Het défilé voor wijlen H. M. de Koningin Moeder.
Verkeerd begrepen
Da eerste standaardmolen met stroomlijn In Noord Brabant Is ta
Oirschot door den burgemeester in bedrijl gesteld
De aanleg der telefoon- en telegraafverbindingen in de openbare school aan de Voldersgracht te
Delft ten dienste der pers op den dag der begrafenis van H. M. de Koningin Moeder is in vollen
gang
Onder leiding van den houtvester, den heer B. Winkelman, is Vrijdag
te Valkenswaard een boomplantdag voor de jeugd gehouden
FEUILLETON
ctoor
RUBT M. AYRES.
Vertaling van J. G. H. v. d. Bovenka-mp Jr.
15)
Weer staarde Bundie mij aan, maar dan
begreep zij blijkbaar dat ik op dat oogen-
blik niet heelemaal toerekenbaar was, want
zonder een woord te zeggen verliet zij mijn
kamer om de dame in kwestie de melk te
gaan leenen.
„Oh, Bundie, als je die vrouw daar toch te
pakken hebt!" riep ik haar na, „vraag haar
dan eens of er nooit een eind komt aan dat
heidensche kabaal!"
Maar Bundie verwaardigde zich niet mij
een.antwoord te geven.
Ik weet niet of Bundie aan mijn bevel
gevolg heeft gegeven maar wel hoorde ik
haar, even later praten tegen de dame van
den overkant en het was al bijna donker
toen er eindelijk een einde kwam aan 'de
herrie en ik den verhuiswagen ratelend en-
rammelend hoorde weghobbelen over den on-
gelijken weg.
En toen gelukte het mij eindelijk om in
slaapte vallen.
1 Droomen is een luxe, waaraan ik mij
doorgaans niet te buiten ga, maar dien
avond droomde ik toch, -dat ik weer terug
was in de dagen van mijn jeugd die voor
goed waren heengegaan en ik wandelde
langs het zeestrand aan de arm van de
eenige vrouw ter wereld, die ik ooit heb
liefgehad.
Ik voelde hoe haar slanke lichaam even
drukte tegen mijn arm toen wij om een
duin heenliepen en de volle kracht van den
zeewind, haar greep en.tegen mij aandr"'-^
en ik hoorde haar stem .even duidelijk
en helder alsof het pas gisteren was ge
weest dat wij zoo arm in arm langs het
strand hadden geloopen.
En zij zong hetzelfde lied dat zij toen ge
zongen had en in haar stem lag diezelfde
levensblije vroolijke klank, terwijl zij haar
gelaat half schuin naar mij had opgeheven.
Ik heb, niet veel verstand van gedichten
en weet zelfs niet wie die regels geschreven
heeft, maar in dat lied heb ik altijd iets
schpons gevonden iets dat mij deed den
ken aan het jonge voorjaaraan een
blauwen hemel, aan lachende roode lippen
van een vrouw aan zonneschijn die weer
kaatst jn heldere, blauwe vrouwenoogen
En op dat oogenblik hadden wij arm in
arm aan den ;zonnigen kant van het leven
geloopen zonder acht te slaan op de
schaduwen, die steeds naderbij slopen
steeds naderbij en die wij pas zagen, toen
het te laat was en onze gelukszon er geheel
achter schuil ging.
En in mijn droom boog ik mij evenals
in werkelijkheid véle jaren geleden over
het gelaat van het meisje heen om haar op
de lippen te kussen na dat lied en juis!
toen mijn lippen de hare hadden gevonden
ontwaakte ik.
En toen ik ontwaakte voelde ik de koele
duisternis van den nacht, zag ik den zilveren
vinger van de maan, die tusschen een kier
van mijn gordijnen door de kamer binnen
viel, en hoorde ik een vrouwenstem het lied
zingen, dat ik ook in mijn droom gehoord
had;
Oh, hij was jong en zij was'jong
Toen lang geleden, zij elkaar ontmoetten.
En lieflijk klonk hun liefdeslied
Een lied om nimmer te vergeten.
Door schaduwen en zonneschijn
Voerde hen hun levenspad.
Hij vroeg: „Welken weg kiest gij,
o liefste mijnv
Haar antwoord was: „De Zonnekant!"
Eerst meende ik, dat ik nog droomde en
langen tijd bleef ik met gesloten oogen lig
gen, bang dat met het openen van mijn
oogen ook een eind zou komen aan mijn
droom.
Maar neen, ik was klaar wakker en aan
den overkant van onze laan hoorde ik duide
lijk die zoete vrouwenstem tot mij doordrin
gen:
Hij vroeg: „Welken weg kiest gij,
o liefste mijn?
Haar antwoord was: ,,De Zonnekant!"
Maardaarna brak de stem plotseling af
en alles was weer stil.
Het was vijf jaar geleden sinds ik dat lied
had hooren zingen, maar toch deed het al
mijn verlangen en smart weer ontwaken in
mijn ziel.
Ik had gedacht, dat ik die eene episode
uit mijn leven aan het vergeten was of
liever dat ik tpt een zekere rust was gekomen
maar toen ik die vrouwenstem dat lied
hoorde zingen viel de muur, die ik tusschen
mijzelf en het verleden had opgetrokken in
puin aan mijn voeten en besefte ik, hoe teer
en wankel die muur maar geweest was.
En dien. geheelen nacht onverschillig
of ik sliep of waakte, klonken die woorden
van het lied mij in de ooren
Oh, hij was jong en zij was jong
Toen lang geleden, zij elkaar ontmoetten.
Nog twee heele dagen bleef ik te bed
maar de vrouwenstem hoorde ik niet meer.
Ik was er van overtuigd, dat het iemand van
Laburnum Lodge geweest was, die het lied
had gezongen en ik ging zelfs zoover, dat ik
Bundie vroeg of zij misschien den naam'
al wist van de nieuwe bewoners van Onze
Laan.
Zij vertelde mij, dat zij het nog niet wist
maar de vuilnisman had beloofd het voor
haar uit te zoeken en zou het haar dan wei
even laten weten.
Maar voor zichzelf had zij al ontdekt
naar zij verklaarde dat het een jong jtel
menschen was —..met een kind een jon
gen.
„En het is een echte aap van een jongen"
voegde Bundie er laan toe.
„U had eens moeten zien, hoe hij te keei
ging, toen hij uit .den tuin geroepen werd om
binnen te komen. Als het mijn zoontje ge
weest was nqu
Ik stelde in het geheel geen belang in den
jongen en gaf daarom ook geen antwoord.
„Maar zijn moeder schijnt een heel aardige
vrouw te zijn. /Zij was het ook, die een
beetje melk ter. leen kwam vragen-toen zij
het huis betrokken hadden. Oh, ja, dat zou
ik bijna vergeten", ging zij plotseling veel
enthousiaster voort.
„Toen ik vanbóven kwam, nadat ik u
gevraagd had of het goed was dat ik haar
wat. melk leende,stond zij bij uw schrijf
tafel. En zij keek naar dat ding alsof het
een oude bekende van haar was, die z-ij in
geen jaren had,gezien".
„Wat een mooie oude schrijftafel is dat",
zeide zij tegen mij en toen vertelde ik haar
dat het nog eens de schrijftafel moest zijn
geweest van Nell Gwyn wiedat dan ook
geweest mag zijn.,en dat die, in die schrijf
tafel haar minnebrieven bewaard moet heb
ben en ik vertelde haar ook, hoe u aan
het ding gehecht bent, Master Arthur",
voegde Bundle er aan toe, terwijl zij haar
oogen op mij richtte met een doordringenden
blik.
Zij had nooit mijn voorliefde voor de oude
tafel kunnen deelen.
„Dat was heel vriendelijk yan je", ant
woordde ik haar droog. „En wat heb je haar
nog meer verteld?"
„Master Arthur u kent mij nu lang ge
noeg om te weten, dat ik er niet van houd
om met een vreemde over uw aangelegen
heden te spreken. Neen, ik heb haar niet
meer verteld maar zij scheen een hoop te
vertellen te hebben. Kijk, zij ging zoo met
haar hand op de schrijftafel staan leunen...'"
En Bundie legde haar dikke groote roode
hand op de oude teere schrijftafel.
„Eén vriend van mij heeft eens zoohi
schrijftafel gehad", zeide zij met een zucht"
ging Bundie'voort. „En daarna lachte
zij maar het was een soort lach die mij
deed denken aan een snik".
„En-wat antwoordde je daarop? vroeg ik
„Ik vertelde haar, dat er volgens u, maar
een zoo'n schrijftafel op de heele wereld was.
En toen glimlachte zij en zeide: „Ja dat is
waar".' Maar ik snap niet hoe zij dat kan
weten.
En toen keek zij naar die foto van u
die op den schoorsteen staat weet u wel
die foto, die de jongen van mijn zuster ge
maakt heeft toen hij met de vacantie bij
ons was.
„Is dat uw meester?" vroeg zij.
„Ja", zeide ik, „dat is Master Arthur".
Langen tijd keek zij naar die foto en toen
selde zij heel zachtjes:
„Hij is oud gewordenerg oud!" alsof
zij u vroegèr gékehd heeft en erg verwonderd
was, dat u-in dien tijd bent veranderd.
En toen vertelde ik haar dat iedere man
er oud uit zou zien als hij zoo laag en ge
meen behandeld was geworden door een
vrouw, die heni bedrogen had
„Dat was heel ,erg vriendelijk van je",
iel ik haar "sarcastisch in de rede.
Maar Bundle die mij als kind nog op haar
schoot had gehad liet zich door een sarcas
tisch gezegde niet de kans ontnemen om te
-*ggen, wat zij op haar hart had.
(Wordt vervolgd).