De huldiging van H. W. Hofmeester. Een Meisje en een Man IJMUIDER COURANT DINSDAG 16 JANUARI 1934 TWEEDE BLAD. BEVERWIJK HET OUDE STADSPLAN. RECONSTRUCTIE NAAR OUDE GEGEVENS. Ill eenige vorige artikelen hebben wij de beteekenis geschetst van een goed stads' plan voor de ontwikkeling eener gemeente. Het oude stadsplan vooral kan in onze dagen van druk snelverkeer aan de gemeentelijke autoriteiten de grootste zorgen baren, omdat veelal het verkeer of met groote moeite of in het geheel niet door de nauwe straten der binnenstad veilg kan worden geleid. Onze vroegere plaatsgenoot-, de heer J. M. de Casseres,, bekend stedenbouwkundige, wijdde in 1927 in het Gedenkboek van Beverwijk aan het oude stadsplan onderstaand belang rijk artikel: De wetenschappelijke kunst van den stedO' bouw moge al een voortbrengsel van onzen tijd zijn, de drang der menschen om dicht bij elkaar te wonen en te werken is een natuurlijk verschijnsel, even oud waarschijn lijk als de mensch zelf. Onze kennis der fac toren, die het ontstaan der meeste steden bepaalden, is echter uitermate onvolledig zeker, er zijn steden, waarvan wij de geschiedenis kunnen volgen tot hun e sten oorsprong. Dikwijls vervangen echter stoutmoedige gissingen een goed gefundeerde feitenkennis omtrent het ontstaan onzer steden. Bestaat dus over oorsprong eerste levensjaren niet die uitgebreide data- en factakemiis, welke wij wel zouden wen- schen, zoo ligt hierin niet besloten dat om trent de algemeene grondslagen, waarop vele steden en dorpen fundeeren, niets is te zeggen. Een reconstructie met een groote mate van waarschijnlijkheid is dikwijls op te stellen. Dit geldt ook voor Beverwijk. Wanneer de oude geschiedboeken omtrent den geestelijken en aconomisc'hen opbouw der oude steden, niet dat inlichtingsmateriaal kunnen verschaffen waarover onze tijd met zijn uitgebreide hulpmiddelen beschikt, zoo is het toch een verblijdend feit, dat de geografisch-stedebouwkundi'ge studie dei- oude werken verrassend veel belangwekkends te voorschijn brengt. Geen wonder ook: de kunst der plaatsbeschrijving bereikte in de zeventiende en achttiende eeuw haar hoogte punt. Dat vele werken, op dit gebied in die tijden verschenen, getuigen van de liefde dei- burger voor hunne woonplaatsen en de schoone gravuren van stadsplannen en stads gezichten, welke de plaatsbeschrijvingen verluchten, duiden op een stedebouwkundig aanvoelen, dat in onze dagen, zeer tot schade van allen en alles bijna geheel te loor is gegaan. In hun fraai formaat, ge drukt in die edele lettertypen, waarvan onze voorouders het geheim mede in het graf namen, verlucht door wonderschoone gravu ren, zijn deze oude boeken tot op onzen dag onovertroffen gebleven. Al kan Beverwijk niet bogen op eigen kroniek, zoo wordt dit gemis toch voor een groot deel vergoed door dé ruime plaats, die haar is gewijd in de algemeene land- en streekbeschrijvingen. Uit deze werken blijkt ons, dat de economische noch de cultureele positie der stad vergeleken kan worden bij de steden van Holland, die eertijds een roem volle plaats als handels- en cultuurcentrum Innamen. Beverwijk kent niet, zooals Amsterdam, die geweldige ontwikkeling van onbeduidend dorp tot een der belangrijkste steden dei- wereld, noch kan zij bogen op den eerbied- waardigen ouderdom van b.v. een Trajec- tum in Mosam (Maastricht). Haar geschiede nis wijst evenmin die rij van geestesgrooten aan, waarop de burgers van andere Holland- sche steden met gerechten trots kunnen wijzen. Tocht vervulde Beverwijk reeds vele eeuwen geleden een belangrijke plaats te midden der steden van Holland. De schen king van het markrecht door Floris V wijst op zichzelf reeds op eenige beteekenis dei- plaats, en in een handvest van Jan I,-graaf van Holland, van het jaar 1298, wordt Bever wijk reeds als „istede" aangeduid t, terwijl haar inwoners „poorteren" worden genoemd. Deze beteekenis schijnt de plaats gedurende de eerste eeuwen van haar bestaan behouden hebben, te oordeelen naar de lijst der steden, die in het jaar 1468, den eed van trouw zworen aan Karei, hertog van Bourgondiën. In die lijst wordt Beverwijk onmiddellijk na Alkmaar' de tiende in rang genoemd, terwijl nog elf Hollandsche steden achter haar op de lijst voorkomen. De politiek-staatsreehte- lijke beteekenis komt overeen met de berich ten, die hoewel uiterst spaarzaam tot ons gekomen zijn omtrent haar economische beteekenis. Zoo bericht Guicciardini in zijn beroemde: „Beschrijvinghe van alle de Neder landen": „Beverwij ok onder het belech van Haerlem in het jaar 1572 de huislieden ver- loopen zijnde door den garnisoenen gheheel gherasiert ende vernielt; is daer naer weder cierlyck opghemaekt. Tot Beverwijk twee vermaarde Leermarckten zijn jaerlyclcs welcke van een menichte van Schoenmaeckers ende Huytvetters uyt verscheyden steden van Hollandt, Overijsel ende Vrieslandt ver- socht werden. Op dien dagh aldaer gheschie- dende een groote handelinghe van dat Leer dat aldaer te scliepe gebrocht is ook mede die Verckenmarckt aldaar vermaert in de omliggende quartieren". Of de, volgens Gaiciardini, zoo vermaarde ledermarkt haar ontstaan te danken had aan een groote veestapel in en om de plaats, of dat de aanvoer van verder gelegen ge westen kwam, is een vraag waarop de oude chronieken het antwoord schuldig blijven. Niet alleen als marktplaats vervulde de stad een belangrijke functie, evenzeer als uit- voerhaven van producten uit de omgeving had zij beteekenis. Zoo lezen wij in een oude beschrijving van „Wijck op Zee" „dat dit dorp drie Veeren over Beverwijk op Am sterdam alleenigh bezat, waer voor het een jaarlyseen pacht van twaelf guldens be- taelt, komende alhier nogh daer en boven zoo vele buitenvisch aen, dat de afslagh daer van by 't jaer verpacht is geworden voor een en zestigh guldens". Men bedenke bij het lezen dezer getallen, dat de koopkracht van den gulden in die dagen vele malen grooter was dan in onzen tijd, z De stede Beverwijk, uitgroeiende van buurtschap tot dorp, en zich ontwikkelend tot centrum van handel en bedrijf is haar traditie tot op onzen dag trouw gebleven, en met bijzondere belangstelling wenden wij ons tot de ruimtelijke ontwikkeling der plaats om na te gaan, of de continuïteit, van haar zakelijk leven, ook in stratenplan en ruim telijke verschijning te bespeuren is. PROPAGANDA-FEESTAVOND ZWEMCLUB. De Heemskerksche Zwemclub zal op Zater dag 10 Februari in de bovenzaal van Hotel „Oud Meerenstein" haar propaganda-feest- avond houden. Aan dezen avond wordt mede werking verleend door den heer F. C. G. Du- vergé, leeraar aan de R.H.B.S. te Velsen en den minstreel Geert Dils, herbergvader van Assumburg. De feestavond wordt met een bal besloten. LECTUUR VOOR DE WERKLOOZEN! De Commissie voor Ontwikkeling en Ont spanning voor werkloozen verzoekt ons op name van het volgende: Welhaast iedereen heeft op een of andere plank in een boekenkast of ergens anders wat boeken liggen, die hij indertijd weieens met veel genoegen gelezen heeft, maar die hij b.v. als er eens brand kwam heusch niet erg -zou missen. Voor zulke boeken weten wij een prachtige bestemming. Er loopen n.l. in dezen tijd da gelijks honderden werkloozen rond. die geen weg weten met hun tijd, Van die honderden komen geregeld enkele tientallen bij ons te gast in het gebouw Harmonie, in de Groene- laan. Geschikte lectuur valt bij hen zeer in den smaak. Wij verzoeken dus iedereen eens na te gaan wat hij voor ons heeft te missen en om dan even een mededeeling te zenden, waarna het boek of de boeken zullen worden afgehaald. De leider van het werkloozen-tehuis, de heer Trieling, en zijn bibliothecaris, den heer Harren, zullen in de volgende week er een paar avonden op uit gaan, om huis aan huis te vragen. Men maakt het ons en zichzelf evenwel veel gemakkelijker, door ons even een bericht te zenden. R.K. COOP. TUINDERSVEREENIGING „KENNEMERLAND". Beverwijk, 15 Januari. Boerenbool per kist 10 20 ct. Breekpeen per kist 6070 ct. Andijvie per kist 55f 1.60. Pieterselie per bos 7—8 ct. Selderie, per bos 810 ct. Prei, per bos 516 ct. Uien, per K.G. 33,5 ct. Wortelen, per K.G. 34 et. Roode kool per stuk 38 ct. Gele kool per stuk 26 ct. Spruiten per K.G. 1223 ct. Groene kool per stuk 35 ct Knollen per stuk 26 ct. Spontane jubileum-viering. Treffende uitingen van sympathie. Op treffende wijze heeft de bevolking van Beverwijk Maandagavond uiting gegeven aan haar gevoelens van sympathie en erkente lijkheid jegens den dirigent van de Bever wij ksche Harmoniekapel, die gedurende het lange tijdperk van veertig jaren de directie voerde over dit blaasorkest, dat zich thans dank zij voorzeker in de eerste plaats de eminente en vakbekwame leiding tot een dei- eersten in den lande mag rekenen. Zoodra bekend werd. dat de heer Hofmeester zou ju- bileeren werd een commissie van voorberei ding gevormd, teneinde den jubilaris welver diende hulde te bereiden. De intocht. De heer en mevr. Hofmeester werden Maandagavond aan den trein van 8.14 ver welkomd namens de commissie door den heer F. R. C. Rijkens, die aan de echtgenoote van den jubileerenden dirigent een bloemen hulde aanbood. Op het stationsplein werd van de zijde der bevolking groote belangstelling betoond en toen de heer Hofmeester zich op 't plein vertoonde, werd hij met een hoera tje verwelkomd. Het gezelschap nam in twee auto's plaats en met de muziek van de Har mon iekapel voorop werd langs Breestraat en verdere voornaamste straten naar het repe titielokaal gemarcheerd. De Harmonie was „au grand complet" uitgetrokken. Aan den kop van den stoet torsten de vaandrigs de rijk met goud en zilver behangen vaandeels. tropheeën, waaraan de jubileerende dirigent zoo'n groot aandeel had. Ook de Jongens- Harmonie trok in den stoet mee. Op zichzelf is dit uittrekken van een muziekcorps in de avonduren, vooral wanneer fakkels worden medegevoerd, een schouwspel, dat als regel veel belangstelling trekt, hoeveel te meer nu op dezen avond, waar het gold hulde te be tuigen aan den man, die gedurende zoo'n lange reeks van jaren den Beverwij kers zoo veel prettige uren heeft bezorgd en die in hun harten een heel aparte plaats is gaan inne men. En zoo was daarvan het gevolg, dat een groote menschenmenigte getuige was van den intocht van den jubilaris. In dichte drommen vergezelde men den stoet naar het repetitielokaal in de Groenelaan, waar de huldiging zou plaats vinden. De huldiging. Toen de heer Hofmeester en zijn naaste binnentraden, waren daar reeds de commissie binnentrad, waren daar reeds de commissie leden, de burgemeester, de beschermvrouwe, mevr. A. A. van Hattum-Dekker, het be stuur en afgevaardigden van zustervereni gingen en andere corporaties aanwezig. De leden van de kapel voegden zich daarbij en zoo was het repetitielokaal tot in de uiterste hoeken gevuld. De rij der sprekers werd geopend door den heer N. J. Groot, den voorzitter der Beverwijk sche Harmonïekapel, die herinnerde aan de moeilijke beginperiode en daarbij opmerkte, dat het den directeur destijds zeker niet ge makkelijk zal hebben gevallen, om er van te maken, wat er van te maken is. Maar gelet op het peil, waarop de kapel thans staat, kon spr. verklaren, dat de keuze van dirigent door het toenmalige bestuur een uitstekende is geweest. Van den la teren tijd weet spr. uit ervaring, hoeveel moeiten en opofferingen het den jubilaris heeft gekost, om het zoover te brengen. Daarvoor bracht de voorzitter hulde en dank. Menigmaal heeft spr. het in den heer Hofmeester bewonderd, met hoeveel ijver en met welk een groote mate van tact ZWARE GASONTPLOFFING IN WEST-DU IT SCHLAN D. De ruïne, die overbleef na de hevige ontploffing in een woonhuis te Plettenburg. Bij dit ongeluk zijn zes personen om het leven gekomen. hij met de menschen wist om te gaan. Geen van de leden, die de vereeniging om één of andere reden moest verlaten, zal ooit hebben kunnen zeggen, dat hij het met den heer Hof-meester „aan den stok heeft gehad". Namens de leden bood spr. een keurige fau teuil aan, den wensch uitsprekend, dat de jubilaris met de Harmonie nog vele lauweren zal mogen behalen en dat hij de lust en de kracht zal mogen hebben, dat nog lang te doen. De dames der leden boden een vaas met bloemen aan en ook van die taak kweet de voorzitter, wiens toespraak met een dave rend applaus werd onderstreept, zich gaarne. Daarna sprak de beschermvrouwe, mevr. A. A. van Hattum in een keurig speechje den jubilaris toe. Zij bracht hem welgemeende hulde en oprechten dank voor datgene, wat hij voor de Beverwij ksche Harmonie kapel heeft gedaan. De heer Hofmeester is te Alk maar geboren en het was, zooals spreekster geestig opmerkte, van Alkmaar dat, na een bangen tijd in de geschiedenis van ons land, de victorie begon. De jubilaris, aldus de be schermvrouwe, heeft zich als een waardigen zoon van zijn geboorteplaats doen kennen. Zij bood een ets aan van de Alkmaarsche St. Laurentiuskerk en aan mevr. Hofmeester, uit waardeering voor het offer door haar ge bracht aan talrijke eenzame uren, een prach tige zilveren kan. Met drie daverende hoera'3 stemde het gezelschap in met den door de beschermvrouwe geuiten wensch, dat de ju bilaris nog vele jaren de leider zal mogen zijn van de Harmonie. De heer Mr. A. Moens, sprekende namens de commissie, welke op initiatief van mevr. v. Hattum en van den heer Rijkens was ge vormd en waarin mede zitting namen de heeren v. d. Bergh, Lamme, Witkamp en Wijnveldt, herinnerde aan de oprichting van de kapel, waarvoor de in 1888 bestaande ver eeniging „Volksbelang" het initiatief nam, onder aanvoering van den heer J. van Lin- gen. Met de benoeming van den heer Hof meester tot directeur in 1893 werd de grond slag gelegd voor grooteren bloei. Spr. bracht nog eenige historische feiten naar voren en bood met hartelijke woorden van geluk- wensch namens de burgerij een eikenbouten tafel en een tafelkleed aan. Spr. eindigde met den wensch, dat de jubilaris nog vele jaren, in het bezit van al zijn dierbaren en onder bescherming van mevr. v. Hattum met zijn arbeid zal mogen blijven voortgaan en dat het hem zal mogen gelukken de Harmo niekapel tot zoo mogelijk nog grooteren bloei te brengen. (Applaus). Burgemeester H. J. J. Seholtens verklaar de zich gaarne aan de zijde te willen scha ren, van hen, die den jubilaris hulde bren gen. Spr. hoopte, dat de kapel het voorrecht zou mogen hebben nog vele jaren onder zijn directie te staan en dat het vijfde tiental ja ren evenveel successen zal mogen opleveren. De burgemeester sprak tenslotte den wensch uit, dat de Harmoniekapel de gemeente nog lang zal mogen opfleuren, waaraan, zoo merkte spr. op tegenwoordig wel behoefte bestaat. Namens de vereeniging „Koninginnedag" dankte de heer H. J. J. v. d. Bergh den jubi laris voor diens moeiten en zorgen, door hem aan de voorbereiding van de jaarlijksche aubade op Koninginnedag besteed. Spr. bood een fraai bloemstuk aan. Een bestuurslid van de Harmonie „Cres cendo" te Haarlem, dat eveneens onder lei ding van den heer Hofmeester staat en dat door een deputatie vertegenwoordigd was. bood namens dit corps gelukwenschen aan en liet deze felicitatie van een bloemenmand vergezeld gaan. De voorzitter van de Harddraverij vereeni ging, de heer A. Blom vestigde er de aandacht op, dat de heer Hofmeester, zoolang de ver eeniging bestaat op de jaarlijksche harddra verij den dirigeerstaf zwaaide. Spr. hoopte, dat de jubilaris dit ook zal mogen doen, wan neer dezen zomer de Harddraverijvereeni- ging veertig jaren bestaat. Spr, bood een fraaie bloemenmand aan. Een afgevaardigde van de Harmonie „St. Michaël" te Heemstede, ook staande onder leiding v.an den heer Hofmeester wees in zijn felicitatie op het edele en sympathieke ka rakter van den jubilaris. Ook St. Michaël bracht een bloemenhulde. En toen kwam onder daverend applaus de oude garde, die tijdens de oprichting lid wa ren. Het vijftal, waarvan de heer Heijne met zijn 82 jaren de nestor was, werd meb een daverend applaus begroet. Namens hen sprak de heer M. van Eek woorden van geluk- wensch en haalde onder veel hilariteit nog eeniige staaltjes uit de grijze oudheid op. De veteranen, zijnde de heeren M. v. Eek, Heyne, Warner, J. v. d. Sluijs en J. Zwaan, boden hun vroegeren directeur onder luiden bij val een bloemstuk aan. Tenslotte was het woord aan den jubilaris, die zich nog precies wist te herineren hoe en welke der toenmalige bestuursleden hem in 1893 kwamen uitnoodigen de leiding van de Harmoniekapel te willen aanvaarden en hoe hij daarin na eenige aarzeling had toege stemd. De jubileerende dirigent verwijlde eenigen tijd in het verleden, verhaalde van een periode, waarin meer tegen- dan mede werking werd ondervonden en bracht onder applaus een glorieuze overwinning op eén Concours in 't Tolhuis te Amsterdam in her innering, toen de Beverwij ksche Harmon ie kapel, sterk een dozijn leden, waarvan tien musiceerend, zich de meerdere toonde over eenige corpsen met een ontzag inboezemende bezetting. Spr. bracht in herinnering, hoe de heer D. Mello een belangrijk aandeel had in de „wedergeboorte" der kapel in 1912 en ge wagden van den steun van de vroegere be- schermheeren en niet in 't minst van dien van de tegenwoordige beschermvrouwe, die, zooals de heer Hofmeester opmerkte, verschrikke lijk veel voor de vereeniging doet. Ondanks de ook wei eens ondervonden te leurstellingen dacht spr. met genoegen terug aan de periode, die nu afgesloten is. De ju bilaris vond het een prettig en tijd en wees tenslotte nog op liet aardige feit, dat thans kinderen van vroegere leden onder zijn lei ding musiceeren. Spr. hoopte tenslotte nog eenigen tijd prettig te mogen wei-ken. (Da verende toejuichingen) Nadat een der veteranen, de heer J. v. d. Sluys, die nog over een buitengewoon sterk „embouchure" bleek te beschikken, de gele genheid niet ongebruikt had gelaten, om oude herinneringen op te halen, en nadat een fotograaf een magnesiumtoom had laten ontploffen, maakten velen van de gelegen heid gebruik den heer Hofmeester en zijn fa milie persoonlijk te complimenteeren. Tenslotte vermelden wij nog bloemstukken van de „St. Jozef-HarmónIé" en van de fa milie Hart van het Kennemer-Theater. Hiermede behoorde deze uitstekend ge slaagde huldigingsavond tot het verleden. Het was een welverdiende en spontane hul debetuiging, waaruit de jubilaris de prettige overtuiging zal hebben gekregen, dat zijn veeljarige arbeid in het Beverwijksche muziek wereldje ten hoogste wordt gewaardeerd. HEEMSKERK VAN EEN STOEP GEVALLEN. Kapelaan van Rijn is tengevolge van uit glijden van een hooge stoep gevallen, waarbij hij een been kneusde. Na door dr. Ypma ver bonden te zijn, is hij per auto naar de Pastorie vervoerd. VOETBAL Ondanks het slechte weer ging AD.O. 1 met volle moed naar Lisse en won met 32. A.D.O. 2 won met 21 van Oranje Wit BURGERLIJKE STAND. HAARLEM, 15 Januari. Bevallen 12 Januari: H. KokHendriks, d.; A. SikkenkAker, d.; 13 Januari: E. J. v. d. HamRiedeman, z.; G. Kaartv. d. Wate ren z. Overleden 11 Januari: A. G. Louwerenburg, 85 j., 2e Zuidpolderstraat; 12 Januari: W. J. Rodenburg, 49 j„ Dr. Leijdsstraat; L. M. Kat tenburg, 56 j., Groot Heiligland. VOOR BEVERWIJK DINSDAG 16 JANUARI. Luxor Theater: „The Way to love" en. „Particulier Detective 62", 8 uur. Kennemer Theater: Bondsavond A.N.W.B., 8 uur. WOENSDAG 17 JANUARI. Luxor Theater: „The Way to love" en „Particulier Detective 62", 8 uur. AGENDA TE HAARLEM. Heden: DINSDAG 16 JANUARI. Spiritisten Ver. „Harmonia". Lezing met lichtbeelden van den heer H. H. Theunisse over: Mijn ervaringen te Nice en in den fa- meuzen Fiat-Luxcercle", Remonstrantenhuis, 8.15 uur. Gem. Concertzaal: Concert H.O.V., solist Henk van Wezel, cello, 8.15 uur. Rembrandt Theater. Eerste Ned. Nationale Film: ..Prins Willem van Oranje". 7 en 9.15 Cinema Palace: Eïn Lied seht urn die Welt. Op het tooneel: Hertha Ruth, 7 en 9.15 uur. Luxor Theater: My lips betray (De 200 P.K. van Zijne Majesteit). Geprolongeerd. 8.15 uur. WOENSDAG 17 JANUARI. Stadsschouwburg: Ex-Koning Peter, Ver. Rotterd. Hofstad Tooneel, 8.15 uur. Stadsschouwburg, Tobias en de engel, 2 uur. Bioscoopvoorstellingen des middags en des avonds. FEUILLETON Naar het Engelsch van CURTIS YORKE. (Nadruk Verboden). 27) „Denkt u dat Edna Mornington met David Vanbrugh zal trouwen?" vroeg ze plotseling. „Ik geloof, dat hij 't wel van plan is," ant woordde hij met 'n komisch knipoogje op haar neerziend. „Denk jij ook niet?" „Ja", hernam ze nadenkend „maar ik weet niet of zij de vrouw is om hem gelukkig te maken". „Mijn beste Christian, weet je niet, dat geen man ooit met de vrouw trouwt, die hem ge lukkig wil maken? Hij wil met de vrouw trou wen, die hij liefheeft; dat is het groote ver schil". „Hoe zou dat toch komen?" „Ik weet 't niet, maar 't is zoo! Eigenlijk is er veel voor het verstandshuwelijk, voor zoover 't de gemakzucht in 't echtelijk geluk betreft. Maar als ik me goed herinner, is 't huwelijk, in welken vorm ook, niets voor jou!" „Alleen dan, wanneer dè man, dè vrouw ont moet", antwoordde ze. „En dit gebeurt, denk ik, maar eenmaal in de honderd jaar en wanneer dit gebeurt is 't tien tegen een, dat de vrouw de zaak door een of ander dwaas misverstand bederft", zei hij kort. „Ja, of de man doet 't", was 't kalme ant woord. Daarna zwegen ze voor een oogenblik, tot Christian toen ze den smallen weg, die naar de Curlew-mijn leidde, passeerden opmerkte: „Ik kan 't vreeselijke van Owen's dood niet vergeten. Soms voel ik me als een moorde nares, omdat ik hem zoo gehaat heb". „Onzin", viel hij eenigszins scherp uit: ,,'t Spijt me, dat hij op zoo'n manier gestorven is, natuurlijk, maar daarom verandert 't niets aan 't feit, dat hij een zeer bedenkelijk indi vidu was, die jou mettertijd een eindeloozen last zou bezorgd hebben". „Ja", antwoordde ze, „ik vrees het ook, maar toch, ik kan 't niet helpen, dat ik „Dat je sentimenteel bent", vulde hij aan, terwijl hij het paard een venijnigen zweepslag gaf. „Vrouwen zijn nu eenmaal zoo. Als een kerel, hoe ongewenscht hij ook zijn mag, een vrouw ten huwelijk vraagt en sterft, dan wordt hij als een heilige beschouwd, en ook omge keerd". Daar Christian niet zoo gauw een geschikt antwoord klaar had. kwijnde 't gesprek weer tot een pijnlijke stilte, alleen verbroken door 't gesuis van de ijzers onder de slede en 't ge- tjingel van 't bellentuig. Tegen den middag kwamen ze op Raskellan i aan, een kleine, opkomende gemeente, met een vrij belangrijk machinedepot, waar War wick verschillende inkoopen te doen had. „Kom met me mee en laat me profiteeren van je raad", zei hij, nadat de vos bij de be lachelijk primitieve herberg gestald was. Ze ging gewillig op zijn verzoek in en samen liepen ze de fabriek door, terwijl ze de prij zen en eigenschappen van diverse machine rieën en hun respectieve verdiensten bespra ken, eigenlijk meer als twee mannelijke kame raden, dan als een man en een vrouw, die elkaar practisch eigenlijk hun liefde ver klaard hadden. Toen Warwick zijn inkoopen gedaan had, gingen ze naar de kleine herberg om te lunchen en keerden tegen half drie weer huiswaarts. XXI. Naar mate het later werd, nam de duisternis toe; de lucht betrok en de wind werd merk baar kouder. „Hè, 't sneeuwt", riep Christian plotseling uit. „Ja, daar was ik wel bang voor", antwoordde Warwick, den vos tot meer spoed aanzettend. „Ik vrees, dat we 'n flinken sneeuwstorm krij gen. Trek dat bont jasje wat hooger op om je hals". Toen hij sprak sloeg hij de kraag van zijn buffeljas op en trok zijn muts wat verder over de ooren, want hij was niet zoo onge voelig voor 't Canadeesehe klimaat als zijn metgezellin. ,,'t Spijt me vreeselijk, dat ik je zoo in on gelegenheid breng", zei hij, „ik had niet kun nen denken, dat 't weer ons zoo parten zou gaan spelen: we hebben nog ruim tien mijl af te leggen". Ze lachte. „U vergeet altijd, dat ik evengoed ontberingen kan doorstaan als u, misschien nog beter. Je kunt nu eenmaal in de wilder nissen van Canada niet in een glazen kastje leven en vooral niet als je een mijn exploi teert". „Ik weet wel, dat je dapper bent", ant woordde hij, „maar ik ben bang, dat als de storm hevig wordt, we heelemaal van den weg zullen afdwalen en in de sneeuwjacht zullen verongelukken. Sultan verliest nogal eens z'n kop in een sneeuwstorm. Sapperloot, wat een sneeuw! 't Ziet eruit of 't ernst gaat worden!" En het werd ernst. De fijne sneeuwvlokken vielen hoe langer hoe vlugger, rondzwevend in woest fantasti- schen dans, waardoor Sultan kwaadaardig zijn ooren in den nek legde. Men kon niet meer dan een paar meter vooruit zien. De heele we reld leek een deinende verstikkende sneeuw massa. 't Duister begon te vallen en de wind gierde om de slee, toen Warwick een paar minuten stopte om poolshoogte te nemen. „We komen op een lastig stuk weg", kon digde hij aan, toen de slee begon te hobbelen en te schudden. „Hou je taai, Sultan, oude jongen". Ze gingen nu voorzichtig weer verder, terwijl het paard behoedzaam en aarzelend zijn poo- ten oplichtte, alsof hij wist, dat er gevaar dreigde. Warwick liet hem zijn eigen weg zoe ken en zei na een poos opgelucht: „Nu heb ben we. geloof ik, 't ergste gehad", maar 't volgend oogenblik riep hij „Drommels, nu zijn we heelemaal van den weg af". Terwijl hij deze woorden sprak, struikelde Sultan, spartelde hevig om zijn evenwicht te herstellen en viel ten slotte neer met een scherp krakend geluid, hetgeen er op wees, dat er een boom van de slee onder hem gebro ken was. Warwick sprong naar zijn kop en Christian wipte vlug uit de slee, want een van de ijzers stak in de lucht, terwijl het andere half bedolven lag in een grooten sneeuwhoop. Ze had hooge laarzen aan en een korten rok, zoodat ze geen ongemak vond van de hoogliggende sneeuw, en begon dadelijk de gespen, waar ze bij kon, los te maken. Ze was er zelfs in geslaagd een van de trekriemen los te krijgen, maar de vos. die zenuwachtig en angstig was, begon te spartelen en sprong met zoo'n kracht op, dat Warwick achterover sloeg en de rest van 't tuig brak. Toen galoppeerde hij met een uitdagend gehinnik weg, de be sneeuwde duisternis in. Warwick krabbelde overeind en rende hem een paar meter achterna, maar inziend dat de achtervolging nutteloos was, keerde hij ge- ergerd naar de slee terug. „Wat moeten we nu beginnen??' barstte hij uit. „Er is geen denken aan dat we te voet den weg kunnen vinden. Er zit niets anders op, dan tot morgen in de slee te blijven zitten, of te wachten tot het sneeuwen ophoudt. Wat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 5