.Wenken voor den winkelier.
Pas Vijftien jaar
geleden
RET NIEUWE DAGBLAD VRIJDAG 20 NOVEMBER 1931
Wat de adverteerder weten moet.
Reclame vormt goodwill.
Een artikel over reclame, over advertee
ren! Uit den aard der zaak staat de lezer er
sceptisch tegenover. Niettemin durven wij
het aan hier een artikel over dit onderwerp,
te plaatsen, omdat wij ons bewust zijn van
de taak onzen lezers tot voorlichting te die
nen.
Er is een tijd geweest, waarin de conomen
het er over eens waren, dat de wet van vraag
en aanbod in dezen zin moest worden opge
vat: het aanbod regelt zich naar de vraag.
Wanneer de fabrikant er zich maar goed re
kenschap van gaf, wat door de verbruikers
gevraagd werd en op die basis zijn productie
regelde, zou de voorspoed van het individu,
en dus van het economisch leven in zijn ge
heel, verzekerd zijn.
Te allen tijde zien wij echter, dat de beste
fabrikant, de beste handelaar, zich niet aan
de economische verkondigingen van wijsgee-
ren stoort. „Grauw is alle theorie" en prak
tijk gaat vóór alles. In de praktijk bleek dra,
dat men den verbruiker vele dingen kan ver-
koopen, waaraan hij in de verste verte" niet
gedacht zou hebben zich deze aan te schaf
fen, indien hij van het bestaan er van niet
op de hoogte ware. Door reclame werd hij er
evenwel opmerkzaam op gemaakt.
Aldus werd met één slag de theorieën' der
economen omver geworpen.
Het aanbod wekt de vraag.
In alle landen moest men de oude theorie
fcrijs geven. Het parool werd thans: „alleen
aanbieden wekt de vraag!" De Enge'Ische
econoom H. G. Wells riep luid zijn meening
rond: „alleen aanbod wekt de vraag." En H.
G. Wells is een profeet, wiens voetstappen
door tallooze velen gedrkt worden, een pro
feet, die ook in zijn eigen land wordt geeerd.
Zouden we zooveel tomaten eten, indien ze
niet waren aangeboden? En bananen? Wat
vroeger niet was, daarnaar taalde men niet,
omdat men van het bestaan niets af wist.
Maar nu alle heerlijkheden tentoongesteld
worden en onder onze neuzen gedrukt, nu
moeten we er gebruik van maken, we vra
gen er naar en eischen ze tenslotte.
Zou het voldoende zijn om de nieuwe ar
tikelen op de markt te gooien en dan maar
af te wachten of de koopers komen opda
gen? Neen! De koopman op de markt reeds
prijst z'n waar aan; hij maakt de menschen,
waaronder de verbruikers schuilen, op zijn
waren opmerkzaam. Dat is het essentieele
punt van den handelmaakt den eventueeïen
verbruiker op de artikelen opmerkzaam.
Hoe dat geschiedt, is een tweede vraag. Het
kan gebeuren dóór de voorbijgangers eenvou
dig toe te roepen wat er te koop is, hoe het
artikel er uit ziet, hoe het smaakt, enz. Men
kan een bordje ophangen met den naam van
het artikel, met den prijs, eniz. Dat is de een
voudigste vorm van adverteeren.
Veronderstel, dat de koopman op de markt,
of de handelaar in groenten in het keldertje,
er genoeg van kreeg om uit te roepen, dat
bij hem aardappelen te verkrijgen zijn. Al
gauw zouden de menschen hem vergeten. Er
zijn immers genoeg andere handelaren op elk
gebied, en wie niet zorgt, dat hij opvalt on
der de menigte, gaat daarin onherroepelijk
ten onder.
Het verdient aanbeveling voortdurend den
zelfden naam te gebruiken in de reclame.
Indien de verbruikers geregeld denzelfden
naam lezen of hooren, wekt dit onwillekeu
rig een gedachtenassociatie bij hen op, waar
door het artikel vereenzelvigd wordt met den
fabrikant of handelaar. Als we b.v. over een
Kodak praten, bedoelen we daarmee aller
eerst een fotografie-toestel zonder daarbij
direct aan het merk Kodak te denken. Zoo
zijn er meer voorbeelden te vinden.
Onderbreek geen reclame
campagne.
Het publiek is vergeetachtig, het is vluch
tig als de wind, en moet daarom geregeld aan
iets worden herinnerd. Wanneer men in een
advertentie tot het publiek sipreekt, diene
men te bedenken, dat men niet spreekt tot
een menigte, die in een vergaderzaal bij
elkaar gekomen is met het vooropgezette doel
naar iemand te luisteren. Integendeel, in
een advertentie richt men zich tot een voor
bijtrekkende menigte wandelaars, die met
FEUILLETON
17) -
„Meneer, zoudt u het raam niet sluiten?
U zult kou vatten, het is zéér guur. Wil ik het
dicht doen?"
„Goed", zei Veraart.
De 'bediende sloot zwijgend het venster.
„Staat het ontbijt klaar?"
„Op meneers zitkamer".
Veraart liep de kamer uit. Op de gang
stond nog een bediende en week eerbiedig
uit om hem door te daten. Met een koxze-
ligen groet ging de jonge man langs hem
heen, daalde de trap af en stak op de eerste
verdieping een kleine hall over. Van deze hall
voerde een breede trap naar beneden en een
kleine gang zijwaarts leidde naar een ge
deelte van het huis dat later bijgebouwd
was.
Veraart stond even besluiteloos stil, zijn
hand tastte aerzelend naar de trapleuning,
■toen keerde hij zich plotseling om en liep de
kleine gang in. Het huis van I-Ioeng Tsi Lang
was een dier Amsterdamsehe heerenhuizen
die al honderden jaren oud zijn; zelfs dit
nieuwe gedeelte had reeds een gijze historie
van vele menschen geslachten lang. De gang
vloer bestond uit vierkante, bruin-roode
steenen, de gang helde sterk en aan het einde
was een trapje van drie vervelooze houten
treden. Het was hier donker, hij moest tas
ten om zich van den weg 'te overtuigen.
geweld tot luisteren moeten worden gedwon
gen. Hun aandacht moet worden getrokken,
hun belangstelling worden opgewekt, ze
moeten overtuigd worden van de waarheid
in die advertentie, en tenslotte worden over
gehaald tot koopen.
Dat kan niet in eenmaal gebeuren. Daar
om dient een reclame-campagne zoo weinig
mogelijk te worden onderbroken. Eiken keer,
dat een advertentie of andere reclame niet
geplaatst wordt, vergroot men de kans, dat
de afnemer van vandaag, morgen naar een
concurrent overloopt.
In tijden van malaise is een der eerste bud
gets ,die beknot worden, in den regel dat der
reclame, alsof reclame een luxe was. Dit is
een geheel verkeerde tactiek. Wel ligt het op
den weg om van elk bedrag, dat voor re
clame wordt uitgegeven, nauwkeurig na te
gaan of het goed besteed wordt, of er resul
taat mee bereikt kan worden.
De praktijk heeft doen zien, dat firma's die
tijdens malaise-jaren voortgingen reclame te
maken, in de daarop volgende betere jaren,
aanmerkelijk meer zaken deden dan de fir
ma's, die hun reclame-budget hadden be
knot. Door de verminderde of opgeschorte
reclame, vervluchtigden de impressies der
betreffende firma's bij het publiek, terwijl
die der andere firma's nog beter tot hun
recht kwamen dan vroeger, en doordat de
reclame werd gecontinueerd, èn doordat de
concurrentie minder was geworden.
Goodwill beteekent evenveel voor een zaak
als een mooie gevel; die goodwill wordt ten
eerste verkregen door kwaliteit, doch vlak
daarop door de reclame. Het is onjuist te
meenen, dat de kwaliteit van het product
alleen de reclame vormt. Een handelaar, die
teert op zijn jarenlange reputatie van kwali
teitsartikelen, zal in dezen tijd van scherpe
concurrentie en feilen strijd om het bestaan
ook reclame moeten maken, juist mèt die
kwaliteit.
Besteedt groote zorg aan de
reclame.
Aan reclame behoort men de grootste zorg
ten grondslag te leggen. Zij behoort niet
minder behandeld te worden dan elk ander
onderdeel van de zaak. Reclame is geen nood
zakelijk kwaad, ze is geen mode, ze is geen
manie. De reclame is net zooveel als het
product zelf. Zonder haar geen verkoop, zon
der haar geen winst. Goed uitgevoerde recla
me is een cachet voor de firma.
Indien de zaken niet gaan, zooals wel ge-
wenscht of verwacht, gooie men de schuld
daarvan niet dadelijk op de reclame. Er zijn
talrijke factoren, die de ontwikkeling der
zaak kunnen tegenhouden. Zoekt ook daar
eens, indien dit noodig blijkt te zijn. Recla
me is teer, ze' vereischt zorg, doch verstandig
uitgevoerd, is ze tot veel in staat.
Bij advertentie-reclame vrage men zich
allereerst af hoe groot de oplage is van het
blad, waarin men wenscht te adverteeren.
Daarna ga men na, of de kring, die het blad
bestrijkt, de juiste is voor het artikel, dat
men heeft aan te bieden. Er zijn nog vele
voorwaarden, die men zich zelf zou dienen
te stellen, doch indien men alleen deze twee
in de eerste plaats in het oog houdt, zal de
adverteerder meer en beter kunnen bepalen
in welk blad en hoe hij zijn waren heeft aan
•te bieden.
De resultaten zullen niet uitblijven.
JAN D. REMPT.
EEN PLAN VOOR
WERKLOOSHEIDSBESTRIJDING
BUSSUMSCH WINKELIER WIL STEUN
FONDS VOOR DE INDUSTRIE.
In de Bussumschc Courant lezen wij. dat
een Bussummer winkelier, de heer H. II. Sel-
horst plannen heeft ontworpen, tot vorming
van een fonds, door heel Nederland samen
gebracht, welk fonds zal dienen tot het ver-
leenen van steun aan fabrikanten, opdat
geen werk naar het buitenland zal gaan, dat
in Nederland verricht kan worden en tot het
Het trapje kwam op een deur uit, vermoede
lijk was het bijgetrokken huis lager van ver
dieping geweest. Veraart opende de deur en
ging een kleine, half-duistere kamer binnen
Het was een duf, onverwarmd vertrek, een
huiverende kilheil sloeg tegen hem op. Er was
slechts één raam waarvoor een geel-ver
schoten vitrage hing, vol bruine vochtplek-
ken. Enkele meubelen stonden in het vertrek
in onbegrijpelijke wanorde door elkaar, als
of de bewoner verhuizende was: een zwaar
buffet, een leege boekenkast, een tafel vol
bonten rommel en doozen, een paar Chinee-
sche vazen en enkele stoelen.
Veraart keek door het venster naar bui
ten.
De kamer zag uit op een kleine droef
geestige binnenplaats, waar een paar mus-
schen in de sneeuw naar broodkruimels pik
ten. Rillende van kou draaide de advocaat
zich om. Uit de gang sloften langzame,
sleepende schreden nader. Met een paar pas
sen was hij de kamer door en achter het
buffet. Door een kier tusschen buffet en
boekenkast tuurde hij naar de deur. Een
oude vrouw kwam binnen. Hij zag haai- hij
gende en voorzichtig het trapje afgaan. In
de deuropening stond ze stil, mummelend in
zichzelf. Ze hield in haar handen een blaadje
waarop thee, broodjes en een ei stonden.
„Ugge, ugge, ugge"kuchte ze, schok
kend met haar spichtige schouders. Ze liep
sterk gebogen; het leek Veraart alsof ze ieder
oogenblik voorover zou kunnen vallen. Mom
pelend, alsof ze een oude toovierkol was die
bezweringsformules te prevelen liep, passeer
de ze rakelings het buffet. Hij hoorde haar
onzinnig gemummel en zag door den kier
haar magere, roofvogelvingers geklauwd om
het blad, dat ze voorzichtig voor zich uitdroeg,
stapje voor stapje, en toen haar wasgele ge
zicht met den grooten haviksneus en de
zwarte stekende oogen.
„Slof-slof-slof" klepten haar muilen over
den vloer. Schommelend ging ze verder.de
kamer door, onwijs knikkende met het veel
verleenen van steun voor het uitvoeren van
werken welke anders in deze malaisetijd niet
ten uitvoer gebracht kunnen worden.
Nadat de heer Selhorst den burgemeester
van zijn ideeën op de hoogte had gebracht,
heeft hij op 9 November j.l. aan den direc
teur der werkloosheidsverzekering, den heer
Folmer op het departement van landbouw,
handel en nijverheid te 's-Gravenhage per
soonlijk zijn plannen ontvouwd. Hem werd
verzekerd, dat de minister deze overwegen
zal.
Mocht een en ander ten uitvoer worden
gebracht, dan zal, volgens het blad, de mo
gelijkheid geschapen worden in Nederland
eenige duizenden arbeiders te werk te stel
len.
VELEN TEGEN EEN.
N. A S.-SECRETARIS DOOR
COMMUNISTEN AFGERANSELD.
Te Rotterdam is Woensdagavond de heer
A. Menist, raadslid voor de Rev. Socialisti
sche Partij, secretaris van het Plaatselijk Ar-
beids Secretariaat, toen hij zich van kantoor
naar huis begaf, aangevallen door een troep
communisten, die hem met stoelpooten neer
geslagen hebben. De heer Menist werd zoo
danig getroffen, dat hij het bewustzijn ver
loor. Zijn tasch werd hem ontnomen. Deze
werd later geopend in een tuin verderop te
rug gevonden. Er zaten slechts kranten in,
die de aanvallers niet meegenomen hebben.
De heer Menist kon na bijgekomen te zijn
op handen en voeten naar huis kruipen en
was 's morgens niet in staat om zijn werk
te doen.
Zij npartijgenooten hebben echter een
contra-bezoek gebracht bij den leider der
communisten, den heer Klinkhamer en dien
eveneens afgetuigd.
ORGANISATIE STEUNT STAKERS
NIET.
CONFLICT TE ALMELO DIENT SPOEDIG
OPGELOST TE WORDEN.
In een Woensdag gehouden druk bezochte
vergadering van „De Eendracht"te, Almelo
heeft, naar de N .R. Crt. meldt, de heer
Stuvé nog eens uitvoerig het standpunt van
het hoofdbestuur van deze vereeniging uit
eengezet. Men moet, naar het oordeel van
het hoofdbestuur, trachten, weer aan het
werk te komen.
Nadrukkelijk zei hij, dat vanwege deze or
ganisatie van financieelen steun van de sta
kers geen sprake kan zijn, daar dit zou be-
teekenen het sanctionneeren van de staking,
terwijl het hoofdbestuur van oordeel is, dal
dit conflict zoo spoedig mogelijk dient opge
lost te worden.
SCHEEPVAARTBERICHTEN
Amstelkerlc 10 te Freetown, Amsterdam naar
W Afrika.
Baloeran 19 S u. te Batavia n. Rotterdam.
Ohristiaan Huygens 19 v.m. 7 u. te Genua,
Amsterdam naar Batavia.
Drechtdïjk 16 v. Cristobal, Rotterdam naar
Vancouver.
Eemland 19 te Amsterdam v. San Nicolas.
FJundria IS 21 u. v. Coruna Buenos Ayres n.
Amsterdam.
Johan de Witt 19 7 u. te Genua, Batavia n.
Amsterdam.
Kota Tjandi p. 19 5 u. Ouessant, Batavia n.
Rotterdam.
Kota Agoeng 19 te Batavia v. Rotterdam.
Kota Nopan p. 19 6 u. Dover, Rotterdam n.
Batavia.
Kertosono 18 te Penang v. Batavia.
Meerkerk IS te Marseille, Japan n. Rotter
dam.
Montferland IS 17 u. te Baliia, Buenos Ayres
naar Amsterdam.
Maaskerlc 19 v. W. Afrika te Havre en 20 te
Amsterdam verwacht.
Niokerie p. IS Dungcness, Amsterdam naar
Suriname.
Nieuw Holland 17 v. Singapore n. Adelaide.
Nieuw Zeeland IS v. Melbourne v. Singapore.
Oostkerk 19 v. Penang, Japan n. Rotterdam
Ouderkerk 16 te Tientsin, Japan n. Rotter
dam,
Reggestroom 16 v. W. Afrika te Havre eil 2S
te Rotterda mof Amterdam verwacht.
Sigli 17 te Belawan Deli.
Stuyvesant 18 te Lissabon, Paramaribo naar
Amsterdam.
Slamat IS v. Batavia naar Rotterdam.
Tjïmenteng IS v. Makassar, n. Sjanghai.
Tasman IS te Zanzibar v. Beira.
Tolamon 18 te San Juan v. Amsterdam.
Tjfsalak 17 v. Hong Kong n. Muntok.
Zeelandia 18 21 u. v. Las Palmas, Amster-
nam naar Buenos Ayres.
te groote hoofd op den mageren, rimpelig en
gierenbals: „Ja, ja, ik kom lieffie, ik kom
lieffie, ik kom! Wacht maar effies. Geduld
lieffie. Effies geduld. Ik kom al".
In den donkeren kamerwand aan «die over
zijde opende ze een deur en verdween. De
deur sloeg geruischloos achter haar dicht.
Langzaam stond Veraart op uit zijn gebukte
houding. Hij sloop behoedzaam als een tijger
de kamer door. Maar plotseling stond hij
stil, verlamd van ontzetting. Recht tegen
over hem, aan den grauwen wand, vol bar
sten en vochtplekken, hing een reusachtige
Japansche plaat. Het was een ordinaire
smaakelooze wandversiering in bonte
schreeuwende kleuren, maar in haar primi
tieve barbaarschiheid had ze iets zóó angst
aanjagends en afgrijselijks, dat het hem was
of het bloed in zijn aderen stolde. Hij hijgde
naar adem. Van den muur staarde een geel
verwrongen gezicht hem aan, met groote.
wijd-open oogen. Het was de afbeelding van
een man in een hemelsblauw gewaad, dat
hij met de linkerhand openhield. Met de
rechter had hij een groot mes in zijn buik
gestoken, dat hij dwars door zijn lichaam
sneed in een breede roode kerf, waar het bloed
uitsprong. Het gezicht van de man was af
schuwelijk vertrokken, zijn oogen puilden uit
hun kassen en hij scheen Veraart aan te
zien in een grijns van doodsangst en wilde
verrukking.
De jongeman was een stap terug gegaan.
Hij duizelde. Hij moest een oogenblik
vechten tegen het gevoel van opkomende
bewusteloosheid, dat hem beving. „Dwaas
heid", hijde hij. „Hoe kan een man zoo be
lachelijk schrikken van een plaat. -Brr! Wat
een ledijke kerel; ik lijk wel een ouwe juf
frouw, om me door zoo'n griezel de dood
stuipen op het lijf te laten jagen".
Hij trachtte te glimlachen, maar het ging
hem slecht af. Zijn hart bonsde in dreunen
de snelle slagen en hij trok zich onwillekeurig
achter de boekenkast terug. Indien hij niet
gezien wilde worden in dit vreemde, verlaten
Kranten.'
knipsels
uit 1916
20 November 1916.
VelscnKon. Ver. Papierfabrieken.
..Lange jaren zijn scheikundigen op het ge
bied der cellulose-fabricatie reeds bezig met
de oplossing van het vraagstuk, hoe waarde
volle bijproducten bij liet verwerken van
hout-cellulose op practische wijze af te
scheiden. Voor een paar jaren is men er in
geslaagd de suiker die in het bijproduct is
vervat om te zetten in alcohol en koolzuur
met behulp van een speciaal gistingsproces.
Deze alcohol wordt in Scandinavië reeds bij
duizenden hectoliters per jaar aan de markt
gebracht. Ook in Veis enwordt thans naar
men in het Tijdschrift der Maatschappij
van Nederland" leest, op de terreinen der
Kon. Ver. Papierfabrieken een nieuwe fa
briek gebouwd, loaar men dit afvalproduct
op spiritus gaat verwerken. Gezien de
enorme hoeveelheid cellulose die daar wordt
geproduceerd, zal de productie van spiritus
en aanverwante stoffen belangrijk worden.
LANGS DE STRAAT.
Slaven.
Het is triest in de straat. Het astalt is voch-
tig, de glazen van winkelruiten beslagen, de
lucht, vaal en nattig. Enfin, een Hollandsche
Novemberdag zooals ge die zelf waarschijn
lijk wel kent en waarvan ge anders ten over
vloede in Hollandsche romans kunt lezen. En
mij is het eigenlijk minder om die klamme,
mistige straat te doen, dan om den man die
naast den ingang van een winkel leunt, in ge
zelschap van twee groote koffers Ho 1-
landsch-net in een foedraaltje gestoken ter
beschutting tegen het bovenbedoelde klimaat.
De man heeft met die koffers enkel in zoo
verre iets te maken, dat hij zorgt, dat ze de
eigenaar trouw volgen bij diens zaken-tour -
née door de stad. Wat klinkende munt heeft
dat zoo geregeld. En ook dat hij ze rustig zal
bewaken, zoolang de eigenaar zelf voor
zoover een handelsreiziger dan eigenaar is
van zijn koffers ze in de zaak waar hij
bezig is niet noodig heeft, en dat hij gereed
zal zijn om ze eventueel op een kleine wenk
gedienstig binnen te dragen. De slaaf.van het
koffer-dragende menschdom leunt buiten en
wacht op een wenk of een bevel om met de
koffers te volgen naar een ander adres, en
weer te wachten. Zijn lichaam leunt, slap en
versleten zonder verbruikt te zijn. Het heeft
ook geen waarde. Enkel armen zijn noodig.
Geen koesterende, warme armen, maar armen
die kunnen tillen en dragen. En waarlijk ze
zijn wat lang en nu ze niets dragen, lijken ze
doelloos en onbeholpen. Z'n gezicht is mat,
z'n oogen vertrouwd met de leegte. Hij
leunt.
In traag stappen, in mist en zwart, kom een
begrafenisstoet voorbij, die niemand hin
dert.
Waarom leunt plotseling de man naast de
koffers niet meer? Hoe hebben zijn onbehol
pen armen, zijn stijve vingers den weg naar
zijn pet kunnen vinden voor een afscheids
groet aan een onbekend leven dat wegglijdt?
Van waar kómt in een vergaan, levenloos
leven de eerbiedige ontroering over den dood?
Het is maar een oogenblik, een klein onop
gemerkt oogenblik in de straat. Zijn armen
hangen weer slap neer en zijn lang en ge
duldig. Dan bukt hij weer, tilt de koffers,
luister even gedwee naar een adres dat ge
noemd wordt. De koffers volgen den eigenaai
weer, die vooraangaat. Terwijl ge ze ziet gaan,
moet ge denken aan koffers die hun weg door
de stad gaan en twee slaven die meegaan
En toch, hopeloos is het niet. Er blijven
wonderen mogelijk, zoolang in een dorre ver
strakte arm nog een ontroerend gebaar ligt
verborgen..
Vr. S.
deel van Hoeng Tsi Lang's huis, werd deze
daad zijn redding. Want terstond daarop ging
de deur weer open en het oude, gebogen
wijf verscheen opnieuw in de kamer. Ze liep
snel op de andere deur toe en stommelde
met zotte, spichtige gebaren het trapje op:
„Dwaasheid lieffie, dwaasheidje bent
.geen klein kind, lieffie, nee hoorje bent
een bloem van een meissie hoor, een echte
lïeverik!"
In de deuropening stond ze overeind ais
een grotesk silhouet, zwaaiende met haar
lange armen. Dan verdween ze. Haar scha
duw, een reusachtige wajang, gleed over den
muur, kromp plotseling ineen, verschrompel
de tot een zwarte plek op de gang en dan
klonk alleen nog maar het verder-weggaan
van haar sloffende muilen op den steenen
gangvloerklep-klep-klep-klep.
Veraart stond nog even bewegingloos tot
het geheel stil geworden was. Langzaam
kwam hij weer te voorschijn. Hij keek be
hoedzaam om zich heen, tuurde dc gang af
waar niemand meer te zien was, liep opnieuw
naar het raam en gluurde naar de over
zijde. De mussc.ben scharrelden nog om de
broodkorst, de ramen in de gele muren, die
het trieste plaatsje omsloten, waren donker,
alsof er niemand woonde. Hij luisterde lang.
De stilte werd angstig diep. De koude deed
hem opnieuw huiveren.
Toen klonk zwak en nauw hoorbaar boven
de muren van het plaatsje uit het schorre
geluid van een claxon. En nog één. Het ge
luid van de stad, waar het leven onafgebro
ken zijn gang ging. Het leek of Veraart uit
dat'verre auto-rumoer weer nieuwe kracht
kreeg. Hij liep zacht en geruischloos de kamer
door, nar de deur in den donkeren kamer
wand. Daar boog hij zich, legde het oor
tegen het kille behang en luisterde..
Eerst vernam hij niets dan het kloppen van
zijn hart en het ruischen van zijn bloed in
z'n ooren, als het rijzen en ebben van een
verre zee. Maar toenmet een trilling door
zijn felgespannen zenuwen hoorde hij zwak
RADIO-PROCRAMMA
ZATERDAG 21 NOVEMBER.
HILVERSUM, 298 M.
Uitsl. VARA-Uitzending. 10.00 v.m. VPRO.
6.45 en 7.30 Gymnastiekles. 8.00 Gramo-
foonpl. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Concert.
Trio Kreveld en Ru Mulder (voordracht).
12.00 Concert VARA-septet o.l.v. Is. Eyl en
Gramofoonpl. 2.15 Kwartiertje van het Instit.
v. Arb. Ontwikkeling. 2.30 Gramofoonplaten.
2.40 Literair praatje door Hilda Venvey—
Jonker. 3.10 Kamermuziek door het Bach-
kwartet. 4.30 G. Stuiveling: „De student, en
de oorlog". 4.50 Beoefening der Huismuziek.
5.25 S.D-A.P.-kwartiertje. 5.40 Vraaggesprek:
„Paleis-Raadhuis-kwestie". 6.15 Zang en
piano, resp. Joh. Riedel en Joh. Jong. 6.30
Literair halfuurtje. 7.00 Vervolg zang en
piano. 7.15 „Novotny financiert", hoorspel
van Erich Singer en G. Binder. 8.15 Tweede
acte van „Tristan und Isolde" van R. Wagner,
Uitzending vanuit den Stadsschouwburg door
de Wagner-Vereeniging. 9.30 Bestuursmede-
deelingen. 9.40 Concert VARA-orkest. 10.00
Teun de Klepperman. 10.15 Concert (vervolg).
10.45 VARA-Varia. 10.50 Vaz Dias. 11.00 Ver
volg en slot concert. 11.30 Gramofoon.
HUIZEN, 1875 M.
Uitsl. K.R.O.-Uitzending.
8.00 Gramofoonpl. 10.00 Concert KRO-Trio.
11.30 Godsd. Halfuurtje. 12.15 KRO-sextet. Uit
„Die Blume von Hawaii", P. Abraham. 1.45
Gramofoonpl. 2.30 Kindei'uur. 4.15 Gramo
foonpl. 4.30 KRO-Kunst-Ensemble. 5.00 Es-
perantonieuws. 6.00 Journ. Weekoverzicht
door P. de Waart. 6.40 Esperantoles. 7.10 Cau
serie. 7.45 Sportpraatje. 8.00 Radio-revue:
„Naar de maan" van J. Cats Jr. KRO-Salon-
orkest o.l.v. M. van 't Woud. Hierna Vaz Dias.
9.30 KRO Salon-Orkest o.l.v. M. van 't Woud.
O.a. uit „Die Blume von Hawaii", P. Abraham
en Marche Lorraine, Ganne. 11.00 Gramo
foonplaten.
DAVENTRY, 1554 M.
10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 1.20
Lichte muziek. 3.50 Orkestconcert o.l.v. Leslie
Woodgate. Gwladys Naish (sopraan). 4.50
Programma door de „Winners" van het Pad-
vonders Muziekfeest. 5.05 Orgelconcert door
Reginald Foort. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berich
ten. 6.50 Volksliederen uit West-Europa (Gra
mofoon). 7.10 en 7.30 Lezing. 7.50 Variété
programma. 9.20 Berichten. 9.55 Orkestcon
cert o.l.v. Joseph Lewis. O.a. Siegfried Idylle,
Wagner 10.55 Dansmuziek door Ambrose en
zijn Band uit May Fair Hotel.
PARIJS, „RADIO-PARIS", 1725 M.
8.05 Gramofoonpl. 9.20 Orkëstconcert. 12;50
Gramofoonpl. 5.20 Orkestconcert. 9.05 Avond
der Chansonniers. Vroolijk Avondprogramma.
LANGENBERG 473 M.
6.25 Gramofoonpl. 9.35 en 11.30 dito. 1223.
Orkestconcert. 1.55 Gramofoonpl. 4.20 Orkest
concert. 7.20 Orkestconcert. O.a. FantaMö
„Aus der alten und neuen Welt", uit Dvorak's
werken. 9.20 Berichten en sluiting.
KALUNDBORG, 1153 M.
11.20 Strijkconcert. 2.50 Orkestconcert. 7.^5
Dansmuziek voor de oudere generatie. O.S,'
Walsen van Strauss en Waldteufel.
BRUSSEL, 508 M. en 338 M.
508 M.: 5.20 Orkestconcerfc. 6.35 Gramo*1,
foonpl. 8.20 Concert. O.a. Piet Hein rhapso*'
die, Anrooy 9.20 Vervolg concert. Fant. „Tos*
ca", Puccini. n
338 M.: 5.20 Orkestconcert. 6.50 Gramofooö*
platen. 8.20 „Christl". Uitzending vanuit êtë
Vlaamsche Opera.
ROME, 441 M.
8.20 Opera „Madame Butterfly" van
Puccini.
ZEESEN, 1635 M.
7.20 Hoorspel „Das Leben des Jacques Of
fenbach" van E. Schwabach. Muziek van Of
fenbach. 8.35 „Musik des AJltags" o.l.v. E.
Seidler. 9.50 Berichten en hierna tot 11.20
Populair concert door de kapel Arkadi Flato,
f*-
Leest U reeds een ochtendblad?
Neem er dan
HET NIEUWE DAGBLAD
als avondblad bij.
—TTTTrTm i nu iwiTnnnwu'i'iVT'-n^
maar heel duidelijk het geluid v-an snikken.
In de kamer achter de deur was iemand die
schreide.
Hi.i hief zich op uit zijn gebogen houding.
Op zijn gezicht was een uitdrukking gekomen
van een grenzelooze verbazing. Nog even keek
hij terug in de gang., of er niemand naderde,
toenmet teil resoluut gebaar, opende hij
plotseling de deur en trad binnen.
Onbeweeglijk stond hij in den deurpost
en staarde verrast in een groote, warm gemeu
bileerde kamer. De .gordijnen waren neer
voor de vensters maar op kleine tafeltjes
brandden kleurige schemerlampen, die heit
vertrek doortrokken hielden van een gouden,
schijn. Er lag een reusachtige tijgerhuid op
den grond; dc kop met de dreigende tanden
staarde hem wreed en grijnzend aan. In een
hoek stond een toilettafel met een grooten
spiegel, waarin hij zijn eigen beeld weerkaatst
zag. Tegen den versten muur was een bed,
een groot wit bed met ouderwetsehe kanten
gordijnen.
In een oogwenk was zijn blik dc kamer door
gedwaald en bleef rusten op het bed waarop
een kleine weerlooze vrouwengestalte voor
over neerlag, die hartbrekend schreide. I-Iij
deed aarzelend een stap de kamer in. De
vrouw had het gehoord. Zij hief het gezicht
op en keerde zich snel en gejaagd om, met
een sprong kwam ze overeind, haar handen
maakten een smeekend gebaar van verweer.
In haar oogen gloeide een wilde vertwijfe
ling.
Onbeweeglijk stonden ze tegenover elkaar
en keken elkaar onzeker en zwijgend aan.
Het was een jonge, slanke vrouw en zijn
eerste indruk was die van een verwarrende
schoonheid. Zij was blond, van een stra
lende, gouden blondheid, haar haren leken,
een glanzend aureool. Ze droeg een kimono
van blauwe zijde.
(Wordt vervolgd.)