deel
namen, gedurende Maart jl. geen visscherij uitge
oefend.
DE KUSTVISSCHERIJ IN MAART 1927.
Naar de Afdeeling Visscherijen van het Depar
tement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw
ons mededeelt, was de weersgesteldheid in Maart,
met uitzondering van eenige dagen in het einde
der maand niet ongunstig voor de uitoefening
der kustvisscherij en de visscherij in de ZuidboL
landsche stroomen.
In den Dollart en de Lauwerzee en het Noor-
welke huishoudelijke «rbeidvm.
blijven zacht, gaaf en blank
Doos 30-60-90, Tube 80 ct.
delijk deel
drukker,
der Zuiderzee werd de
de Zuid-Hollandsche
zeegaten daarentegen minder druk
dan verleden jaar Maart.
De geldelijke uitkomsten der visscheii
Dollart en de Lauwerzee en de Zuiders
thans beter, die van de Zuidhollandsd»
men en zeegaten daarentegen slecht»
Maart van het vorige jaar.
De hoeveelheid en opbrengst der ayt
visch bedroeg n.l. volgens voorloopift!
respectievelijk in den Dollart en de Lu!
142.439 Kg. en f 8.302 (38.683 Kg, en |J
Maart van het vorige jaar), in do ?J
9.177.749 Kg. en f 543.111 (6.972.61?!
1 518.453 in Maart 1926), in de Zuidho1-
stroomen en zeegaten 116.276 Kg. en
(verleden jaar Maart 180.703 Kg, en f 29.41
Zeeland werden verzonden 2.534.500 oek
waarde van f 252.690 en 2,430.400 Kg,
ter waarde van f 29.180 (verleden jj»
1,946.500 oesters ter waarde van f
2.362.100 K.G. mosselen ter waarde van i
In de Zuiderzee leverde de haring
over het algemeen een bevredigend reiuh
Met reep- en sleepnetten waren de van#
kele dagen zelfs zeer groot. Ook met 1
derkuil werden op de dagen dat de y
niet belemmerd werd door windstilte
vangsten bemachtigd. De vangsten der[-;
de Zuiderzee waren zeer ongelijk, tervi
den regen op de Zuiderzee nog weinig
werd gevangen. De zegenvisscherij bij He
een bevredigend verloop. Het resultaat de
menvisscherij was zeer uiteenloopend. Me!
ken langs de Friesche kust werd aanzienlij
haring gevangen dan het vorige jaar, jj c
spieringsleepnetten werd in de nabijht
Lemmer nog tamelijk veel groote spiering
gen. Met de staande netten werd, eveni
den wonderkuil, minder gevangen, De fc
ring was zeer klein van stuk en werd hooi!
lijk voor eendenvoeder gelost. De bolvk
leverde nog slechts kleine vangsten op.
nalenvisscherij in het Marsdiep had voor i
torvaartuigen een gunstig verloop, voor di
vaartuigen was het resultaat slechts matig
Helder werd door enkele vaartuigen uit
reede en Moerdijk op middelharing en fö
vischt, met het doel schubben te beraac
hetgeen echter niet loonend bleek te zip
dat deze vaartuigen na enkele dagen weds
trokken. In de Zuiderzee werden deze
weder verscheidene schotjes gevangen, tm
de haringfuiken langs de Friesche kust et!
enkele schotjes en zalmen bemachtigd ve
In de Waddenzee werd de visscherij wj
selen van de perceelen niet uitgeoefend,li
de visscherij op mosselen voor consumptie
afnam en tenslotte nog slechts door eci
vaartuig werd uitgeoefend. Het resulir
visscherij op mosselen voor eendenvoedt
gunstig. De oestervisscherij bleef zich kea
door zeer geringe vangsten, terwijl het ns
der wulkenvisscherij ook minder hemt
was. De alikruikenvisscherij nam g
In de Lauwerzee had de garnalen®
aanvankelijk een gunstig verloop, doch i:
einde der maand was deze visscherij
nend. Met de weervisscherijen werd
nig haring bemachtigd,
In den Dollart en de Eems is de
scherij met gunstig resultaat aangevangen
In de Zuidhollandsche stroomen werdn
een aantal ankerkuilen, welke op het Hola
Diep en in het Vuile Gat op spiering vltf
ruime vangsten gemaakt, doch de spieringtt
wéinig op. Eveneens werd in het Spui ot
kuil nog redelijk goed spiering gevangen
schillende ankerkuilen oefenden in de
helft der maand in het Goereesche Gat en
de limiet met gunstig resultaat de visschen
zeebliek uit. Na de tweede week werd:
niet veel meer gevangen. Met de spieringii
ten van Willemstad werden bevredigende
sten verkregen. De visscherij met botlijra
verde, evenals die met het botschutwant
het algemeen nog weinig op. De garnalenrj
rij in de Zuidhollandsche zeegaten was,
de vangsten iets ruimer waren, toch nog
loonend.
KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRE
VOOR HAARLEM EN OMSTREKEN,
MOTIE.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken'
Haarlem en Omstreken,
kennis genomen hebbende van de inleidir
den heer F. L. Verster te Amsterdam, betren
het huurkoopvraagstuk, in hare verga
5 April 1927 en de daarop gevolgde discuss#
Overwegende, dat het haar wenschelijk
komt, dat zij in zoo breed mogelijken faitg
zienswijze omtrent dit onderwerp
maakt,
Overwegende, dat aan deze wijze van got#
distributie meer nadeelen dan voordeel#
verbonden,
Overwegende, dat als voordeelen gfi
kunnen worden:
a. eene uitbreiding van goederenprodiK#
goederenomzet, die anders misschien niet
kan worden,
b. het verschaffen van grooter levensM
c. de mogelijkheid voor hen, die mei
voldoende middelen beschikken om de vo#
beroep of wekzaamheid onmisbare voorvtf?
eens aan te koopen, om zich tegen gemak»
afbetalingsvoorwaarden in het bezit daar»
stellen,
Overwegende, dat als nadeelen genoeo»
nen worden:
a. het lichtvaardig aanschaffen van g'
en daardoor het leven boven zijn middelt
b. het verhypothekeeren van toeko®
komen en het gevaar dat, zoodra moe#
ontstaan, de termijnbetalingen gestaakt
worden,
c. in den regel de belemmering van den?
zin,
d. het tegengaan van den handel
tante betaling,
e. de verscherping van economische cnn
f. het wederrechtelijk verkoopen van w
koop aanvaarde goederen.
Overwegende, dat het aanmoedigen
wijze van verkoopen zoowel door particun
dernemers, als door de overheid plaah
Spreekt als haar oordeel uit, dat zij nfi
koopstelsel of onder welke bcnanungj
wijze van goederendistributie zich aandien
sterkste meent te moeten ontraden, waart"^
dat ook de overheid zich van deze wi)Z«
koopen behoort te onthouden.
vis*