Ingezonden HeMCLYAAKTSDAG PLAATSeLVKe 1 Keuze, Visscherij Depót: P. DE VRIES, IJmuiden Oranjestraat 22 My Valet From London Vrouwenhanden hygiëne, zooveel mogelijk vermeden dient te worden. Het gemeentebestuur zal er dus voor dienen te zorgen, dat het de beschikking krijge over voldoende bouwterrein, ten einde het hou wen van arbeiderswoningen zooveel mogelijk te kunnen bevorderen. In het belang der volkshuis' vesting is hel alleszins noodzakelijk, dat de grondprijzen niet nog meer stijgen. De voortdu rende toeneming van het aantal inwoners dezer gemeente maakt een voortdurende verruiming van den woningvoorraad noodzakelijk Het aantal inwoners dezer gemeente steeg van 32141 op 1 Januari 1926 tot 34222 op 31 Decem ber. Een toeneming dus van 65 per 1000! Het feit, dat nieuwe woonwijken ontstaan, niet alleen in het stedelijk», maar ook in het lande lijke deel onzer gemeente, maakt het dringend noodzakelijk, dat het gemeentebestuur, ter be vordering van den hygiënischen toestand op de plaatsen in kwestie, de noodige voorzorg in acht neemt. Voorkomen dient te worden, dat op die terreinen, die voor een spoedige bebouwing in aanmerking komen, nieuwe veestallingen worden opgericht. Reeds in het vorige verslag onzer com missie werd gewezen op de noodzakelijkheid, in sommige deelen onzer commissie de grenzen der „bebouwde kom" te verruimen. Gedurende het verslagjaar werden 113 bouw vergunningen verleend voor den bouw van 945 woningen. Hierbij zijn inbegrepen de 295 woningen voor rekening der gemeente. Beschikbaar kwa men in den loop van het verslagjaar 649 wonin gen, waarvan 643 door aanbouw. Door slooping vervielen 22 woningen. Ingevolge art. 21, le lid der Woningwet wer den onbewoonbaar verklaard de perceelen Hof- geesterweg 1718, Engelmundusweg 182022 24—26—28—30—32, Kalverstraat 117, totaal 11 woningen. Aan het eind van het verslagjaar waren de na volgende onbewoonbaarverklaarde woningen ont ruimd: -*l Jüi Engelmundusweg E 182022242628—30 en 2. Kalverstraat E 116—118—120—122—124—126— 130 en 81. Doodweg L 2022. Trompstraat E 911. Uitendaalstraat A 8. Van bovenstaande woningen werden 3 afge broken. Tevens werden afgebroken de woningen Kalverstraat E 114 en 128, welke beide woningen reeds in 1925 waren ontruimd. Het aantal bewoonde onbewoonbaar verklaar de woningen verminderde dus met 22, De onbewoonbaarverklaringen van de wonin gen Hofgeesterweg 1718 werd later weer opge heven, nadat de beide woningen waren verbeterd en waren ingericht voor enkele bewoning. Gedurende het verslagjaar werden voorschot ten toegekend onder waarborg van tweede hy potheek tot een totaal van f 118.200.voor 197 arbeiderswoningen. Ziekten. Met betrekking tot het voorkomen van besmet telijke ziekten verwijzen wij, naar hetgeen dien aangaande bij de algemeene beschouwingen is vermeld. Het jaar 1926 telde meer gevallen van roodvonk dan de jaren 1922 tot en met 1926 te zamen. Drinkwatervoorziening. In September ontving onze commissie van eeni- ge bewoners van den Wijkerstraatweg te Velsen een klacht over ondeugdelijk drinkwater, welke klacht, na gebleken gegrondheid, door ons, door ons aan het gemeentebestuur werd bekend ge maakt. De perceelen in kwestie waren niet op de waterleiding aangesloten. Bij klachten omtrent ondeugdelijk drinkwater doet zich het bezwaar gelden, dat het onderzoek der monsters water niet meer door het Gemeen te-Waterleidingbedrijf geschiedt, zooals dit voor heen het geval was. Het onderzoek geschiedt thans door den Keuringsdienst van Waren te Haarlem. Het gevolg hiervan is, dat dikwijls veel tijd verloopt eer het resultaat bekend is. De be trokken gezinnen worden daardoor dikwijls zeer gedupeerd, hetgeen ook het geval was met de bewoners van een der bedoelde perceelen. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. DRANKBESTRIJDING DE BLAUWE WEEK. De dagen tusschen Hemelvaartsdag en Pink steren kenmerken zich al jaren door verhoogde activiteit en meerderen ijver der drankbestrij ders. Dan worden alle zeilen bijgezet, alle hens aan dek gebracht, om het Nederlandsche volk in her innering te brengen dat er nog drankgebruik - en dus ook nog drank-ellende is, maar ook dat er een schare menschen is, die vecht tegen dit groote volkskwaad en gelukkig, niet zonder suc ces. Ook in onze gemeente heeft die strijd zegen gebracht; niet alleen, dat het groote, vroeger aan den dag tredende drankmisbruik merkbaar ver minderd is en menig gezin zich gelukkig prijst, omdat man en vader aan den drankduivel ontko men is, door den invloed der onthouding en hen, die daarvoor strijden, zegen heeft deze strijd ook gebracht, omdat het welvaartspeil van velen ge stegen is als gevolg der drankbestrijding; wel vaart en drankbestrijding werken als gevolg en oorzaak op elkaar in. Dankbaar zijn we voor de bereikte resultaten, doch voldaan nog geenzins; zoolang nog zooveel onnoodig leed over mensch en maatschappij wordt gebracht, zoolang nog zooveel vrouwen- en kinderleed als levende aanklacht tegen het alco holisme wordt gehoord, rusten we niet en heffen het blauwe vaandel fier omhoog als symbool van meer menschengeluk, dat nog veroverd moet worden. De georganiseerde drankbestrijding eischt al jaren het recht van „plaatselijke keuze" in de drankwet (geen systeem van onderdrukking der meerderheid van ons volk door een kleine minderheid, zooals het heet); onze huidige Mi nister heeft het stelsel op het regeeringspro- gramma geplaatst en daarom staat deze blauwe week wederom in het teeken der P. K. Op eenige plaatsen worden meetings gehouden, voor N.-Holland te Zaandam, waar de Burgemees ter ter Laan en Ds. van Duyne het woord zullen voeren. We wekken allen op, deze bijeenkomst te bezoeken, blijk te geven van Uw sympathie met den drankstrijd, blijk te geven ook van den ernstigen wil, die leeft in breede groepen van ons volk, dat de macht van den alcohol gebroken moet worden en een nieuwe tijd drankvrij en zonniger en gelukkiger voor menig menschenkind moet worden ingeluid. Over alle verschillen van stand, geloof en politiek heen, vereenigen we ons in deze dagen in den geest van dit gemeen, schappelijk ideaal. Bezoekt Zaandam, koopt het blauwe bloempje ec komt ook op onze plaatselijke bijeenkomst op Dinsdag 31 Mei in de zaal „Tivoli", IJmuiden- Oost. Het Centraal Drankweer-Comité in de Gemeente Velsen. Het Staatsvisschershavenbedrijf. Door G. VOET. Zooals men in ons blad heeft kunnen lezen, hebben de ministers van waterstaat en financiën een interdepartementale commissie ingesteld voor de reorganisatie van het Staatsvisschershavenbe drijf alhier. De ministers zullen eindelijk wel gezwicht zijn voor den sedert jaren uitgeoefenden drang in de Tweede Kamer, dat er aan de tekorten op dit Staatsbedrijf een eind moet komen. Het is zeer te hopen, dat het resultaat van den arbeid dezer commissie zoodanig zal zijn, dat het gezeur van Tweede Kamerleden, die er absoluut niets van af weten, nu eens zal ophouden. Want dat er geen tonnen op de visschershaven bezuinigd kunnen worden, weet ieder, die met het bedrijf en het beheer daarvan maar eenigszins bekend is. Principiëel is het al zeer onjuist, dat "Bit Staats bedrijf geen geld mag kosten. Wanneer de con currentie in de steenkoolnijverheid zoodanig is, dat de productie verlies oplevert, zal de Staat de mijnen dan sluiten en de productie stopzetten? De vraag stellen is haar beantwoorden. Immers neen, want het zou beteekenen, dat ruim 30.000 mannen werkloos en dus ondersteund zouden moeten worden. Wij herinneren nog eens aan het artikel, dat wij voor een paar jaar in Het Vaderland plaats ten. Ook in '24 klaagden verscheidene leden der 2e Kamerleden er over, dat het Visschershaven- bedrijf groote tekorten opleverde. Wij vroegen toen al, of de Staat niet groote sommen be steedt aan het bevaarbaar houden van den hieuwen Waterweg, het Noordzeekanaal en an dere waterwegen, welke kosten niet door handel en scheepvaart worden gedragen. Iedereen vindt het logisch, zoo schreven wij in dat artikel, dat de Staat daarvoor zorgt, want het 1 betreft de belangen en de welvaart van ons ge- heele volk en niet alleen van Amsterdam en Rot- 1 terdam. Zoo vindt men het logisch, dat het Rijk het meerendeel der millioenen betaalt, welke de 1 bouw der nieuwe schutsluis te IJmuiden vordert. Maar is de visscherij dan geen landsbelang en I mag de Staal daar niets op toeleggen? In den goeden tijd beroemde men er zich op, dat IJmui- den de grootste visschershaven van het continent j bevat en viel er niemand over, dat de regeering geld besteedde aan de vervolmaking van de Rijksvisschershaven. Wij zullen niet het geheele artikel aanhalen, alleen willen we nog op één ding wijzen. Er waren toen Kamerleden, die er op wezen, dat de ver diensten der visschers toenamen en die vroegen, of hierin geen aanleiding zou kunnen worden ge vonden tot verhooging van de retributies voor het gebruik van de vischhallen. Het was toen Mei zooals nu en wij wezen er op, hoe dit de slechtste tijd is, hoe verscheidene schepen- waren opgelegd, andere in Engeland marktten en de besommingen hier vaak beneden de f 1000 kwamen, zoodat er veel geld bij moest. Sindsdien is de situatie niet veranderd. Het is nog precies als voor drie jaar. Ook nu groote werkloosheid en veel malaise. Men mag vragen, wat de Tweede Kamer toch eigenlijk wil. Wil men dat het Staatsvisschershavenbedrijf een soort koopmansbedrijf is, dat beslist winst moet ople veren? Dan kan men van het buitenland nog heel wat leeren. Men zie dan eens naar Weser- münde. De Pruisische staat en de stad Geeste- münde werken innig samen, om Wesermünde tot een model-visschershaven te maken. Groote som men zijn voor de uitbreiding en de verbetering van de haven uitgegeven, Commerciëel wordt de haven geëxploiteerd door de Fiscnereibetriebs- Genossenschatt, die echter geen rente enz. aan den Staat heeft te betalen. Maar daar ziet men de visscherij als een groot landsbelang, evenals in Frankrijk, waar de Staat pas een zeer moderne visschershaven heeft gebouwd te Lorient, welke haven op 1 Juli zal worden geopend. Ook hier wordt de exploitatie der haven opgedragen aan een Société Anonyme, een vennootschap, die rechten heft en een deel daarvan moet afstaan aan den Staat, die dit geld in drie fondsen stort, nl, een fonds voor onderhoud, een voor uitbrei ding en een voor afschrijvingen. Men vindt het daar zeer natuurlijk, dat de Staat flinke bedragen uitgeeft voor de visschershavens. Wanneer zal het tot de Tweede Kamerleden doordringen, dat ook de visscherijhavens geld kosten, evenals de kanalen naar zee en de bin nenscheep vaartwegen. Wat is er trouwens al niet uitgegeven voor de Buitenhaven te Scheve- ningen, welke haven toch lang niet zoo belangrijk is als IJmuiden. Er is nu een interdepartementale bezuinigings commissie. Wellicht zal er op enkele kleinighe den bezuinigd kunnen worden, maar vast staat, dat men geen groote bedragen kan bezuinigen, zonder onze Visschershaven ernstig schade te doen. Het tekort is trouwens in 1926 wederom verminderd en bedraagt nu nog maar f 113.000. Nieuwe lasten kunnen het visscherijbedrijf niet worden opgelegd. Als men de retributies zou wil- len verhoogen, zal dit zeker ernstig verzet wek- ken. Er is maar één mogelijkheid, dat het tekort verdwijnt en wel door een veel grooteren aanvoer van visch. Dan wordt de opbrengst der retributie hooger. Maar daarvoor is noodig een grooter af zetgebied van visch. Hierover hebben wij pas ge schreven, maar willen wij in een volgend artikel nogeens op terugkomen. -vra- BCTGOSiNSCN VOOR re LCCUWARDSN - D£VENTER - -9 6CJDA- RQ05£ND/AAL - ZAANDAM COSTUUM PERSEN f COSTUUM ONTVLEKKFN EN 'ERSENf 2 50 COSTUUM STOOMEN f 5 COSTUUM KEEREN f 22 50 TEMI-SAISON KEEREN f 16 50 HOOFDKANTOOR: BEURSPASSAGB 14 AMSTERDAM Speciale inrichtingen voor stoppage ook aan Tapijten. HOSPITAALKERKSCHIP „DE HOOP". De Nederlandsche vereeniging ten behoeve van zeelieden van elke nationaliteit, genaamd hospi taalkerkschip „De Hoop" heeft te Amsterdam haar algemeene ledenvergadering gehouden. De president van het bestuur, mr. G, Vissering, had bericht van verhindering gezonden, weshalve de vice-president en eerste secretaris, de heer Chr. Beels, de vergadering leidde. In de plaats van wijlen mevrouw de Marez Oyens-Reynvaan, de vroegere penningmeesteresse van het Amster- damsche dames-hoofdcomité, werd gekozen mevr. de Marez Oyens-den Tex Bondt. Wegens vertrek van den Engelschen consul- generaal H. Tom naar het buitenland werd geko zen zijn opvolger Wildman. Aan het uitvoerige jaarverslag over het jaar 1926 is het volgende ontleend. Het hospitaalkerkschip „De Hoop" maakte in 1926 drie reizen, de eerste ving op 22 Mei aan en duurde ruim 6 weken, de tweede vond plaats van 17 Juli tot 25 Augustus en de derde van 2 Sep tember tot 14 October. Totaal werden in de kruistochten van „De Hoop" door den geneesheer dr. F. G. van Asperen behandeld 231 patiënten, van wie in Lerwick, waar acht maal werd bin- nengeloopen, 146 en in volle zee 85. In IJmuiden werden 12 patiënten binnengebracht. Van de behandelde patiënten waren er o.m. uit Scheveningen 50, uit Katwijk 34, uit Vlaardingen 30, uit Maassluis 9, uit IJmuiden 7, uit Duitsch- land 15 en uit Zweden 2. Als geestelijke verzorgers traden in 1926 op ds. H. Engelsma uit Zwartsluis, ds. B. ter Haar uit Groenlo en ds. J. Th, Meyer uit Hoenderloo. De exploitatie-rekening, sluitende met een be drag van f 30.611.42, werd goedgekeurd, UITVOERHANDEL VAN HARING. Ingediend is een wetsontwerp ter voorkoming van misbruiken in den uitvoerhandel van haring. Hoewel in het algemeen tot kort na den oorlog de Nederlandsche pekelharing zich goed op de wereldmarkt heeft kunnen handhaven, bleken er bij een in 1922 door onze diplomatieke en consu laire ambtenaren in het buitenland ingesteld on derzoek verschillende klachten te bestaan over kwaliteit, sorteering, de wijze van pakken, den gewichstinhoud der tonnen en over de kwaliteit van het fust. Pok langs officieelen weg werden uit verschil lende landen, doch vooral uit Duitschland, dat nog steeds de voornaamste afnemer is van onze haring, steeds meer klachten vernomen over ver keerde praktijken van de zijde van onzen haring- handel. De overtuiging won steeds meer veld, dat, wil men het verloren terrein herwinnen, alle krach ten daartoe moeten worden ingespannen. Van de zijde der verschillende belanghebbenden zijn daartoe pogingen in het werk gesteld, welke tot dusverre alle gefaald hebben als gevolg van krachtigen tegenstand van een deel der hande laars. Een en ander had tot gevolg, dat den laat- slen tijd uit de kringen der belanghebbenden zelf reeders zoowel als handelaren er met klem bij de regeering op werd aangedrongen, maatregelen te nemen om misbruiken tegen te gaan, hetgeen geleid heeft tot de indiening van het onderhavige ontwerp. Wanneer echter door de getroffen maatregelen de goede naam van ons product weder hersteld is, zal de minister het toejuichen, indien later een vereeniging van belanghebben den de controle zelf ter hand zal kunnen nemen, onder voldoende waarborgen, dat deze afdoende zal kunnen worden uitgeoefend. Mocht dit oogen- blik aangebroken zijn, dan zal ook voor de re geering het tijdstip gekomen zijn, om te overwe gen, zich van dit terrein terug te trekken. Volgens art. 1 van het wetsontwerp zal wor den verboden, haring van een der bij algemeenen maatregel van bestuur aan te wijzen soorten uit te voeren of aan een middel van vervoer tot uitvoer aan te bieden, wanneer die haring niet verpakt en de verpakking niet gemerkt is op de bij een K, B, voorgeschreven wijze. Het ligt n.l. in de bedoeling regelen te stellen t.a.v. de maten van het fust. De handelaar wordt verantwoordelijk gesteld t.a.v. de voorgeschreven maten der touwen en de merken, die hij gezigd beeft, terwijl eveneens regelen gesteld kunnen worden omtrent hetgeen in het fust verpakt wordt. De controle van Rijkswege zal zich bepalen tot het houden van toezicht op de juiste naleving van de gegeven voorschriften van de zijde van den handel. De klachten hebben voornamelijk betrekking op pekelharing; reden waarom het in het voor nemen ligt, om in de eerste plaats t.a.v. deze soort regelingen te treffen. Valschheid in mer ken, als bedoeld in het artikel, wordt beheerscht door art, 219, Strafwetboek, (maximum 2 jaren gevangenisstraf). Het ligt in de bedoeling, dat de werken zullen worden geleverd door het rijk tegen een prijs, waarin tevens een bijdrage ligt ter tegemoet koming in de kosten, uit de uitvoering van de wet voortvloeiende. Het ligt in het voornemen om de leiding van den controledienst op te dragen aan één der reeds in dienst zijnde inspecteurs der visscherij- en, en den technischen opziener der visscherijen, werkzaam bij den dienst van het rijkstoezicht op de ansjovis-controle, mede voor een deel te be lasten met de controle op haringen, DE TOESTAND DER ZEEVISSCHERIJ IN MAART 1927. Naar de afd. Visscherijen van het Departement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw ons me dedeelt namen in Maart j.l. minder vaartuigen aa de zeevisscherij deel dan in Maart 1926. Hoeveelheid en waarde der aangevoerde visch bedroegen volgens voorloopige opgave resp. 4.803,700 k.g. en f 1.126.375 (4.538.300 k.g. en 1.278.400 in Maart '26), Door onze stoomtrawlers werd Tn totaal 3.032.800 k.g, visch aangevoerd, opbrengende f 760.125 tegen 2.632.200 k.g. met een opbrengst van f 863.550 in Maart 1926. De vangsten der stoomtrawlers waren bevre digend. In verband met de groote vangsten van Zuiderzeeharing was er weinig vraag naar visch zoodat de vischprijzen meerdere malen tot een zeer laag peil daalden. De besommingen waren dan ook over het algemeen onbevredigend. 26 Duitsche stoomtrawlers voerden in 43 rei zen te IJmuiden 795.475 k.g. visch aan ter waar de van f 127.750. Gemiddeld per reisdag vingen en besomden onze hier te lande aanvoerende stoomtrawlers, in zooverre zij de Noordzee bevischten resp. 875 kg. en 219 (660 kg. en f 232 in Maart 1926). In bedrijf waren 153 stoomtrawlers, waarvan er 4 uitsluitend en 8 gedeeltelijk hun vangsten in Engelsche havens marktten; in Maart 1926 wa ren 151 stoomtrawlers in bedrijf waarvan er toen 1 uitsluitend en 10 gedeeltelijk de vangst in En geland aanvoerden. Een 5-tal stoomtrawlers vertrokken in den loop der maand voor de visscherij bij IJsland. In Maart j.l. werd echter nog geen IJslandvisch aan gebracht. Te Zoutkamp voerden zes sleepboottrawlers in 54 reizen 188.800 kg. visch, hoofdzakelijk kleine schol, aan. Van de motorloggers en motorkotters waren in Maart jl. evenals in Maart 1926 10 vaartuigen voor de trawlvisscherij in bedrijf. Van de zeillog- gers namen 62 vaartuigen aan de trawlvisscherij deel, tegen in Maart 1926 102 vaartuigen. Gemiddeld per reisdag vingen en besomden de motorloggers en motorkotters 325 kg. en f 101 (281 kg. en f 78 in Maart 1926) en de zeillog- gers 179 kg. en f 50 (158 kg. en f 39 in Maart 1926). De deelname van de motorkustvisschersvaartui- gen aan de visscherij was grooter, die van de zeil- kustvisschersvaartuigen kleiner dan in Maart 1926. De gemiddelde geldelijke uitkomsten van deze beide vaartuigsoorten waren ongeveer gelijk aan die van Maart 1926. De gemiddelde vangst per reis van de motorkustvisschers bedroeg 419 kg. tegen 485 kg, in Maart 1926, die van de zeil- kustvisschers was 113 kg. tegen 131 kg. in de overeenkomstige maand van het vorige jaar. Door Nederlandsche vaartuigen werd geen visch, gevangen met de zeevischzegen, aange voerd. Een enkele Deensche motorkotter, die met dit vischtuig had gevischt, bracht de vangst van één reis te IJmuiden aan. Aan de beugvisscherij namen slechts 11 stoom- beugers deel, tegen 22 stoombeugers en 1 zeilbeu- ger in Maart van het vorige jaar. De resultaten, welke met de stoombeugèrs werden verkregen, waren over het geheel onbe vredigend, In 27 reizen werd in totaal 72.175 kg. beugvisch aangevoerd, ter waarde van f 27.850. Door één der stoombeugers werd 1/2 kantje kolmaatjesha- ring aangebracht. Gemiddeld per reisdag vingen en besomden de stoombeugers 283 kg. en f 109 (293 kg. en f 84 in Maart 1926). Eén Scheveningsche motorlogger vertrok reeds voor de drijfnetvisscherij op haring. Deze vis scherij zou door dit vaartuig worden uitgeoefend op de Westkust van Schotland. Met de overige haringschepen werd, voor zoo ver zij niet aan de trawl- of beugvisscherij deel namen, gedurende Maart jl. geen visscherij uitge oefend. DE KUSTVISSCHERIJ IN MAART 1927. Naar de Afdeeling Visscherijen van het Depar tement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw ons mededeelt, was de weersgesteldheid in Maart, met uitzondering van eenige dagen in het einde der maand niet ongunstig voor de uitoefening der kustvisscherij en de visscherij in de ZuidboL landsche stroomen. In den Dollart en de Lauwerzee en het Noor- welke huishoudelijke «rbeidvm. blijven zacht, gaaf en blank Doos 30-60-90, Tube 80 ct. delijk deel drukker, der Zuiderzee werd de de Zuid-Hollandsche zeegaten daarentegen minder druk dan verleden jaar Maart. De geldelijke uitkomsten der visscheii Dollart en de Lauwerzee en de Zuiders thans beter, die van de Zuidhollandsd» men en zeegaten daarentegen slecht» Maart van het vorige jaar. De hoeveelheid en opbrengst der ayt visch bedroeg n.l. volgens voorloopift! respectievelijk in den Dollart en de Lu! 142.439 Kg. en f 8.302 (38.683 Kg, en |J Maart van het vorige jaar), in do ?J 9.177.749 Kg. en f 543.111 (6.972.61?! 1 518.453 in Maart 1926), in de Zuidho1- stroomen en zeegaten 116.276 Kg. en (verleden jaar Maart 180.703 Kg, en f 29.41 Zeeland werden verzonden 2.534.500 oek waarde van f 252.690 en 2,430.400 Kg, ter waarde van f 29.180 (verleden jj» 1,946.500 oesters ter waarde van f 2.362.100 K.G. mosselen ter waarde van i In de Zuiderzee leverde de haring over het algemeen een bevredigend reiuh Met reep- en sleepnetten waren de van# kele dagen zelfs zeer groot. Ook met 1 derkuil werden op de dagen dat de y niet belemmerd werd door windstilte vangsten bemachtigd. De vangsten der[-; de Zuiderzee waren zeer ongelijk, tervi den regen op de Zuiderzee nog weinig werd gevangen. De zegenvisscherij bij He een bevredigend verloop. Het resultaat de menvisscherij was zeer uiteenloopend. Me! ken langs de Friesche kust werd aanzienlij haring gevangen dan het vorige jaar, jj c spieringsleepnetten werd in de nabijht Lemmer nog tamelijk veel groote spiering gen. Met de staande netten werd, eveni den wonderkuil, minder gevangen, De fc ring was zeer klein van stuk en werd hooi! lijk voor eendenvoeder gelost. De bolvk leverde nog slechts kleine vangsten op. nalenvisscherij in het Marsdiep had voor i torvaartuigen een gunstig verloop, voor di vaartuigen was het resultaat slechts matig Helder werd door enkele vaartuigen uit reede en Moerdijk op middelharing en fö vischt, met het doel schubben te beraac hetgeen echter niet loonend bleek te zip dat deze vaartuigen na enkele dagen weds trokken. In de Zuiderzee werden deze weder verscheidene schotjes gevangen, tm de haringfuiken langs de Friesche kust et! enkele schotjes en zalmen bemachtigd ve In de Waddenzee werd de visscherij wj selen van de perceelen niet uitgeoefend,li de visscherij op mosselen voor consumptie afnam en tenslotte nog slechts door eci vaartuig werd uitgeoefend. Het resulir visscherij op mosselen voor eendenvoedt gunstig. De oestervisscherij bleef zich kea door zeer geringe vangsten, terwijl het ns der wulkenvisscherij ook minder hemt was. De alikruikenvisscherij nam g In de Lauwerzee had de garnalen® aanvankelijk een gunstig verloop, doch i: einde der maand was deze visscherij nend. Met de weervisscherijen werd nig haring bemachtigd, In den Dollart en de Eems is de scherij met gunstig resultaat aangevangen In de Zuidhollandsche stroomen werdn een aantal ankerkuilen, welke op het Hola Diep en in het Vuile Gat op spiering vltf ruime vangsten gemaakt, doch de spieringtt wéinig op. Eveneens werd in het Spui ot kuil nog redelijk goed spiering gevangen schillende ankerkuilen oefenden in de helft der maand in het Goereesche Gat en de limiet met gunstig resultaat de visschen zeebliek uit. Na de tweede week werd: niet veel meer gevangen. Met de spieringii ten van Willemstad werden bevredigende sten verkregen. De visscherij met botlijra verde, evenals die met het botschutwant het algemeen nog weinig op. De garnalenrj rij in de Zuidhollandsche zeegaten was, de vangsten iets ruimer waren, toch nog loonend. KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRE VOOR HAARLEM EN OMSTREKEN, MOTIE. De Kamer van Koophandel en Fabrieken' Haarlem en Omstreken, kennis genomen hebbende van de inleidir den heer F. L. Verster te Amsterdam, betren het huurkoopvraagstuk, in hare verga 5 April 1927 en de daarop gevolgde discuss# Overwegende, dat het haar wenschelijk komt, dat zij in zoo breed mogelijken faitg zienswijze omtrent dit onderwerp maakt, Overwegende, dat aan deze wijze van got# distributie meer nadeelen dan voordeel# verbonden, Overwegende, dat als voordeelen gfi kunnen worden: a. eene uitbreiding van goederenprodiK# goederenomzet, die anders misschien niet kan worden, b. het verschaffen van grooter levensM c. de mogelijkheid voor hen, die mei voldoende middelen beschikken om de vo# beroep of wekzaamheid onmisbare voorvtf? eens aan te koopen, om zich tegen gemak» afbetalingsvoorwaarden in het bezit daar» stellen, Overwegende, dat als nadeelen genoeo» nen worden: a. het lichtvaardig aanschaffen van g' en daardoor het leven boven zijn middelt b. het verhypothekeeren van toeko® komen en het gevaar dat, zoodra moe# ontstaan, de termijnbetalingen gestaakt worden, c. in den regel de belemmering van den? zin, d. het tegengaan van den handel tante betaling, e. de verscherping van economische cnn f. het wederrechtelijk verkoopen van w koop aanvaarde goederen. Overwegende, dat het aanmoedigen wijze van verkoopen zoowel door particun dernemers, als door de overheid plaah Spreekt als haar oordeel uit, dat zij nfi koopstelsel of onder welke bcnanungj wijze van goederendistributie zich aandien sterkste meent te moeten ontraden, waart"^ dat ook de overheid zich van deze wi)Z« koopen behoort te onthouden. vis*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1927 | | pagina 2