Mef de auto over den Afsluitdijk. één dubbeltje GEVAARLIJK ZACHTE BERM Paskwil. HET BESTE DE BESTE IJmuider Courant EEN WONDERLIJKE GELIJKENIS. [JMUIDER COURANT ZATERDAC 28 JANUARI 1933 Haarlem-Leeuwarden via Alkmaar. Rijksweg no. 9, een internationale route. De technische ambtenaar van den Rijks waterstaat te Iiarlingen vouwt een blauw druk voor ons open. „Rijksweg no. 9, HaarlemLeeuwarden", staat er boven, vreemd is dat: Haarlem- Leeuwarden één weg. Ge kunt u dat zoo snel niet voorstellen. De menschen dachten vroeger, dat de we reld bij Alkmaar ophield. Zij gingen ten hoogste naar Bergen of zelfs naar Groet en Catrijp en Schoorl en nog een enkelen keer naar de I-Iondsbossche, maar van de wijde, wijde polders in het Noorden wisten zij niets. Boomen hebben ze hier niet en huizen maar een enkel, gegroepeerd aan het water op de plaatsen, waar de vlotbruggen zijn, Burger- vlotbrug, Sint Maar tens vlotbrug, Stolpervlot- brug. Maar wel is er een tol, even voor Vlieg kamp De Kooi, bij de laatste vlotbrug, waar wij over moeten, zes kilometer vóór Den Hel der. Hier volgt de Balgweg den voet van den zwaren Balgdijk, die Anna Paulownapolder beschermt tegen de Waddenzee. In 't voor jaar bloeien er de bollenvelden van Breezand, die de onze aan kunnen, maar 's winters is 't er eenzaam en de wind snijdt over 't land. Als ge dan een goede zeventig kilometer ge reden hebt, dat is dus anderhalf uur van Haarlem af, zij t ge aan Van Ewijcksluis, het begin van den Amstelmeerdijk. Vroeger voe ren ze over met een pontje hier aan 't sluisje. Zurich, 31 Leeuwarden 64 KM. De nieuwe oprit in Den Oever. Zij wisten niet, hoe mooi de Koegras is en de Zijpe, met de verre weiden, de witte wolken aan den klaren hemel en blauwe dui nen tegen wazigen horizont. Zij kenden de kleurrijke huizen van Dirkshorn en van den Langen Dijk niet, noch den sierlijken, warm rood getinten toren van Schagen's oude kerk, noch de karakteristieke Westfriesche boer derij met het puntige dak. Toen legde men den Dijk en sindsdien wa ren deze waterrijke landen boven Alkmaar ontsloten voor het wereldverkeer. En met den Dijk ontstond Rijksweg no. 9. Hoe hadden automobilisten zonder tal er op gevlast om de eersten te zijn op den hauw' ontsloten dijkweg'! Hoe hadden zij met verbe ten ongeduld gezien, dat de dag der openstel ling steeds weer verschoven werd. „Het lijkt wel of iedereen in Nederland thans den af sluitdijk wil rijden", schreef een autoblad. Eilaas, de winter" is de eerste geweest en hij legde een dik dek van sneeuw op den weg en blies er een gruwelijk kouden tocht over. „Men rijdt op eigen risico", schreef de direc tie der Zuiderzeewerken en de winter maakt® het risico er niet geringer op. De man, die tol heft voor het crisiscomité aan den opgang tot den dijk bij Den Oever had Maandag zes tien auto's doorgelaten en Dinsdag acht, en Woensdag wéinig meer dan een tiental. Wei nigen waren de eersten, die het 'risico namen, inderdaad. Maar omdat er velen zullen vol gen, zoodra het weer wat verbetert, hebben wij ons op den koudsten van deze koude dagen gevoegd bij die luttele pioniers om u van den dijk vast iets te vertellen. Recht en eindeloos lang door het land schap ligt de weg. Neen, bij Alkmaar eindigt Noord-Holland niet, het begint er ten tweeden male en voor het grootste deel. Van Haarlem hebt ge een dertig kilometer gereden over een gevarieer- den weg, die tegenwoordig niet slecht is. Sinds dezen zomer zijn er bij Limmen weer belangrijke verbreedingeji. Van Allernaar kunt ge twee en veertig kilometer het kanaal langs, en steeds maar langs het kanaal, en dan zijt ge in Den Helder, het einde aller dingen. „Lieve schipper vaar mij over", en het was er romantisch, nu ligt er onaandoenlijk en zwaar van beton en basalt de Dijk. Op Wieringen krijgt ge weer den ouden kronkelenden hoofdweg, die de meesten onzer nu wel kennen: het oude kerkje van Wester- land op een terp, Hypolitushoef met de smidse van den ex-Kroonprins, Oosterland, Den Oever. De haven, houten huizen van de M. U. Z. en groote hoopen basaltsteen, die nu na den dijkbouw nóg niet op zijn! En dan komt, leeg en kaal de Dijk. Uw illusie van den Dijk is, dat hij de w.ate^. ren deelt door midden. Dat ge links van u het water hebt en rechts het water; water dat blauw en stil is aan den eenen kant en groen met witte schuimkoppen aan den an deren. Zoo gaat ge rijden, dwars door het water, uren lang, met niets dan de zon en de zee, een idylle. Maar wij waarschuwden u reeds: de Dijk is niet idyllisch. De illusie der beide zeeën ontneemt hij u door den tuimel- dijk, die, drie meter hooger dan de kruin van weg en spoordijk hem beschermt tegen de hooge zeeën. Aan de rechterzijde ligt het IJsselmeer, breed en rimpelloos en in deze dagen één veld van monotoom wit ijs, slechts hier en daar wat oneffen van het lichte kruien. En verder stelt de Dijk voor uw ro mantiek in de plaats zijn keileem en zijn be tonweg en zijn houten huizen, en dat alles is grijs en gelijk van vorm. Ook rijdt ge geen uren, want in een half uur is de Dijk wel ten einde hebt ge het Kornwerderzand bereikt, waar het rommelig is van overgebleven directiekeeten en waar de menschen wonen bij de werkhaven. Want bewoners heeft de 'afsluitdijk bij tientallen. Neen, landschappelijke schoonheid bezit deze dam door zee niet, en zeker niet in den winter, maar hij imponeert door zijn mas- salen omvang, door de suggestie van zijn for midabele kracht en door zijn technische triomfen. En de bekoring van het nieuwe en vreemde brengt hij over u door zijn symbo lische beteekenis van een band te zijn tus- schen twee gewesten. Even voor het Bree zand, midden op den Dijk, staat de grenspaal, ter eene zijde het Friesche wapen, ter andere het Hollandsche. Dat is de provinciegrens, tevens de grens van Wieringen en Wonsera- deel. Wie bekommerde zich vroeger om provinciegrenzen dwars door zee? Als Kornwerderzand voorbij is, de belang rijke dijkverbreeding op den zandplaat ach ter den rug, komt de Friesche kust. Er is een witte sneeuwkuif op den zwarten zwaren zeedijk, en diep weggezonken ligt het boeren land er achter, met een kerkspitsje, hier en daar, dat nog boven den dijk uitkijkt. De groote Verbindingsdam vindt hier een een zaam einde, ge zoudt zeggen, dat hij dood liep, maar een afwegje leidt naar den noet van den zeedijk binnendijks en daar vervolgt zich deze hoofdweg als een smal klinkerpad. Nog nimmer was ik in Friesland en in den beginne doet het wat vreemd aan, dat ge hier óók de wegwijzers en de blauwe borden hebt van den A.N.W.B., dat dit óok eigen land is. Dan verheug ik mij er op hier het stoere Friesche ras te leeren kennen, zooals het schaatsen rijdt op deslooten met den breeden Frieschen slag. Een volk, welks taal ge niet eens verstaan kunt! Wij volgen den zooveel- sten bocht van den hoogen zeedijk en dan komen wij den eersten mensch tegen in dit verlaten land: een Pinda. Chinees. Zurich is een klein gat, beneden aan den dijk, Plarlingen ligt tien kilometer verder, de eerste Friesche stad, die wij aandoen. De weg langs den Frieschen zeedijk is niet slecht, maar te smal, en de breede grasberm zou er al lang bij getrokken zijn, indien niet het Rijk en het machtige waterschap De Vijf Declen Zeedijken Buitendijks in de gemeenten Bar- radeel en WonseradeeJ. lang en hardnekkig gekibbeld hadden over een ligplaats voor de koeien, die op den dijk weiden. Die ligplaats komt nu tusschen den hoofdverkeersbeton- weg en den dijkvoet, heel pastoraal. Even voor I-Iarlingen bewondert men een standbeeld boven op den dijk, voor Caspar de Robles, den stadhouder, aan wien Friesland veel te danken heeft; op het voetstuk staan nadere gegevens over het waterschap en deszelfs rechten binnendijks en buitendijks. Harlingen, de havenstad verwacht grooter bloei van den nieuwen hoofdweg', maar het moge tijdelijke pleisterplaats zijn,hetgeen het om zijn schoonheid ten zeerste verdient, eind punt is Leeuwarden. Naar Leeuwarden leidt een breede en voor treffelijke straa.tweg, over Franeker, het oude stadje met het kostelijke stadhuis en de stille grachtjes en het planetarium, en over Marsum, zoo'n Friesch dorp, waar de weg naar boven gaat, omdat het op een terp ligt. Leeuwarden ligt 27 kilometer van Harlin- genen een veertig kilometer van den afsluit dijk. Ge rijdt het in een drie kwartier. Maar wij hadden haast om terug te komen, want om half zes, bij zonsondergang voorloo- pig,wordt de afsluitdijk afgesloten en te laat komen ware vrij fataal geweest, hier. Half vijf vertrokken wij uit Friesland's hoofdstad, half negen waren wij in de Noord- Hollandsche terug. Huiveringwekkend stil en verlaten lag de Dijk in donker in den snijdexi- den wind, die als een storm de ijsvrije golven der Waddenzee omhoop' joeg tegen het talud. Dt lichten van Kornwerderzand, een enkel 1^'ntje aan de Friesche kust, het vertrouwe lijk knipoogen van Brandaris op Terschelling en het licht van Huisduinen brachten troost in de barre kou en duisternis. Koud kwamen wij in Haarlem aan, na 150 kilometer rijden, in vier uur. Spijt hebben wij er niet van; wij hebben voor u een weg ver kend, die rijk is aan stedenschoon en aan belangwekkende aspecten. Wie den tijd heeft, kan zijn terugweg kie zen door dén Wieringermëer. Hij passé echter op bij Lambertschaag' of Aertswoud niet aan het dwalen te raken. Slechts kleine provin ciale wegen voeren u liier naar Amsterdam of Zaandam en Haarlem en het groote ver keer, ook naar de hoofdstad zal zijn weg dan ook wel over De Kooi, Alkmaar, Haarlem gaan nemen. De oude route Leeuwarden Haarlem 'om de Zuiderzee is 237 kilometer, dus 87 K.M. langer. Het verschil is niet zoo heel groot, doch bij heen en terugrit wordt het aanmerkelijk. Deze „Noordwestelijke doorvaart'' is een nieuwe verbinding, niet alleen met Leeuwarden, maar ook met Gro ningen, met Bremen en Hamburg. De K.N.A.C. heeft haar reeds aangemerkt als hoofdroute. Als zoodanig verleent hij Haar lem een nieuwe beteekenis in het internatio naal verkeer en nationaal vei'keer. Een belangwekkende en een belangrijke weg is Rijksweg no. 9. Voor Haarlem en voor Leeuwarden. K. Pk. FORD SLUIT ZIJN FABRIEKEN. GEVOLG VAN EEN STAKING. DETROIT, 25 Januari ("Reuter). De Ford Motor C. deelt mede, dat haar fabrieken in de Vereenigde Staten voor onbepaalden tijd zullen worden gesloten. In deze fabrieken zijn in totaal .100.090 man werkzaam. Dit besluit is klaarblijkelijk een gevolg van het feit, dat onlangs 6000 arbeiders in de carosseriefa- brieken het werk hebben neergelegd. Fabrieken door politic bewaakt. DETROIT, 27 Januari (Reuter), In zake het arbeidsconflict bij Ford wordt nader gemeldt, dat de fabrieken thans door politie bewaakt worden. Er hebben zich geen wan ordelijkheden voorgedaan, doch er trokken demonstranten door de straten, die de werk willigen van de carosseriefabrieken dwongen zich bij de beweging aan te sluiten. Namens de Ford-fabrieken wordt verklaard, dat men niet in staat is het werk voort te zetten zonder de 6000 arbeiders, die wegens loons verlaging het werk hebben neergelegd. PARAMOUNT INSOLVENT? Een faillissementsaanvrage. ONTEVREDEN CREDITEUREN. NEW-YORK, 27 Januari (Reuter) Drie crediteuren hebben bij het gerechtshof alhier een verzoek ingediend tot failliet-verklaring der Paramount Public Filmmaatschappij, waarbij deze beschuldigd wordt dat zij insol vent is. Nader wordt geseind: De Paramount heeft toegegeven dat haar vlottende midde len onvoldoende zijn om aan haar loopende verplichtingen te voldoen. Het federale hof heeft hierop twee „receivers" benoemd. (Re ceivers worden aangesteld om voorloopig de financieele regeling' van een in moeilijkheden verkeerende onderneming op zich te nemen). Het begin. Een veelzeggende foto. (In verband met de nieuwe rege. ling, dal elke Rus een pas moet hebben, wordt bericht, dat alleen in Centraal Rusland drie millioen menschen geen pas zullen krijgen en naar een af gelegen district zullen worden gezonden.) Als j' in Rusland bent geboren, Dan beteekent dat nog niet, Dat je, waar je wilt, moogt wonen Op het Russisch grondgebied. Elk, niet van het aardsch dorado Van vriend Stalin overtuigd, Iedereen, die niet deemoedig Voor 't bewind de knieën buigt; Wordt in naam van de gelijkheid En de vrijheid, zoo vereerd, Naar een afgelegen hoekje Van het land gedirigeerd. Voor hen gaat geen paspoort open, Men beschouwt hen als een la'st, Ongepaste Sovjetburgers, Waar men schuw (dus niet) voor past. Als men niet passief wil wezen En geen pasklaar communist, Heeft men niet den waren pasvorm Daarmee is het lot beslist. Wien de pas wordt afgesneden Stuurt men ver weg, waar men wil, En die mag onpasselijk blijven Door dit nieuwste paspaskwil. Het is lang geen voor-de-poespas Met die nieuwe pas-passaat, Zij doodt zeker wel de laatste Passie voor den Sovjetstaat P. GASUS. PLAATSELIJK NIEUWS EN BOVENDIEN ONGEVALLEN VERZEKERING BIEDT EEN ABONNEMENT OP DE VOOR SLECHTS PER WEEK! BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 27 Januari. Ondertrouwd 26 Januari: W. Fortgens esg L. O. M. Veis; J. E. Vonkenberg en J. H, van der Moolen; G. L. van Langeveld en L* S. L. Hekelaar; L. A. Quist en PI. P. de Zwart. Getrouwd 26 Januari; J. Michels en A. Gi, E. Montauban. Bevallen 24 Januari A. Th. Willemse—vaiï der Zwan, d.; 25 Januari: H. J. Vernout— Gross, d.; M. G. KensenBogaart, z.; M. E. Stammeijerde Graaff, z. en d.; G. M. Pot— Lagerweij, d.; 26 Januari G. J. Hulsegge— van der Putte. z. Overleden 24 Januari: H. J. SmaTt, 51 de Witstraat; 25 Januari: W. A., 2 mnd., z. G. A. van Vliet, Saritpoorterstraat: J. J. Vei» nooij, 32 j., Jansstraat; D. L. HellegersBriaü 77 j., Brouwersvaart; J. Stolk, 48 i., Kampei» laan. BEVERWIJK. Getrouwd: L. R. P. van der Sar en H. Bos? H. J. Zoet en J. L. N. van Dijk. Geboorten: N. C. Beentjesvan Kruistum,,- z., C. C. Mulders—Beentjes d., C. M. Slotêma» ker—van Hooff z., A. C. van der Plas—Ven« del z. Overleden: J. Lucas 82 j., wed. van G. Mie nes; H. G. Verdonk 83 j„ gehuwd met C. M. van Slingerlandt, H. Duijn 51 j. gehuwd met C. M. van Hooff. FEUILLETON Uit het Engelsch van JOSEPH HOCKING. (Nadruk verboden.) 3) „Je ziet er anders betrouwbaar genoeg uit een vent op wien men zich verlaten kan, sterk en flink." „Heeft dat iets te beteekeneri?" „Dat beweren ze altijd." „Nu bij mij heeft het dan niet den minsten invloed gehad." Richard nam een slok uit zijn glas voor hij voortging. „Er is een atmosfeer Harrow en Oxford aan je. „Clifton en Cambridge", was het antwoord. „Ik dacht wel dat ik niet zoo ver mis was.' Ik was in Etonen Oxford". „Ja?" „Maar ik ben niet lang in Oxford geweest. Ben de laan uitgestuurd. Heb me nooit goed in de convention e el e regels kunnen schik ken.... geboren vrijbuiter, weet je? Met 'n vaartje van huis weggewerkt..., niets van belang, maar het was beter dat ik er tus- schenuit kneep. Ik geloof dat "t het hart van mijn vader bijna' gebroken heeftik ben eenige zoon De ander volhardde nog steeds in zijn stil zwijgen, hoewel het duidelijk genoeg was dat Richard naar een vertrouwelijk gesprek ver langde. „Het leven is allesbehalve een pretje voor me geweest de laatste zeven jaren. Ik heb gezworven.Joost mag weten waar ik niet overal gezworven heb! Soms zag ik kans, de toelage die me bestuurd werd, hier of daar op te pikken en een anderen keer was het weer een heksentoer om mijn mond open te houden. Ik ben van alles en nog wat geweest: mijnwerker, houthakker in het oer woud, matroos, taxi-chauffeur, hulp op een schapenfokkerij. Kortom, twaalf ambachten 'en dertien ongelukken." Een korte pauze; daarop: „Natuurlijk schreef ik van tijd tot tijd naar huis, maar ik was zelden lang genoeg op dezelfde plaats om de antwoordbrieven in handen te krijgen, de lust tot zwerven was nu eenmaal te sterk. Ik wachtte alleen op bericht van huis, wanneer ik totaal op zwart zaad zat." Een nieuwe stilte; toen weer: „O, ik weet dat ik een idioot ben geweest; niemand weet dat beter dan ikzelf. Het geeft geen steek om daar nu over te gaan zitten jeremieeren, maar zie je, ik behoor tot "een goede familie uit Devon. Misschien heb je wel eens van me gehoord.... de Dulvertons uit Devon zijn nogal bekend." Het was duidelijk, dat deze mededeeling den anderen man verraste, maar hij zei al leen maar: „Ja, ik heb dien naam wel eens gehoord." „De tak waaruit ik kom is ook financieel niet slecht er aan toe. Verscheidene van de beste boerderijen in Devonshire hooren eigenlijk van mij." „Maar „Ik weet wat je zeggen wilt. Je vraagt je af, waarom ik dan hier ben? Maar ik ben er pas een paar dagen van op de hoogte. Ik ben op weg naar huis. Als.als ik ertoe in staat ben, rijd ik morgen naar Bellmgham. Wanneer ik 'n beetje opschiet, ben ik er te gen den avond en vandaar kan ik verder met den trein gaan." De tweede gast zuchtte en er was iets van jalouzie in dien zucht. „Mijn vader was land jonker" zette Richard zijn verhaal voort, „hij nam een vooraanstaande plaats in den omtrek in.hij regeerde als een soort ko ning over zijn bezit. Het is dan ook niet te verwonderen dat hij een trotsch man was.,.. dat is de reden dat hij mij een royale toelage gaf om te verdwijnen". „Wat had je uitgevoerd?" „O, er was een soort dronkemanspartij en ik had een beetje te veel notitie genomen van de dochter van een onzer pach ters. En de man, die met haar wilde trouwen, maakte ruzie met me we hadden allemaal een stevige borrel op.... ik was toen een en twintig moet je weten." „En wat gebeurde er verder?" drong John. „Ik was sterk als een paard, toentertijd en vermoordde hem zoowat. Ik geloofde eerst dat ik hem werkelijk gedood had; hij lag uren voor dood. Er werd beweerd dat ik gemeene trucs gebruikt had en hem met een mes gestoken had, maar dat is een leu gen. Maar je begrijpt dat het een ontzaglijke herrie gaf en ik moest me verscheidene da gen achterbaks houdenen toen het zeker was dat Nick Brewer er weer bovenop zou komen gaf mijn vader me te verstaan dat ik ophoepelen kon." „En ben je sindsdien steeds van huis ge weest?" „Ja, zeven jaar. Ik was overigens blij dat ik gaan kon. Ik had heimwee naar de ruimte. En ik heb mijn deel gehad... ruimschoots!" „En heb je nooit vehlangd terug te gaan?" „Neen, mijn vader had een strenge levens opvatting en kon zich met mijn manier van doen niet vereenigen. Och, die geschiedenis met Marry Liddicoat, waarvoor hij me weg gestuurd heeft, had eigenlijk geen zier te beteekenener was welbeschouwd niets gebeurd tusschen mij en het meisje, maar mijn vader had er altijd zijn zinnen op gezet, dat ik met Miriam Donnithoriie zou trouwen, de dochter van zijn naasten buur man, ook een rijken landjonker. Ze was een kind van vijftien, toen ik mijn biezen moest pakken, maar een mooi kind en ik had ook altijd zoo half en half het ge voel, dat ze een of anderen keer mijn vrouw zou worden. Ze moet nu een paar of twee-en twintig zijn. Haar vader en de mijne hadden dat zoo met elkaar bekokstoofd..,, de twee aan elkaar grenzende landgoederen zouden op die manier op den duur vereenigd worden en dat heeft allerlei voordeelen." „Dus je vader is „Dulverton B b Dulverton voluit Ro bert Granville Dulverton. Een goede naam, he?" „Een uitstekende naam!" Toen viel er een zwijgen, dat eenige mi nuten duurde. Dulverton laafde zich niet grog, terwijl zijn metgezel somber in het vuur staarde. „Je schijnt niet erg nieuwsgierig," merkte Dulverton tenslotte op. „Waarom zou ik?" „Eigenlijk nergens om, maar aan den an deren kant, mijn geschiedenis is nogal ro mantisch, vind ik. Ik ben een soort verloren zoon, weet je?" „Je zei straks dat je op weg naar huis was. Dan zal je vader wel het gemeste kalf voor je slachten bij je terugkomst en je met mu ziek en dans ontvangen. Dat is immers zoo de gewoonte bij den terugkeer van verloren zonen „Mijn vader is overleden!" „Dandan...." „Ja! ik ben de landheer van Dulverton Ma- nor. Ik werd het gewaar laat eens zien verleden Maandag. Ik zat in de rimboe en kreeg toevallig een Engelsche krant in han den, waarin het een of ander verpakt was geweest. Er stond een verslag van zijn be grafenis in. Ik had een gevoel alsof ik een lap op mijn hoofd had gekregen. Ik zèi er niets van, tegen niemand, ik kon eenvoudig niet, maar ik ging direct op weg. Zeg, denk je dat ik nog levend in Engeland zal aanko men?" „Waarom niet?" „Omdat ik kolossaal roekeloos met mijn gezondheid ben geweest, ik heb een gevoel alsof ik het niet lang meer maken zal." „Gesteld dat je niet komt opdagen wie krijgt het landgoed dan?" „Mijn neef Arthure denk ik. Dit wil zeggen, eerst komt het aan mijn oom Arthur en la ter aan mijn neef. Een mooi stel, die twee! Mijn oom is advocaatde grootste schob bejak, die hier beneden ooit heeft ademge haald en zoonlief is nog een graadje erger dan papa! Als mijn waarde oom er niet was geweest, wel, dan zou het met die historie met Nick Brewer nooit zoo'n vaart zijn ge- loopen. Hij stelde alles veel zwarter voor dan het in werkelijkheid was en ze geloofden hem natuurlijk, omdat hij advocaat was. Ik ben in mijn ziel overtuigd, dat hij het erop aangelegd heeft om mij uit Engeland weg te werken. Ik had nog liever dat een wildvreem de het landgoed kreeg, dan die twee schavuiten." „Dus je vaderlijk erfdeel wacht, om zoo te zeggen, op je?" „Ja, ik heb niets anders te doen dan terug te gaan en mijn aanspraken te laten gel den. Ik heb de brieven van mijn vader voor zoover die me bereikt hebben en een heele hoop andere documenten hier". Terwijl hij sprak, haalde hij een pakje pa pieren uit zijn zak en klopte er op. „Hier heb je alles bij elkaar", zei hij. „Maar je uiterlijk is toch waarschijnlijk veranderd in die zeven jaar", bracht de ander in het midden. „De meeste menschen veranderen sterk tusschen hun twintigste en dertigste de jongen is dan een man geworden. En je hebt in dien tijd heel wat doorgemaakt, zooals je zelf vertelt, en dat heeft ook invloed op iemands voorkomen." „Je wilt zeggen, dat ze wel eens zouden kunnen beweren dat ik de rechtmatige erf genaam niet ben, zooals in een soortgelijk ge val al eens gebeurd is." „Het is gevaarlijk je aan voorspellingen te wagen „O, mijn oom zou er stellig niet tegen op zien mijn rechten te betwisten als dat hem mogelijk leek. Maar ik heb het typische Dul- vertongezicht en bovendien, de papieren slui ten iederen twijfel uit." (Wordt vervolgd.),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 8