Ook in België tooneelmisère. STATEN-GENERAAL OVER DEFENSIE. Nieuwe Uitgaven. IJMUIDER .COURANT VRIJDAG 17 MAART 1933 CONCERT ONDER BRUNO WALTER VERBODEN. LETTEREN EN KUNST. Een somber rapport van de Vlaamsche schrijvers. (Van onzen correspondent) Brussel, 14 Maart De Bond van Vlaamsche Tooneelschrijvers. die dezer dagen zijn druk bezochte jaarverga- dering hield, heeft door den heer Jan de Schuyter een rapport doen uitbrengen over de tooneeltoestanden in het loopende seizoen. Het is een omvangrijk geschrift geworden en de rapporteur heeft zich zeer veel moeite ge geven om geen enkele manifestatie, hoe ge ring ook, over het hoofd te zien. Het is wer kelijk belangrijk om het resultaat van zijn ernstig onderzoek in het kort samen te vat ten, vooral waar de tooneelmisère een inter nationaal verschijnsel is en men er in Neder land ook over mee kan praten! De heer De Schuyter stelt, op grond van een reeks zakelijke gegevens vast, dat het be- roepstooneel in Vlaanderen een tijdperk van algeheel verval doormaakt. In weerwil van de subsidies verkëeren de officieele gezelschap pen van Antwerpen, Brussel en Gent in uiterst moeilijke economische omstandigheden. En om het hoofd boven water te houden, speelt men revues, kluchten, draken en ope rettes. Van het handhaven van een behoorlijk artistiek peil is allang geen sprake meer. Ver der constateert de rapporteur het feit, dat een overweldigend groot deel van het ten tooneele gebrachte van buitenlandsche herkomst is. Het aantal oorspronkelijke stukken is zeer ge ring, naast de tallooze vertalingen welke aan het publiek worden voorgezet. Uit deze mededeelingen zou men twee dingen kunnen afleiden. Ten eerste dat het publiek zich meer en meer van het tooneel afwendt om de onmisbare verstrooiing elders te zoe ken; ten tv/eede, dat er geen behoorlijk speel bare Nederlandsche texten te vinden zijn, zoo dat de directies wel genoodzaakt zijn om hun toeylucht tot impoit te nemen. Maarer is een gróóte en merkwaardige „maar"! Maar anderszijds blijkt dat de vele liefhebberijgezel schappen we 1 publiek weten te trekken en dat terwijl zij bijna uitsluitend nationale texten kiezen! Terwijl het beroepstooneel zichtbaar weg kwijnt, bloeit het liefhebberij tooneel voor aller oogen. Terwijl het beroepstooneel om op de been te blijven de afschuwelijkste concessies aan den wansmaak moet doen, heeft het lief- hebberijtooneel succes met werken van een onmiskenbare letterkundige waarde. Hi'eruit wordt bewezen, dat er voor goede kunst wel degelijk een publiek te vinden is. Maar tevens dat dat publiek niet groot ge noeg is om een beroepsgezelschap, dat op zeer hooge lasten zit, in het leven te houden. Hier in België zit de zaak zóó: vroeger was het tooneel het éénige volksvermaak; de bios coop heeft toen een belangrijk deel schouwburgbezoekers tot zich getrokken, die overbleven, de echte, ware liefhebbers, zijn niet talrijk genoeg om een gezelschap te doen bloeien; maar wèl om aan de liefheb bers, die weinig onkosten hebben en niet veel optreden, een telkens hernieuwd succes te be zorgen. Wanneer men, zooals het in het rap port-De Schuyter geschiedt, de lijst van stuk ken door de beroepsgezelschappen uitgebracht en de lijst der stukken welke de rederijkers aan hun publiek voorzetten, naat elkaar stelt, dan staat men eenvoudig verstomd over het verschil in qualiteit. De tooneelmisère, hier zoo goed als elders, heeft economische oorzaken: een vermeerde ring der productiekosten, gepaard gaande met een aanzienlijke vermindering van den afzet. En het is dus volkomen logisch dat zij .die te gen aanzienlijk lager prijs produceeren kun nen, i. c. de liefhebbers, zich beter kunnen aanpassen bij de inkrimping van het aantal bezoekers. Het spreekt verder vanzelf, dat tooneelschrijvers die in trek zijn, met deze veranderde situatie rekening dienen te hou den. Wanneer men hun afrekeningsstaten eens kon raadplegen zou men zien, dat zij meer, veel meer verdienen aan de maat schappijen en kamers, dan aan de officieele schouwburgen. De spelqualiteiten der niet,- beroepsspelers zijn zooveel minder, hoor ik tegenwerpen; en hun opvoeringen hebben, bij gebrek aan technische hulpmiddelen, nooit die volmaaktheid, welke de directies van goe de schouwburgen nastreven. Is het niet juist dat opzweepen der peperdure techniek en zijn het niet juist de hooge salarissen der sterren, die de exploitatie van een tooneelgezelschap tot een zoo gevaarlijke onderneming maken? In Vlaanderen wordt de quaestie aldus aan de tooneelschrijvers voorgelegd: „Wat verkiest gij, een behoorlijke opvoering door liefhebbers vol heilig vuur en vol goeden wil; ófhee- lemaal geen opvoering?" Me dunkt de keuze is niet moeilijk. En de toestand is nu zoo ge worden, dat iemand die op de hoogte wil blijven van de Vlaamsche tooneellitteratuur niet de werkzaamheden der officieele gezel schappen moet volgen, maar moet trachten om in alle steden en dorpen de avonden dei- goede rederijkerskamers geregeld bij te wo nen. En de belangstelling der tooneelcritiei be gint zich dan ook reeds te verplaatsen. Zij hebben meer kans op een ontdekking in een zaaltje, laten wij zeggen te Sint-Nicolaas (waar een opgewekt tooneelleven is) dan in de Koninklijke Vlaamsche Schouwburg te Brussel of te Gent. JAN GRESHOFF POLITIEK IN OF UIT DEN AETHER? Minister heeft adviezen ontvangen. OVERLEGGING AAN DE TWEEDE KAMER. Op schriftelijke vragen van. het Tweede Kamerlid Boon heeft de minister van Wa terstaat geantwoord: De ondergeteekende heeft het advies van den Radio-raad omtrent politiek in den aether op 13 Februari j.l. ontvangen. De in dat advies aangekondigde minder- heiüsnota kwam op 20 Februari j.l. in zijn bezit. Overweging van de in beide zeer omvang rijke stukken gedane voorstellen heeft aan leiding gegeven tot het stellen van een na dere vraag aan den Radio-raad, met ver zoek liet antwoord daarop op zoo kórt mo gelijken termijn te willen geven. Zooals in de inmiddels verschenen Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer betreffende de P.T.T.-begrooting 1933 is medegedeeld, zullen de adviezen na behandeling overeen komstig gedane toezegging aan de Tweede Kamer worden overgelegd. NOODWEER OP MIDDEN- WEST-JAVA EN SEMARANG VRIJWEL GEÏSOLEERD. BANDOENG LANGS EEN OMWEG TE BEREIKEN. BATAVIA, 17Maart, (Aneta) West-Java en Midden-Java zijn in den afgeloopen nacht door noodweer geteisterd. Het observatorium te Batavia registreerde, een record. Een In- landsehe vrouw werd gedood, een kind ge wond door een omvallenden boom. De trei nenloop tussehen Batavia en Cheribon is gestremd. Bandoeng is slechts te bereiken via Buitenzorg. Tussehen Tjikarang en Lemaha- bang is een goederentrein ontspoort. Twee persoon werd gewond, twee personen wor den vermist. Semarang is vrijwel geïsoleerd. ONDERRICHT AAN 1700 WERK- LOOZEN MINISTER HUYS NAAR SCHIEDAM. De minister van Binnenlandische Zaken, jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beeren'brouek heeft, naar het Handelsblad meldt, met den heer M. de Vries, hoofdinspecteur voor de werkverschaffing, een langdurig bezoek ge bracht aan de ontwikkelingscursussen voor werkloozen in de gemeente Schiedam. De minister verklaarde aan den burge meester van Schiedam, den wethouder van onderwijs en den inspecteur van het onder wijs. dat hij zeer ingenomen was met de wijze waarop in Schiedam, alwaar 1709 cur sisten, waaronder 150 vrouwen, de lessen volgen, het ontwikkelingswerk voor werk loozen is georganiseerd. BELANGRIJKE KUNSTVEILING TE BERLIJN. NEDERLANDSCHE MEESTERS UIT ZWEED- SCHE COLLECTIE. Bij den Berlijnschen kunsthandelaar Rudolf Lepke zal op 21 Maart in veiling- komen de groote schilderijen-collectie van A. W. Sjoestrand te Stockholm. Tot deze collectie behoort een zeer groot aantal doeken van Nederlandsche meesters o.a. een oude-mannen-kop van Rubens, welke volgens Willem van Bode, door Rubens op middel bare leeftijd is geschilderd, voor.ts een karak teristieke mannenkop van Van Dijck, werden van Adriaan Brouwer, van Teniers, van Ostade, Molenaar en Wouwermann. Behalve deze schilderijen zullen in veiling komen eenige kunstvoorwerpen uit den Renaissancetijd, bronswerken en porselein, zoomede Vlaamsche wandtapijten, Gotische houtfiguren en andere kostbare voorwerpen. RIJKSMIDDELEN STEEDS VERDER ACHTERUIT. De opbrengst van de rijksmiddelen was, volgens het Handelsblad in Fabruari 6.7 millioen gulden lager dan in de tweede maand van 1932. De opbrengst bleef over de eerste twee maanden van dit jaar 1.7 mil lioen gulden beneden de raming. DE DONKERE HAARLEMMERWEG. WEER EEN ONGELUK BIJ „VREDENHOF". Omstreeks middernacht reden op den Haarlemmerweg te Amsterdam in de rich ting Halfweg een automobilist en een wiel rijder. Ter hoogte van de begraafplaats „Vredenhof" is de wielrijder door den auto mobilist aangereden. De weg is daar ter plaatse slecht verlicht en de bestuurder van de auto welke den wielrijder waarschijn lijk te laat bemerkt heeft, heeft den wiel rijder, toen hij naar links uitweek, waar schijnlijk met een spatbord geraakt, waar door deze is komen te vallen. De wielrijder, die over pijn klaagde is ter observatie in het Wilhelmina Gasthuis opgenomen. De auto kantelde na de aanrijding om en kwam in een naast den we gliggende sloot terecht. KUNSTOPVATTINGEN IN DUITSCHLAND Naar het Wolff bureau meldt mocht het voor gisteravond aangekondigde Gewand- hausconcert te Leipzig, dat onder leiding zou staan van Bruno Walter, op bevel van het ministerie van Binnenlandsche Zaken niet doorgaan. Bruno Walter, die met Furtwaen- gler wel beschouwd wordt als Duitschlands grootste dirigent is een Jood. EERSTE KAMER. NAAR WEENSCH VOORBEELD. TWEEDE TAXI-BLOKKADE TE AMSTERDAM. Donderdagavond omstreeks kwart voor twaalf heeft een aantal chauffeurs van het stationneerend bedrijf te Amsterdam weder om van ontstemming jegens de politie, die naar hun oordeel niet genoeg optreedt tegen de z.g. snorders, doen blijken. Zfij hebben op den Dam een aantal wagens pris en kras door elkaar gezet waardoor het verkeer ge stremd was en er op het Rokin en langs het Damrak een groot aantal tramwagens stonden, welke niet verder konden rijden. Dit heeft zoo ongeveer een kwartier ge duurd, toen de politie door krachtig ingrij pen aan deze actie een einde maakte. Daar gevreesd werd dat een en ander zich later in de omgeving van het Rembrandt- plein zou herhalen, is in die omgeving van 1 uur tot ongeveer half twee een bepaald? gedeelte voor het verkeer uitgesloten geweest zoodat men genoodzaakt was in een bepaalde rinchting te rijden. Hierdoor ontstonden af- en toe wel kleine verkeersopstoppingen, doch een herhaling van het voorgevallene op den Dam kon hierdoor vermeden worden. EEN VERDACHTE ONTVLUCHT. Donderdag stond te Breda ter zake van rijwieldiefstallen terecht iemand uit de buurtschap de Beek gemeente Princenhage, thans gedetineerd in het Huis van Bewaring te Breda. Hij hoorde tien maanden gevange nisstraf tegen zich eischen. Toen hij door de marechaussee naar het Huis van Bewaring werd teruggebracht, zag hij kans de vlucht te nemen. Alle pogingen om hem te vatten mislukten. Er wordt een onderzoek ingesteld, waar de vluchteling zich bevindt. DE NIEUWE OORLOGSVLAG WAAIT AL. KIEL, 16 Maart (Wolff). Hedenoch tend is op de schepen van de Rijksmarine de nieuwe rijksoorlogsvlag geheschen. Dertig jaar film door L. J. Jordaan. In de serie monografieën over filmkunst onder redactie van mr. C. J. Graadt van Rog gen, is verschenen als nr. 2 Dertig jaar film. De bekende filmcriticus L. J. Jordaan is de schrijver van dit werkje, dat een bijzonder :oeden en overzichtelijken kijk geeft op het ontstaan en de ontwikkeling van de (zwij- jende) film, van 1895 af tot de komst der klankfilms en nog later toe. De inhoud bevat Genesis (18951907), de groote dwaling (19071915), Amerika (1915 1920) Réveil (1920—1925) Duitschland (1919 1925) Völker Europa's (1924—1927) Rusland (1927—1929) en besluit. iDt boekje van den zoo bij uitstek deskun digen schrijver is vlot en helder geschreven en verlucht met 84 afbeeldingen. Het omslag is van Piet Zwart. W. L. en J. Brusse te Rotterdam gaven het welverzorgd uit. De geluidsfilm door Lou Lichtveld. Als nr. 10 van de Serie Monografieën over filmkunst te Rotterdam bij Brusse uitgegeven is verschenen De geluidsfilm van de hand van Lou Lichtveld. Ook Lichtveld heeft door dit werkje een waardevolle bijdrage geleverd en de lezer zal met genoegen en interesse het boekje lezen. Lichtveld heeft de stof verdeeld in Ge schiedenis, Techniek, Aesthetiek, Personen en Werken en slotbeschouwing. Het aantal af beeldingen bedraagt 53, terwijl de omslag als gewoonlijk bij deze werkjes over filmkunst van Piet Zwart is. Jonge menschen door Ronald Fangen. In Jonge Menschen heeft de schrijver Ro nald Fangen een student geschilderd, met een zeer slap karakter en in hevige mate overgevoelig. Werken doet hij weinig, hij voelt zich mis kend. Zijn meisje en zijn vriend probeeren hem tot een man te maken, doch het lukt niet; hij kan en durft niet tegen 't leven op en vlucht er voor. Fangen heeft de verschillende karakters prachtig ontleend en scherp geteekend. Het boek is vertaald uit het Noorsch door W. Quanjer-Steltman en is, met een band, ont worpen door Jos. Schrijnder, uitgegeven bij A. W. Sijthoff te Leiden. De begrooting aangenomen. Professoraal debat. Dienst, weigeraars en straffen aan marineschepelingen. Wij zullen ons krachtig verdedigen. Mobilisatie kan vlot loopen. De minister pleit voor een betrouwbaar leger. Stamppot in de tropenzon. Openhartigheid bij diplomatieke onderhande- lingen. 16 Maart. Een der weinige zoo niet de eenige begrooting. waarover de Eerste Kamer een stemming bij hoofdelijke afroeping houdt is de Defensie-begrooting. Zoo gebeurde 't ook vandaag en de begrooting van Minister Deckers werd aangenomen met 229 stem men. Voor dat minister Deckers nog het woord voerde hebben zich de heeren Moltmaker, Blomjous, Kranenburg en Visser nog doen hooren. We vinden hen allen terug in des be windsmans antwoord behalve Prof. Kra nenburg (v.-d.) Deze had nog een appeltje te schillen met zijn collega in drie dubbelen zin. Prof. Lohman. In driedubbelen zin: ze zijn namelijk allebei lid der Eerste Kamer, hoog leeraar en nog wel professor rn het staats recht. De heer Lohman had gisteren het uit blijven van een v.-d. spreker geschreven op de rekening van wat de heer Lohman (c.-h.) noemde het v.-d. pogen om zich ministe- riabel te maken voor het komende ministe rie. Daartegen kwam Prof. Kranenburg in verzet. Hij zeide, dat de v.-d. groep niet bloeddorstig genoeg was om met een demis- sionnairen minister den degen te kruisen. Overigens hield hij Prof. Lohman voor, dat deze er steeds op uit is in de Eerste Kamer politieke leiding te geven, terwijl dat de taak is van de Tweede Kamer. Maar dat zou wel veranderen, geloofde Prof. Kranenburg, wan neer maar eerst minister do Geer in de Tweede Kamer gekozen is in de c.-h. fractie daar. Minister Deckers verdedigde zich dan te gen mevr. Pothuis-Smit, wat betreft de dienstweigeraars. De minister zei, dat dienst weigeraars geen stakkers zijn. Menig werk loos jongmensch zou thans wenschen regel- matigen en betaalden arbeid voor zoo langen tijd te hebben.'Ook merkte hij op, dat niet alle dienstweigeraars „lieve jongens" zijn. De minister verzette zich tegen de opmer kingen over de landsverdediging van mevr. Pothuis-Smit (s.-d.) Hij zag niet in alles een dwaasheid en zeker niet in de pogingen,, die aangewend worden om onze bevolking te be schermen tegen gasaanvallen uit de lucht. De minister zeide, dat de Nederlandsche gas maskers bijzonder deugdelijk zijn. Hij wensch te voor het gebruik daarvan niet verant woordelijk te worden gesteld, wijl hij ze al leen als afweermaatregel wil bezigen en tot afweer nopen ten slotte anderen. De minister zette dan uiteen, dat deze din gen niet afgeschaft kunnen worden, zoolang we niet gekomen zijn. tot een internationale ontwapening, gasmaskers niet en de wapen industrie niet. De minister noemde het vraag stuk niet zoo eenvoudig, als het sommigen scheen. Hij wees b.v. op de moeilijkheden, welke thans de ontwapeningsconferentie doormaakt, moeilijkheden, welke zeer duide lijk een vertrouwenscrisis zijn. De heer Moltmaker (s.-d.) had bezwaar tegen het 'straffen van de bestuurders van den bond van marineschepellngen, wijl hij meende, dat deze straffen waren opgelegd, omdat zij hunne vrouwen had-den doen deel nemen aan de betooging van 8 November. Neen zeide de bewindsman zij zijn niet .estraft. omdat ze hun vrouwen aan den op tocht hebben doen deelnemen, maar ze zijn gestraft, omdat ze verantwoordelijk waren voor het zenden en doen deelnemen van een vertegenwoordiging der bon-den aan een op tocht, waaraan deel te nemen verboden was voor militairen. De heer Blomjous (r.-k.) heeft zich aan gesloten bij de vragen van Prof. Lohman gis teren. Deze vragers wenschten 's ministers standpunt te weten over den bouw van een vestinggordel door België, langs onze grens van Maastricht af. De minister verklaarde nadrukkelijk al lerlei beschouwingen daarover in sommige Noord-Brabantsche bladen te hebben gelezen maar geenszins alle uitspraken voor zijn rekening te kunnen nemen. W-el verklaarde hij met verheffing van stem,, dat eigenlijk alleen de practijk zou kunnen uitwijzen of zulk een gordel voor ons land een voordeel of een nadeel is, maar, hoe dat ook zij, dat de regeering bij elk harer handelingen het waarachtig belang van het Vaderland zal dienen. Wetende dat er ongerustheid is, zeide hij duidelijk, dat er geen reden voor ongerustheid is, dat ons land zoo krachtig mogelijk zal worden verdedigd en dat, wie ook invall-er mocht zijn, di-t leger op zijn weg zal vinden. De heer Deckers bevredigde de heeren Lohman en Bloemjous in hun wensch tot het niet schaden van het operatief or gaan: het veldleger. Aan de paraatheid zal niet getornd worden, de mobilisatie-voorbe reiding heeft dan ook geen wijziging onder gaan, alles wordt ondernomen om een vlot verloop eener mobilisatie te stimuleeren. De minister kwam de heer Lo-hman ook nog tegemoet door te zeggen, dat de derde kruiser zoo spoedig zal worden afgewerkt, dat hij geen tweede kruiser behoeft te wor den. De r.k. Senator Visser, had eveneens ge vraagd om een betrouwbaar maken van de weermacht de minister zeide met nadruk en kracht en ook met overtuiging, dat alles Ingediend is een ivetsontwerp houdende naturalisatie van Wladimir Bielkine en 19 anderen. (Uit de Pers) Onze medewerker en de 19 anderen op den drempel der nieuwe nationaliteit. zal worden gedaan om de weermacht be- trouwbaar te houden. Met absolute objec tiviteit zonder kennisneming van rang of stand zal in zake de Zeven Provinciën worden opgetreden. Wat de cadet betreft die gestraft is wegens deelneming aan de Haagsche politie-maatregelen tot het schoon houden der straat van demonstranten, d-e minister wenschte zich niet te mengen in de straf, door den gouverneur der Academie van Breda aan den cadet opgelegd. Wel wilde de bewindsman zeggen, dat art. 24 Regl o. d. Krijgstucht niet zegt, dat de militairen bepaald moeten gaan zoeken, waar ze on gevraagd de politie zullen kunnen helpen De minister zette dan voor de heeren de Bruyn (r.k.) en Visser (r.k.) uiteen, dat- hij de uitgaven voor de weermacht zoo zuini» mogelijk behandelt. De heer Moltmaker (s.d.) had niet zoo heel veel lof voor Minister Deckers gevonden hij kon den minister niet bewonderen Waarop de minister dan weer antwoordde' dat hij geenszins een goed defensieminister zich zou kunnen achten, wanneer de heer Moltmaker wèl bewondering voor hem koes teren zou. Een tweede verwijt van den heer Molt maker wees minister Deckers af. Hij nad geen maatregelen genomen tegen andere politieke overtuigingen. Alleen wilde hij het gezag handhaven: degenen die in de weer- macht en zeker zij, dde daarin volledig vrijwillig zijn, moeten pal achter mij staan. Ik kan de marinebonden zeide de be windsman niet onder de leiding laten van mannen, die geen leiding kunnen geven en die het ook niet willen. Omdat se hun revolutionair karakter niet willen afleggen. En wat de bladen betreft van de N.v. dé Arbeidersspers, Dr. Deckers zei, dat met den toon der s.d.-bladen vergeleken, de woorden van mvr. Pothuis-Smit hem als een liefe lijke minnezang in de ooren klonken, die bladen hadden hun democratisch masker afgerukt. De heer Moltmaker had om 's ministers maatregelen tot gezagshandhaving de „zuivering" der bonden, het verbieden van de pers gesproken van geestelijk ver val. Geestelijk verval? zei de bewindsman. Geestelijk verval is er, wanneer men op de vloot zijn brood wil verdienen en toch het gezag ondermijnt, geestelijk verval is er wanneer men eenzijdige ontwapening pro pageert, en aanhanger is van revolution- naire ideeën en een bespotten van de weer macht en desondanks vrijwillig deel blijft uitmaken van de weermacht. Gegronde klachten bij de Marine, d-e mi nister ontkende het bestaan. Hij gaf daar toe zelf veel te groote aandacht aan deze- dingen, hij was zelf nieegeweest op menige schuit. En de eenige klacht, die de heer Molt maker noemde, was die van het aan de schepelingen in de tropische zone te eten geven van stevige winterkost. Waarop de minister antwoordde, dat het op de groote mailbooten niet anders is. Zelfs in de tropische gewesten krijgt men dan aan boord erwtensoep met kluif, hutspot, stamppot van snijboonen met worst enz. en de Kamerleden die eens een reis naar Indië maakten, knikten toestemmend. Op zee heeft men honger. De minister kon hier niet een ernstige klacht aanwezig achten. De minister had van de rechtsche en libe rale banken een applaus in ontvangst te ne men. De begrooting werd aangenomen. Daarna werd „Buitenlandsche Zaken" aangesneden. Prof. Kranenburg hoopte op een krachtig handhaven van de internationale verdragen, hoopte op een krachtig aandringen van de Nederlandsche delegaties in Genève tot het nakomen van het Volkenbondspact in alle opzichten. Al zag het er op het oogenblik dan ook wel donker uit, wanneer men de wereldgeschiedenis onder eeuwigheidslicht beziet, den speurt men toch ondanks alles rechtsontwikkeling. Er zijn niet te misken nen goede teekenen. En een duidelijk en zeer hoopvol teeken speurde Prof. Kranenburg in de openlijke manifestie van een groot aantal Oxford-studenten, die hebben uitge sproken niet meer te kunnen strijden „voor Koning en Vaderland". Prof. Lohman vroeg minister Beelaert-s ernstig te blijven aandringen op de publi catie van het geheime Belgisch-Fransche verdrag, wijl beide landen daartoe geroe pen zijn door de bepalingen van het Volken bondspact. De heeren -v. d. Bergh en Lohman vroegen voorts aandacht voor de Belgische kwestie. Zij verklaarden het niet te begrij pen, hoe de minister in de laatste memorie van antwoord de publicatie van het Memo randum van Mei 1929 had kunnen betreuren. Zij verzetten er zich tegen, dat de bewinds man een advies aan den volgenden minister van Buitenlandsche Zaken had gegeven, het advies om de onderhandelingen zoo geheim mogelijk te houden. De heer Lohman meen de dat natuurlijk „pers en meeting" geen beslissende macht worden toegekend, maar betoogde toch evenzeer dat deze het volste recht hadden zich uit te spreken. En daar aan goed deden, wijl ermee voorkomen is kunnen worden, dat het tweede verdrag een anti-nationaal karakter zou hebben verkre gen. De nieuwe minister zal goed doen zeide Prof. Lohman voeling te houden met het volk. De heer Mendels zocht ih 's heeren Loh- mans verdediging van pers en meeting thans een tegenstelling tot zijn instemming met de regeering, wanneer zij de s.-d. pers uit de kazernes weerde. De heer Lohman interrum- peede, dat dit aan het recht dier pers om te zeggen, wat het op het hart heeft, niets afdeed. Morgen hooren we nog de heeren Van Embden en van Lanschot en dan de be windsman. INTIMUS. „DE BEZEM" HEEFT GEEN CANDIDATEN. Van de zijde van den Fascisten-Bond de Bezem deelt men aan de N.R.C. mede, dat deze geen candidaten heeft gesteld. Er schijnt hier aanvankelijk een verwarring te zijn geweest met den Alg. Ned. Fascisten- bond, wiens lijst dan ook alleen voorkomt in de gisteren opgenomen 53 candidaten- lijsten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 6