Mef de auto over den Afsluitdijk.
één dubbeltje
GEVAARLIJK
ZACHTE BERM
Paskwil.
HET BESTE
DE BESTE
IJmuider Courant
EEN WONDERLIJKE
GELIJKENIS.
[JMUIDER COURANT
ZATERDAC 28 JANUARI 1933
Haarlem-Leeuwarden via Alkmaar.
Rijksweg no. 9, een internationale route.
De technische ambtenaar van den Rijks
waterstaat te Iiarlingen vouwt een blauw
druk voor ons open.
„Rijksweg no. 9, HaarlemLeeuwarden",
staat er boven, vreemd is dat: Haarlem-
Leeuwarden één weg. Ge kunt u dat zoo snel
niet voorstellen.
De menschen dachten vroeger, dat de we
reld bij Alkmaar ophield.
Zij gingen ten hoogste naar Bergen of zelfs
naar Groet en Catrijp en Schoorl en nog een
enkelen keer naar de I-Iondsbossche, maar
van de wijde, wijde polders in het Noorden
wisten zij niets.
Boomen hebben ze hier niet en huizen maar
een enkel, gegroepeerd aan het water op de
plaatsen, waar de vlotbruggen zijn, Burger-
vlotbrug, Sint Maar tens vlotbrug, Stolpervlot-
brug. Maar wel is er een tol, even voor Vlieg
kamp De Kooi, bij de laatste vlotbrug, waar
wij over moeten, zes kilometer vóór Den Hel
der. Hier volgt de Balgweg den voet van den
zwaren Balgdijk, die Anna Paulownapolder
beschermt tegen de Waddenzee. In 't voor
jaar bloeien er de bollenvelden van Breezand,
die de onze aan kunnen, maar 's winters is
't er eenzaam en de wind snijdt over 't land.
Als ge dan een goede zeventig kilometer ge
reden hebt, dat is dus anderhalf uur van
Haarlem af, zij t ge aan Van Ewijcksluis, het
begin van den Amstelmeerdijk. Vroeger voe
ren ze over met een pontje hier aan 't sluisje.
Zurich, 31 Leeuwarden 64 KM. De nieuwe oprit in Den Oever.
Zij wisten niet, hoe mooi de Koegras is
en de Zijpe, met de verre weiden, de witte
wolken aan den klaren hemel en blauwe dui
nen tegen wazigen horizont. Zij kenden de
kleurrijke huizen van Dirkshorn en van den
Langen Dijk niet, noch den sierlijken, warm
rood getinten toren van Schagen's oude kerk,
noch de karakteristieke Westfriesche boer
derij met het puntige dak.
Toen legde men den Dijk en sindsdien wa
ren deze waterrijke landen boven Alkmaar
ontsloten voor het wereldverkeer.
En met den Dijk ontstond Rijksweg no. 9.
Hoe hadden automobilisten zonder tal er
op gevlast om de eersten te zijn op den hauw'
ontsloten dijkweg'! Hoe hadden zij met verbe
ten ongeduld gezien, dat de dag der openstel
ling steeds weer verschoven werd. „Het lijkt
wel of iedereen in Nederland thans den af
sluitdijk wil rijden", schreef een autoblad.
Eilaas, de winter" is de eerste geweest en hij
legde een dik dek van sneeuw op den weg en
blies er een gruwelijk kouden tocht over.
„Men rijdt op eigen risico", schreef de direc
tie der Zuiderzeewerken en de winter maakt®
het risico er niet geringer op. De man, die tol
heft voor het crisiscomité aan den opgang
tot den dijk bij Den Oever had Maandag zes
tien auto's doorgelaten en Dinsdag acht, en
Woensdag wéinig meer dan een tiental. Wei
nigen waren de eersten, die het 'risico namen,
inderdaad. Maar omdat er velen zullen vol
gen, zoodra het weer wat verbetert, hebben
wij ons op den koudsten van deze koude
dagen gevoegd bij die luttele pioniers om u
van den dijk vast iets te vertellen.
Recht en eindeloos lang door het land
schap ligt de weg.
Neen, bij Alkmaar eindigt Noord-Holland
niet, het begint er ten tweeden male en voor
het grootste deel. Van Haarlem hebt ge een
dertig kilometer gereden over een gevarieer-
den weg, die tegenwoordig niet slecht is.
Sinds dezen zomer zijn er bij Limmen weer
belangrijke verbreedingeji. Van Allernaar kunt
ge twee en veertig kilometer het kanaal langs,
en steeds maar langs het kanaal, en dan zijt
ge in Den Helder, het einde aller dingen.
„Lieve schipper vaar mij over", en het was er
romantisch, nu ligt er onaandoenlijk en
zwaar van beton en basalt de Dijk.
Op Wieringen krijgt ge weer den ouden
kronkelenden hoofdweg, die de meesten onzer
nu wel kennen: het oude kerkje van Wester-
land op een terp, Hypolitushoef met de
smidse van den ex-Kroonprins, Oosterland,
Den Oever. De haven, houten huizen van de
M. U. Z. en groote hoopen basaltsteen, die nu
na den dijkbouw nóg niet op zijn!
En dan komt, leeg en kaal de Dijk.
Uw illusie van den Dijk is, dat hij de w.ate^.
ren deelt door midden. Dat ge links van u
het water hebt en rechts het water; water
dat blauw en stil is aan den eenen kant en
groen met witte schuimkoppen aan den an
deren. Zoo gaat ge rijden, dwars door het
water, uren lang, met niets dan de zon en de
zee, een idylle. Maar wij waarschuwden u
reeds: de Dijk is niet idyllisch. De illusie der
beide zeeën ontneemt hij u door den tuimel-
dijk, die, drie meter hooger dan de kruin
van weg en spoordijk hem beschermt tegen
de hooge zeeën. Aan de rechterzijde ligt het
IJsselmeer, breed en rimpelloos en in deze
dagen één veld van monotoom wit ijs, slechts
hier en daar wat oneffen van het lichte
kruien. En verder stelt de Dijk voor uw ro
mantiek in de plaats zijn keileem en zijn be
tonweg en zijn houten huizen, en dat alles
is grijs en gelijk van vorm. Ook rijdt ge geen
uren, want in een half uur is de Dijk wel ten
einde hebt ge het Kornwerderzand bereikt,
waar het rommelig is van overgebleven
directiekeeten en waar de menschen wonen
bij de werkhaven. Want bewoners heeft de
'afsluitdijk bij tientallen.
Neen, landschappelijke schoonheid bezit
deze dam door zee niet, en zeker niet in den
winter, maar hij imponeert door zijn mas-
salen omvang, door de suggestie van zijn for
midabele kracht en door zijn technische
triomfen. En de bekoring van het nieuwe en
vreemde brengt hij over u door zijn symbo
lische beteekenis van een band te zijn tus-
schen twee gewesten. Even voor het Bree
zand, midden op den Dijk, staat de grenspaal,
ter eene zijde het Friesche wapen, ter andere
het Hollandsche. Dat is de provinciegrens,
tevens de grens van Wieringen en Wonsera-
deel. Wie bekommerde zich vroeger om
provinciegrenzen dwars door zee?
Als Kornwerderzand voorbij is, de belang
rijke dijkverbreeding op den zandplaat ach
ter den rug, komt de Friesche kust. Er is een
witte sneeuwkuif op den zwarten zwaren
zeedijk, en diep weggezonken ligt het boeren
land er achter, met een kerkspitsje, hier en
daar, dat nog boven den dijk uitkijkt. De
groote Verbindingsdam vindt hier een een
zaam einde, ge zoudt zeggen, dat hij dood
liep, maar een afwegje leidt naar den noet
van den zeedijk binnendijks en daar vervolgt
zich deze hoofdweg als een smal klinkerpad.
Nog nimmer was ik in Friesland en in den
beginne doet het wat vreemd aan, dat ge hier
óók de wegwijzers en de blauwe borden hebt
van den A.N.W.B., dat dit óok eigen land is.
Dan verheug ik mij er op hier het stoere
Friesche ras te leeren kennen, zooals het
schaatsen rijdt op deslooten met den breeden
Frieschen slag. Een volk, welks taal ge niet
eens verstaan kunt! Wij volgen den zooveel-
sten bocht van den hoogen zeedijk en dan
komen wij den eersten mensch tegen in dit
verlaten land: een Pinda. Chinees.
Zurich is een klein gat, beneden aan den
dijk, Plarlingen ligt tien kilometer verder, de
eerste Friesche stad, die wij aandoen. De weg
langs den Frieschen zeedijk is niet slecht,
maar te smal, en de breede grasberm zou er
al lang bij getrokken zijn, indien niet het Rijk
en het machtige waterschap De Vijf Declen
Zeedijken Buitendijks in de gemeenten Bar-
radeel en WonseradeeJ. lang en hardnekkig
gekibbeld hadden over een ligplaats voor de
koeien, die op den dijk weiden. Die ligplaats
komt nu tusschen den hoofdverkeersbeton-
weg en den dijkvoet, heel pastoraal.
Even voor I-Iarlingen bewondert men een
standbeeld boven op den dijk, voor Caspar de
Robles, den stadhouder, aan wien Friesland
veel te danken heeft; op het voetstuk staan
nadere gegevens over het waterschap en
deszelfs rechten binnendijks en buitendijks.
Harlingen, de havenstad verwacht grooter
bloei van den nieuwen hoofdweg', maar het
moge tijdelijke pleisterplaats zijn,hetgeen het
om zijn schoonheid ten zeerste verdient, eind
punt is Leeuwarden.
Naar Leeuwarden leidt een breede en voor
treffelijke straa.tweg, over Franeker, het
oude stadje met het kostelijke stadhuis en
de stille grachtjes en het planetarium, en
over Marsum, zoo'n Friesch dorp, waar de
weg naar boven gaat, omdat het op een terp
ligt.
Leeuwarden ligt 27 kilometer van Harlin-
genen een veertig kilometer van den afsluit
dijk. Ge rijdt het in een drie kwartier.
Maar wij hadden haast om terug te komen,
want om half zes, bij zonsondergang voorloo-
pig,wordt de afsluitdijk afgesloten en te
laat komen ware vrij fataal geweest, hier.
Half vijf vertrokken wij uit Friesland's
hoofdstad, half negen waren wij in de Noord-
Hollandsche terug. Huiveringwekkend stil en
verlaten lag de Dijk in donker in den snijdexi-
den wind, die als een storm de ijsvrije golven
der Waddenzee omhoop' joeg tegen het talud.
Dt lichten van Kornwerderzand, een enkel
1^'ntje aan de Friesche kust, het vertrouwe
lijk knipoogen van Brandaris op Terschelling
en het licht van Huisduinen brachten troost
in de barre kou en duisternis.
Koud kwamen wij in Haarlem aan, na 150
kilometer rijden, in vier uur. Spijt hebben wij
er niet van; wij hebben voor u een weg ver
kend, die rijk is aan stedenschoon en aan
belangwekkende aspecten.
Wie den tijd heeft, kan zijn terugweg kie
zen door dén Wieringermëer. Hij passé echter
op bij Lambertschaag' of Aertswoud niet aan
het dwalen te raken. Slechts kleine provin
ciale wegen voeren u liier naar Amsterdam
of Zaandam en Haarlem en het groote ver
keer, ook naar de hoofdstad zal zijn weg dan
ook wel over De Kooi, Alkmaar, Haarlem
gaan nemen. De oude route Leeuwarden
Haarlem 'om de Zuiderzee is 237 kilometer,
dus 87 K.M. langer. Het verschil is niet zoo
heel groot, doch bij heen en terugrit wordt
het aanmerkelijk. Deze „Noordwestelijke
doorvaart'' is een nieuwe verbinding, niet
alleen met Leeuwarden, maar ook met Gro
ningen, met Bremen en Hamburg. De
K.N.A.C. heeft haar reeds aangemerkt als
hoofdroute. Als zoodanig verleent hij Haar
lem een nieuwe beteekenis in het internatio
naal verkeer en nationaal vei'keer.
Een belangwekkende en een belangrijke
weg is Rijksweg no. 9.
Voor Haarlem en voor Leeuwarden.
K. Pk.
FORD SLUIT ZIJN FABRIEKEN.
GEVOLG VAN EEN STAKING.
DETROIT, 25 Januari ("Reuter). De Ford
Motor C. deelt mede, dat haar fabrieken in
de Vereenigde Staten voor onbepaalden tijd
zullen worden gesloten. In deze fabrieken zijn
in totaal .100.090 man werkzaam. Dit besluit
is klaarblijkelijk een gevolg van het feit, dat
onlangs 6000 arbeiders in de carosseriefa-
brieken het werk hebben neergelegd.
Fabrieken door politic bewaakt.
DETROIT, 27 Januari (Reuter), In
zake het arbeidsconflict bij Ford wordt nader
gemeldt, dat de fabrieken thans door politie
bewaakt worden. Er hebben zich geen wan
ordelijkheden voorgedaan, doch er trokken
demonstranten door de straten, die de werk
willigen van de carosseriefabrieken dwongen
zich bij de beweging aan te sluiten. Namens
de Ford-fabrieken wordt verklaard, dat men
niet in staat is het werk voort te zetten
zonder de 6000 arbeiders, die wegens loons
verlaging het werk hebben neergelegd.
PARAMOUNT INSOLVENT?
Een faillissementsaanvrage.
ONTEVREDEN CREDITEUREN.
NEW-YORK, 27 Januari (Reuter) Drie
crediteuren hebben bij het gerechtshof alhier
een verzoek ingediend tot failliet-verklaring
der Paramount Public Filmmaatschappij,
waarbij deze beschuldigd wordt dat zij insol
vent is. Nader wordt geseind: De Paramount
heeft toegegeven dat haar vlottende midde
len onvoldoende zijn om aan haar loopende
verplichtingen te voldoen. Het federale hof
heeft hierop twee „receivers" benoemd. (Re
ceivers worden aangesteld om voorloopig de
financieele regeling' van een in moeilijkheden
verkeerende onderneming op zich te nemen).
Het begin. Een veelzeggende foto.
(In verband met de nieuwe rege.
ling, dal elke Rus een pas moet
hebben, wordt bericht, dat
alleen in Centraal Rusland drie
millioen menschen geen pas
zullen krijgen en naar een af
gelegen district zullen worden
gezonden.)
Als j' in Rusland bent geboren,
Dan beteekent dat nog niet,
Dat je, waar je wilt, moogt wonen
Op het Russisch grondgebied.
Elk, niet van het aardsch dorado
Van vriend Stalin overtuigd,
Iedereen, die niet deemoedig
Voor 't bewind de knieën buigt;
Wordt in naam van de gelijkheid
En de vrijheid, zoo vereerd,
Naar een afgelegen hoekje
Van het land gedirigeerd.
Voor hen gaat geen paspoort open,
Men beschouwt hen als een la'st,
Ongepaste Sovjetburgers,
Waar men schuw (dus niet) voor past.
Als men niet passief wil wezen
En geen pasklaar communist,
Heeft men niet den waren pasvorm
Daarmee is het lot beslist.
Wien de pas wordt afgesneden
Stuurt men ver weg, waar men wil,
En die mag onpasselijk blijven
Door dit nieuwste paspaskwil.
Het is lang geen voor-de-poespas
Met die nieuwe pas-passaat,
Zij doodt zeker wel de laatste
Passie voor den Sovjetstaat
P. GASUS.
PLAATSELIJK NIEUWS
EN BOVENDIEN
ONGEVALLEN VERZEKERING
BIEDT EEN ABONNEMENT OP DE
VOOR SLECHTS
PER WEEK!
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 27 Januari.
Ondertrouwd 26 Januari: W. Fortgens esg
L. O. M. Veis; J. E. Vonkenberg en J. H,
van der Moolen; G. L. van Langeveld en L*
S. L. Hekelaar; L. A. Quist en PI. P. de Zwart.
Getrouwd 26 Januari; J. Michels en A. Gi,
E. Montauban.
Bevallen 24 Januari A. Th. Willemse—vaiï
der Zwan, d.; 25 Januari: H. J. Vernout—
Gross, d.; M. G. KensenBogaart, z.; M. E.
Stammeijerde Graaff, z. en d.; G. M. Pot—
Lagerweij, d.; 26 Januari G. J. Hulsegge—
van der Putte. z.
Overleden 24 Januari: H. J. SmaTt, 51
de Witstraat; 25 Januari: W. A., 2 mnd., z.
G. A. van Vliet, Saritpoorterstraat: J. J. Vei»
nooij, 32 j., Jansstraat; D. L. HellegersBriaü
77 j., Brouwersvaart; J. Stolk, 48 i., Kampei»
laan.
BEVERWIJK.
Getrouwd: L. R. P. van der Sar en H. Bos?
H. J. Zoet en J. L. N. van Dijk.
Geboorten: N. C. Beentjesvan Kruistum,,-
z., C. C. Mulders—Beentjes d., C. M. Slotêma»
ker—van Hooff z., A. C. van der Plas—Ven«
del z.
Overleden: J. Lucas 82 j., wed. van G. Mie
nes; H. G. Verdonk 83 j„ gehuwd met C.
M. van Slingerlandt, H. Duijn 51 j. gehuwd
met C. M. van Hooff.
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
JOSEPH HOCKING.
(Nadruk verboden.)
3)
„Je ziet er anders betrouwbaar genoeg uit
een vent op wien men zich verlaten kan,
sterk en flink."
„Heeft dat iets te beteekeneri?"
„Dat beweren ze altijd."
„Nu bij mij heeft het dan niet den minsten
invloed gehad."
Richard nam een slok uit zijn glas voor
hij voortging. „Er is een atmosfeer Harrow
en Oxford aan je.
„Clifton en Cambridge", was het antwoord.
„Ik dacht wel dat ik niet zoo ver mis was.'
Ik was in Etonen Oxford".
„Ja?"
„Maar ik ben niet lang in Oxford geweest.
Ben de laan uitgestuurd. Heb me nooit goed
in de convention e el e regels kunnen schik
ken.... geboren vrijbuiter, weet je? Met 'n
vaartje van huis weggewerkt..., niets van
belang, maar het was beter dat ik er tus-
schenuit kneep. Ik geloof dat "t het hart van
mijn vader bijna' gebroken heeftik ben
eenige zoon
De ander volhardde nog steeds in zijn stil
zwijgen, hoewel het duidelijk genoeg was dat
Richard naar een vertrouwelijk gesprek ver
langde. „Het leven is allesbehalve een pretje
voor me geweest de laatste zeven jaren. Ik
heb gezworven.Joost mag weten waar ik
niet overal gezworven heb! Soms zag ik
kans, de toelage die me bestuurd werd, hier
of daar op te pikken en een anderen keer
was het weer een heksentoer om mijn mond
open te houden. Ik ben van alles en nog wat
geweest: mijnwerker, houthakker in het oer
woud, matroos, taxi-chauffeur, hulp op een
schapenfokkerij. Kortom, twaalf ambachten
'en dertien ongelukken."
Een korte pauze; daarop:
„Natuurlijk schreef ik van tijd tot tijd
naar huis, maar ik was zelden lang genoeg
op dezelfde plaats om de antwoordbrieven
in handen te krijgen, de lust tot zwerven was
nu eenmaal te sterk. Ik wachtte alleen op
bericht van huis, wanneer ik totaal op zwart
zaad zat."
Een nieuwe stilte; toen weer:
„O, ik weet dat ik een idioot ben geweest;
niemand weet dat beter dan ikzelf. Het geeft
geen steek om daar nu over te gaan zitten
jeremieeren, maar zie je, ik behoor tot "een
goede familie uit Devon. Misschien heb je
wel eens van me gehoord.... de Dulvertons
uit Devon zijn nogal bekend."
Het was duidelijk, dat deze mededeeling
den anderen man verraste, maar hij zei al
leen maar:
„Ja, ik heb dien naam wel eens gehoord."
„De tak waaruit ik kom is ook financieel
niet slecht er aan toe. Verscheidene van
de beste boerderijen in Devonshire hooren
eigenlijk van mij."
„Maar
„Ik weet wat je zeggen wilt. Je vraagt je
af, waarom ik dan hier ben? Maar ik ben er
pas een paar dagen van op de hoogte. Ik
ben op weg naar huis. Als.als ik ertoe in
staat ben, rijd ik morgen naar Bellmgham.
Wanneer ik 'n beetje opschiet, ben ik er te
gen den avond en vandaar kan ik verder
met den trein gaan."
De tweede gast zuchtte en er was iets van
jalouzie in dien zucht. „Mijn vader was land
jonker" zette Richard zijn verhaal voort,
„hij nam een vooraanstaande plaats in den
omtrek in.hij regeerde als een soort ko
ning over zijn bezit. Het is dan ook niet te
verwonderen dat hij een trotsch man was.,..
dat is de reden dat hij mij een royale toelage
gaf om te verdwijnen".
„Wat had je uitgevoerd?"
„O, er was een soort dronkemanspartij en
ik had een beetje te veel notitie genomen van
de dochter van een onzer pach
ters. En de man, die met haar
wilde trouwen, maakte ruzie met me
we hadden allemaal een stevige borrel op....
ik was toen een en twintig moet je weten."
„En wat gebeurde er verder?" drong John.
„Ik was sterk als een paard, toentertijd en
vermoordde hem zoowat. Ik geloofde eerst
dat ik hem werkelijk gedood had; hij lag
uren voor dood. Er werd beweerd dat ik
gemeene trucs gebruikt had en hem met
een mes gestoken had, maar dat is een leu
gen. Maar je begrijpt dat het een ontzaglijke
herrie gaf en ik moest me verscheidene da
gen achterbaks houdenen toen het zeker
was dat Nick Brewer er weer bovenop zou
komen gaf mijn vader me te verstaan dat ik
ophoepelen kon."
„En ben je sindsdien steeds van huis ge
weest?"
„Ja, zeven jaar. Ik was overigens blij dat ik
gaan kon. Ik had heimwee naar de ruimte.
En ik heb mijn deel gehad... ruimschoots!"
„En heb je nooit vehlangd terug te gaan?"
„Neen, mijn vader had een strenge levens
opvatting en kon zich met mijn manier van
doen niet vereenigen. Och, die geschiedenis
met Marry Liddicoat, waarvoor hij me weg
gestuurd heeft, had eigenlijk geen zier te
beteekenener was welbeschouwd niets
gebeurd tusschen mij en het meisje, maar
mijn vader had er altijd zijn zinnen op
gezet, dat ik met Miriam Donnithoriie zou
trouwen, de dochter van zijn naasten buur
man, ook een rijken landjonker. Ze was een
kind van vijftien, toen ik mijn biezen moest
pakken, maar een mooi kind en ik
had ook altijd zoo half en half het ge
voel, dat ze een of anderen keer mijn vrouw
zou worden. Ze moet nu een paar of twee-en
twintig zijn. Haar vader en de mijne hadden
dat zoo met elkaar bekokstoofd..,, de
twee aan elkaar grenzende landgoederen
zouden op die manier op den duur vereenigd
worden en dat heeft allerlei voordeelen."
„Dus je vader is
„Dulverton B b Dulverton voluit Ro
bert Granville Dulverton.
Een goede naam, he?"
„Een uitstekende naam!"
Toen viel er een zwijgen, dat eenige mi
nuten duurde. Dulverton laafde zich niet
grog, terwijl zijn metgezel somber in het
vuur staarde.
„Je schijnt niet erg nieuwsgierig," merkte
Dulverton tenslotte op.
„Waarom zou ik?"
„Eigenlijk nergens om, maar aan den an
deren kant, mijn geschiedenis is nogal ro
mantisch, vind ik. Ik ben een soort verloren
zoon, weet je?"
„Je zei straks dat je op weg naar huis was.
Dan zal je vader wel het gemeste kalf voor
je slachten bij je terugkomst en je met mu
ziek en dans ontvangen. Dat is immers zoo
de gewoonte bij den terugkeer van verloren
zonen
„Mijn vader is overleden!"
„Dandan...."
„Ja! ik ben de landheer van Dulverton Ma-
nor. Ik werd het gewaar laat eens zien
verleden Maandag. Ik zat in de rimboe en
kreeg toevallig een Engelsche krant in han
den, waarin het een of ander verpakt was
geweest. Er stond een verslag van zijn be
grafenis in. Ik had een gevoel alsof ik een
lap op mijn hoofd had gekregen. Ik zèi er
niets van, tegen niemand, ik kon eenvoudig
niet, maar ik ging direct op weg. Zeg, denk
je dat ik nog levend in Engeland zal aanko
men?"
„Waarom niet?"
„Omdat ik kolossaal roekeloos met mijn
gezondheid ben geweest, ik heb een gevoel
alsof ik het niet lang meer maken zal."
„Gesteld dat je niet komt opdagen wie
krijgt het landgoed dan?"
„Mijn neef Arthure denk ik. Dit wil zeggen,
eerst komt het aan mijn oom Arthur en la
ter aan mijn neef. Een mooi stel, die twee!
Mijn oom is advocaatde grootste schob
bejak, die hier beneden ooit heeft ademge
haald en zoonlief is nog een graadje erger
dan papa! Als mijn waarde oom er niet was
geweest, wel, dan zou het met die historie
met Nick Brewer nooit zoo'n vaart zijn ge-
loopen. Hij stelde alles veel zwarter voor dan
het in werkelijkheid was en ze geloofden
hem natuurlijk, omdat hij advocaat was. Ik
ben in mijn ziel overtuigd, dat hij het erop
aangelegd heeft om mij uit Engeland weg te
werken. Ik had nog liever dat een wildvreem
de het landgoed kreeg, dan die twee
schavuiten."
„Dus je vaderlijk erfdeel wacht, om zoo te
zeggen, op je?"
„Ja, ik heb niets anders te doen dan terug
te gaan en mijn aanspraken te laten gel
den. Ik heb de brieven van mijn vader
voor zoover die me bereikt hebben en een
heele hoop andere documenten hier".
Terwijl hij sprak, haalde hij een pakje pa
pieren uit zijn zak en klopte er op. „Hier
heb je alles bij elkaar", zei hij.
„Maar je uiterlijk is toch waarschijnlijk
veranderd in die zeven jaar", bracht de
ander in het midden. „De meeste menschen
veranderen sterk tusschen hun twintigste
en dertigste de jongen is dan een man
geworden. En je hebt in dien tijd heel wat
doorgemaakt, zooals je zelf vertelt, en dat
heeft ook invloed op iemands voorkomen."
„Je wilt zeggen, dat ze wel eens zouden
kunnen beweren dat ik de rechtmatige erf
genaam niet ben, zooals in een soortgelijk ge
val al eens gebeurd is."
„Het is gevaarlijk je aan voorspellingen te
wagen
„O, mijn oom zou er stellig niet tegen op
zien mijn rechten te betwisten als dat hem
mogelijk leek. Maar ik heb het typische Dul-
vertongezicht en bovendien, de papieren slui
ten iederen twijfel uit."
(Wordt vervolgd.),