Van de Gemeenteraad
Vergadering van 13 December 1927.
Vervolg
De heer Bosman, Zoo dacht je er vroeger niet
i over.
De heer Dalmeijer: Ik heb het vroeger mis-
Ischien niel zoo scherp gezegd,
Spr, zegt niet te zullen ingaan op wat de heer
Visser heeft gezegd over de breuk met de S. D.
A. P. Spr. heeft alleen niet blijdschap gehoord,
dat velen anders willen.
Spr, heeft het dan over het ziekenfondswezen
in onze gemeente en vraagt wat B. en W. in dit
opzicht willen doen en of B, en W. alle op gelij
ken voet willen behandelen.
Spr. zegt zich te verheugen over de weder-
inlreding van de vrouw in de raadzaal, Spr.
verheugt zich daarover en zegt te hopen, dat het
vrouwelijke raadslid de andere leden zal bewa
ren voor mannelijken eenzijdigheid.
Hierna is het woord aan den heer de Nobel.
Deze spreekt als volgt.
Als ik de verschillende begrootingsdebatten.
welke in dezen raad gedurende cle laatste jaren
zijn gehouden nog eens in gedachten de revue
laat passeeren, wil het mij voorkomen, dat het
practisch resultaat dezer discussies en dan
heb ik wel voornamelijk het oog op de zgn, al
gemeente beschouwingen betrekkelijk gering
is. De groote fout is naar mijn meening wel ge
legen in bet feit, dat deze beschouwingen aller
minst den naam mogen dragen van algemeen ts
zijn. Op verbluffende wijze, is men steeds in de
kleinste details afgedaald en in de veelheid der
onderwerpen is juist datgene, wat algemeen
ten ondergegaan. Het werd klein gedoe en ten
slotte heeft men door de boomen te beschouwen,
het bosch niet gezien. De groote lijnen waar
langs het gemeentebeheer naar de meening van
den Raad moest worden gestuurd, werden wel
uitgestippeld, doch het bleef bij stippelen. Groo
te lijnen werden ten slotte niet getrokken. De
discussies gingen bij deze algemeene beschou
wingen zeer vaak langs elkaar heen. Weinig
werd getracht elkaar te ontmoeten, zoodat ook
bet College van B. en W. dikwijls wel geen hou
vast zal gehad hebben, nadat bet begrootings-
debat was afgeloopen. En nu weten wij zeer wel,
dat de hoeveelheid der partijen uiteraard het
vinden van een vaste lijn moeilijk maakt, terwijl
bovendien dikwijls bij de samenstelling van het
College, de wethouderverkiezingen, reeds een
program wordt samengesteld. Dit laatste en
ik kom daarop wel nader terug is intusschen
niet geschied. Geen wonder dan ook dat de
vraag, in welke richting bij de veranderde poli
tieke omstandigheden ons gemeentebeheer zal
worden geleid, reeds velen heeft bezig gehouden.
En nu heb ik gegronde vrees, dat het antwoord
op deze vraag ook in de komende dagen niet zal
worden gegeven. Want ik ben het volkomen eens
met de Memorie van Antwoord, als B. en W.
zeggen:
„Ook dit jaar zijn bij de algemeene beschou
wingen vele onderwerpen ter sprake ge
bracht, welke beter bij de begroolingen zel
ve hadden kunnen worden besproken."
'Pogingen, welke zijn aangewend om deze alge
meene beschouwingen te behandelen bij de
Hoofdstukken II (Algemeen Beheer) en XII (Be
lastingen) hebben evenwel gefaald. Bij ieder der
andere belangrijke hoofdstukken hadden we dan
korte algemeene beschouwingen kunnen houden
over deze hoofdstukken. Daardoor wordt tevens
voorkomen, dat bij de begrooiingen zelf in her
halingen wordt getreden en dus een vluggere be
handeling zal worden bereikt. Zonder twijfel
heeft het nu ook het College moeite gekost, het
in de afdeeling besprokene te groepeeren.
Krachtig beveel ik dan ook aan de door mij
aangegeven wijze van behandelen der begrooting
voor de volgende jaren.
Alvorens nu te komen tot de in het voorloopig
verslag en de memorie van antwoord genoemde
belangrijke onderwerpen, zou ik gaarne nog iets
wenschen te bespreken, waarop vooral in de
laatste weken mijn aandacht en wellicht die van
verscheidene andere ingezetenen is gevestigd ge
worden. Nieuw is de door mij aan te roeren zaak
sinds lang niet meer. Er zijn ingezetenen, die
reeds 25 jaar lang binnenskamers over deze zaak
hebben gesproken. En oo.k in het publiek j» er
dikwijls wel het een en ander over gezegd, doch
tot een daad is met wel nimmer gekomen. Voor
al de laatste jaren is in de Vrijzmnig-Democrati
sche ICiesvereeniging deze zaak herhaaldelijk ter
sprake gebracht en zijn ook in dit verband re-
verschillende stappen gedaan. Maar aangezien
men in deze gemeente zoo spoedig politiek
meent te moeten zoeken, waar deze inderdaad
niet in het spel is, werd nog nimmer getracht
het groote publiek voor dit hoogst belangrijke
onderwerp te interesseeren. Ik bedoel: „De an
nexatie van de boorden van het Noordzeekanaal
door Amsterdam".
Ik stel mij geenszins de illusie, dat ik voor een
bespreking van een dergelijke zaak een willig
oor zal vinden in den Raad. Bovendien ontveins
ik mij geenszins dat een grondige bespreking
dezer materie thans wel zoo goed als onmogelijk
is. Ook voor mij zelf, hoewel deze zaak mijn
voortdurende aandacht heeft, heb ik de balans
nog niet opgemaakt van de voor- en nadeelen.
Wel hebben wij steeds getracht om in eigen
kring te komen tot een studie-commissie, die
haar rapport onmiddellijk na het verschijnen tot
gemeengoed zou kunnen maken, waarna wij onze
taak als geëindigd zouden kunnen beschouwen.
Helaas is het zoover nimmer kunnen komen, En
gaan die twee groepen, welke zich thans in bijna
alle vertegenwoordigende lichamen in Nederland
wel het minst kunnen zetten.
De geestelijke vaders van deze samenstelling
van het college zijn de heeren Tusenius en Schil-
toch is o. i. deze zaak een ernstige overweging ling. Er was geen program van actie, het was een
ten volle waard. Wanneer wij onze blik buiten eenvoudige optelling: 6 en 5 en 3 en 1.
onze grenzen wenden, bemerkt men overal een I Spr. heeft het dan over de verhouding van
W. tot den raad en dringt aan op vroegere
aangebroken, om deze voor de toekomst en de
welvaart onzer gemeente zoo belangrijke zaak
aan te snijden, in de hoop, dat de publieke
opinie zich ervan zal meester maken.
Een grondig onderzoek lijkt mij het eerst noo-
dige, En al ben ik voorhands voorstander van de
annexatie der kanaalboorden door Amsterdam
en velen met mij, mocht het onderzoek tot af
wijzende conclusies komen, dan zou bij voor- en
tegenstanders bevrediging zijn gewekt.
Nu ik het toch heb over oeconomische ont
wikkeling dezer gemeente, zou ik nog gaarne
eenige punten willen aanroeren.
ik wijs bierbij op de Hoogovens, waarvan on
ze gemeente de lasten draagt, terwijl de lusten
door een andere gemeente worden gedragen, In
dit verband wijs ik op de plannen van de Kon.
Shell, v/h. Bataaische, die ook ten Noorden dei-
sluizen industrieterreinen wil stichten, maar
waarvan spr. vreest, dat de lusten ook niet voor
de gemeente Velsen zullen zijn, Daarom is de
kwestie der oeververbinding zoo urgent. Er blij
ven nog twee plaatsen over voor de vestiging
van industrieën, n.l. rond de Haring- en Vis-
schershaven, en beoosten Velseu. Spr. heeft met
genoegen vernomen, dat B, en W. zooveel moge
lijk trachten mede te werken aan de ontwikke
ling -van de gemeente.
Spr. wijst er op, dat het gemeentelijk grondbe
drijf adverteert, doch Deventer, Amersfoort,
Schiedam enz. hebben dit ook gedaan en bereiken
goede resultaten.
Wat IJmuiden-badplaats aangaat, pessimisten
zeggen, dat bij visscherij en industrie zich geen
badplaats ontwikkelt, maar spr. wijst dan op
Scheveningen, Ostende, Lowestoft, Yarmouth,
Fleetwood, Grimsby enz.
Hier in IJmuiden liggen ten zuiden van de pier
groote exploitatie-mogelijkheden. Men moet het
groote hotel-combinaties gemakkelijk maken.
Zoo kon een geheel nieuw gedeelte ontstaan met
groole welvaart. Nu gaat het wel langzaam voor
uit, doch beter is een ontwikkeling op groote
schaaf.
Er is nog veel te doen voor de welvaart der
gemeente. Het vorige en blijkbaar ook dit college
heeft het oog gericht op de aantrekking van fo
rensen. Deze begrooting ademt ook weder in de
zen geest. Dat is best, maar het westelijk deel
der gemeente steunt op slechts een bedrijf, n.l.
het visscherijbedrijf. Dit is nu nog goed, al on
dervindt de visphhandel veel moeilijkheden door
groote concurrentie, vooral van de vischauto's,
waardoor ter plaatse gevestigde handelaren het
dikwijls zeer moeilijk hebben.
Spr. wijst op de toename van glascultuur in
het Westland en de belangstelling hiervoor ook in
onze provincie en spr. hoopt dat B. en W. hier
voor aandacht hebben, opdat deze artikelen
straks van hieruit geëxploiteerd kunnen worden.
Over den uitslag der verkiezingen zegt. spr.
dat reeds bij het samenstellen der lijsten alle
partijen groote moeilijkheden hadden. Het per
soonlijk element is dikwijls hoofdzaak, vooral bij
de S, D. A. P. Daar is zelfs een afscheiding, die
wel geheel een persoonlijk karakter droeg. Van
beginselsirijd toch was geen sprake.
De uitslag was bij de georganiseerde partijen
echter vrij normaal, Spr- noemt echter onjuist
dat de groep-Schilling een wethouderszetel ver^
langde wegens de uitspraak der kiezers. Als spr.
van de 1200 pp de groep-Schilling uitgebrachte
stemmen 40Ö pnteyreden sociaal-democraten af
trekt, blijven er 800 over, dat is nog wat anders
tegenover de 2600 op de S, I). A, P. uitge
brachte stemmen.
Spr. zegt dat de Vrijzinnig-democraten deze
splitsing betreuren, daar het onzuiverheid geeft
in de politiek.
Regeermacht en wetgeving behooren te steunen
op de vrije, georganiseerde wilsuiting van alle
meerderjarige Nederlanders. Ter bereiking van
dit doel moet de Staatkundige opvoeding des
volks bevorderd worden.
Al hebben V.-D, groote principieele verschillen
S, D, A. P. in de vertegenwoordigende li
chamen zien de V.-D. het liefst staatkundige
groepen als tegenstanders en geen enkelingen.
Reeds nu heeft zich dij; gevvrokeji, In het af-
deelingsverslag werd door gen lid opgemerkt, dat
de Raad hoewel in meerderheid rechts gebleyen,
meer in democratischen zin is omgezet. Djt leek
ook zoo te zijn, Maar het zal blijken schijn te
zijn. Door dit lid zal natuurlijk de groep Schil
ling zijn ingedeeld bij de democraten evenals de
heer Waterlander bij de R.K. .en de heer Krijger
bij de A.R., zoodat feitelijk de vier nieuwe ze
tels aan democraten zijn toegevallen,
Bij de wethoudersverkiezingen is steeds gespro
ken van links-rechts of werd de groep-Schilling
bij de democraten ingelascht. En reeds toen heb
ik mij tegen deze groepeeringen verzet en werd
dopr mij gezegd, dat de tijd zou moeten lëeren, of
we deze groep Schilling in de toekomst bij de
democraten zouden moeten rekenen. Nu zijn er
reeds teekenen, dat mijn voorgevoel juist is ge
weest en met groote belangstelling dezerzijds zul
len de verdere evoluties op Het slappe koord
worden gevolgd en gadegeslagen, Ook hebbep deVermeulen voorstaat, steeds heeft ie slikken,
wethoudersverkiezingen tot gevolg gehad, dat d<? Want, M. d. V., laat de A.-R. fractie aantoo-
vrij stabiele meerderheid van rechts is uifge- nen WA3ï" en wanneer zij Chr. politiek voert in
vallen, waarbij dan broederlijk zijn blijven samen- J den R.aad! Het vloekverbod zal men zeggen. Maar
tiek en ook persoonlijk gedoe voortaan achter
wege zal blijven
De heer Vermeulen zegt dat wanneer opge
merkt wordt, dat men niel tevreden is over de
politiek der vier laatste jaren, iedere partij dit
kan onderschrijven. Immers geen enkele partij
wordt voor 100 procent tevreden gesteld. Spr.
zegt dat zijn partij ook niet tevreden is, voor
namelijk niet over de wethoudersverkiezing.
Waar sprekers partij versterkt uit den strijd
kwam had zij een zetel in het college mogen ver
wachten.
Er zijn andere partijen, die wel tevreden zijn.
B.v, de Chr.-Historischen, waarvan gezegd werd,
dat zij boven hun stand leefden en die hun aantal
zetels mochten behouden. Spr. meent dat dit een
gevolg is van de gevoerde conservatieve oud-
liberale politiek gedurende de afgeloopen vier
jaar.
Spr. zegt dat deze partij de verantwoordelijkheid
niet meer aanvaardt, nu haar vertegenwoordiger
in het college afwezig is. Dit doet spr. denken
aan Amerika: wij hebben onze oorlogsschuld
binnen en wij zenden een waarnemer naar Gene
ve. Maar als die waarnemer er niet meer is,
draagt men geen verantwoordelijkheid meer.
i Prof. Bolland zou zeggen: Dat begrijp je niet,
maar dat is de eenheid van tegendeelen,
i Spr. zegt dat noodig is, wat zijn partijgenoot
Homburg dezen morgen zei, n.l, dat samen moet
gaan, wat leeft uit één beginsel,
i Wat de samenwerking tusschen B, en W. en
den raad betreft, meent spr. dat het college te
veel generaliseert. De raad toch verkeert in een
moeilijke positie, daar hij geheel afhankelijk is
van B. en W., die steeds over alle gegevens be
schikken. Wanneer B. en W. het maximum var
de inlichtingen aan den raad geven, gelooft spr.
dat de verhouding zeer zal verbeteren.
Wat het openbaar slachthuis betreft, spr. hoopt
dat B. en W. dit zullen willen stichten aan de
zuidzijde der Visschershaven. Het verkeer kan
daarbij geen moeilijkheid opleveren.
Het slachthuis zal ons nogal wat kosten, maar
bij stichting aan de Visschershaven is de kwes
tie der koelruimte makkelijk op te lossen en
eveneens die van het afval, omdat daar reeds
een fabriek is, die afval verwerkt.
Wat de voorlichting bij beroepskeuze betreft,
spr. zegt dat die sterk van de arbeidsbeurs ge
scheiden moet worden gehouden.
Wat het onderzoek naar de bedrijven betreft,
hoopt spr. dat dit niet door onzen verificateur,
noch door een paar accountants wordt gedaan,
maar door een #paar bedrijfsmenschen.
Spr. dringt voorts aan op een meer economisch
beheer van de bedrijven en wijst op het nieuwe
deel van het raadhuis, dat beslist onvoldoende is.
Wat de uitbreiding der industrieën betreft,
wijst spr. er op dat niet alleen behoeft te wor
den gekeken naar de Visschershaven, maar dat er
aan de beide kanaalboorden en vooral bij kanaal
B uitstekende industrieterreinen zijn.
Spr, zegt in antwoord op een vraag van den
heer Visser, wat door rechts in de laatste 4 jaar
is gedaan, te moeten zeggen, dat dit niet veel
geweest. Spr. wil daarbij een deel van de schuld
op zich nemen. Maar de economische toestan
den na den oorlog hebben daar ook toe bijgedra
gen, Spr, wil er echter op wijzen, dat de tekort
komingen het best uitkomen, waar de idealen de
hoogste zijn, Spr. hoopt echter dat in de komen,
de vier jaar iedere groep zijn vaandel hoog zal
houden en niet zal besmeuren en wenscht he:
dagelijksch bestuur kracht toe voor cle eerstko
mende vier jaar, opdat er' uit den arbeid nog een
zegen voortkonae.
Hierna ayerd de vergadering geschorst tot 7
uur.
Na de opening der avondvergadering verkrijgt
de heer Groeneveld nog het woord, die het vol
gende opmerkt:
Wanneer ik de bespiegelingen in den raad, ten
onrechte genoemd Alg, Beschouwingen, even mijn
brein Iaat passeeren, zoo is er veel, waarover ik
gaarne van mijn tegenovergestelde meening zou
willen doen blijken.
Doch waar zulks in 't algemeen niet dat nut
afwerpt voor onze gemeente-politiek als men er
zich van voorstelt, zoo zal ik met het oog op den
kostbaren tijd om in de terminologie van den
raad he blijven (alhoewel de werkelijkheid anders
is) mij bjj gp.pigg zaken bepalen.
De verdeeldheid in rechlsche gelederen door
de S.D.A.P. aangesneden kup. ftjen bestempelen
met het oude spreekwoord van den poi ejj d?n
ketel eri hiermede dan basta.
Anders wor.dt ?ulks, wanneer men van Anti-
Rpyoj. zijde bij mond.e den heer Vermeulen
hef fjgef voorkomen, alsof een anti-cjir, strooming
in onze fractie daar cle schuld van is.
Voor mij staat vast, dat de heer Vermeulen,
boe of hij ook gescherpt i§ wat de tong betreft,
voorzichtiger was geweest, indien hij niet in het
openbaar in eigen ingewanden had gewroet.
Wanneer hij spreekt dat da Chr.-Hist. door de
kleurlooze middenstof gebleven 5?ijp, die zij thans
zijn, zoo blijkt hieruit alleen maar een spijt dat
de Chr. Hist, zich hebben weten te handhaven,
Wanneer er een meer principieele Chr. politiek
gevoerd moet worden volgens den heer Vermeu
len, zoo yyil zulks alleen zeggen dat men de
hyper-oer-conservajjeve politiek die de heer
streven om de voorhavens en de boorden langs
den toegangsweg naar en van de zee te voegen
bij de groote handelssteden. Doch ik behoef zelfs
zoover niet te gaan als ik wijs op het gestadige
streven naar expansie door Rotterdam,
Heeft Amsterdam niet reeds nu al groote be
langen in onze gemeente? En zullen deze binnen
afzienbaren tijd niet belangrijk vermeerderen.
Dat mijn aandacht gedurende de laatste weken
op deze zaak scherper is gevestigd geworden is
wel gelegen in het feit, dat een tweetal zaken,
speciaal te IJmuiden in de betrokken kringen
druk zijn en nog woeden besproken. Dit zijn de
mogelijke opheffing van de inklaring te IJmuiden
en de onderzoekingen naar de exploitatie van
het Staatsvisschershavenbedrijf. Maar ook de bij
na voortdurende tegenwerking van den Rijks
waterstaat bij tal van aanhangige plannen, welke
ten nauwste verband houden met de oeconomi-
r-cle ontwikkeling dezer gemeente hebben bij m:'
dikwijls de vraag doen lijzen, of naar het geluid
der groote stad* in regeeringskringen niet eerder
geluisterd zal worden dan naar dat der veel klei
nere gemeenten, -
Eenig dadelijk resultaat verwacht ik ook thans
,zuet. Maar toch -heb ik gemeend, dat de tijd is
toezending der raadsstukken, Wat de wethou
dersverkiezing betreft, zegt spr,, dat de heer
Vermeulen het college zeer juist getypeerd heeft,
Er zal wel geen wedloop zijn tusschen de yier
wethouders, wie het vooruitstrevendst zal zijn,
Hgt gaat tegen het openbaar onderwijs, dat bleek
wel uit 4§ 18 or?, den heer Tusenius uitgebrachte
stemmen, en djpor de haat tegen enkele openbare
onderwijzers.
Spr. vraagt hoe B. en W. 4e fondsen voor de
sociale voorzieningen zullen vinden. Men meent
dat door belastingverhooging de gemeente onbe
woonbaar zal worden, maar tegen verhooging der
belasting van de lagere inkomens en de groote
gezinnen heeft men blijkbaar geen bezwaar.
B. en W, zeggen dat voorzichtigheid op finan-
tiëel gebied geboden is. Dit doelt op de uitga
ven, Maar wat de inkomsten betreft, lean men de
lasten verdeelen naar draagkracht. Daarbij criti-
seerl spr. de gasprijzenpolitiek. De onderwijspo
litiek acht spr, te incidenteel en spr, acht een
grondige herziening over de geheele lijn ge-
wenseht.
Spr. besluit men den wensch dat te veel poli
hier werd ook dopy onze fractie voor op de
bre.s gestaan, alhoewel ,een vloekverbod niets
heeft uit ie staan met principieel^ Chr, politiek,
aangezien elk fatsoenlijk mensch met c?f zonder
religie vloeken verpor deelt.
Wanneer yan onze zijde ge-zegd \yordt, weg
met de theeschenk en dopr den wpordvoerder
der A.-R. een lans gebroken wordt yóór dit opr
stakel, zoo verzaakt men hiermede het Anti-rev.
beginsel van Zondagsrust en daardoor Zondags
heiliging bevorderende.
Wanneer men daar tegenover stelt de campag
ne, wélke steeds door den heer Vermeulen werd
gevoerd tegen onzen wethouder, dat alle raads
leden piet één uitgezonderd tot de gevolgtrek
elkander, waarbij hulp en steun het richtsnoer
zal behooren te zijn.
Nu de kwestie van de Beroepskeuze.
M. d. V. Reeds lang voor dat van de werklie-
denvereeniging', afd. Patrimonium, hier ter plaat
se eenig initiatief uitging, bestond er samenwer
king in den lande met alle vereenigingen of bu
reaux, betrekking hebbende op de Beroepskeuze
van alle richtingen. Wanneer er een vereeniging
was in deze gemeente zoo zou zulks vanwege
de Centralisatie der Hoofdbesturen reeds lang
een feit hebben kunnen zijn. Vorige week werd
voor bet eerst van de zijde van Patrimonium een
vergadering of bijeenkomst gehouden.
Maar waar door ons reeds voor drie jaren deze
zaken op touw werden gezet, ook van Christelijke
zijde en ten slotte na 3 jaren studie en voorbe
reiding met medewerking van vele particulieren
van alle richtingen een begin is gemaakt op neu
tralen grondslag, dan voelt men wel dat wanneer
het bed geschud is en de zaken voor elkander
zijn men contact had kunnen zoeken met de be
staande vereenigihg. De samenwerking bestaat
reeds in den lande en zou dus vanzelf een feit
kunnen zijn.
Wanneer de heer Vermeulen spree'kt over Ar
beidsbeurs en Bureau Beroepskeuze, zoo beeft
hij onze bedoeling, niet begrepen in de Algem.
Besch. neergelegd door zijn partijgenoot, den heer
Sluiters en praat de heer Vermeulen na, wat hem
de vorige week voor het eerst werd gezegd.
Want M. d. V., het gaat bij ons hierom: de Be
roepskeuze brengt een zeer omslachtige admini
stratie mede," hetgeen thans door ons bij de uit
voering sterk wordt ondervonden, Wanneer wij
dus een arbeidsbeurs hebben met een daaraan
verbonden administratief ambtenaar, zoo is en
kel onze opmerking deze, om eventueel te
trachten, indien zulks mogelijk blijkt, een deel
der administratie aan dien ambtenaar op te dra
gen.
In Haarlem is aan de arbeidsbeurs wel de Be
roepskeuze toegevoegd en de praktijk zal ook,
wat dit samengaan betreft, evenals voor de Be
roepskeuze waarmede we ook nog in een begin
stadium zijn, een en ander moeten leeren.
Wat verder de wenschen, hier geuit, betreffen
de samenwerking en waardeering, zijn deze voor
mij wederkeerig.
De Voorzitter zegt dat de raadsleden zullen be
grijpen, dat spr. voer de retrospectieve beschou
wingen over verkiezingen enz. weinig gevoelt.
Spr. ziet een gemeente meer als een economische
en industrieele eenheid en die eischt daden. Spr,
gelooft dat het publiek om woorden weinig geeft,
Maar als men aan politiek doet en wethouders
benoemt, die spreker naast zich krijgt, moet hij
voor zijn medebestuurders opkomen. Daarom
heeft het spr. zeer onaangenaam getroffen, dat
bij monde van de Chr. Historische fractie is ver
klaard, dat zij geen verantwoordelijkheid
wenscht, nu de heer Dunnebier eenigen tijd afwe
zig is.
Als er raadsleden zijn geweest, die ,meenden
dat het college den raad als een lastpost be
schouwt, zegt spr. dat dit een neerslag is op den
gang van zaken. Vroeger heeft de raad ge
meend, dat de wethouders verre van de verte
genwoordigers der partijen waren, thans is er
een weerkaatsing van, door deze opmerkingen
uit den raad.
Spreker zegt dat het gemakkelijk is de glazen
in te gooien en dan hard weg te loopen. Maar
besturen is nog wat anders. Spr, vegt niet te zul
len ingaan op de vraag van den beer Visser, om
de personen te noemen, welke stelselmatig de
voorstellen van B, en W. critiseeren. Wat over de
uitbreiding der industrie is gezegd, is B. en W.
uit het hart gegrepen en B. en W. zullen in deze
richting werkzaam zijn.
De heer Nijssen zegt dat de kwestie der finan-
cieele verhouding tusschen rijk en gemeente een
zeer moeilijke'is, waarbij spr. er op wijst, dat on
ze gemeente geen armlastige is. Wat de vereeni
ging tol bestrijding der Tuberculose betreft, zegt
spr. dat B. en W. deze goed gezind zijn.
Eeh baatbelasting wijlen B. en W. niet invoe
ren, om vaste inkomsten te verkrijgen, maar die
te gelegener tijd heffen.
Wat de subsidiekwestie betreft, een regeling
is niet gemakkelijk. Het gaat ook pm wat de
vereenigingen voor de gemgénte doen,
Spr. onderstreept de door dep hegr Dalmeijer
genoemde cijfers. In wat de heer de Nobel zei
ziet spr. een tegenstrijdigheid, Deze wil de fo
rensen hier houden, maar klaagt over de indus
trieën, die enkel lasten brengen.
De lieer Schilling zegt zich aan te sluiten bij
de op£<iêjking van den Voorzitter over de opmer
king' van" 'deii Sluiters inzake-de verant
woordelijkheid van B. en W, Spr, boppf echter
dat het de laatste vergadering is, dat de heer
JJunnebier afwezig is en B. en W, dus voortaar
weer op dsn yollen steun der Chr. Hist, fractie
zal kunnen rekenen.
Wat de arbeidsbeurs betreft, zegt spr, te
locven, dat daarmede de werkloosheid niet
.y/orden opgeheven. Maar spr. verwacht er wel
verbetering .voor den fpestand van.
De verharding der wegen is in behandeling
Als er geen stagnatie ware gekomen, waren dc
Velserduinweg cn Zeeweg reeds aanbesteed ge
weest. Ook de soort der straatsteenen heeft d;
aandacht van B. en W,, evenals de kwestie de;
beroepskeuze.
Wat de opmerkingen van den fieer Homburg
over het kampeeren betreft, spr. zegt dit niet te
willen verbieden. En te Zandvoort komt men o-
het verbod terug.
Komende op de rede van den heer Visse
zeide spr. met evenveel recht jee kunnen zegge
de verkiezingen hebben gestaan in het teek.:"
tegen de groep Schilling. Want nooit is er zoo'
felle verkiezingscampagne door de S. D, A_. F
gevoerd. Spr. zegt natuurlijk geen verkiezings
campagne gevoerd te h.ebben met leuzen al-
„Kiest Schilling en je woont voor de helft" ol
„Kiest Schilling en je behoeft geen belasting tc
betalen"; want geen lid der S. D. A. P. zou zoo
iets logisch hebben gevonden.
De heer Bosman; Ik heb jou wel eens anders
gehoord!
De heer Schilling: U vraagt straks weer.
Spr. critiseert verder het optreden der S. D, A
king kwamen van een persoonlijke veete een j P, bij de verkiezingen en komt dan op de politiek
Christen, (zich noemend een beleidend christen) van sociaal-democratische wethouders in andere
onwaardig, j gemeenten, bv. Amsterdam en Rotterdam, waar
Nooit of te nimmer tijdens het wethouderschap men gaarne de bedrijfswinst aanwendt voor de
van een anli-revolutionnair, vindt men in onze gemeentekas.
gemeente principieele chr. politiek tot uitwer- Spr. zeide aanvankelijk geen genoegen ie heb-
king gebracht, j ben genomen met zijn royement. Hij zou daar
Wanneer er leden onzer fractie zijn, welke er dan ook vast tegen opkomen, als er niet een
hartelijk voor bedanken aan den leiband te loo
pen van de woordvoerders der A.-R. partij in den
raad, zoo is men anti-christelijk,
Nu M. d. V,, wij zullen onzen weg gaan zoo wij
dien zien, getrouw aan ons Chr. Historisch pro
gram van beginselen zonder ter rechter of ter
linker te zien, maar met een objectiviteit die za
kelijk kan worden genoemd. Of de rechtsche
fractie's weer een eenheid zullen vormen dat
m. i. als mensch en als christen n.l. zoo behoort
te zijn, zal zijn te bereiken door waardeering van
De heer de Vries: Neeü ffla'kker no.,
wel beter! °u je
De heer Schilling: De fractie kwam met u
lei chicanes. Spr, zegt den heer Landewe*
waarschuwd te hebben niet den kant op
dien hij is gegaan. Spr, heeft hem gevra Jaan
zijn groep te komen en gezegd dat de he T
deweert dan weer wethouder zou word^ n
was dus niet tot mijn meerdere glorie, zeet
Men heeft spr. vooral gecritis-eercr ove
onderwijs. Maar wat heeft spr. nu gedaan
heeft^ alleen opgesomd de werkuren van' d
derwijzers, e
De heer de Nobel: Dat was niet nieuw
dat sommetje had 'minister de Visser i'l
verteld. al ee°$
De heer Schilling: Ja, maar ik tafel niet m
minister de Visser. v
Spr. meent echter, dat de ouderwijzere
invloed in de S. D A P. hebben. Men sprS
dan ook van de S. D. O. P. de Soc. Dem 0
derwijzers Partij. In het Velser Weekblad 'bill
ook de invloed der onderwijzers, vooral van
die zijn naam niet durft noemen. Als men spreek!
van chantage, dan geschiedt die toch zeker d
De heer de Nobel: Men onderteekent te%'
woordig met drie starren,
De heer Schilling zegt dat wanneer men her»
vraagt de school aan de ouders of aan de 0°
derwijzers van de S. D. A. P., dan zegt spre!^
aan de ouders.
De heer Vermeulen: Hij wordt nog rechts.
De heer Schaar: Maak u maar niet blij.
De heer Schilling: Neen, mijnheer Ve'rraeulea
dat nog niet.
Spr, zegt dankbaar te zijn, dat de heer Vis
den. finantieelen toestand der gemeente gun"
'acht. Dat is dus een pluimpje aan hel adres-
B. en W. Maar w'e moeten in financieel opzichf
voorzichtig zijn, want spr. gelooft niet, dat hier
zich veel hoofdarbeiders met millioenen zullen
vestigen,
Spr. zegt dat hij als wethouder van Sociale
zaken reeds zooveel bezoeken krijgt, dal
functie niet overbodig is.
Over de oeververbinding wil spr. in dit stadluaj
liever niets zeggen. De openbare leeszaal heeii
zijn aandacht en na de arbeidsbeurs staat deze
als no. één op zijn program. Ook de kwestie vaD
het ziekenfondswezen, acht spr. belangrijk en als
het ziekenfonds Groot-IJmuiden nog een pooi
werkt, zal spr. gaarne eens met de heeren daar
van praten.
De kwestie van het slachthuis heeft sprekan
aandacht. Verder zegt spr, dat ook hij de vooj.
lichting bij beroepskeuze niet aan de arbeidt
beurs wil koppelen.
Aan de orde zijn de replieken.
De heer Vermeulen zegt niet te zullen ingaaa
op de rede van den heer Groeneveld, wijl de tooi
daarvan was ver beneden de toon, die dezen da£
gehoord is. Op al het persoonlijke in die rede
zal spr. dan ook niet ingaan.
Spr, zegt uit de rede van den heer Schilling
zeer goed te hebben kunnen opmaxen de collec
tiviteit van het college van B. en W. Vooral wal
de financiën betreft, want de wethouder van fi
nanciën heeft enkele cijfers genoemd, maar de
heer Schilling heeft een uitvoerige rede over dt
financiën gehouden.
De heer Homburg zegt enkele opmerkingen Ie
willen maken naar aanleiding van de uitlatingen
van den heer Visser over de armverzorging, Aaa'
de hand van een brochure van Mr. J. A. de Wil
de, dat de kerkelijke armverzorging voorop motl
staan. Want armenzorg is nog heel wat andm
dan enkel wat geld geven. In genoemde brockit
benadert Mevr. Muller—Lulofs wat het ideal
der armverzorging is, hetgeen spr. citeert, Am
dit ideaalzal de kerkelijke en particuliere 'Ar
menzorg veel beter beantwoorden, dan die van de
overheid.
De heer de Nobel zegt d^nkba^r te zijn
de toezegging yan vroegere ter visie ligging vm
de. stukken, maar dringt op nog meer spoed'aan.
Spr, zegt nogmaals te betreuren, dat de strijd
tegen enkele onderwijzers wordt uitgebuit
een groote groep onderwijzers. Spr. herinnert
aan de rede van 4 Januari j.l. van den hep
Schilling', waarin deze het optreden van den heei(
lusenius critiseerde en dan dopt het vreemd aan
den heer Schilling later 4en Wethpuder v&d on
derwijs te zien verdedigep..
Spr. komt dan op de gasprijs-politieli. Ook-,
spr. hebben de uitspraken van den heer Wibaut
c.s, bevreemd, maar spr. wijst er op dat de heer
Wibaut in de vergadering der Vereeniging van
Nederl. gemeenten een nadere verklaring heelt
campagne in het orgaan der S, D. A. P, op was
gevolgd, die spr. er van terughield. Spr. heeft
meerdere exemplaren van dat orgaan naar het
partijbestuur gezonden, maar er nooit iets op
gehoord.
De heer Schaar: Dat is vreemd.
De heer Schilling: Ja, dat is vreemd, maar 1 comuei geüej-u. --
misschien zijn er stiekum wel eenige brieven 1 prijspolitiek van den heer Schilling betreft, s
verzonden. Spr, zegt dan dat hij de fractie uit- j spr. zich volkomen aan bij den heer de No'-
gedaagd heeft, om verantwoording te doen, maarSpr. zegt dat de heer Schilling heeft
die uitdaging is niet aangenomen. In strijd met de arbeidersbeweging. Zoo bee"
Spr. wijst er echter op, dat wat de heer Schil
ling op 4 Januari over den gasprijs heeft ge:
ken en toen sprak yan zakkenroUerspolitie^,
Spr. zegt dat aanmerking is genaakt op het bij;
wonen van fractievergaderingen van een niel;
raadslid.
Maar spr. wil er dan op wijzen, dat den laat.
sten tijd artikelen in het Dagblad voor Velscoec
IJmuiden verschijnen, die alleen raadsleden °'l
de stukken kunnen weten. Spr, komt hiertegen
op; als men iets voor de bladen heeït, ipo®!
het alle bladen geven,
De heer. Schilling: Noemt u artikelen.
De heer de Nobel: Tal van artikelen met ifl'
starren geteekend. Als men de S.D.A.P. om gi-
^oemd feit critiseert, vindt spr. dit meten
twee maten. Want een courant, die geen verlt
genwoordiger in den raad heeft, komt dan ad
terop.
De heer Visser zegt niet verder op de Verkif-
zingen te zullen ingaan. Men heeft gezegd,
het in de S. D. A. P. kraakt en scheurt, maf
spr. zegt dat het in dit opzicht wel zal gaan.
Over de cijfers van de armenzorg zegt spr,, da)
men in dit opzicht weinig aan idealisme heelt
Spr. zegt dat wat de S.D.A.P. wil geen philao-
tropie is. Hier heeft de gemeenschap belang b;-
en die moet er haar schouders onder zetten.
Spr. wijst er nog op, dat hij heeft gezegd, da'
christelijke gemeentepolitiek zoo moeilijk is, offl-ji
dat de verschillen tusschen de drie chr-ist?lij^I
groepen zoo verschillend zijn.
Spr. wil er op wijzen, dat het geestelijk l®vel1
bij de S.D.A.P. toeneemt, waarbij spr. memoreek
het pas gehouden Religieus Soc, congres.
De rede van den heer Groeneveld bevestigt
dat er geen christelijke politiek is te voeren, Ee:
vloekverbod is geen principieele christelijke poli
tiek.
De heer Homburg: Dat voorstel komt er dm
met vlag en wimpel door.
De heer Visser- Daar zullen we eerst nog 0eJl
over praten,
Spr. zegt van den heer Schilling nu eens 0»
flink antwoord te hebben verwacht op de vel
tegen hem ingebrachte bezwaren. Maar dat
niet geschied, Spr. ontkent dat de verkiezii#
in het teeken stonden, tegen de groep Schil!!?*
Op de openbare vergaderingen is zoo weinis
mogelijk over het conflict gezegd. Wat de ga*