DE NOOD IN DUITSCHLAND.
I
HET
NIEUWE DAGBLAD
I
Brieven uit Berlijn.
EEN ERNSTIGE JEUGD.
Slaap.
Abonneert U op
voor Velsen, ÏJmuiden, Bever
wijk en Omstreken.
Voor het dubbeltje per week
behoeft U het zeker niet te laten.
Voor den interessanten inhoud
moet U het zeker doen.
Vul het inteekenbiljet in dit num
mer nog heden in, dan ont
vangt U ons blad reeds morgen.
Voor de loopende week (tot en
met Zaterdag) worden nog geen
abonnementsgelden geïnd.
KANTOOR: KENNEMERLAAN 42, IJMUiOEN, TEL. 521
HET NIEUWE DAGBLAD
VRIJDAG 6 NOVEMBER 1931
(Van onzen correspondent)
Het is in Duitschland nog altijd een on
gewone tijd.
Waar eigenlijk niet? hoor ik den lezer
vragen. En daar kan ik eerlijk gezegd niet
veel op antwoorden. Dezer dagen zei me nog
een verstandig Duitsch vriend: „Wij boffen
niet met onze generatie. We zijn öf te vroeg
öf te laat geboren". En uit zulke opmer
kingen hoort men het pessimisme, dat zich
helaas met den dag meer van de mensch-
heid meester maakt. Van de Duitschers
vooral, die door de gebeurtenissen van de
laatste jaren tot ware fatalisten geworden
zijn.
Nu, ze hebben er ook alle reden toe, al
kan ik met hun sombere inzichten toch niet
meegaan en al verzet ik mij uit innerlijken
drang tegen dit „himmelhoch jauchzend,
zum Tode betrübt", waarvan ze hier in
Duitschland een handje hebben.
Wat hier het meeste deprimeert is de
werkloosheid van vijf millioen of nog meer
menschen. Men doet wat men kan, maar ook
de meest uitgebreide particuliere weldadig
heid vermag deze ellende nauwelijks voor
een gering deel te lenigen. Er is hier een
officieele „Winterhilfe" ingesteld, die met
een tijdelijk „Liefdadigheid naar Vermogen"
te vergelijken ware en die o.a. ook de Rijks-
weer tot haar beschikking heeft. In de laat
ste dagen hoort men in alle deelen van Ber
lijn vroolijke militaire signalen van rijks-
weerhoornblazers, die behooren tot afdee-
lingen van den „Trein", die met tal van wa
gens kleeren, schoenen en andere nuttige
zaken, die de burgerij missen kan, uit de wo
ningen komt afhalen. Ook de vereenigingen
van weldadigheid, de afdeelingen van het
Roode Kruis, het Leger des Heils en andere
instellingen zijn natuurlijk hevig in actie.
Ja, zelfs de politie is ingeschakeld in het
groote leger der weldoeners, en we kunnen
nu in de geïllustreerde bladen foto's bewon
deren van dappere verkeersagenten, die in
de vrije uren in hun eigen dienstlokalen kin
deren te eten geven en daarmee toonen, dat
ze het hart nog altijd op de rechte plaats
hebben zitten.
Maar wat beteekent deze hulp ten slotte in
verhouding tot den nood, die bijna groteske
afmetingen heeft aangenomen?
Het merkwaardige in vele Duitsche steden,
in Berlijn in de eerste plaats is, dat deze
nood in Duitschland zich niet zoo zichtbaar
afspeelt als bijvoorbeeld in Parijs, Londen
en Newyork. Nog onlangs hadden we hier
hooge buitenlanders, den Italiaansehen mi
nister van buitenlandsche zaken Grandi, en
den voorzitter van den Parijschen gemeen
teraad, te gast. Die heeren toonden vooral
belangstelling voor de zoogenaamde wijken-
der-ellende. En ze waren niet weinig ver
baasd aan de huizen uiterlijk eigenlijk wei
nig te kunnen ontdekken. De kazerne
woningen, waarin negentig procent" van de
Berlijnsche bevolking ondergebracht is, zien
er van buiten vrijwel overal gelijksoortig uit.
Hoogstens zijn in het westen en zuiden de
gevels wat weelderiger versierd of beter ge
verfd. In de typische arbeiderswijken zien de
huizen er hier en daar wel wat grauw en
vervallen uit, maar dat is ook met tallooze
huizenbloks in anders deelen der: stad het
geval en hangt nu eenmaal samen met de
omstandigheid, dat vele huisbezitters te wei
nig verdienen om de allernoodzakelijkste
herstellingen te doen plaats hebben.
Maar gaat men naar binnen en krijgt
men vergunning de toestanden te bestudee-
ren, dan blijkt al heel gauw, dat honderd
duizenden Berlijners wonen onder omstan
digheden, die ze het lot van paarden en
honden, huiskatten en kanarievogels doen
benijden. Dat onder zulke menschen het ra
dicalisme welig tiert, wien kan het nog ver
wonderen?
Tijd voor bespiegelingen, voor schoonheid
in het leven, voor afwisseling van aangena-
men aard, voor goede boeken en goede too-
neelstukken, hebben we in deze tijden in de
groote Duitsche steden nauwelijks meer. En
toch zou het zoo goed zijn, als de menschen
eens op andere gedachten gebracht werden!
De pers doet haar best om ook vroolijke, op
wekkende lectuur te brengen. Maar dat alles
wordt slechts met halve aandacht gelezen.
De koerslijstjes, de politieke berichten, de
schandalen hebben veel meer belangstel
ling
Ja, die eeuwige schandalen en corrupties!
In het noorden van het land, in de om
streken van Bremen, wordt het geval van
de broeders Lahusen, de eens schatrijken,
uitgezocht, en de rechters van instructie en
hun deskundige voorlichters zullen nog
maanden lang werk hebben, voor ze zich
door het net van bedriegerijen heengewerkt
hebben. De Laliusens zitten achter slot.
Hun „Nordwollekonzern" is in andere han
den overgegaan. Maar van een herrijzenis
van de broeders, die zich voor vele millioe-
nen moderne kasteelen hadden laten bou
wen, zal tot in verre toekomst geen sprake
meer kunnen zijn. In alle stilte leven ook de
gebroeders Barmat, die eens het politieke
Duitschland in rep en roer gebracht had
den. En dan zijn daar (het schijnt, dat tel
kens weer „gebroeders" zulke gastrollen
moeten geven!) de broeders Slclarek, wier
proces eenige weken geleden in Berlijn be
gonnen is en dat in vele opzichten aan het
Barmatschandaal herinnert.
Is het een wonder, dat terwijl overal in
Duitschland corruptiegevallen opduiken en
banken en groote ondernemingen, die men
ten volle vertrouwd had, zich als middelpun
ten van slecht beheer en wonderlijke prac-
tijken ontmaskeren, het geloof van de mas
sa's in eens bewonderde en benijde machti
ge kringen niet bepaald toegenomen is?
"Wantrouwen vervolgt ons in dit land op
al onze wegen. De spanningen zijn toege
nomen, bitterheid overheerscht, van gemoe
delijken omgang op grooter schaal, van be
leefdheid is helaas niet veel meer te be
merken. Man mag het den menschen niet
eens kwalijk nemen. De hoofden zijn te vol
met dagelijksche pijnigende zorgen om een
vroolijk woord, een beleefde handeling uit
te lokken.
Het is een vreemde jeugd, die onder zulke
omstandigheden het leven binnenkomt en
de verwonderde oogen opslaat. En het lo
gisch gevolg is, dat ook deze jeugd in
Duitschland zich in hoofdzaak wendt naar
de radicale richtingen. Men bedenke, welke
invloeden op het jonge Duitschland hebben
ingewerkt. Vroolijke onbezorgde gezichten,
ouders en onderwijzers, die nog met hoop
in de toekomst zien, hebben ze niet om zich
heen gezien. Waar ze heenzagen kwamen de
zorgen van een vorige generatie op hen aan
stormen. De kranten vertelden hun van
moorden en zelfmoorden, faillissementen en
corruptieprocessen, van toenemende crimi
naliteit, van steeds scherper sociale tegen
stellingen, van werkloosheid en wanhoop.
Wat moest deze jeugd van de oudere ge
slachten gaan denken!
Het kan daarom niet verwonderen, dat
in Duitschland tegenwoordig een zeer bij
zonder jong geslacht groot wordt. Wie de
toestanden op de middelbare en de hoogere
scholen kent, weet, dat deze Duitsche jeugd
bitter ernstig is en zich veel meer bezig
houdt met ernstige politieke en economische
problemen dan waarschijnlijk elke vorige.
In de studentenwereld is de vroegere zorge
loosheid zoo goed als verdwenen, maar daar
mee ook het overmatige drinken en fuiven.
Werkstudenten, die in de 'meerderheid zijn
en die zoo genoemd worden omdat ze al hun
vrije uren voor bijverdiensten in de meest
uiteenloopende baantjes noodig hebben,
zouden al dadelijk physiek niet in staat zijn,
zich nog de weelde van doorfulfde nachten
en bijbehoorende „katei*s" te veroorloven.
Nog afgezien van het feit, dat ze er inder
daad het geld niet meer voor hebben.
De studentenwereld in Duitschland is voor
het overgroote deel radicaal getint en wel
in hoofdzaak neigend naar de partijen der
rechterzijde. Een Hitler was in staat groote
scharen der studenten op zijn zijde te krij
gen. Maar ook het communisme trekt men
schen, die op dezen leeftijd nog gaarne in
uitersten vervallen. Deze jonge menschen
stellen eischen aan den Staat of aan de ge
meenschap der staten, die hun volle aan
dacht verlangen en hun geen tijd laat voor
veel afwisseling en verstrooiing. Sport is nog
geliefd, maar voor velen ook al te duur.
Goedkoope kroegjes, waar men aan de
stamtafels uren lang debatteeren kan, val
len nog het meeste in den smaak. En dan
zijn daar de vele bonden, waarin men elkaar
terugvindt. Dan is daar het heerlijke
enthousiasme voor nieuwe en grootsche
ideeën. Dat alles moet der Duitsche jeugd
vergoeden, wat zij aan levensvreugde en
zonlicht in de harten tekort komt. Dez<
menschen zullen vroeg oud zijn, en veel te
leurstellingen beleven, omdat de start wat
al te ernstig geweest is.
Ja, het is in Duitschland nog altijd een
ongewone tijd.
Men noemt het een „groote Tijd". Maar
ik ben overtuigd, dat de ouderen van het
voorrecht, zulk een „grooten tijd" te mogen
beleven, gaarne afstand zouden willen doen.
Men kan niet alleen „des Guten", maar ook
„des Grossen" teveel krijgen!
H. V. B.
STEEKPARTIJ IN DRENTSCH DORP.
Te Koekange bij Meppel heeft een land
bouwerszoon een ander met een mes in de
borst gestoken. Hij is naar Assen overge
bracht. Berouw toonde hij niet De toestand
van het slachtoffer is levensgevaarlijk.
DE AFGEBROKEN UITZENDING DER
N. C. R. V.
Het Tweede Kamerlid de heer Van Dijk
heeft den minister van Waterstaat gevraagd
naar het verbreken van de uitzending der
N.C.R.V. over den Hervormingsdag. Hij
vraagt of het den minister bekend is, dat de
radiocontrole-commissie geen enkel bezwaar
heeft kenbaar gemaakt of de afbreking daar
om niet onrechtmatig is, en of het den mi
nister bekend is, dat de commissie over de
afbreking in het geheel niet heeft verga
derd.
Tenslotte wordt om een beroepsinstantie
gevraagd.
VIER BERUCHTE INBREKERS TEGELIJK
GEARRESTEERD.
De politie te Heerlen heeft vier beruchte
inbrekers op heeterdaad betrapt bij een po
ging tot inbraak, en hen gearresteerd.
DE STRAFFE HAND VAN DEN NIEUWEN
GOUV.-GEN.
De Gouverneur-Generaal heeft, naar
Aneta meldt, bekend gesteld, dat nalatigheid
-van ambtenaren inzake aanzuivering van
belasting zal worden aangemerkt als plichts
verzuim, waarvan aanteekening op de ge-
•dragsstaat mogelijk is.
GEVONDEN VOORWERPEN TE HAARLEM.
Marijnen, Middenweg 33. armband; L.
Malherbe, Zuidpolderstraat 93, boek; Bureau
van politie, Smedestraat, das met speldje:
plaats van een auto; schoen; Rol; Soenda-
straat 14, fluit; J. v. Geloven, Begijnhof 29,
handschoen; Chr. van Kappen, Mr. Corne-
lisstraat 13, hondje; R. v. Leerdam, Tugela-
straat 29, idem; Booms, Wilgenstraat 54,
handschoen; Harselenberg, Cederstraat 30,
idem; Kennel Fauna, Parklaan 119, kat; en
een zwart-witte kater; H. Kunnen, Rolland-
straat 79, pijp; N. d. Nijs, L. Wijngaardstraat
27 rood, nummerplaat; Knipper, Zaanen-
straat 10, portemonnaie met inhoud; Hessel-
man, Kloosterstraat 49 rood, idem; J. Berk
hout, Nagtzaamstraat 57, rijwielbelasting-
merk; v. Eeden, Bakenesserstraat 18 rood,
padvindérsriém; D. Dam, Korte Houtstraat
13, rijwielbelastingmerk; Geenevasen, Java-
straat 72, padvindérsriém; C. Verheydt, Al-
lanstraat 59, sleutel; C. Deen, Van Marum-
straat 34, schort; G. v. Heerde, Schoterveen-
straat 7, schoenen; J. de Mink, Gen. de Wet
straat 10, zw. trui; v. Duin, Soerabajastraat
5, tasch.
telijk vergeten was en pas later, op de kant
geschreven, ingevoegd, zonder paraaf. Voor
de schuldheling pleitte hij geldboete of een
voorwaardelijke veroordeeling.
Verdachte, het laatste woord krijgende,
vindt de straf veel te hoog, bepaald ver
schrikkelijk.
Nogmaals verscheen een heler in het be
klaagdenbankje, die, gelijk de vorigen, zand
voor lagen prijs gekocht had van de koetsiers,
die bij een andere maatschappij in dienst wa
ren, de naam stond op de wagens geschil
derd! terwijl het hem bekend was, dat de
vervoerders wel zand verduisterden.
De Officier vroeg 1 maand gevangenisstraf.
In al deze gevallen, die tot een groot, ge
compliceerd geheel behooren, zal de uit
spraak op 17 November plaats hebben.
EEN ERNSTIGE AANRIJDING RIJ
DE JAN GIJZENVAART IN
HAARLEM-NOORD.
Hè zei de spraakzame treinpassagier,
Na een luidruchtig gegaap,
Ja meener, eiken dag ben ik op reis,
Maar ik krijg altijd weere slaap.
Slaap zeide de raspessimist in z'n hoek
Is het begin van den dood,
Dien ik begroet als toekomstige vriend,
Die me verlost uit mijn nood.
Slaap zei de chemicus komt door een gif
Dat zich snel accumuleert-,
En dat door chemische wijziging straks,
Weer wordt geëlimineerd.
Slaap zei de dichter is 't tijdelijk zoet,
Dat ons vergetelheid geeft,
Uit de droef-materialistische poel,
Waarin de menschheid nog leeft.
Slaap zei de koopman wanneer m'rt
acht uur,
Maar voor me weggelegd is,
Voel ik me steeds in mijn drukke bedrijf,
Opgewekt, kracht en frisch.
Slaap zei de wijsgeer is 'n phenomeen,
Boven de macht van den mensch.
Neem niet te veel, maar vooral niet te min,
Kent hier, als altijd, uw grens.
De nucht're man in het hoekje wist zelfs,
Niet waar 't gesprek over liep,
Hij als de eenige in de coupé
Zweeg
en geen wonder
hij sliep.
P. GASUS.
ARROND. RECHTBANK.
Verduisteringen van zand ten bedrage
van 9000.
Vier straffen van 1 maand, een straf van
3 en een van 6 maanden geëischt.
In December 1929 en Mei 1930 werden in
Haarlem-Noord straten opgehoogd. Het hier
voor benoodigde zand kwam van de Duin-
Exploitatie Maatschappij te Heemstede. Het
wekte tenslotte de aandacht, dat er meer
zand noodig was, dan men oorspronkelijk
berekend had en dat het werk ook langer
duurde. Er werd ongeveer 5000 M3. zand
meer gebruikt dan de ramingen aanwezen,
wat, met de vervoerkosten mee, een schade
van f 9000 beteekende.
Gebleken is, dat de koetsiers die het zand
vervoeren moesten, verscheidene malen
vrachten aan anderen hebben geleverd, waar
voor zij f 1 per vracht kregen. De directeur
van de D. E. Maatschappij ordeelde dit een
veel te lagen prijs voor een vracht, die hij
toen op f 1.95 schatte.
Terecht stonden nu 4 koetsiers, die zich
aan de bovengenoemde practijken hadden
overgegeven. Zij bekenden geregeld ver
scheidene vrachten naar een andere plaats
gebracht te hebben, dan zij volgens hun op
dracht doen moesten.
De Officier vroeg in zijn requisitoir tegen
elk der verdachten een gevangenisstraf van
1 maand.
Mr. Van Dam, raadsman van twee der
koetsiers, pleitte een voorwaardelijke ge
vangenisstraf, daar de verdachten nog nooit
eerder veroordeeld zijn en de grootste schuld
bij den heler ligt, den man die van verdach
ten het zand gekocht heeft.
Deze heler stond daarna terecht, die even
eens bekende. Hij wist zich echter niet meer
te herinneren, wat hij vroeger gezegd had
bij die aankoopen. Volgens verklaringen zou
hij hebben uitgeroepen, toen men hem weer
ladingen zand aanbracht:
„Ha, daar komt mijn rooversbende weer
aan!"
En verder:
„Wij zullen zooveel stelen, dat wij goed-
kooper kunnen werken en dat de andere
bazen over den kop gaan".
Maar, zooals gezegd, hij wist zich die niet
precies meer te herinneren. Wel had hij „wel
eens grapjes gemaakt".
De Officier eischte een gevangenisstraf
van 6 maanden.
Mr. J. H. J. Simons zeide dat de heling
niet 'bewezen is. Verdachte heeft iets gedaan
wat niet in den haak was, maar pleiter
gelooft dat het meer een geval van uit
lokking tot misdrijf was, dan heling.
Verdachte heeft bovendien slechts 200
vrachten zand ontvangen, terwijl 5000
M3. verduisterd zijn. Het komt pleiter voor
dat de geëischte straf van onvoorwaardelijk
6 maanden gevangenisstraf beïnvloed is door
het feit, dat men hem te pakken gekregen
heeft en de anderen niet. Waarom moet alle
straf op hem, den zondebok verhaald wor
den? Hij vraagt een voorwaardelijke ver-
oordeeling.
Een tweede heler, die opzettelijk zand
gekocht zou hebben, ongeveer 20 of 30 vraeh
ten van de koetsiers, wetende, dat het zand
van misdrijf afkomstig was, ook voor den
prijs van 1 gulden, beweerde, niet begrepen
te hebben, dat het zand niet eeriijk verkre
gen was. De prijs van 1 gulden acht hij niet
te weinig waarop de deskundige zegt, dat
deze prijs „nergens naar lijkt".
Verdachtes verklaringen ter terechtzitting
luiden heel anders dan die voor den rech
tercommissaris afgelegd zijn.
De Officier eischte 3 maanden gevangenis
straf.
De verdediger, mr. H. O. Drilsma meende,
dat ten aanzien der opzettelijke schuldheling
ontslag van rechtsvervolging moest volgen,
omdat op de dagvaarding het woord opzet-
DE OFFICIER EISCHT 1 MAAND
GEVANGENISSTRAF TEGEN 20-JARIG
IJMUIDENAAR.
Donderdag stond voor de rechtbank te
Haarlem terecht een 20-jarige vischhande-
laar uit IJmulden, die er van verdacht werd
in den nacht van 9 op 10 Mei van dit jaar
te ongeveer 1 uur met een auto een wande
laar te hebben aangereden op den Rijks
straatweg van Haarlem naar Santpoort.
De aangeredene liep in de richting Sant
poort aan de rechterzijde van den weg op het
klinkerpad naast het asfalt, teen hij even
voor de Jan Gijze'nvaart een hevigen schok
voelde aan zijn linkerzijde. Toen hij weer bij
kwam, bevond hij zich in de Mariastichting.
De dokter, die hem behandeld heeft, ver
klaarde dat zijn patient een lichte hersen
schudding had, een nierkneuzing, schaaf
wonden, en een bekkenfractuur. De patient
heeft 3 weken in het ziekenhuis doorge
bracht en heeft nog een 8-tal weken niet
kunnen werken. De deskundige zeide dat de
fractuur enz. door een aanrijding zou kun
nen ontstaan zijn en uit de fractuur leidde
hij af, dat de snelheid van de auto nogal
groot moet geweest zijn. Direct levensgevaar
was niet aanwezig.
Een wielrijder die dien avond van Sant
poort kwam, zag een auto van Haarlem ko
men waarbij hem opviel, dat zij geen lichten
op had en van links naar rechts over den
weg slingerde in snelle vaart. Toen hem de
auto juist gepasseerd was hoorde hij een
doffe klap, hij keek om en zag dat een ge
heel rechts loopend wandelaar aangereden
was en dwars over den klinkerweg viel.
De auto-eigenaar, die den wagen verhuurd
had dien avond van 9 Mei aan verdachte,
heeft den volgenden morgen de auto terug
gezien met een deuk in het rechter voorspat
bord, die er den vorigen avond absoluut niet
ingezeten had.
De auto is den volgenden dag in be'slag ge
nomen door de politie en getoond aan de
getuigen. Zij herkenden in haar een auto
van hetzelfde hooge type als de bewuste auto
des nachts.
De autd maakte nogal geluid, een oud ge
luid, zooals een getuige zei. „Een geluid type-
'26" merkte de president op.
Verdachte verklaarde uit Amsterdam ge
reden te zijn omstreeks middernacht. Hij
heeft steeds zelf gestuurd en had een snel
heid van ongeveer 40 K.M. Zijn vriend naast
hem was in slaap gevallen. Bij de Jan Gij-
zenbrug heeft hij een klap gehoord en een
schok gevoeld en kreeg den indruk, dat hij
tegen iets was aangereden. Als hij tijd gehad
had, en het niet zoo laat geweest was, zou
hij uitgestapt zijn. Althans, zoo heeft hij het
voor de politie verklaard. Op de zitting her
innerde hij zich daar echter niets meet van.
Een man heeft hij niet op den weg gezien,
terwijl zijn lichten volgens hem wel brand
den. Hoe de deuk in het spatbord ontstaan is,
Weet hij niet, misschien in Amsterdam.
De Officier achtte het ten laste gelegde
door roekeloos en onvoorzichtig rijden zwaar
lichamelijk letsel te hebben toegebracht uit
LANGS DE STRAAT.
De ervaringen van een
Amsterdamsche.
In Amsterdam had ik een vriendin, die in
de steeg, waar zij was grootgebracht, om
haar welsprekendheid en haar vechtlust een
zekere vermaardheid had gekregen en die
hoedanigheden waren oorzaak, dat de buren
den huisbaas voor het alternatief stelden; zij
er uit of wij eruit. De huisbaas besloot dat
zij er uit moest, maar omdat er eenige kans
bestond dat het zou worden hij eruit, als hij
zijn besluit aan Mina meedeelde, volgde hij
den wettelijken weg en liet het zaakje door
den deurwaarder opknappen, die er in
slaagde, zij 't met een volgescholden huid,
Mina's inboedel op straat te krijgen. Mina
vond in een andere steeg een andere woning,
maar aangezien ze met haar meubeltjes
haar bovengenoemde beminnelijke kwalitei
ten had overgebracht duurde het niet heel
lang of de buurt stond daar op stelten, waar
bij bleek, dat de andere bewoonsters in wel
sprekendheid voor Mina niet onder deden.
Veel honden zijn des hazen dood en Mina
besloot zonder deurwaardelijke tusschen-
komst een rustiger oor dop te zoeken, waar
bij zij er zorg voo-r droeg in straten te speu
ren, waar zoo min mogelijk lucht en licht
doordrong; ze had nu eenmaal een voorliefde
voor Oud-Amsterdam.
Maar ook nu boterde het weer niet, naar 't
scheen, want Mina, zich beklagende over
haar nieuwe geburen, vertelde me Meheer,
ik heb er genoeg van; ze moeten mij altijd
hebben en doe ik iemand wat? Ik ga naar
ÏJmuiden, me man vaart op een treiler en
dan ben ik er uit; wat zal ik altijd in die
stinkende stegen zitten!
„Je hebt gelijk, Mina" zei ik, ,.de onschuld
moet het altijd, ontgelden; gij jij naar
ÏJmuiden."
En Mina pakte haar boeltje opnieuw, voeg
de eenige weken huurschuld bij de andere
weken van de diverse huisbazen en zakte af
in westelijke richting.
Een paar maanden later loop ik in Am
sterdam Mina tegen het lijf en aangezien zij
blootshoofds was, slecht gekleed in rok en
blouse, kreeg ik een vermoeden, dat ze weer
Amsterdamsch burgeres was en ik vroeg
haar: „Woon je weer hier?"
„En of!" was het antwoord. In ÏJmuiden
kon 'k niet aarden. U kent me ik knikte
ik doe geen mensch overlast ik zei
niets maar ik houd van de gezelligheid
ik knikte weer. Nou, van de menschen in
ÏJmuiden zal 'k niks zeggen ik had geen
last van ze, maar ze zijn op d'r eigen. Ik
dacht: in ÏJmuiden zijn 't verstandige men
schen.
En dan die wind! Heb ik ooit zooveel wind
gehapt in al die jaren in de Spaarpotsteeg?
Die menschen blijven er gezond bij, maar ik
had geen zakdoeken genoeg, 'k Heb den wind
nog in me hoofd, 'k Zit weer in me ouwe
steeg. En Mina drukte me de hand en ging
naar de Spaarpotsteeg.
'n Paar weken later was ze weer aan het
verhuizen, maar dat was de schuld van
ÏJmuiden, want ze had den wind in haar
hoofd meegebracht en toen die er uit kwam,
werden ze in de Spaarpotsteeg allemaal zoo
verkouden, dat de huisbaas het maar beter
vond de infecteerende bacil te verwijderen.
A. HEEROMA.
de verklaringen bewezen. Een bezwarend
feit noemde hij het gebruiken door verdach
te van 4 biertjes in den avond, daar hierdoor
de snelheid van waarnemen en reageeren
vermindert. Hij eischte een gevangenisstraf
van 1 maand.
De verdediger, mr L. G. van Dam vroeg
vrijspraak op de redactie der dagvaaiding en
mocht de rechtbank zich hiermede niet kun
nen vereenigen, dan een voorwaardelijke
straf.
Uitspraak over 14 dagen.
ABONNEMENT
10 ct. per week
40 cf. per maand
f1.20perkwartaal
Maand- en kwar
taal abon nés
lezen een week
in elke drie maan
den ons blad
gratis.