ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN
No. 89
Zaterdag 10 September 1927
12e Jaargang
Verschijnt Woensdags Zaterdags
IJMUIDER COURANT
Abonnementsprijs: f 1.per 3 maanden, franco per post f 1.35. Abonne
menten worden aangenomen aan het bureau en bij de Agenten.
Advertentiën 2 maal achtereenvolgens opgegeven op het gewone tarief,
worden kosteloos nog een derde keer opgenomen in het eerstvolgend
Woensdagnummer.
Advertentiën voor de Adreslijst, 6 plaatsingen van dezelfde tekst (onver
anderd) f 4.13 plaatsingen (dus 3 maanden achtereen) f 8.
Advertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot 9 uur v.m. en
VRIJDAGS tot 4 uur n.m. -r-
Tot plaatsen van advertentiën van buiten de gemeente Velsen in dit blad
ji uitsluitend gerechtigd het Advertentie-bureau P, F. C. Roelse, IJmuiden.
Uitgave van de N.V. UITGEVERS-MIJ. „IJMUIDEN"
Adres voor Redactie en Administratie
N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL
WILLEMSPLEIN 11 TELEFOON 153 IJMUIDEN
Ingezonden mededeelingen 40 ets. per regel. Advertenties van 1 tot en
met 5 regels f 1.—, iedere regel meer 20 ets. Compact gezette adverten
ties van 1 tot en met 5 regels f 1.25, iedere regel meer 25 ets. Kleine
advertenties en familieberichten zoomede vereenigings-advertenties uit de
gemeente, uitsluitend bij vooruitbetaling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75,
iedere regel meer 15 ets. Bij niet contante betaling worden de gewone
prijzen berekend. Advertenties „adres bureau van dit blad" 10 ets. extra;
voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets iii
rekening gebracht. Bovenstaande regelprijzen worden met 5 cent
verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente Velsen.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE
BLADEN. EERSTE BLAD.
Losse nummers van de IJMUIDER
COURANT zijn a 5 cent steeds verkrijg
baar aan ons Bureau, Willemsplein 11; in
Sinjewel's Boekhandel, hoek Frogerstraat;
Boekhandel P. F. C. Roelse, Kanaalstraat;
Boekhandel Arends, Oranjestraat; Boek
handel J. Ramp, De Rijpstraat, hoek Wil
lem B ar end sz straat; te IJmuiden-Oost bij
Boekhandel J. W. Raadman, Trompstraat,
Boekhandel Gelderman, hoek Lagersstraai
en Ratelsstraat en Boekhandel F. v. d.
Grijn, Kalverstraat.
DIENSTPLICHT.
Vrijstelling wegens kostwinnerschap enz.
Uitstel van eerste oefening.
De Burgemeester van Velsen brengt on
der de aandacht van degenen, die voor
de lichting van het volgend jaar tot ge
woon dienstplichtige zijn of worden be
stemd, dat vrijstelling wegens kostwin
nerschap of wegens persoonlijke onmis
baarheid in het algemeen moet worden
aangevraagd omstreeks drie maanden vóór
het tijdstip, waarop de ingeschrevene zal
worden ingelijfd.
Ten aanzien van hen, wier inlijving zal
plaats hebben binnen drie maanden na
ontvangst van de kennisgeving betreffende
de toewijzing aan een onderdeel van de
landmacht of de zeemacht, geschiedt de
aanvraag binnen 14 dagen na ontvangst
van bedoelde kennisgeving.
Ontstaat de reden van vrijstelling eerst
na den hierboven aangegeven tijd, dan ge
schiedt de aanvraag binnen 14 dagen na
dat de reden van vrijstelling is ontstaan.
Omtrent elk der genoemde redenen van
vrijstelling geldt voorts hetgeen hieronder
vermeld is.
Uitstel van eerste oefening.
Aanvragen om uitstel van eerste oefening
behooren in het algemeen te geschieden
omstreeks drie maanden vóór het tijdstip,
waarop de belanghebbende in werkelijken
dienst zal moeten komen. De aanvraag
moet aan den Minister van Oorlog of van
Marine worden gericht, maar kan ter ge
meentesecretarie worden aangeboden, in
welk geval aldaar zal worden gezorgd
voor de opzending aan den Minister.
Velsen, 5 September 1927.
De Burgemeester voornoemd,
RIJKENS.
Gemeenteraad
Vergadering van 6 September 1927.
Voorzitter de Burgemeester.
Installatie van de leden.
De leden zijn gehouden, om, alvorens
zitting te nemen als zoodanig, in de ver
gadering in handen van den Voorzitter, de
eeden of beloften, voorgeschreven bij art.
39 der gemeentewet, af te leggen.
Aanwezig zijn alle leden.
Voor den zetel van Mevr. van Veen
Gerbrands was een bouquet roode rozen
geplaatst.
Nadat de vereischte eeden of beloften
zijn afgelegd, wenscht de Voorzitter den
leden geluk en spreekt den wensch uit, dat
zij in de komende periode lust en kracht
mogen vinden, om hun taak te vervullen.
Benoeming van: a. drie Wethouders.
Periodiek treden op 6 September a.s. af
als Wethouder de heeren J. P. Handg'raaf,
J. C. Dunnebier en K. H. Tusenius.
De Voorzitter zegt dat is ingekomen een
voorstel van de heeren Dalmeijer, ten
Broeke en Maas, om over te gaan tot uit
breiding van het aantal wethouders tot
vier.
Daar dit voorstel wordt ondersteund,
komt het direct in behandeling.
De heer de Nobel houdt de volgende
rede:
Als de voorteekenen niet bedriegen, wordt de
ze dag waarschijnlijk een der belangrijkste uit de
gemeentepolitiek der laatste jaren.
Niet alleen as het punt wethouder.syerkiezing
dikwerf belangrijk met het oog op de persoon
lijkheden, welke uit de stembus te voorschijn ko
men, maar ook komt somwijlen tot uiting het
sluimerende leven, dat in de verschillende partij
en of groepen tot ontkieming is gekomen en kan
worden vastgesteld, of deze ontkieming tot vol
len groei zal geraken, daarin zal worden belem
merd of reeds in den beginne zal worden ver
stikt. ,A v
Vooral als hetgeen heden zal geschieden, zijn
uiteindelijke oorzaak vindt in de onderhandelin
gen, welke zijn voorafgegaan en de komende ge-
gebeurtenissen reeds lang haar schaduw hebben
vooruit geworpen.
Het mag als bekend verondersteld worden dal
de Vrijzinnig-Democraten de publieke zaak in het
openbaar behandeld vfenschen te zien. Daarom
M. de Voorzitter, komt hel ons gewenscht voor
bij de behandeling van het voorstel om het aan
tal wethouders van drie tot vier te verhoogen
terug te treden in de gevoerde onderhandelingen
tusschen de verschillende groepen en partijen,
teneinde een helder overzicht te verkrijgen en
verschillende feiten vast te leggen, opdat deze
ons ook later klaar en duidelijk voor den geest
kunnen worden teruggeroepen. Hel is daarom,
M. d. V., dat ik, hetgeen ik thans zeg, op schrift
stel. De openbaarheid kan slechts door duide
lijkheid gediend worden.
In de eerste plaats dan werd vastgesteld, dat
overleg van alle fracties gewenscht was, terwijl in
volle vrijheid kon worden onderhandeld, omdat
de partijen ter rechterzijde, tot nu toe steeds de
meerderheid vormende nog geen overleg hadden
gepleegd of tot overeenstemming waren geko
men.
Reeds dadelijk daarna kwam de vraag aan de
orde of de getalsterkte van het huidige college
van B. en W. moest worden gehandhaafd, dan
wel het aantal zou moeten worden uitgebreid tot
vier.
De voorstanders dezer uitbreiding waren in di
eerste plaats zij, die meenden, dat het College
van B. en W. moest zijn een afspiegeling van de
partijen in den Raad en gezien de toen nog gel
dende constellatie dan gaarne één R.K., één C.H.
en één A.R. zagen gekozen, terwijl dan één wet
houder uil de zoogenaamde linkerpartijen moest
worden aangewezen, zooals later bleek uit de
mededeeling van één der woordvoerders van een
partij.
Een ander herhaaldelijk gebruikt argument was
wel de noodzakelijkheid van een betere beharti
ging van de sociale aangelegenheden. Volgens de
opvatting van de verdedigers dezer betere be
handeling der sociale voorzieningen, waren deze
door het vele wérk der wethouders zeer in de
verdrukking geraakt. Toen door de tegenstanders
der uitbreiding van het aantal wethouders, onder
welke tegenstanders ook onze fractie moet wor
den gerekend, hoewel voorstanders van een be
tere behartiging der sociale aangelegenheden,
werd aangedrongen op een nadere uiteenzetting
van hetgeen door den wethouder, die dezen tak
van dienst op zich zou nemen, zou moeten wor
den behartigd, werden genoemd de volgende
punten: De stichting van een Arbeidsbeurs, be
strijding der werkloosheid, arbeidsregeling, ver
houding der loonen, volkshuisvesting.
Natuurlijk werd toen de vraag door de te
genstanders geopperd, of het ook mogelijk zou
zijn, wellicht door een andere werkverdeeling,
genoemde inderdaad belangrijke zaken ook met
drie wethouders beter tot hun recht te laten ko
men. Vooral werd veel waarde gehecht aan de
meening van de drie aanwezige wethouders, die
allen verklaarden, dat zij uitbreiding niet noodig
achten. Door één der wethouders werd speciaal
nog de aandacht gevestigd, op het feit, dat hoe
zeer ieder der aanwezigen ook overtuigd was,
van een betere behartiging der sociale aangele
genheden de toestand der gemeente financiën
uitvoering der eventueele plannen wel zou tegen
houden.
Behalve enkele minder belangrijke argumenten
werd door één der leden nog betoogd, dat uit
breiding vooral met het oog op het onderwijs
hoogst noodzakelijk was, zoodat z, i. bij niet uit
breiding een Inspecteur voor het Onderwijs wel
gewenscht zou zijn.
Overeenstemming omtrent de vraag of uitbrei
ding van het aantal Wethouders al of niet ge
wenscht was, werd niet verkregen, hoewel reeds
toen daarvoor een meerderheid wellicht gevon
den had kunnen worden. De tegenstanders ver
klaarden niet overtuigd te zijn geworden, inte-
I gendeel.
Toen geruimen tijd daarna ten tweeden male
werd vergaderd bleken de partijen der zgn. rech
terzijde wel onderling overleg te hebben ge
pleegd, ieder een eigen candidaat hadden gesteld,
doch elkaar niet op een accoord hadden gevon
den.
Uitvoerig werd toen besproken, hoe de verdee
ling der zetels zou zijn bij drie en bij vier wet
houders, n.l. 2 rechts en 1 links, of 3 rechts en
1 links, of 2 rechts en 2 links, terwijl nog steeds
niet werd vastgesteld hoe groot het aantal wet
houders eventueel zou zijn.
Ook kwam nu ter sprake de vraag, of reke
ning moest worden gehouden met de groote der
partijen bij de bezetting der zetels.
Merkwaardig was hierbij te constateeren, dat
enkele partijen, niet behoorende tot de grootste
met grooten nadruk meenden recht te hebben op
een zetel. Het zou waarlijk te ver voeren in
details na te gaan, welke beweegredenen werden
aangevoerd om dit recht te laten gelden. De aan
staande begrootingsdebatten zullen hierover ze
ker wel een helder licht laten schijnen.
M. de' V. Een typeerend feit wil ik toch wei
vastleggen, omdat het aan de ver^telheid moet
worden ontrukt. Op zeker oogenblik werd de
candidatuur van den aftredenden wethouder, den
.heer Tusenius, ^verdedigd door dea heer Schil
ling, en wel hoofdzakelijk op grond van diens
onder wijs-politiek.
Ook deze laatste besprekingen gaven nog geen
oplossing omtrent het aantal wethouders, hoewel
de lijnen zich allengs gingen afteekenen, waar
langs verder onderhandeld zou kunnen worden.
Ten aanzien van onze fractie wil ik even con-
de regeling van het beheer der 295 woningen,
die circa anderhalf jaar gevergd heeft;
de exporthaven, die nog maar altijddoor „de
aandacht heeft";
de wijziging der wethouderspensioneering, se
dert 12,1.26 aanhangig;
de reorganisatie van de brandweer, sedert hoe
stateeren, dat wij slechts dan bereid zouden zijn lang al? „in voorbereiding'
het aannemen van een wethouderszetel te over- een ander systeem voor verharding der grind
wegen, indien de onderhandelingen met de S. D. wegen, dat 12 en 15.1.26 werd toegezegd, zoodra
A. P. niet tot een resultaat zouden leiden en de wals er maar eerst was; tot dien wals werd
deze partij zich daarmede ook accoord zou ver- t 2.3.26 besloten, maar de zaak is nog steeds in
klaren. Onze fractie was de eenige, die geen voorbereiding;
candidaat stelde. E tutti quanti.
De derde vergadering had waarschijnlijk even- Een ander bewijs er voor, dat het tegenwoor-
eens geen oplossing gebracht ten aanzien van hel dig aantal wethouders de handen tè vol heeft,
vraagstuk der drie of vier wethouders, indien
dezerzijds daartoe geen pogingen waren gedaan.
Voorstanders van vier wethouders bleken toen
te zijn de A.R., de R.K. (waarschijnlijk behalve
de heer Handgraaf, die niet aanwezig was), een
meerderheid der C.H. en de groep Schilling. Te
genstanders bleven de S.D.A.P,, een minderheid
der C.H. en.de V.D,
Vergeten mag niet worden te vermelden, dat
de eenige vertegenwoordiger van den V B nu
voorstander was van vier wethouders.
Het bespreken en aanbevelen der verschillende
candidaten, zullen we niet releveeren. Voor toe
hoorders, als wij bijna steeds zijn geweest, was
het verre van aangenaam dit te moeten aanhoo-
ren, terwijl bij ons dikwijls de vraag oprees, of
de gemeentebelangen hierbij wel de voorrang
hadden boven politieke of persoonlijke. Een an
dere plaats dan deze vergaderzaal zal meer ge
schikt zijn deze punten in het openbaar te be
spreken, We zullen er dan ook maar over zwij
gen.
En thans, M, de V., hoop ik dat het mij nog
gegeven mag zijn den Raad te weerhouden van
de uitbreiding van het aantal wethouders tot
vier.
..M. de Voorzitter. Dan wil ik onmiddellijk ver
klaren dat het politieke argument om tot uitbrei-
1 ding te komen zeer aanvechtbaar is. Tot een
college, dat een afspiegeling is van de slroomin-
gen in den Raad zal men met de huidige
stelling wel nimmer kurufen komen. Vergeleken
met den ouden raad is de toestand met belreK-
king tot dit punt wel veel moeilijker geworden.
Evenredige vertegenwoordiging is natuurlijk niet
door te voeren om dezelfde reden.
De eenige bevrediging, welke dezerzijds vol
doening had kunnen schenken, was wel het aan
wijzen van twee vertegenwoordigers uit de par
tijen ter rechterzijde en één links, als we deze
constellatie als juist erkennen, hetgeen aan de
overzijde het geval is. Drie van rechts en een
links maakt de zaak scheef en ook de samen
stelling 2 rechts en 2 links.
De eenige lijn is, indien deze partijen geschik
te krachten hebben, dat een keuze gedaan
geworden uit de drie grootste partijen. Elke an
dere regeling schept onbillijkheden.
Maar als men het politieke argument niet wil
aanwenden kan een andere in het geding komen.
Dat is de geschiktheid van verschillende raads
leden om een zetel te bezetten.
En dan wil ik onmiddellijk naar voren brengen,
dat het zeer goed mogelijk was geweest een drie
tal personen aan te wijzen, die meer werk zou
den verzetten dan vier.
Het gemeentebelang eischt ook feitelijk, dat
men de meest geschikte personen tot wethouder
verkiest. De politieke vraag mag nimmer over
wegend zijn.
En nu de behartiging der sociale aangelegen
heden. Wel niemand onzer zal ontkennen, dat
deze vooral in de laatste jaren door het streven
naar bezuiniging zeer in de verdrukking zijn ge
raakt. Maar toch, M. de V., doel het eenigszins
vreemd aan, dat de verschillende gebruikers
van dit argument zoo weinig gebruik hebben ge
maakt van hun recht tot initiatief, dat een ge
meenteraad zoo ruim en makkelijk door den wet
gever is toebedeeld. Men had den wethouder,
die met dezen tak van dienst was belast, krachtig
kunnen steunen door het indienen van uitge
werkte voorstellen. Indien er op deze gronden
een meerderheid is voor vier wethouders hadden
ook deze initiatief-voorstellen een meerderheid
gevonden en verklaren de voorstemmers hier
mede, dat zij in gebreke zijn gebleven.
Spr. memoreerde nog tal van punten en be
sloot, dat noch op politieke, noch op zakelijke
gronden uitbreiding van het aantal ^wethouders
van
voor
noodzakelijk is, vooral niet, gezien de geschikt
heid der candidaten, terwijl een uitgave van
f 2500.per jaar voor salaris, eventueel pen
sioen en vermeerdering van ambtenaren hiervoor
op redelijke gronden niet gewettigd waren.
De heer Dalmeijer komt dan aan het
woord en zegt het volgende:
Onze Gemeente is een sterk groeiende en
zich in velerlei richting uitbreidende gemeente
met een complex van belangen en van maat
schappelijk verscheiden structuur. Dit eischt een
werkkrachtig en werkdadig College van Burge
meester en Wethouders. De werkzaamheden aan
elk departement hebben reeds eenen zoodanigen
omvang genomen, dat te behandelen zaken vaak
veel langer dan wenschelijk is moeten wachten.
In de Memorie van Antwoord bij de vorige Be
grooting nog erkenden B. en W.. dat drukke
werkzaamheden hen belet hadden, te komen met
voorstellen, reeds bij de behandeling van eene
daaraan voorafgaande Begrooting toegezegd. En
als recente voorbeelden valt te wijzen op b.v.:
het prae-advies inzake den woningdienst, ge
vraagd 12.1.26, gegeven II.7.27, nadat de stukken
reeds in Juni '26 hadden gecirculeerd;
het prae-advies inzake instelling van eene
commissie betreffende bad- en zweminrichtingen,
etc^ gevraagd 12.1,27, gegeven il.7.23;
levert de herhaaldelijk voorkomende omstandig
heid, dat weliswaar een voorstel wordt aange
kondigd als afkomstig van „het College", maar
de meerderheid der wethouders in den Raad er
legen stemt; dit wijst op een gemis aan collec
tiviteit, uitvloeisel van het uit tijdsgebrek te veel
allerlei zaken moeten laten zwemmen, die niet
directelijk tot het eigen departement behooren.
En toch lijkt het gewenscht voor een goed ge-
meentebeheer, dat voldoende wisselwerking
plaats vindt tusschen de verschillende bewind
voerders.
Een verder bewijs ligt in de verwaarloozing van
de behartiging der Sociale Aangelegenheden, een
terrein, waarin liggen alle die maatregelen van
cultureelen, economischen en 'sociaal-hygiëni-
schen aard, die tegenwoordig gerekend worden
te behooren tot de zorg der gemeentebesturen.
Zeker, er was reeds lang „officieel" een wethou
der voor die zaken, maar, men merkte er een
beetje van! Het is uit de erkenning van het vorig
College bekend, dat dit mede zijn oorzaak vond
daarin, dal de personen die dat College vormden,
allen maar matig gevoelden voor dit onderwerp
en meenden, dat daarvoor toch geen geld be
schikbaar is, en daarom hun lijd en aandacht
liever schonken aan de andere zaken, die her.
genoeg te doen gaven.
Doch juist die omstandigheid doet de creatie
eenen vierden wethouderszetel, speciaal
Sociale Aangelegenheden, te dringender
orkomen. Het wordt tijd. dal die belangen niet
meer alleen als bijloopertjes achter de materieele
belangen aankomen, doch er naast behartiging
vinden. Om de mogelijkheid daartoe ten volle te
scheppen is een afzonderlijk man in het College
van B. en W. noodig.
De behoefte daaraan heb ik reeds lang gevoeld;
toen vier jaar geleden deze zelfde kwestie ter
sprake kwam bij de voorbesprekingen heb ik
mij er reeds voor verklaard; en nog bij de voor
bereidende besprekingen in de toenmalige c>. D.
A P -fractie het vorig jaar vóór de begrootings
debatten heb ik opnieuw een lans gebroken voor
een voorstel tot instellen van een vierden wet
houderszetel, speciaal met het oog op de behar
tiging der Sociale Belangen; doch ik vond daar
geene medewerking.
Er is tegen deze gedachte van andere zijde
aangevoerd, dat er toch geen geld voor beschik
baar zal zijn; in de eerste plaats valt op te mer
ken, dat het niet de vraag is, of er al of niet geld
voor beschikbaar is, doch wel, of men bereid is,
van het beschikbare geld ook dit onderdeel van
gemeentezorg zijn het toekomende portie te ge
ven; niet eerst al het materieele verzorgend, en
als er dan nog wat middelen overblijven, die bij
wijze van aalmoes aan de Sociale Belangen toe
wijzend. Maar in de tweede plaats valt op te
merken, dat er zooveel te doen is op dit gebied,
dat weinig, en soms wel in het geheel geen geld
behoeft te kosten, d.w.z. aan de gemeentekas
geen uitgaven van beteekenis behoeft te bezor
gen. Dat zal zooveel afhangen van de wijze,
waarop te werk wordt gegaan; als men alles zou
willen opzetten als een soort Gemeentebedrijf,
dan zeker zouden groote middelen noodig zijn;
maar, er is ook een andere weg: hoeveel op dit
gebied is er niet, waarvoor onder de ingezetenen
voldoende belangstelling leeft, of tot leven te
brengen is, om hen tot aanpakken te brengen?
Dat particuliere initiatief, in zijn beste beteeke
nis, op te wekken, aan te wakkeren, te coürdi-
neeren, te steunen zal een belangrijk deel moe
ten zijn van de taak van dezen Wethouder. Hel
is niet voldoende, dat desgevraagd de Gemeente
een welwillend oor leent aan tot haar komende
wenschen, de Gemeente, het Gemeentebestuur,
dat tot taak heeft de voortdurende zorg voor-hel
welzijn der gemeentenaren in zijnen geheelen om
vang, dient tot die gemeentenaren te gaan en
hen den weg te wijzen en waar noodig te hel
pen effenen tot ontplooiing van hunnen gemeen
schapszin.
Wij hebben ook gehoord de idee, dat voorloo-
pig eene Studiecommissie voldoende zou zijn;
zoo'n Studiecommissie werkt echter langzaam,
onvermijdelijk langzamer dan een man, die zich
geheel aan de taak kan wijden. Zoo'n Commissie
komt ten slotte tot een meer of minder fraai
rapport, doch DOEN kan zij niets; het hangt
maar geheel van af, of de wethouder, bij wien
zoo'n rapport tenslotte belandt, voor dit soort
werk iets of niets gevoelt; in het eerste geval is
er kans, dat er ten langen léste nog iets van de
berapporteerde zaak terechtkomt; in het laatste
geval is het eenig resultaat, dat het Gemeente
archief weder met een mooi rapport vermeer
derd is. Maar, wat heeft de burgerij aan mooie
rapporten? Er zijn daden noodig! Daarvoor is een
man noodig; een man van initiatief; die niet
wacht tot de dingen tot hem komen, maar die
de dingen opzoekt, die de probleemen tegemoet
gaat. Ook een man dus van visie. En er is dan
geen benijdenswaardiger mensch denkbaar in een
College van Burgemeester en Wethouders dan
juist die Wethouder voor Sociale Aangelegenhe
den: de akker, dien hij zal bewerken, het zaad,
dat hij zal weten uit le zaaien, zal duizendvoud
vrucht dragen. Goedwerkende Bedrijven zijn uit
stekend; mooie wegen zijn prachtig; al dal an
dere materieele is zeker begeerenswaard; maar
ver boven dat alles uit gaat het werk, dat hel
LEVEN ZELF der ingezetenen breeder, rijker,
mooier zal kunnen maken; de materieele omstan
digheden zijn ten slotte slechts een middel tot
het doel; maar de verheffing van het maatschap
pelijk en geestelijk peil van het geheel onzer Ge
meenschap is het Einddoel!
De heer Visser spreekt als volgt:
Waar wij voor de Wethoudersverkiezing staan,
ille partijen ten deze opzichte niet tot overeen
stemming zijn gekomen, gevoelt de Soc.-Devn.
fractie behoefte de volgende verklaring ut te
leggen.
Van het begin der onderhandelingen af, heeft
de Soc.-Dem. fractie op het standpunt gestaan,
op welk standpunt zij nog staat, dat haar een
zetel in het College van burgemeester en Wet
houders moest worden ingeruimd. Zij meende dit
recht te kunnen ontleenen aan haar getalsterkte
in den Raad. Haar fractie behoort toch tot de
drie sterkste fracties, terwijl, indien wij den uil
slag van de verkiezingen als richtsnoer willen
nemen, zij op één partij na, het grootste aantal
kiezers vertegenwoordigt.
Het zijn evenwel niet alleen rechtsmotieven
welke bij de Soc.-Dem. fractie den doorslag ge
ven bij den wensch een wethouderszetel te be
zetten. Even als bij haar andere gedragingen
geeft hierbij den doorslag: het belang der arbei
dende klasse.
In het College van Burgemeester en Wethou
ders meent zij, beter als daarbuiten, iets voor de
arbeidende klasse te kunnen doen, iels voor de
arbeidende klasse tot stand te kunnen brengen.
Waar zij dit van het allergrootste belang acht,
reëele politiek altijd heeft gevoerd en ook in de
toekomst zal blijven voeren, meent, zij daarvoor
de verantwoordelijkheid van een wethouderszetel
te moeten aanvaarden.
M. de V. Dit laatste is geen nieuws; indien in
dertijd bij het aftreden van den heer Landeweert
als Wethouder, de Raad aan het verzoek der
toenmalige Soc.-Dem. fractie had voldaan, was
de mogelijkheid niet buitengesloten geweest, dat
de fractie S. D. A. P. die verantwoordelijkheid
had blijven dragen.
De Soc. Dem. fractie meent dan ook nog
steeds, en heeft dit standpunt bij de onderhan
delingen verdedigd, dat van rechtswege een der
drie zetels haar toekomt.
Al zal door haar de vierde zetel niet worden
afgewezen, wenscht zij uitdrukkelijk te verkla
ren, deze niet te beschouwen als te zijn speciaal
voor haar in het leven geroepen. Ónder deze
voorwaarde zou zij op dezen zetel geen prijs
stellen.
M. d. V. De onderhandelingen over de Wet
houdersbenoemingen hebben gestaan in het tee-
ken van groepen en personen.
Elk reëel gemeentebelang heeft hierbij ontbro
ken, al is verklaard, dat alles wat naar voren
werd gebracht in het gemeentebelang was.
Gemeentebelang was het toch geweest, dat
allereerst de groote partijen een zetel in het
College was toegewezen; wilde men dan vier
wethouders, dan was le overleggen geweest aan
welke der kleine partijen groepen welke geen
organisatie achter zich hebben laat ik hier bui
ten bespreking deze zou worden toegewezen,
-7U'. A Ann wïi 5an r1e>7.{» laat-
Zeer waarschijnlijk hadden wij aan deze laat
ste bespreking niet deelgenomen; al zeer sP°e"
dig bleek toch dat men een richting uit wilde,
waardoor het College niet demokratischer maar
meer in conservatieve richting zou worden sa
mengesteld. Hieraan kon door ons niet worden
meegewerkt.
M. de V, Over personen is ook geoordeeld.
Bezwaren tegen den candidaat welke de Soc.
Democratische fractie voor de functie van Wet
houder heeft gesteld; zijn van verschillende kan
ten naar voren gekomen.
Wanneer onze fractie zich genoopt gevoelt
hierover iets te zeggen, wil zij op den voorgrond
stellen, op het standpunt te staan, dat indien
men over de partijen, welke het College van
Burgemeester en Wethouders zullen samenstellen
tot overeenstemming is gekomen, men de keuze
der candidaten aan de partijen zelf moet overla
ten, en de andere partijen deze hebben over te
nemen. Vanzelf erkent ook de Soc. Dem. fractie
uitzonderingen op dezen regel.
Wanneer capaciteiten ontbreken, op de moree-
le gedragingen der candidaten heel wat aanmer
kingen zijn te maken, (terwijl de meerdere of
mindere democratische gezindheid voor ons Soc.
Dem. van beteekenis zou kunnen zijn), is het
plicht tegen dezen naar voren te brengen.
Waar ten opzichte van onzen candidaat over de
door ons genoemde zaken met geen enkel woord
gesproken is, meent de Soc. Dem. fractie haar
candidaat te moeten handhaven.
Hij geniet toch het volle vertrouwen der frac
tie, heeft de capaciteiten voor deze functie, ter
wijl op zijn moreele gedragingen geen aanmer
kingen zijn te maken, aan Democratische gezind
heid niet behoeft te worden getwijfeld.
Voor zoover deze bezwaren gelegen waren .n
de onderwijspolitiek door hem gevoerd, stelt de
Soc.-Dem. fractie er prijs op te verklaren, dat
deze is gevoe.rd volkomen in overleg, namens de
geheele fractie.
Ook ten opzichte van de politiek op ander
terrein kunnen wij verklaren, dat deze steeds de
goedkeuring onzer fractie heeft weggedragen.
M. d. V. Voor de Soc.-J)em. partij is er geen
enkele reden op haar eenmaal genomen besluit
terug te komen en wenscht zij haar candidaat
onvoorwaardelijk te handhaven, en zal zij alleen
op dezen haar stem uitbrengen.
De heer Maas zegt naar aanleiding van