STA TEN- GENERAAL Indische Begrooting aan de orde. iwbt ujuwi e STAATSGEHEIMEN. IJMUIDER COURANT VRIJDAG 16 FEBRUARI 1934 TWEEDE BLAD. BEVERWIJK koopliedenvereewiging „handelsbelangen". een belangrijke vergadering. Donderdagavond vergaderde in cafe „De Groentenbeurs" de Koopliedenvereeniging Handelsbelangen". Voor deze bijeenkomst werd groote belangstelling betoond, mede in verband met bet feit, dat de heeren Tj. Reits- ma van Rotterdam, seer, van den Ned. Bond en J Barends, voorzitter van de afd. Amster dam als sprekers zouden optreden. In zijn openingswoord legde de voorzitter den nadruk op de groote beteekenis van de organisatie. Daarbij wees spr. op het gevaar, dat de coöperaties als ernstige concurrenten eaan optreden. Mede om met kracht den strijd te voeren is de af deeling tot aansluiting bii den Ned. Bond overgegaan. Na vaststelling der notulen heeft de heer Reitsma namens het bondsbestuur zijn voldoe- nin0, uitgesproken over de aansluiting van de belangrijke af deeling Beverwijk bij de centrale 01 D^Bondssecretaris vestigde met nadruk de aandacht op de groote belangen, die de klein handel heeft bij den grooten Ned. Bond, die tevens het aangewezen lichaam werd voor de uitvoering der crisismaatregelen, door de regeering voorgeschreven. In het praktisch leven blijkt nog altijd, dat de kleinhandelaren in elkander nog te veel concurrenten zien, in plaats van collega's. En toch hebben zij zoovele gemeenschappelijke belangen. Voor de kleinhandelaren ligt in de machtige organisatie van de arbeiders toch een voordeel. Zij toch kunnen als voorbeeld worden gesteld! De arbeiders getroosten zich daarvoor groote finaneieele offers. Het bedrag van vijftien ct., dat van den kleinhandel wordt gevraagd is zeker geen te hooge prijs voor het verkrijgen van de rechtspositie van den kleinhandel, waarop deze recht heeft. Vervol gens stelde de heer Reitsma in het licht, dat in onze maatschappelijke verhoudingen het individu niets zal kunnen bereiken. Spr. wees op het streven van de coöperaties, die aldus spr. voor den kleinhandel een groot gevaar betèekenen. Deze coöperaties hebben zei spr. de openbare meening mee en ook de sym pathie van de kweekers. Dit is de eerste stap op den weg, die zal leiden tot uitschakeling- van de kleinhandelaren als distribuanten. Het is dus zaak, dat daartegen georganiseerd verzet noodzakelijk is. Wanneer de organisa tie vroeger haar vleugels had kunnen uit slaan, dan had voorkomen kunnen worden, dat zoovele kleinhandelaren den strijd heb ben moeten opgeven, om den zwaren gang te volgen naar de overheid. Als de kleinhandel op haar quivive is meende spr., dat het nooit zal gelukken den kleinhandel uit het distri butieproces te stooten. Daarom, aldus spr., is het goed gezien, dat de Beverwijksche klein handel zich ontwrongen heeft aan zijn isole ment, want de leden zullen zich voegen bij het groote aantal, dat reeds was aangesloten. De groei van den bond van 35 tot 75 afdeelingen binnen een jaar tijds was voor spr. het bewijs, dat de kleinhandel is ontwaakt. Spr. hield de vergadering tenslotte voor, dat de eenheid van den kleinhandel in den Ned. Bond ge waarborgd is, omdat nooit de politiek daarin haar intrede zal kunnen doen. Met een dringend beroep op aankweeking van den organisatiegeest in de afdeeling Be verwijk eindigde spr. zijn met een langdurig applaus beloonde, met overtuiging uitgespro ken kernachtige rede. De afgevaardigden naar het op 14 Maart in Den Haag te houden Bondscongres van den Ned. Bond zullen door het bestuur worden aangewezen. Uit de vergadering werd benoemd de heer A. Desmit. De voorzitter van de afdeeling Amsterdam, de heer Barends heeft de saneering van het bedrijf besproken, in het bijzonder ten aan zien van Noord-Holland. Spr. vestigde er de aandacht op, dat de organisatie moet voor komen, dat in de toekomst, wanneer de over productie weer aan de marlet komt, „Jan-en- Alleman" zich op den kleinhandel werpt. Deze ondergraven, aldus spr., de huisgezinnen van de bonafide kleinhandelaren. Daarom is er kenning noodzakelijk en spr. was voor 90 pet. overtuigd van de sanctioneering door de re- g-eering dezer saneeringsplan. Ook deze spr. waarschuwde voor het gevaar der verbruikscoöperaties, die ook reeds in Kennemerland onder de tuinders vasten voet poogt te krijgen. Deze instellingen zal in samenwerking met de veiligheidsbesturen een krachtig halt moeten worden toegeroepen. Spr. noemde het gif in de oogen strooien van het publiek. Maar de kleinhandel zal, aldus spr., er voor waken, dat hij naar den steun wordt gedreven. De tijd komt, dat niet over den kleinhandel zal kunnen worden gespro ken zonder hem. De kleinhandel heeft reeds bewezen, dat b.v. het artikel busgroenten op de voordeeligste wijze gedistribueerd kan wor den door zijn tusschenkomst. In verschillende opzichten. Het saneeringsplan, dat men voor Noord- Holland ontworpen heeft, omvat bescherming- van den handel, die er is. Erkend worden die handelaren, die in het bedrijf zijn. Er zullen ook onder hen slachtoffers moeten vallen, maar vast staat, dat er althans niet meer bij komen. Spr. drong er op aan het saneeringsplan krachtig te steunen. Wanneer de leden achter het bestuur staan, zal dit saneeringsplan ook voor Noord Holland spoedig in werking kun nen treden Naar aanleiding van het gesprokene werden door beide sprekers de gestelde vragen beant woord. Betreffende de personeelkaarten van de aardappelcentrale deelde de heer Reitsma mede, dat deze uitgereikt worden aan knechts en zoons van eigenaren, die in het bedrijf een zelfstandige zaak hebben. Deze kaarten moe ten voorzien zijn van den houder. De bedrijfs leider blijft echter aansprakelijk en op de per- soneelkaart kunnen geen aardappelen worden gekocht. De heer Barends verstrekte inlichtingen over de beteekenis van de re-expeditiebewijzen. Nadat van de rondvraag nog een ruim ge bruik was gemaakt volgde sluiting van deze belangrijke vergadering. het eerste succes. Het bericht, dat wij Woensdag plaatsten over de te verleenen hulp aan het gezin, dat alle bezittingen verloor bij den brand in het café „Excelsior" aan de Schans, zonder dat de verzekering een cent uitbetaalde heeft reeds een prachtig resultaat opgeleverd. De betrokken gedupeerde familie ontving name lijk van een gever, die onbekend wenschte te blijven als eerste bijdrage een gift van f 500. Voor het voor dit doel gevormde comité alzoo een bemoedigend begin. Op deze wijze zal de taak niet zwaar vallen om het getroffen ge zin weer aan huisboedel te helpen. volk s vo ordrac ht. Op Donderdag 22 Februari zal in het Ken- nemer-Theater opnieuw een volksvoordracht- avond worden gegeven, uitgaande van het Departement Beverwijk en Omstreken van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Op dezen avond zal de voordrachtkunste nares mevr. Anna Klaassen optreden. coöperatie-avond. Het programma voor den propaganda-film avond van de coöperatie „Samenwerking, welke op Woensdag 21 Febr. in het Kenne- mer-Theater zal worden gehouden vermeldt de vertooning van de nieuwe coöperatie-film „Kent uw Macht". De heer R. Talsma zal een causerie houden over het onderwerp „Coöpe ratie". In de pauze zullen onder de bezoekers eenige taarten worden uitgereikt. de werkverschaffing. Ons bericht over de schorsing van vier te werkgestelde arbeiders bij de werkverschaf fing, niet behoorende tot de grondwerkers, gaf een der arbeiders aanleiding tot het schrijven van het volgende: Het is een dezer dagen voorgekomen, dat de „baas" een groot schip bazaltsteenen in lossing gaf voor 45 ets. per uur, mits het schip op een te voren bepaalden dag leeg zou zijn. Toen het werk halverwege gevor derd was, werd plotseling aangekondigd, dat het uurloon teruggebracht zou worden tot 40 ets. per uur. Natuurlijk was daarvan het gevolg, dat de arbeiders zich tegen deze be slissing verzetten. De mensohen legden den arbeid neer. Een uur confereeren was noodig, alvorens het werk toch op het eerst vastge stelde loon van 45 ets. kon worden hervat. Dit uur gedwongen werkloosheid kostte 60 maal 45 ets. of f 27, want 60 arbeiders waren daarbij betrokken. De tijd, die met kaartspel verloren ging achtte de schrijver zeker te veroordeelen, maar hij wilde er toch ook op wijzen, dat vele voor de gemeenschap toch kostbare arbeids uren verloren gaan dooi volkomen overbodig en „dubbel" werk. Het komt voor, dat de eene ploeg arbeiders den grond weghaalt, waarna een tweede ploeg dezelfden grond weer op de oorspron kelijke plaats terug brengt. Met werk wordt als het ware werk gezocht. Maar ook dat kost geld aan de gemeenschap. Deze gang van zaken achtte spr. al evenmin verantwoord als het kaartspelen. Overigens merkte hij op, dat het verdienen van 45 ets. per uur slechts zeer exceptioneel is en alleen kan gebeuren, wan neer b.v. spoed moet worden betracht met het lossen van een schip. Het uurloon in de werkverschaffing bedraagt thans 35 ets., waarmede dus een weekloon wordt behaald van f 16.84. In sommige gevallen kan met verhoogde prestatie een uurloon van 38 ets. worden bereikt. Vervolgens is het zoogenaamde regenver- zuim van f 0.32 teruggebracht tot f 0.28 per uur, met dien verstande, dat bij regen het eerste verzuimuur niet wordt uitbetaald. vereeniging patrimonium. De heer W. de Vries heeft in het lokaal van de Geref. kerk voor de afdeeling van de ver- eeniging „Patrimonium" een lezing gehou den over den rijkdom en armoede van Ned. Oost-Indië. De spreker schetste den rijkdom aan mineralen van onzen archipel, maar des ondanks is de schuld aan het moederland reeds tot 1550 millioen gulden gestegen. Ver volgens gaf spr. een beeld van de levenswijze der inlanders, waarvan sommigen met vijf ets. per dag rond kunnen komen. De prijzen van de levensmiddelen zijn zeer laag, terwijl de woningen al even eenvoudig zijn als de kleeding, zoodat de inlander daaraan bij voorkeur geen geld aangeeft. Overigens hecht hij aan geldelijk bezit geen waarde. Spr. legde vervolgens den nadruk op de geestelijke armoede van de Indische bevol king. Het is de plicht van Nederland, aldus besloot spr., om haar uit deze geestelijke ar moede op te heffen. Enkele gestelde vragen werden door den spreker beantwoord. TWEEDE KAMER. De begrooting van Suriname aangenomen. Kwijt schelding van vier ton. Twee sprekers over Nederiandsch- Indië. 15 Februari. De Kamer was nog altijd bezig met Suri name, ook al: een zieke man. Niet nu pas, maar reeds jaren. Nu kwam de heer Van Kempen (lib.) ver klaren, dat Minister Colijn hem, ten opzichte van Suriname, is tegengevallen, want hij had gaarne hier van hem een krachtiger en posi tiever geluid gehoord. Ten opzichte van Dr. Colijn dacht hij hier aan het woord van den patriarch Izak, toen hij zei: de stem is Ja- lcobs stem, maar de handen zijn Ezau's han den. Hij wilde krachtiger doorzetting van plan nen door den Minister. Mr. Wendeiaar (Lib.) pleitte voor het in cultuur brengen van gronden in Suriname, die nog niet in cultuur zijn gebracht. En dat met het oog op velerlei belangen. Mr. Joekes (v.-d.) bleek te voelen voor een Kamercommissie voor Indische aangelegen heden, om daarin ook de belangen van Su riname te kunnen bezien. Verder vroeg hij steun voor plannen inzake de vruchten en de bacovencultuur. Eenige mogelijkheid van emigratie van Hollandsche landbouwers, acht hij wel te overwegen. Mr. Wendeiaar (lib.) voelde wel voor een proef-e-migratie. Bij de bezuinigingen wilde Mr. Joekes (v. d.) zooveel mogelijk overleg met de koloniale staten. Het optreden van het bestuur in Suriname tegen den fantast De Kom, die te Paramaribo relletjes veroor zaakte. Dit optreden van het bestuur achtte ook de heer van Kempen (lib.) juist. Niet alzoo de heer Sneevliet (rev. soc.) die zich verzette tegen de censuur op de koloniale staten en den heer Colijn tegenover Suriname niet den sterken man vond, hij is in de ont wikkeling der plannen veel te voorzichtig. Hij vreesde intusschen, dat deze patient wel eens „dood-gedokterd" kan worden. Minister Colijn verdedigde zich met de op merking, dat men niet krachtig kan optreden als er geen kracht achter zit. Anders is kracht een loos gebaar. De regeering heeft nu al 25 jaar sceptisch gestaan tegenover al de plan nen omtrent economische en finaneieele plannen voor Suriname en dat scepticisme is altijd gerechtvaardigd gebleken. Spr. heeft- niet zooveel moed voor Suriname. Hij zou b.v. het denkbeeld van kolonisatie willen onder zoeken, als er daarvoor één groote organisatie was, doch die zal er wel nooit komen. Doch hij gelooft niet in de mogelijkheid van Euro peanen in tropische landen, economisch niet, want de Europeaan moet dan dalen tot een levenspeil, zeer ver beneden het zijne. De Regeering moet ook zeer voorzichtig zijn met het steunen der plannen van allerlei particulieren, al wil zij alle gedachten over wegen, die innerlijk gezond zijn. Het eenige lichtpunt zag de Minister voor de vruchten cultuur en voor een famfabriekè Hier wil hij wel steunen. Wat de politieke toestand betreft, wees hij op de communistische agitatie, waarvoor De Kom, als onrustige geest werd gearresteerd en later teruggezonden, want men kon hem missen als kiespijn in Suriname. Dr. Colijn dekte ten volle de houding van het bestuur van Suriname bij de onderdruk king der relletjes, die er plaats hebben gehad. Streng optreden, met voortvarendheid was hier eisch. Bij oproer i-s altijd de eerste klap een daalder waard, oordeelde Dr. Colijn. Hij meende, dat de koloniale staten van Surina me niet de fout moeten begaan van op den stoel der Regeering te gaan zitten en hij nam het beleid van het bestuur geheel voor zijn rekening. Toen de Minister gesproken had, was het in eens ui-t met de behandeling der Suri- naamsche begrooting. De Kamer repliceerde niet en am de begrooting aan met alleen de stemmen der uiterste linkerzijde tegen. Met Suriname was het ineens uit. Als kort intermezzo voor de behandeling der Indische begrooting behandelde de Ka mer toen iets anders. Er was nog een oude kwestie af te doen. Op 26 October 1932 is een wetsontwerp inge diend, om de te Batavia gevestigde handels vennootschap „Firma Volkex, Aannemers" een bedrag van 4 ton kwijt te schelden we gens huur van aan het land toebehoorend tinbaggermateriaal. Dit ontwerp van Minister de Graaff ont moette nogal verzet in de Kamer. Zij nam op 3 Maart een motie aan van Mr. Joekes (v. d.) die uitsprak de wenschelijkheid, dat er eerst door de regeering nader overleg gepleegd zou worden met de betrokken handelsvennoot schap. De beraadslagingen over het ontwerp zijn toen geschorst en er is gepoogd een na der overleg te openen. Het gevolg daarvan èn van het advies van den Landsadvocaat waar mede men zich in Indië vereenigde, was, dat Minister Colijn op 6 Januari jl. aan de Ka mer bericht heeft, dat het z.i. gewenscht is, om de behandeling van het ontwerp, zooals het. daar ligt, voort te zetten. De betrokken vennootschap, die inmiddels ontbonden is, zag geen enkel motief om inzake het bedrag der kwijtschelding met de Indische Regeering in nader overleg te treden. En de Regeering wilde deze kwijtschelding, ook om de finan eieele gevolgen, liever dan het eventueele herleven der oude baggercontracten met de firma Volker voor de tinwinning op Banka. De Kamer stond nu dus weer voor deze kwestie evenals in Januari, toen zij tot schor sing der behandeling besloot, al was er nu een andere Minister, die de kwijtschelding ver dedigde. Hoewel Mr. Joekes (v.-d.) daar eerst niet veel voor voelde, heeft de Kamer zich toch tenslotte, na de verdediging door Dr. Colijn met, dit ontwerp vereenigd. Blijkbaar met de gedachte, dat men van twee kwaden het min ste moet kiezen. Hierna is een aanvang gemaakt met de algem. beschouwingen over de Indische be grooting, welke de volgende week voortgezet worden, daar de Kamer Vrijdag alleen in de afdeelingen vergadert. We beluisterden twee sprekers. Allereerst den heer Van Boetzelaer van Dubbeldam (c.-h.) die meende, dat het plicht van ieder is, om achter de Regeering te gaan staan en de leuzeIndië los van Nederland I on-Nederlandsch noemde. Hij bleek met de nieuwe Indische salaris regeling niet erg in te stemmen, men begint z.i. aan den verkeerden kant. De tweede spre ker, de heer Feber (r.-k.) wilde die regeling, als nood, wel accepteeren. De heer van Boet zelaer wilde lever geen salarisregeling, het liefst nationale vrijwilligei's voor Indië. Den vorm der Indische bezuinigingen had ook zijn volle Instemming niet. Japan heeft in Indië het leven veel goedkooper gemaakt en over de economisch toenadering tussehen Indië en het moederland was deze spreker niet erg op timistisch. De heer Feber stond ook achter de regee ring. Hij meent ,dat men sich in Indië, ook voor vele jaren na de crisis, moet instellen op een veel lager niveau. Voor belasting door ar beidsprestatie door de bevolking voelde hij wel. De politieke situatie oordeelde hij bui- tegewoon gunstig voor extremistische ele menten en «daarom moet het gezag krachtig gehandhaafd worden. De heer Feber besloot met een dringend beroep om een objectieve toepassing van art. 177 van het Indische Re- geeringsreglement (toelating van missie en zending) De volgende week hooren wij wel meer over Indië. OBSERVATOR. EERSTE KAMER. Nederland en België. De particuliere wapenfabricage. Buitenlandsche Zaken afgehan deld. 15 Februari. Bijna den geheelendag heeft de Eerste Kamer nog besteed aan de behandeling der begrooting van Buitenlandsche Zaken. Inzake de Belgische kwestie oordeelde Mr. van Lanschot (r.-k,) dat het mogelijk maar het beste in deze crisis is om daarover een parlementaire „atilllehalte" te aanvaarden. Deze Minister heeft niets van onze rechten jegens België prijs gegeven. De Rijnvaart- kwestie brengt gevaren, van de tusschenwa- teren heeft de Rijnvadrtcoih'rtiissie af te blijven. Wat de particuliere wapenfabricage betreft, vroeg deze spr. zich af! óf Nederland zich geen moeilijkheden zou berokkenen door aan te sturen op een internationale regeling. En als die fabricage hier .werd. verboden, zou Nederland zich tot vreemde regeeringen moe ten wenden met het verzoek, om in haar staatsfabrieken kruisers, dulkbooten, of der gelijke te bouwen. Of ©ok'ófti andere redenen een regeling practisch niét onmogelijk is, valt op dit oogenblik moeilijk 'té bëoofdeelen. Ook Prof. van Embddén (v. d.) besprak dit onderwerp, en meende, dat' de internationale controle op de particuliere wapenfabricage zoover mogelijk zou gaan. De. resolutie van de vereeniging „Volkenbond en Vrede" dringt daar op aan. De particuliere wapenfabricage is een onderdeel van de industrieele en eco nomische toerusting met het oog op de lands verdediging. Verbod van particuliere wapen fabricage uit vrees voor gebrek aan wapen- voorziening is weinig reëel, omdat de paraat heid minstens zooveel betreft het economi sche en finaneieele. Deze tweeslachtigheid heeft resultaten op het gebied van ontwape ning verhinderd. Men moet iets wagen, om uit deze sfeer vandaan te komen. De Minister van Buitenlandsche Zaken, Jhr. de Graeff, merkte op, dat de Regeering op het standpunt staat, dat zoover mogelijk moet worden gegaan m de richting van af schaffing. Met zeer veel genoegen had hij de rede van Mr. van Lanschot gehoord. In hoofdzaak is verder nog gesproken over den Volkenbond, over ónze verhouding tot België en over de kwestie-Vliegen. Over de verhouding met België gaf Mr. Briët (a.-r.) een meer gé detailleerde beschou wing, ook in verband met ónze onafhankelijk heid. Dr. Wibaut (S. D.) wijde met alle kracht tot overeenstemming komen. Minister de Graeff zei, dat ©r thans met België niet wordt on verhandeld, er worden ook geen voorbereidende besprekingen ge voerd. Deze rustperiode is goed, doch er vra gen veel belangrijke kwesties om oplossing. De Regeering is bereid om voorstellen van België te ontvangen en" is "zelf ook bereid voorstellen te doen. Verder verdedigde de' Minister' zich tegen over verschillende punten van critiek. In het geval-Vliegen verwijt hij zicïi niets. Zijn de marche aan den heer Vliegen w;as in 's lands belang. Dat spr. de waardigheid der Regee ring zou hebben geschaad, achtte hij een grievend verwijt, dat hij niet kon aanvaar den. Hij bleef er bij, dat een Hibler-regiem voor ons land funest zou zijn. Het is zijn vaste overtuiging evenals die van den Minister- President en sedert eenige dagen ook die van den heer Lohman (hilariteit). Dat Minister Slobemaker de Bruine het telegram van den Raad der kerken onderbeèkende, geschiedde niet met spr.'s voorkennis, dé onderteekenimg zou dan door hem ontradèn zijn. Ten aanzien van zijn gedragingen in. hei buitenland houdt hij zich voor aanwijzingen van den heer Lohman aanbevolen, echter bij voorkeur voor zulke, die van meer beteekenis zijn, dan die, welke hij nu verstrekte (gelach). De Minister voelt veel voor uitbreiding van het aantal beroeps-consuls, doch de finan ciën verhinderen dit momenteel. Zoo ging ook deze begrooting er door en begon men aan die van Justitie. Prof. Kranenburg (v. d.) zette het debat in met aan te dringen op een wettelijke regeling der administratieve rechtsspraak. Vrijdag praat de Kamer verder over deze begrooting. OBSERVATOR. Veel straten in de "binnenstad van Weenen zijn door Spaansche ruiters afgezet. De voet gangers kunnen door kleine openingen pas seeren en worden dan gefouilleerd of ze wapens bij zich hebben. mr. koelma lector handels - hoogeschool. Tot buitengewoon lector voor de bestuurs wetenschap aan de Ned. Handels Hoogeschool te Rotterdam is benoemd de heer Mr. A. Koelma, secretaris van de gemeente Alk maar. FEUILLETON Naar het Amerikaansch bewerkt door THEA BLOEMERS (Nadruk verboden) 21 Tom's herhaalde waarschuwing, dringend en smeekend, om in haar politiek van abso luut stilzwijgen te volharden, vormde de De- slissende factor, overlegde Mary toen ze al leen was. Hij had had de zaak voor haar be slist! Ze hoefde niet langer te vechten, als hij veilig was, gelijk hij haar verzekerd had. Toen hij binnenkwam, had zij zichzelf hevige verwijten gemaakt, dat ze bij haar besluit om te zwijgen alleen maar aan de gevaren voor haarzelf had gedacht en te weinig aandacht had geschonken a-an zijn veiligheid. Maar nu wist ie dat hij haar houding niet alleen goed keurde, maar die ook in zijn eigen belang achtte en haar intuïtie zei haar dat de politie hem onder geen voorwaarde den moord ten laste zou kunnen leggen. Een gevoel van rust, van bevrijdng, kwam over haar. Klaar en duidelijk zag zij den weg, dien zij te gaan had; ze was nu zelfs niet meer bang- voor Georg Darden. XIV. Een interessante Foto. Darden was zich ervan bewust, dat, wilde hij in de komende dagen een ontijdig ingrij pen van de politie vermijden, van het aller grootste belang was, alle verdere onthullin gen over de tragedie en wat daarmee samen hing, te verhoeden. Dergelijke onthullingen toch zouden het publiek en de pers aanleiding kunnen geven op arrestaties aan te dringen en dat strookte niet met de bedoelingen van den detective. Gevaar dreigde in dit opzicht zoowel van de zijde van Miss Lucy Patton als van die van Senor Altillero, die beiden, zooals Darden's intuïtie hem zei, niet l;eele- maal openhartig tegen de politie waren ge weest en dit tweetal moest worden overtuigd, dat het in hun eigen belang was een absoluut stilzwijgen te bewaren. Georg Darden trof den Latijnsch-Ameri- kaan in de ontvangsalon van het hotel, waar hij zijn tenten had opgeslagen. „Ik meen", begon hij op zijn meest voor komende toon, „dat het zoowel voor u zelf als voor de personen, die u vertegenwoordigt, hoogst onaangenaam zou zijn, als men van u beweerde, dat u zich met gemeene verachte lijke trucs had ingelaten.", „U bedoelt?" De opgeblazen, dikke Zuiderling vroeg het met een vaag lachje op zijn pafferig gezicht. „U zoudt bij de regeering van de Vereenigde Staten in discrediet raken, wanneer men ook maar kon vermoeden, dat u den schurk van een Revis had aangemoedigd om het docu ment te stelen, dat voor u en uw partij zoo'n groote waarde heeft". Senor Altillero putte zich plotseling uit in hartstochtelijke betuigingen van onschuld. Hij zwaaide wild met zijn korte, plompe armen, zijn adem ging zwaar en hij zette aan zijn verklaringen kracht bij, door een kleur rijke collectie uitheemsch klinkende redenen. „Hoe kwam hij er dan toe", bracht de detective beminnelijk in het midden, „tegen u te zeggen, dat hij de geheime mededeeling door de dwaasheid van een vrouw machtig zou worden?" „O, dat?" De dikke man maakte een dra matisch gebaar van minachting. „Dat was alleen maar een laatste, vertwijfelde poging om indruk op mij te maken, Hij zei het juist op 't oogenblik, dat ik de deur opende, om wel, laten we zeggen, om zijn vertrek te be spoedigen. Er was niets, absoluut niets voor afgegaan, dat aanleiding gaf tot zijneh onverwachte en ongevraagde verklaring. Er volgde ook niets op behalve mijn glim lach, waarmee ik hem beleefd o. ik ben onder alle omstandigheden beleefd te kennen gaf, dat zijn heengaan mij bijzonder aangenaam zou zijn". „Hoe dan ook", hield Darden aan, „u zult de wenschelijkheid voor u zelf inzien, om hetgeen u aan inspecteur Nash verteld hebt, niet tegen de krantenmenschen te verhalen, nietwaar? Mooi! Dan wil ik u nu iets beloven. Als u er verder niet over spreekt, tegen nie mand, dan zal ik. u in bescherming nemen als het tot een strafproces komt. Ik zal zor gen, dat uw naam er buiten blijft en het als zeker doen voorkomen, dat u geen betrekkin gen met Revis hebt onderhouden. Accoord?" Altillero stak een sigaar aan om tijd te winnen. De sluwe Spaansch-Amerikaan wilde eerst overdenken wat er achter dit royale aanbod van den detective kon steken. „Ik neem uw voorstel aan", stemde hij na eenige oogenblikken toe. „1-Iet is heel vriendelijk van u". Hij zette zijn gezicht in een glimlachenden plooi, maar in zijn oogen was een loerenden blik. „Overigens, Senor", hernam Darden, „ik neem aan dat u, nu wel elkaar beter ver staan, mij wel behulpzaam zoudt willen zijn. Kon u uit Revis' optreden en uit andere uit latingen van hem, op een of andere manier afleiden, wat hij bedoeld kan hebben met de woorden „de dwaasheid van een vrouw?" Altillero blies dikke rookwolken uit en keek den ander eenigszins schaapachtig aan. „Ik bedoel", verduidelijkte de detective, „kreeg u den indruk, dat die dwaasheid iets uit het verleden was en die vrouw nu ge dwongen werd, daarvoor te betalen? Of was het iets van heden een werkelijk ingebeeld zwak van Revis, waarvan hij misbruik maakte? Of eindelijk, hield hij de vrouw voor zóó dwaas, dat hij geloofde op elk toekomstig moment van haar gedaan te kunnen krijgen, wat hij wilde?" Senor Altillero's schaapachtigheid hield aan en Darden besefte dat zijn geheugen en intelligentie een kleine aansporing noodig hadden. „Ik mag u in dit verband er zeker wel even aan herinneren, Senor, dat ik beloofd heb u te helpen...." „Aha..., juist.... mr. Darden! Nu begrijp ik wat u weten wilt". Altillero grinnikte lis tig. „Zooals ik u zei, heeft hij alleen op het laatste nippertje bij de deur over die vrouw gesproken. Nu, ik zou er wat onder durven verwedden, dat het om een vrouw gaat, die hij vroeger op de een of andere wijze in zijn macht heeft gehad afpersing ja zoo!" Hij opende en sloot langzaam de vin gers van zijn vleezige rechterhand: het ge baar van iets fijnknijpen. „Hij had haar hoe zal ik het zeggen wel, hij had haar, waar hij haar hebben wilde, als hij het oogenblik gekomen achtte, om zijn afper- singswerk te beginnen". „En dat was gisteren. Zondag?" „Ja, 's middags, kort na de lunch". „Heeft hij die opmerkingen wol eens eerder gemaakt ik bedoel, eerder dan gisteren? -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 5