HET NIEUWE AVONDBLAD
Onze vischuifvoer naar België
in gevaar?
Biersiafisfiek.
18e JAARGANG No. 278
Woensdag 27 Sept. 1935
IJMUIDEP COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2y2 cents incasso, per kwartaal 1.20
plus 5 cents incasso, lossenummers3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V,
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIEN: 1—5 regels 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zy 14 dagen als zoodanig In de registers
zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd
en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn. kosteloos verzekerd tegen
de gevolgen van ongevallen voor de navolgende, bedragen:
2000.bij algeheels invaliditeit; 600bij overlijden; 400.bij verlies van
een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150.bij verlies van
een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.bij breuk
van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge
volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.— bij overlijden van man en
vrouw beiden; 3000.— bij overlijden van den man alleen; 2000.— bij over
lijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen
enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een
maximum van 2000.—, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer
abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-,
tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens
deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-Bank ta
Schiedam.
Een belangrijke bespreking in Brussel.
Zondag is in Hannover een groote 'bijeenkomst van de Stahlhelm gehouden, welke o.m. werd
bijgewoond door den gewezen kroonprins van Duitschland, (tweede van links). Naast Hitier
ziet men links vice-kmselier Von Papen en rechts den leider der Stahlhelm rijks
minister Seldte.
Nederland en de Duitsche
Joden.
„De vraag of door het Nederlandsch initia
tief het lot van de Joodsche vluchtelingen
onderwerp van bespreking op de veertiende
Volkenbondsvergadering zal uitmaken, blijft
in groote mate de belangstelling in Volken
bondskringen bezitten. Minister De Graaff
koopt vandaag of morgen over dit onderwerp
een onderhoud met von Neurath te hebben
en indien dit bevredigend zal verloopen mag
verwacht worden dat de Nederlandsche dele
gatie op de Volkenbondsvergadering het voor
stel zal indienen, dat de Volkenbond een
commissie benoemen zal die onderzoeken zal
0p welke wijze de moeilijkheden het best
zouden kunnen worden ondervangen die door
bet vertrek van duizenden Joden en andere
vluchtelingen uit Duitschland ontstaan zijn;
moeilijkheden niet alleen voor deze uitgewe
kenen zelf, maar ook voor de staten waar
been zij hun toevlucht hebben genomen.
De te benoemen commissie zal een ruime
opdracht moeten hebben ten aanzien van de
voor te stellen maatregelen, die o.a. zouden
moeten betreffen de verdeeling van de vluch
telingen in de verschillende landen; de ver
schaffing van werkgelegenheid aldaar, de
bevordering van de emigratie naar Palestina
en de hun te verstrekken paspoorten. De stu
die zal niet slechts tot de Joodsche vluchte
lingen beperkt moeten blijven, maar ook tot
diegenen die uit andere overwegingen Duitsch
land hebben verlaten. In de hoogste kringen
van het Volkenbondssecretariaat schijnt men
het voorgenomen Nederlandsche initiatief
met groote instemming te begroeten, terwijl
ook uit het overleg met de regeeringen van
andere staten, waar Duitsche vluchtelingen
Ingrooten getale verblijven, zooals Frankrijk,
Tsjecho-Slowakije en Zwitserland, gebleken
dat het ook door de delegaties van deze
bnden ter Volkenbondsvergadering gaarne
udersteund zal worden".
Dit bericht de Geneefsche correspondent
ran het Alg. Rbl. De practische tusschen-
komst van Nederland ten bate van de uitge
weken Joden is een taak, die zeer kenmerkend
op onzen weg ligt. Het mag ons verheugen
dat een dergelijk initiatief van onze regee
ring uitgaat en we kunnen er gerust bijvoe
gen: „Wij hadden ook niet anders verwacht".
Nederland is immer de veilige toevlucht voor
verdrukten en vervolgden in andere landen
geweest; het is niet meer dan logisch dat het
zich ook voor hun toekomst interesseert, en
de andere règeermgen oproept om gezamen
lijk die te verzekeren. Alleen kunnen wij dat
niet. Wij zijn een klein volk, en als een acht
maal zoo groot volk een aanval van rassen
haat krijgt en de Joden verdrijft kunnen wij
de gevolgen van dit ziekteproces niet alleen
voor onze rekening nemen.
■Het zal den te Geneve bijeengekomen
staatslieden overigens ook wel duidelijk zijn
dat wie zulke diaden bedrijft er eenige ver
antwoordelijkheid voor heeft te dragen, en
het ós dus tie verwachten, dat de Duitsche
ministers zal gevraagd worden wat Duitsch
land eigenlijk zelf denkt >te doen om de
materiëele gevolgen van de zaak op te
lossen.
Overigens is het te hopen dat het bij deze
practische uitwerking van de zaak niet zal
blijven. Het Rijksdagbrand-proces bewijst
dat men ten langen leste in Duitschland be
nauwd is geworden over de opinie in heb
buitenland.
Ten aanzien van de Jodenvervolgingen is die
opinie veel onverdeelder en positiever. Zij
houdt daar niet maar slechts twijfel en ach
terdocht in, maar vrijwel algemeene veroor
deeling. Het zal zeer gewenscht zijn dat op
de eerste Volkenbondsvergadering, die na deze
vervolgingen gehouden wordt, de overige na
ties zeer duidelijk aan Duitschland te kennen
geven wat zij ervan denken.
Genève is steeds bedoeld als een centrum
niet alleen van internationale zakelijke on
derhandelingen, maar ook van ontwikkeling
der internationale cultuur, die door de Duitsche
Jodenhetze een trap in achterwaartsche rich
ting heeft gekregen. Hoe eerder dit tot de
Duitsche regeering doordringt, hoe beter. Ten
slotte zal zij toch onvermijdelijk bakzeil
moeten halen. Het gaat zoo niet, en we leven
nu eenmaal in de twintigste eeuw, en niet in
de tiende.
R. P.
IJMUIDEN
DE PUFVISSCHERIJ.
THANS EEN STEM UIT BELGIë.
Ook „Het Visscherijiblad" van Ostende
heeft het artikel van den Helgolandschen
Or. A. Bückmann uit „Der Fischmarkt" over
de pufvisscherij overgenomen.
In een onderschrift merkt de redactie van
het Belgische blad op, dat ook zij het meer
malen over het invoeren van een pufverbod,
zooals het destijds door Koning Leopold II
met zooveel succes werd ingevoerd, heeft ge
had. Veertien dagen geleden was de redac
teur, de heer P. Vandenberghe, er getuige
van> dat gansche ladingen ondermaatsche
visch te Zeebrugge aan de vertegenwoordi
gers van vischmeelfabrieken voor hun drink
geld werd verkocht. „Beseffen zij dan niet",
schrijft de .heer V.,„dat zij bezig zijn met
Zichzelf in dë toekomst broodeloos e stellen?"
Als treffend voorbeeld van de nadeelen der
pufvisscherij wijst de schrijver op de garna-
lenvissoherij. Wanneer er vroeger 200 a 300
K.G. gevangen werden, wórdt er nu 'ternau
wernood 100 K.G. binnengebracht. „Waar zijn
de kusbbooten, die nog 300 K.G. mooie bak
schol en schar binnenbrengen?.,, zoo ver
volgt hij. „Is de reden niet grootelijks te
zoeken in het feit, dat de kustzee leegge-
vaagd wordt door jacht op puf van sommige
visschers, die alleen een handvol drinkgeld
voor oogen hebben om een glas bier meer
te kunnen' gSSh :dïTiïkeïï?" Wanneer zullen
de visschersvereemgmgen zooveel energie ge
bruiken, om zelf de invoering van een nieuw
pufverbod aan de bevoegde overheid voor te
stellen?"
Een beroep op den Hoogeren
Raad voor de Zeevisscherij.
De heer V. doet een beroep op de leden
van den Hoogeren Raad voor de Zeevissche
rij, om deze kwestie ter hand te nemen. Nu
het winterseizoen nadert, zal de jacht op de
puf langs de kust spoedig weer beginnen.
Iedereen is overtuigd van de groote noodza
kelijkheid van het invoeren van een puf
verbod. „Op wie wordt er dan gewacht?"
vraagt de heer V, ten slotte.
„DE WERELD OP ZIJN KOP".
GESLAAGDE PREMIèRE IN THALIA.
Ter opening van het winterseizoen vond
onder auspiciën van het Tooneelfonds „Vara
Instituut" gisteravond' in het Thalia Thea
ter de première plaats van „De Wereld op
zijn kop", van de hand van den bekenden
Amerikaanschen romancier Upton Sinclair.
Voor het tooneel werd dit gegeven be
werkt door den heer A. M. de Jong, die de
voorstelling bijwoonde.
Alvorens het doek opging heeft de afdee-
lingsvoorzitter, de heer Visser, den aanwezi
gen een woord .van welkom, toegeroepen en
dit voor den aanwezigen auteur de Jong
extra onderstreept.
De korte inhoud van. dit spel van de-toe
komst, bewerkt naar de roman „The Millem-
nlum", is als volgt:
Door een nieuw uitgevonden gas wordt de
geheele bevolking hier op de aarde mee-
d'oogenloos uitgemoord. Gelukkig voor het
nageslacht weten er enkele per vliegtuig aan
deze laatste „zegen der menschhedd" te ont
snappen.
Deze vooruitziende geesten zijn dan be
kende typen uit de maatschappij: een gou
verneur, een minister, een dichter, een
journalist en een chief-steward (chef-hof
meester)
De rijken willen dan deii chef-hofmeester
bevelen allerlei werkjes op te knappen, maar
deze bedankt er 'feestelijk voor. Niemand kan
hem dwingen' de maatschappelijke „toover-
ba.n" is verbroken; de dames en heer en mo
gen nu alles zelf opknappen. Hier begint een
lange reeks van komische situaties en ver
wikkelingen, doordat een reeks van meer of
minder ingewikkelde maatschappelijke stel
sels ten tooneele' gevoerd wordt. Totdat men
eindelijk noodzakelijkerwijs tot een samen
leving komt, we-lke op soeialistischen leest
geschoeid is.
Onder leiding van Ben Groeneveld heeft
bet gezelschap „De Jonge Spelers" ons dit
gegeven gebracht, een gegeven, dat
oorspronkelijk als satyre bedoeld in
dit satyxiiebe spoedig de grenzen
van het overdrevene gaat naderen. Daarbij
doet het den nuchteren toeschouwer eenigs-
zins vreemd aan, dat een figuur als die van
den minister Granville, in de eerste twee
actes reeds getypeerd als de kwade genius
van het kapitalistische stelsel der oude we
reld, en als dictator, ook in 3 steeds de situa
tie, hoe die ook zij, in alle opzichten be
lie erscht, en zich voegt aan die zijde waar
I z.i. het meest te „halen" is. Terwijl daarte
genover revolutionaire figuren als de vliege-
1 nier en de gouverneursvrouw na haar werk-
(Volgens een statistiek wordt in
België het meeste bier gedronken,
n.l. 165 L. per hoofd per jaar, dan
volgt Engeland met 70 L. en onder
aan de lijst Nederland met 20 LJ.
Voor statistische gegevens
Raak ik altijd weer in vuur,
Zie bijvoorbeeld nu dit ëpos
Van de bierliter-atuur.
België drinkt dus het hardste
Van het schuimend gerstenat,
Honderdvijfenzestig liter,
Ieder jaar, dat is je wat.
En per hoofd van de bevolking,
Inclusief de zuigeling,
Elk volwassen hoofd is, practisch,
Dus een okshoofd niet gering.
't Zou misschien nog juister wezen,
Als men zei: zooveel per buik,
Hoe dan ook, die brave Belgen
Hebben een bar bierverbruik.
Wij volstaan met heel wat minder.
Matig zijn wij toch, nietwaar,
Eiken dag een heel klein slokje,
Twintig liter in het jaar.
Nationale trotsgevoelens
Wellen op, als je dat ziet.
Statistieken van jenever
Maakt men nog gelukkig niet.
P. GASUS
Dezer dagen is. op het Ministerie van Ver
keerswezen een belangrijke bespreking ge
houden over den toestand van het Belgische
visscherijbedrijf. Aan deze bespreking nam
o.a. deel een delegatie van belanghebbenden
bij de diepzeevisscherij en de nevenbedrijven,
onder leiding van een tweetal Ostendsche
volksvertegenwoordigers en eenige afgevaar
digden der regeering, o.a. het kabinetshoofd
hoofdingenieur Henry en den directeur-ge
neraal van het Zeewezen den heer de Vos.
Van de zijde der delegatie werd ernstig ge
klaagd over den toestand in het visscherij
bedrijf en over de onvoldoende resultaten der
continigenteering.
De heer de Vos toonde echter met cijfers
aan, dat de resultaten beter waren dan men
verwacht had, ten bewijze waarvan hij er op
wees, dat de opbrengst aan de mijn te Osten
de de eerste acht maanden van dit jaar 40
pet. hooger was dan in hetzelfde tijdvak in
1932. Desondanks werd van de zijde der dele
gatie aangedrongen op meerdere protectie,
hetzij door het heffen van een invoerrecht,
hetzij door een belasting op de consenten.
Op een desbetreffende vraag van een der
leden der delegatie antwoordde de heer de
Vos, dat het Beheer van het Zeewezen sedert
maanden pogingen in het werk stelt, om ook
aan de kustvisscherij hulp te kunnen bieden.
Binnen enkele dagen zou men opnieuw bij
eenkomen om practische voorstellen te be
spreken.
Uit het bovenstaande blijkt, dat men in
België opnieuw op zoek is naar middelen, am
den invoer uit het buitenland moeilijkheden
in den weg te leggen. Want eén andere be-
teekenis kan men bezwaarlijk aan de „prac
tische voorstellen" geven, waarover men
straks zal gaan spreken.
Een sensationeel gerucht.
Ongetwijfeld houdt het gerucht, dat giste
ren in IJmuiden de ronde deed nauw ver
band met bovenstaande besprekingen. Som
mige Belgische exporteurs alhier zouden nl.
van hunne factoors in Antwerpen en Brussel
hebben vernomen, dat binnenkort een alge-
heele stopzetting van den invoer van visch
uit ons land te verwachten zou zijn. Alhoe
wel dienaangaande nog geen bevestiging te
verkrijgen was en dit bericht van andere zij de
werd tegengesproken, acht men het niet on
mogelijk. dat België binnenkort onzen viseh-
export nieuwe moeilijkheden in den weg zal
leggen.
Het is een bekend feit, wij wezen reeds eer-
HET TEEKEN DES KRUISES IN THALIA.
der daarop, dat het met de contingenteering
in België niet naar wensch gaat Maar indien
hierover te klagen valt, dan zijn het wel in
de eerste plaats de exporteurs in IJmuiden,
die hiertoe aanleiding hebben gegeven. Zij
in de eerste plaats zijn de dupe van de tech
nische fouten, die aan de Belgische contin
genteering kleven.
Wat is nl. het geval? Zooals men weet. zijn
de invoerconsenten voornamelijk in handen
van de factoors te Antwerpen en Brussel, fac
toors die in de jaren vóór de crisis op de
markten in genoemde steden bijna hoofdza
kelijk consignatie-zendingen uit IJmuiden
voor alhier gevestigde exporteurs verkochten
en daaraan grof geld verdienden.
„De factoors in Antwerpen en Brussel zijn
van ons rijk geworden", zeggen de IJmuiden-
sche vischkoopers. Maar nu er aan de Deen-
sche visch meer te verdienen is dan aan de
Hollandsche, laten factoors hunne oude re
laties in den steek en leggen zij zich toe op
den invoer van Deensche visch. Maar het
contingent dan? zal men vragen. Dit is geen
bezwaar; en hier komt de technische fout
der Belgische oontingenteering naar voren.
Deensche visch op Ne
derlandsch consent.
Het schijnt practisch mogelijk te zijn, in
België Deensche visch op Nederlandsche con
senten in te voeren of althans zoodanig het
land binnen te krijgen, dat zij wordt afge
schreven op het Nederlandsche contingent.
Hoe het ook zij, het is algemeen bekend, dat
ons land niet krijgt wat. het toekomt. Meer
malen is er van de zijde der IJmuider Visch-
handelvereeniging in Den Haag op aange
drongen te trachten, aan de ongeoorloofde
bevoorrechting van de Deensche visch boven
de Nederlandsche een einde te maken, echter
'zonder succes.
Het is voor het visscherijbedrijf, dat thans
bezig is, zich eenigszins te herstellen, ge
tuige het aantal in de vaart zijnde trawlers,
dat thans reeds ongeveer 80 bedraagt, te ho
pen, dat er spoedig klaarheid kome in deze
aangelegenheid. Ook voor België is dit van
belang. Want hoe gaarne velen in dit land de
Nederlandsche visch zouden Willen weren,
straks wanneer door stormweer de kleine Bel
gische en Deensche motorkotters van de zee
worden gejaagd en alléén krachtige stoom
trawlers kunnen blijven visschen, zal blijken,
dat zonder aanvoeren uit Nederland er van
een behoorlijke visch voorziening in België
geen sprake kan zijn.
baarlijk goede fotografie werken hier mede
om een tafereel te krijgen, dat in zijn soort
moeilijk geëvenaard zal kunnen worden. Dat
men alleen reeds hierom de film zou moeten
gaan zien, zal wel een onmoodige aansporing
zijn, want ook zonder alle rhetoxische aan
kondiging vooral, zal het publiek succes van
deze film, die op goede zoowel als minder
goede -hartstochten van het publiek specu
leert, wel ten volle verzekerd zijn."
Onze plaatsgenooten mogen het op prijs
stellen, dat die directie van Thalia het heeft
aangedurfd, zulk een kostbaar product der
filmtechniek te vertonnen.
Het is inderdaad een film die geen uitvoe
rige recensies noodig heeft. Zij die de film
hier, of elders gezien hebben, zijn evenals wij
vol bewondering voor dit grootsche product
van Cecil 'de Mille.
VELSEN
DE PRINS BIOSCOOPTHEATER.
Naar wij vernemen hebben de plannen om
de tooneelzaal van Hotel „De Prins" te her
scheppen in een bioscooptheater thans vas
ten vorm aangenomen.
De teekening is gereed en blijkens dit ont
werp zou de „Cosy Corner" wel een algeheele
metamorphose moeten ondergaan. In de eer
ste plaats wordt de zaal geheel ingericht als
een bioscoop-theater met- de voorgeschreven
vaste zitplaatsen. Voorts moet een cabine ge
bouwd worden voor achterprojectie. Bij uit
voering zou het werk in ©0 dagen moeten
worden uitgevoerd.
In het theater zou een Phillps-geluidsin-
stallatie worden aangebracht.
Als exploitant werd ons de naam genoemd
van den heer P. van Twisk, die ook in Den
Helder twee theaters exploiteert.
AGENDA
VOOR VELSEN EN IJMUIDEN
WOENSDAG 27 SEPTEMBER
Thalia Bioscoop: „Het Teeken des Kruises"
8.15 uur
Kennemerhof: Feestvergadering Alg, Ned.
Bond van Handels- en Kantoorbedienden.
DONDERDAG 28 SEPTEMBER
Thalia Bioscoop: „Het Teeken des Kruises"
8.15 uur.
zaamheden -als arbeidster lichtelijk naar den
achtergrond geschoven worden.
Dat verschillende massa-scènes niet zoo
goed „liepen" als de kléine tooneeltjes tus-
schen de hoofdpersonen schrijven we gaarne
op rekening eener eerste uitvoering.
Moor spel gaven de minister en zijn vrouw
Helen, de vicaris, de journalist en de chef-
hofmeester.
Qua tooneeil treffen ons het pakkende on
derhoud tusschen minister Granville en zijn
vrouw in 1, dat met de kostelijke micro
foon-reportage (hoe fijntjes belicht, hier de
schrijver de Amerikaansche sensatie-journa
listiek!) van den verslaggever betreffende de
inwijding van het lustpaleis, het tooneelwerk
hoopvol inluidden. Het tweede bedrijf had be
langrijfc mindere kwaliteiten, het begin van
het cberde bedrijf (de wereldorde is dan om
gekeerd) gaf verreweg het beste van het ge
heele stuk. In het onderhoud n.l., dat de vi
caris heeft met het moderne bewind aan
gaande de belangen van kerk en staat, heeft
Upton Sinclair (of A. M. de Jong?) het hoog
tepunt van satyrieke vondsten bereikt.
De decadente voornamen der oude wereld,
eerst gevangen in hun kapitalistische ge
dachten en 'ideologie, worden dan tot arbei
ders, waarvan met hun gewijzigde plaats in
het productie-systeem hun denken zich gaat
wijzigen. Doch voordat het stuk hen als vrije
menschen, die met de slotleuze Leve de
nieuwe gemeenschap! instemmen, laat ein
digen, is het tooneelwerk aan niet ongevaar
lijk artistieke inzinkingen ontsnapt, die het
beletten de climax op het juiste moment, n.l.
als het scherm valt, te geven.
De moderne décors deden het zeer goed,
vooral het eerste bedrijf, de daktuin, was
zeer suggestief.
•Een origineels vondst was het zwarte plus
fours heerenavondcoistuum; de dames in
strandpya ma zagen er wat te twintigste-
eeuwsch uit.
Na afloop van het spel heeft een enthou
siast publiek „de Jonge Spelers" meerdere
ovaties gebracht en den tekstbewerker ten
tooneele geapplaudiseerd.
De heer de Jong werd namens de afdee-
ling IJmuiden een mand bloemen aangebo
den, het gezelschap eveneens, terwijl Ben
Groeneveld hem nog met bloemen huldigde
naméns zijn kameraden.
Met enkele woorden dankte de heer de
Jong voor de hulde, welke hij overdroeg aan
den schrijver Upton Sinclair.
Frederic March als Marcus Superbus
prefect van Rome,
De directie van Thalia deelt ons mede, dat
het machtige filmwerk heden Woensdag en
Donderdag nog zal worden vertoond.
De Nieuwe Rotterdamsche Courant over:
Cecil de Mille's „Het teeken des Kruises".
„Tenslotte komt er, groot-ontrold over de
tweede helft van de film, het feest in de
arena, een feest zooals er op de film nog niet
vertoond is en waarbij Ben Hur's wagenren
nen in het niet verzinken. Gladiatorenge-
vechten woeste worstelwedstrijden van
mensch 'tegen beest, Germaansche vrouwen
die op de sabel duelleeren met giftige pig-
meeën en tenslotte de christenen, die zin
gen de arena ingaan, waar de hongerige
leeuwen zich intusschen al mét onschuldige
onderlinge spelletjes den tijd gekort hebben,
dit alles wordt ons getoond in een zoo uiterst
suggestieven vorm, zoo breed geregisseerd en
zoo geraffineerd gemengd in sensaties van
allerlei aard, dat -men er de film oprecht .om
gaat bewonderen. Geluidsregie en wonder-