EEN RIJK EN DIENEND LEVEN VAN DUITSCHE PRINSES TOT KONINGIN-MOEDER. AMSTERDAM'S HULDEBETOON AAN KONINGIN MOEDER IN 1929. Een edele figuur die zich een bijzondere plaats in het hart van alle Nederlanders heeft verworven Nuchterheid, zuiver gevoel voor realiteit en critische zin zijn de drie voornaamste eigenschappen, die het Nederlandsche volk kenmerken. Een volkomen uit de grillige lijn van zijn bewogen geschiedenis verklaarbaar wantrouwen tegenover buitenlandsche in vloeden deed het begrijpelijk zijn, dat toen de Prinses van Waldeck Pyrmont r— ook al had zij van moeder's zijde Nassausch bloed in ide aderen als jonge gemalin van den ouderen Koning Willem in in de residentie kwam, ook in de gevoelens van hen, die uit hoofde van rang of geboorte tot de hoogste kringen behoorden, scepticisme domineerde. Vorst George Victor van WaldeckPyrmont de vader van Koningin Emma. Hoe snel heeft deze Duitsche prinses, door haar groote eigenschappen van geest en ge moed, den weg weten te vinden naar het on danks uiterlijke onbewogenheid toch zoo warm kloppend hart' van onze natie, die valschen schijn van echtheid weet te onderscheiden. Er miste, in de dagen van zorg en leed, welke haar in haar rijke leven niet bespaard zijn gebleven, allerminst den moed en het zelfvertrouwen, die zij be hoefde om te volharden in wat zij tot 'haar hoogste plicht rekende. Juist deze gaven, zullen haar in 'de herin nering van het volk doen voortleven als de Koningin-Moeder, met welke betiteling haar persoon en persoonlijkheid tevens op de beste wijze wordt gekenschetst en ge- eerd. Adelheid, Emma Wilhelmina Theresia werd 2 Augustus 1858 te Anolsen geboren (de hoofdstad van den vrijstaat Waldeck in midden Duitschland) als, derde der kin deren van vorst George Victor van Waldeck Pyrmont en prinses Helena van Nassau, een strenge vrouw van groote intelligentie, die alles in het werk stelde om haar kinderen onder haar persoonlijke leiding en met hulp van bekwame leeraren een veelzijdige ont wikkeling deelachtig te doen worden. Prinses Emma voelde zich, wat haar studies betreft, vooral aangetrokken tot de geschiedenis. Haar karaktereigenschappen deden haar echter in nog grootere mate belangstelling koesteren voor sociaal werk, In het lenigen van den nood van zieken en behoeftigen vond zij haar grootste voldoening en ook op lateren leeftijd heeft zij meermalen gelegen heid gevonden om daarvan te doen blijken. Een extra-nummer van de Staatscourant maakte op 1 October 1878 de verloving be kend van Koning Willem III, wiens gade, Koningin Sophie hem op 3 Juni 1877 ontval len was, met Prinses Emma. Op 19 October d.a.v. gaven de Sta ten-Genera al de bij de wet vereischte toestemming tot het huwelijk. Op verizoek van den Koning belastte Dr. Laurens Reynhart Beynen, die sinds kort was afgetreden als rector van het Gymna sium te Den Haag, zich met de1 eervolle taak, de toen twintigjarige prinses van voorlich ting te dienen omtrent het land, dat voortaan haar vaderland zou zijn De hoogbejaarde doctor vertoefde te dien einde enkele maan den te Arolsen en ook zijn dochter, die hem in verband met zijn leeftijd naar het Duit sche grondgebied had vergezeld, werd spoe dig toegelaten tot de Prinses, die zich uiterst leergierig toonde en in korten tijd de Neder- landsche taal eenigermate leerde spreken. De huwelijksvoltrekking'. Slechts kort was de tijd der verloving: in den namiddag van 7 Januari 1879 had na dat de daartoe vereischte formaliteiten door den Opperkamerheer van den Koning, Mr. C. Th. Baron van Lijnden van Sandenburg, waren verricht de huwelijksvoltrekking plaats, in tegenwoordigheid van een vrij groot gezelschap vorstelijke personen en hoogwaard ighei cl sb e klee derswaartoe o.m., behalve de vorstelijke familie van Waldeck, Prins Willem von Wied, schoonzoon van Prins Frederik der Nederlanden, Prins August von Wurtemberg', als vertegenwoordi ger van Keizer Willem I, de voorzitters dei- Eerste en Tweede Kamer van Nederland, de vice-president van den Raa'd van State, de minister van Buitenlandsche Zaken en de directeur van het Kabinet des Konings, be hoorden. Bij de kerkelijke inzegening, in de kapel van het slot van ATolsen, trad de hof prediker Scipio als voorganger op. Drie dagen na de huwelijksvoltrekking ver- kok het Koninklijk echtpaar per extra-trein haar Nederland; bij het pa'sseeren van de grens bij Oldenzaal geschiedde de eerste be groeting door de Nederlandsche autoriteiten. Het eerste bezoek aan de hoofdstad had pas 21 April plaats; de intocht in Den Haag een week later aangezien deze vertraagd wa ren door het overlijden, in Luxemburg, van Prins Hendrik, den broeder des Konings. De residentie begroette de jonge, Koningin met warme geestdrift en vooral aan de ont vangst van het Koninklijke echtpaar in het Gebouw van Kunsten en Wetenschappen hebben degenen, die daarbij aanwezig moch ten zijn, onvergeteijke 'herinneringen be waard. Groot was op 31 Augustus 1880 de vreugde in het geheele land, toen bekend werd, dat Koningin Emma in het Paleis te 's-Graven- hage het leven had geschonken aan een dochter. De blijde mare verspreidde zich in een oogwenk over geheel Europa'. De dynastie der Oranje's, ernstig bedreigd door .de sla gen, die dit Huis getroffen hadden (het. over lijdensbericht van den Prins van Oranje kwam een half jaar na den dood van Prins Hendrik uit Parijs, terwijl toen reeds vast stond, dat ook de eenig overgebleven zoon van den Koning, Prins Alexander geen lang leven beschoren zou zijn) kon als gered wor den beschouwd. Voor Koningin Emma braken moeilijke jaren aan, toen de gezondheidstoestand van den Koning langzaam achteruit ging en ein delijk zorgwekkend werd. Tot aan zijn ver scheiden op 23 November 1890, betoonde zij zich de lieve gade en trouwe verpleegster, die door haar gestadige en opofferende zor gen, niet alleen de laatste dagen van den Koning verlichtte, maar zich tevens een zoo mogelijk nog diepere genegenheid -in het hart van het Nederlandsche volk wist te verwer ven. De lijkdienst op het Loo, geleid door Nieolaas Beets op 1 December van genoemd jaar, was een ontroerende plechtigheid. Toen zag Koningin Emma zich geplaatst voor een ontzagwekkende taak: op 32-jarj- gen leeftijd werd zij geroepen tot het regent schap. Acht ijnbeilijke jaren, jaren van par tijstrijd, heeft zij zich van deze taak gekwe ten op een wijze, die het best kan worden weergegeven door het woord van Staatsraad Mr. A. P. W. Cort van der Linden, oud premier tijdens de oorlogsjaren en oud-mi nister van justitie tijdens het regentschap van de Koningin-Moeder, neergeschreven in het „Gedenkboek,.dat ter gelegenheid van. haar zeventigsten verjaardag en vijftigjarig Nederlanderschap is uitgegeven. „De Koningin-Moeder! In den loop der tij den heeft deze naam een eigen beteekenis gekregen. Zij, die evenals ik het voorrecht hadden, als minister samen'te Werken met de Ko ningin-Moeder, toen zij Regentes was, zij weten, wat zij. geweest ,is voor haar nieuw gekozen vaderland. De Koningin-Moeder heeft ons volk lief gekregen, want zij zag in ons volk, zijn zeden en gewoonten, bijna alleen het waardevolle en het góede: spiegelbeeld van haar eigen moed. Zij heeft haar liefde betoond door haar trouw medeleven met al'len, die haar dienden, door hare onvermoeide belangstel ling in ziekenverpleging, in wetenschap en kunst en door haar stille hulp in nood. En ons volk heeft hare liefde met liefde ver golden. Moge ons volk zij n Koningin-Moeder steeds met dankbaarheid gedenken". Behalve haar regentschap wijdde de Ko ningin-Moeder zich in volle overgave en met groote bekwaamheid aan de opvoeding van haar dochter, het geringste had haar aan dacht. Zij was het zelf, die haar dochter tien jaren lang onderwees in Bijbelsehe geschie denis en.... vaardigheid met den naald! De reizen naar de hoofdsteden der pro vincies. opdat deze haar dochter zouden kun nen begroeten, werden even zoovele spontane demonstraties van Oranjeliefde van de zijde der bevolking; zij deed ook haar kind kennis maken met de vreemde hoven en liet haar tegenwoordig zijn bij de ontvangst van bui tenlandsche vorsten. Was het te verwonderen, dat het Neder landsche volk, toen Koningin Wilhelmina meerderjarig was geworden van zijn groote dankbaarheid voor hetgeen Koningin Emma tijdens haar regentschap gedaan had, getui genis wilde afleggen? Het deed dit in den vorm van een geldelijk geschenk en het moge een bewijs te meer zijn van de groote sym pathie en genegenheid, die van de Koningin- Moeder uitging naar de zieken en misdeel- den, dat zij het haar geschonken bedrag ter beschikking stelde voor het oprichten van het Sanatorium „Oranje-Nassau Oord" bij Renkum, waar tuberculoselijders worden op genomen en verpleegd. De herinnering aan het regentschap wordt mede levendig ge houden door de plechtige onthulling op 23 September 1905 door Koningin Wilhelmina van een monument op het Regentesseplein te 's-Gravenhage Eerlijk, groot en oprecht was de uiting van waardeering en sympathie, die haar gewerd, toen zij, in 1898 in de Nieuwe Kerk te Am sterdam de grootsche inhuldiging van haar dochter bijwoonde. Totdat Koningin Wilhelmina op 9 Fe bruari 1901 met Prins Hendrik, van Mecklen burg in het huwelijk trad, bleef de Koningin- Moeder bij haar dochter verblijf houden. Daarna betrok zij het Paleis aan het Lange Voorhout, waar zij thans de oogen gesloten heeft. Zij bewoonde dit des winters. De zo mermaanden bracht zij meestal door te Soèstdijk. Het moge, bij de droefheid, die het volk gevoelt, nu- deze beminde figuur voor altijd is heengegaan, tot troost strekken, dat het der Koningin-Moeder beschoren is geweest, in de jaren na haar regentschap ten volle te mogen ervaren, hoe ook Koningin Wilhel mina, die zij op binnenlandsche reizen en bij feestelijke gelegenheden meermalen ver gezeld heeft, alsook haar kleinkind Prinses Juliana, het hart der natie gevonden heb ben. Het grootsche huldebetoon der Ko ningin ter gelegenheid van haar vijfen twintigjarig regeeringsj ubileum, in 1923 ge bracht, was daarvan" wel het sprekend bewijs, nog slechts kort geleden zoo overtuigend herhaald bij de nog in aller herinnering le vende betooging in het Olympisch Stadion te Amsterdam. Haar leven, dat ook na haar regentschap dienend is geweest, wijl zij zich op onnavolg bare wij-ze en wars van erkenning voor wat zij verrichtte, met nieuwe kracht wijden ging aan de leniging der nooden en behoeften van- talloos velen, zal altijd herdacht kunnen wor den en beschouwd worden als dat van een vrouw, die Moeder en Vorstin dis geweest in de 'zuiverste beteekenis van deze woorden. Vorstin Helena, geboren Prinses van Nassau, de moeder van Koningin Emma. Spontaneïteit en enthousiasme ter gelegenheid van den dag dat Koningin Emma 50 jaar in Nederland was. .Onvergefelijke dagen. Zaterdag 8 Juni 1929 was de dag dat de Koninklijke Familie haar jaarlijksche bezoek aan Amsterdam zou brengen. Doch dit keer had dit bezoek een eer speciaal karakter, daar dien dag tevens de Koningin-Moeder de hulde van de bevolking der hoofdstad In ontvangst zou nemen. De Dam en de intochtswegen waren rijke lijk versieï-d waarbij oranje pverheerschte. Reeds vroeg in den morgen, terwijl de zon aan den hélder blauwen hemel straalde, heerschte er een vroolijke drukte en een feestelijke stemming. Tegen den middag nam de drukte op den Dam toe en even na twaalf uur kwam de auto der Koninklijke Familie met de Ko ningin en de Prinses u'it Soèstdijk. Prins Hendrik was reeds in het Paleis aanwezig; hij was van te voren met den trein gearri veerd. Toch ging de aankomst van liet Ko ninklijk gezin met niet veel ceremonieel ge paard Wat op uitdrukkelijke 11 wensch van de Koningin geschiedde opdat de beteekenis van d'it bezoek zou worden bepaald door het huldebetoon aan de Koningin Moeder. Kort na de aankomst van de Koningin en de Prinses begon de lucht te betrekken en niet lang daarna viel de regen in plassen neer. Onder deze omstandigheden had de in tocht plaats van de Koningin-Moeder, die om half drie met den trein in het Centraal station arriveerde Aamkomst en zaaighulde. Zij werd het eerst verwelkomd door de Koningin en daarna door de Prinses en Prins Hendrik. Toen werd zij door de autoriteiten begroet. Weesmeisjes die langs de trap van het station stonden geschaard, strooiden bloemen en toen de Koningin-Moeder op het Staionsplein verscheen ging er een geweldig gejuich op, onder de dui-zenden die ondanks den regen het moment van aankomst had den afgewacht. In een gala-calèche met zes paarden reed de Koninklijke Familie naar het paleis, o.a. geëscorteerd door een eere-escorte van 125 ruiters. De inzittenden trotseerden eveneens den regen, waarbij alleen Koningin Emma, Ko ningin Wilhelmina en de Prinses eenige be schutting vonden door parasols Ongeveer twee honderd vereenigingeii stonden langs het versierde Damrak ge schaard, die zich aansloten achter de stap voets voortrijdende gala-calèche. Voor het paleis op den Dam hadden zich 400 zangers vereenigd, leden van de Konink lijke Mannenzangvereeniging „Apollo" te Amsterdam en van de Koninklijke Liederta fel „Zang en Vriendschap" uit Haarlem waar van Lieven Duvosel toen directeur was. Kanongebulder had de aankomst aan het station reeds aangekondigd, en een half uur nadien, juist te drie uur, verscheen het gala- rijtuig op den Dam. Met onbedaarlijk, har telijk gejuich werd de Koningin-Moeder op den Dam ontvangen door een verregende massa. Zichtbaar ontroerd door deze spon tane hulde, doch met een stralend gelaat groette zij terug. Voordat zij uitstapte aan het paleis bleef zij nog een oogenblik in de koets staan en wuifde de massa toe. De Koninklijke Familiedie thans in rouw gedomPeld is door het overlijden van Koningin Emma Toen de deuren van het balcon open gingen brak een nieuw gejuich los. De Ko ninklijke Familie trad naar voren, in het De Koningin-Moeder kort voor haar huwelijk met Koning Willem III. midden de Koningin-Moeder, de Koningin en de Prinses rechts van haar, de Prins ter linkerzijde. De regen bleef stroomen eni stroomde door toen onder leiding van Fred. J. Roeske de grootsche zanghulde werd ge bracht Daarna trokken de vereenigingen in op tocht langs het paleis en werd het publiek op den Dam toegelaten, waarop zich weer een daverende hulde voltrokI De groote rijtoer. Zondagmiddag 9 Juni zou de Koninklijke Familie een rijtoer maken waarvan de route) van te voren bekend was gemaakt. Het zon nige weer van dezen dag was een groote ver goeding voor den vorigen. Alle stoepen op de grachten waren met toeschouwers bezet, in de stille straatjes bij de hofjes waren de vrouwen uitgeloopen en van afstand tot af stand klonk het gejuich op. De route liep ook door het Vondelpark, dat wemelde van wandelaars en ook daar begroette men dé Koninklijke Familie geestdriftig, waaibij de Koningin slechts bescheiden groette, omdat de hulde immers haar moeder moest gelden. De tocht werd onderbroken voor een kort bezoek aan het Rijksmuseum. Na voortzet ting der rijtoer werd om ruim half vier op het Jonas Daniël Meijerplein wederom een zanghulde gebracht waarbij duizenden 'te genwoordig waren. Voor de synagoge stonden de kinderen van alle Israëlitische weeshui zen en godsdienstscholen en het zangkoor van „De Joodsche Stem" en van „Jonig Bet- salel". De 1200 kinderen zongen het Wilhel mus toen de Koninklijke Familie zich een weg had gebaand door de dichte menigte en. daarna een lied, dat door rabbijn De Hond speciaal voor deze gelegenheid was gedicht en dat aan de komst van de Koningin- Moeder in Nederland herinnerde en aan de geboorte en de jeugd van de Koningin. Met een grooten omweg reed de Konink lijke Famlie toen weer naar het paleis terug waar zij om half vijf arriveerde. Grootscihe gedachtenisviering in de Nieuwe Kerk. De Nieuwe Kerk, waarin zooveel nationalé belangrijke gebeurtenissen zijn geschied, was ter gelegenheid van de gedachtenisviering op Maandag 10 Juni 1929 op bijzondere wijze ingericht en versierd. Daarbij waren vooral de aard der plechtigheid als de door geloof en historie gewijde plaats in het oog ge houden. Een breed podium dat voor het ko per koorhek was getimmerd, was voor de Koninklijke Familie bestemd. Een breede looper voerde van den hoofdingang aan de zijde van den Dam naar dit podium. Recht tegenover de verhooging was onder het orgfcl een breede tribune gebouwd voor orkest en koor bestaande 'Uit zestig leden van het Con certgebouworkest en honderd vijftig leden der Amsterdamsehe afdeeling der Maat schappij tot bevordering der Toonkunst. Dr. Willem Mengelberg had de leiding. Tot de genoodi'gden behoorden o.a. de le den der regeering de ministers van staat, leden der hooge regeeringscolleges, het ge meentebestuur van Amsterdam en de burge meesters van Rotterdam, Deh Haag en Haarlem. Te half twaalf -nam de plechtigheid een aanvang, nadat de genoodi'gden reeds hun plaatsen hadden ingenomen. Te voet ging de Koninklijke Familie ter kerke, waar van wederom een groote menigte getuige was. De Koningin-Moeder wandelde met de Koningin aan haar linkerzijde kerkwaarts, vooraf gegaan door haar Kamerheeren. Bij het binnenschrijden van de kerk bracht!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 5