MIDDERNACHT
Opening der haven
van Harderwijk.
FEUILLETON
Detective Koman uit Donker Amsterdam
door
PIET KLOPPERS.
8)
„De brandkast," viel Middernacht hem in de
rede, „kon gemakkelijk geopend worden door
den eersten den besten handigen inbreker.
Enneuw huisgenooten, meneer Heeringa,
waren allen in Baam?"
„Natuurlijk."
„Bent u erh'mheel zeker van, dat
geen hunner gisternacht uw villa heeft ver
laten?"
„Wat is dat voor een malle vraag?"
„Mal of niet, zij moet beantwoord worden,
meneer Heeringa. Wij moeten dé zaak van alle
kanten bekijken, begrijpt u, van alle kanten."
„Dat ben ik met u eens. Én zij die een alibi
hebben, vallen buiten verdenking. Dat is uw
gedachtengang nietwaar?"
.Precies."
„H'mdaar kan ik niets tegen inbrengen.
Ik was gisteren om even voor zessen in Baam;
wij dineerden om zeven uur, mijn dochter
Annie, haar verloofde, de heer van Dorsten
en mijn zoon Jan. Na het eten trok ik mij
terug in mijn eigen kamer, dat is zoo mijn ge
woonte. Annie hoorde ik wat pianospelen, om
negen uur ongeveer, nam van Dorsten af
scheid. Mijn zoon, die kwajongen, had ik in
middels hooren weggaan. Zelf was ik niet erg
lekker ik was bar vermoeid ik ging wat
later op den divan liggen, en sukkelde in
slaap. Om half twaalf werk ik wakker, nam
een paar aspirines en ging naar bed.
„Uw dochter had zich inmiddels ook terug
getrokken?"
„Natuurlijk".
De detective glimlachte, en dacht er het
8M yw.
„En uw zoon Jan?"
„Dien zal ik onderhanden nemen. Kaart
spelen, zijn tijd verdoen en whisky-soda drin
ken, dat is al wat hij kan. Hij loopt ook een
tooneelspeelster achterna. Van dien jongen
heb ik weinig plezier."
„Hoe heet de dame?"
„Ida Basquette. Ze kost hem een hoop geld,
maar als hij niet naar goede woorden wil
luisteren, zullen we hem anders moeten aan
pakken."
„H'mIda Basquette. Ze is eigenlijk geen
tooneelspeelster, maar een soubrette. Zingt
liedjes in revues. Ik ken haar. Niet veel stem,
en in 't geheel geen artiste. Maar ze is mooi,
al is ze niet jong meer."
„En vermoedelijk gevaarlijk, meneer Ray?"
„Kan wel zijn. En wanneer zag u uw zoon
weer?"
„Dat wilde ik u juist zeggen. Hij kwam vóór
twaalven thuis, tegen meneer's gewoonte
„Wat zegt u? Vóór twaalven thuis??!!"
„Ja, u bent nu net zoo verbaasd als ik gis
terenavond. Ik was te moe om hem een en
ander aan zijn verstand te brengen op dat
uur."
„Heeft u uw zoon gezièn, gisteravond voor
twaalf uur?"
„Neen, maar ik hoorde zijn stem".
Middernacht zei niets, maar van twee din
gen was hij zeker, de bankier vertelde hem
een leugen, of de jonge Heeringa kon toove-
ren. Om kwart voor twaalf op de Keizers
gracht, en vóór twaalf in Baam: dat was een
prestatie waartoe geen enkele auto op den
Muiderstraatweg met zijn bochten en bruggen
in staat was. Maar na eenig nadenken kwam
de detective tot de conclusie, dat de slaperige
bankier, zich een uur op zijn horloge verkeken
had, of dat hij de stem van een ander voor die
van zijn zoon had gehouden.
„Waar is uw zoon op het oogenblik?"
„Ik kan het u niet precies zeggen. Toen ik
van huis ging, sliep hij nog. De jongen is be
dorven, dat geef ik toij. Hij zal wel wat in den
omtrek zijn gaan rijden met zijn w»gen. Dat
doet ka wel meer na het ontbijt"
„Ik zou hem graag een paar vragen willen
stellen."
„Wat zou hij u kunnen vertellen?"
„Wie zal het zeggen? Hij kende in ieder ge
val al de eigenaardigheden van den ouden
Hendrik."
„Dat wel. Maar och
Op dit oogenblik klonken in de gang stem
men.
„Daar is die aap van een jongen!" riep de
bankier. „En als ik het wel heb, heeft hij zijn
zuster bij zich."
Hij liep naar de deur, en ging de jongelui
tegemoet.
„Wat is er gebeurd, vader?" hoorden Midder
nacht en de inspecteur een hooge stem vra
gen. „In een ochtendkrant staan onder het
laatste nieuws een paar regels dat Hendrik
vermoord is, en dat uw brandkast is leegge
haald. Ik reed onmiddellijk met Annie hier
naar toe. Ik was laat op, en Annie ook, ziet
u
Vader, zoon en dochter kwamen naar de
kamer waar de detective zich bevond.
„Meneer Ray, mag ik u even voorstellen,
mijn dochter Annie, mijn zoon Jan
De detective wist niet of hij waakte of
droomde. Hij staarde het tweetal aan alsof
hij geestverschijningen zag, hij boog beleefd,
zocht naar woorden, en stamelde:
„Uw zoonuw dochter
Middernacht's verbouwereerdheid was maar
al te begrijpelijk: de jonge man dien hij voor
zich zag, was niet dezelfde dien hij den vorigen
nacht had gesproken, en het meisje was een
geheel ander dan dat hij in de auto had ge
holpende moord op Hendrik Bosman
bleek den detective een gecompliceerder geval
dan hij oorspronkelijk had vermoed.
„Wenseht u hen nog vragen te stellen?"
vroeg de heer Heeringa, en weer kwam het
Middernacht voor alsof hij een spottenden
toon hoorde in de stem van den bankier.
„Dank u, voor het oogenblik niet, maar later
hoop ik de eer te hebben. Later, begrijpt u,
later
En het gezelschap kortaf den rug toe
draaiend; wandelde hij het huis uit.
VIJFDE HOOFDSTUK.
Een arrestatie.
Middernacht had al voor heel wat verras
singen gestaan in zijn leven, maar ditmaal
scheen hij nergens meer houvast aan te heb
ben. Als de jonge man en de jonge dame, die
hij den vorigen nacht ontmoet had, niet de
kinderen waren van den bankier, wie waren
ze dan wèl? En wat wisten zij van den moord
op den ouden man? Welke rol speelde de ban
kier zelf; had hij alles verteld wat hij wist of
precies wat hij kwijt wilde zijn? De detec
tive vermoedde het laatste. Zijn instinct zei
hem dat de heer Heeringa wel meer kon ver
tellen, als hem dat in zijn kraam te pas kwam,
en zijn spontaan bezoek aan Middernacht kon
zeer wel een maatregel zijn, die niet anders
ten doel had dan zijn motieven te bedekken.
Dan was er .de beruchte inbreker, Dolle Bult,
die den nacht in de buurt had gezworven en
die de detective had er zijn leven onder
durven verwedden meer van de zaak af
wist. Dit alles overdacht de speurhond, terwijl
hij langzaam over de gracht liep, en de feiten
waaraan hij zich te houden had, groepeerde en
aan elkander toetste zonder dat hij er veel
verder mee kwam.
Eén troefkaart echter zij het een kleine
hield de detective in handen: hij had Dolle
Bult gezien, doch deze hem niet, zoodat de in
breker misschien de noodige voorzichtigheid
uit het oog zou verliezenwie zich veilig waant,
is roekeloos, een omstandigheid die al menig
misdadiger achter de tralies heeft geholpen.
Maar de detective onderschatte Dolle Bult's
geslepenheid. De man scheen als van de aarde
weggevaagd, en de volgende dagen zwierf
Middernacht tevergeefs in vermomming door
de Zeedijkbuurt, in de danshuizen, kroegjes en
tingeltangels die_ daar bij dozijnen te vinden
zijn, om een spoor van den inbreker te ont
dekken. Den derden dag echter, kreeg hij een
inlichting omtrent de verblijfplaats van den
Dolle; een vrouw, Alie Patsie noemde men
haar fluisterde den detective in het oor wat hij
weten wilde en yan geen enkelen jongen yan
de vlakte uit donker Amsterdam, te weten had
kunnen komen, met welk een onschuldig ge
zicht en onder welk voorwendsel ook, hij zijn
voelhorens had uitgestoken.
„Bedrogen in de liefde?" vroeg Middernacht.
„Het zijn jouw zaken niet, wat ik tegen hem
heb." gaf de vroouw ten antword en de detec
tive keerde haar schouderophalend den rug
toe.
Drie uur later, het was op een Donderdag
avond, even over twaalven, stond Middernacht
voor een smal oud huis op den Achterburgwal.
Eeuwen geleden hadden hier gegoede kooplui
gev/oond. die hun schepen uitzonden over de
verre zeeën, later was er een haringpakhuis in
het perceel gevestigd geweest, maar het smal
le, vervallen huis was later om zijn bouwval
ligheid, er.bewoonbaar verklaard, en somber
en verlaten stond het daar op den Burgwal, als
een eenzelvige ruïne in dat stadsdeel, waar de
zonde altijd herberg kan vinden.
Als een schim gleed de detective de stoep op,
en onderzocht het slot van de deur. „Een
stevig slot en een stevige deur voor een onbe
woonbaar huis", mompelde hij. „Maar wat
moet dat ruitje daar?"
Middenin de zware deur was een vierkant
ruitje aangebracht, waarschijnlijk in de dagen
toen er een nachthuis gevestigd was, waar men
zoo maar niet voor iedereen opendeed.
Nu kon dat ruitje opnieuw dienst doen, maar
ditmaal voor een verdediger van wet en orde:
Middernacht, die een ruitensnijder uit zijn zak
haalde en met zoo weinig mogelijk ruchtbaar
heid vier krassen op het glas gaf. Vervolgens
haalde hij een breede reep pleister te voor
schijn, bevestigde die op den vierkanten kras
en drukte de ruit, die aan het pleister bleef
hangen, zorgvuldig en bijna geruischloos. in,
(Wordt y
De nieuwe electrische verbinding Rotterdam-DordrecKl werd Maandag officieel ingebruik De beroemde Hongaarsche filmkomiek Szóka
gesteld. De aankomst te Dordrecht van den nieuwen electrischen trein. - Bij den kop van Szakall is Maandag te Rotterdam gearri-
den trein: de burgemeester van Dordrecht, de heer P L. de Gaaij Fortman en de directeur veerd. - Op weg van het station naar d«
der Nederlandsche Spoorwegen ir. E. C. W. van Dijk Doelen
Koning George van Engeland tijdens een ochtendrit, welke hij gedurende de laatste mooie lentedagen in Hyde Park
te Londen maakte
Mr. A E baron van Voorst tot Voorst, commissaris der
Koningin in Overijssel bracht Maandag een bezoek aan
de nieuwe los- en laadplaats van het Twente-Rijnkanaal
te Markelo, die tevens officieel in gebruik werd gesteld
Na den Dieseltrein de Dieseltram. Op het traject Venlo Nijmegen is de nieuwe Dieseltram op proef gesteld In
tegenwoordigheid van verschillende autoriteiten. De omgebouwde machine
Schilperoort, die den tocht per waterfiets
over het Kanaal ondernam, is van plan
binnenkort dit traject af te leggen met
eenledig wijnvat
Met de nieuwe zgn. „Rukschaats"
werd Maandag te Amsterdam een
demonstratie gehouden. Deze
schaats is voorzien van speciale
rolletjes, zoodat men hiermede
over tramrails, keien enz. kan rijden
De opening der nieuwe haven van Harderwijk door minister Kalft. - Een overzicht tijden»
het doorvaren van het lint. Op den achtergrond de haven