I DE VROUW IN DE XXe EEUW. KWALLEN IN ZEE. kei^elieTmen Een voorbereiding, welke vrucht draagt. We lezen in een vrouwenrubriek de vraag van een handschoentje, dat naar Indië moest vertrekken, in welk toilet zij naar het stad huis zou gaan? Even schrijnde het bij de her innering aan tal van bruidjes, die we fleurig zagen vertrekken, na vroolijke bruidsdagen, en die na enkele jaren terugkeerden, ge scheiden, gedesillusionneerd, moe en verbit terd. Aan wie de schuld? Alleen aan den man, die in het verre land genoeg kreeg van de snel verouderde levenskameraad? Of aan haar, die hem verveelde met haar klachten, die zich niet wist aan te passen aan de nieu we omgeving, die zich eenzaam voelde, ver van haar geboorteland, en „griezelde" van die stille bruine bedienden, die om haar heen slopen en haar niet wilden begrijpen, als zij zich in gebrekkig Maleisch uitdrukte? Of aan hen, die haar niet waarschuwden, dat de laatste weken vóór het vertrek, bespiegelin gen over het bruidstoilet hoe interessant ook niet de beste voorbereiding zijn voor haar, die zich gaat begeven naar een volko men andere omgeving, met een haar geheel vreemde bevolking met andere zeden, welker taal zij niet verstaat. Er zijn gelukkige naturen, die er door rol len. Er zijn er andere, die de carrière van haar man hebben gebroken, omdat zij ginder niet konden aarden, en hij haar te lief had om haar te zien kwijnen, dus het waagde naar Holland terug te keeren op goed geluk! Tegenwoordig is het heelemaal niet eenvou dig van werkkring te verwisselen. Hij moet blij zijn, als hij in Indië kan worden gehand haafd en zij heeft veel meer moeite dan voor heen, om met het sterk verminderde inko men rond te komen. Wat helpt een goede ge zondheid als zij op éen buitenpost goede ge neeskundige hulp mist en zich niet kan red den? Wat helpen goede voornemens, als zij geen raad weet met moeilijkheden, welke zij nooit had voorzien, terwijl er niemand nabij is, die haar kan voorlichten. Voorbereiding is het, die de vrouw of het meisje, dat naar Indië gaat, noodig heeft, om met kennis van zaken haar taak te aanvaar den en daar een steun voor haar man te zijn, ook al moet zij bezuinigen, al zijn er telkens nieuwe bezwaren. Die voorbereiding geeft de Koloniale School voor Vrouwen en Meisjes in Den Haag op voortreffelijke wijze. We weten het van haar, die de school dankbaar zijn, voor wat ze haar bood, we weten het, omdat we haar van de oprichting af hebben gevolgd en altijd, als we den drempel hebben betre den van de onaanzienlijke woning, Westeinde 46, getroffen werden door de gezelligheid bin nen, door wat er tot stand gebracht was met weinig middelen maar veel toewijding. Welk een prettige geest heerschte er. Hoe vroolijk was de toon tusschen leerlingen en leeraren. Zij klonk zoo jong en gezond de schets der volwassenen, en als het uur van scheiden kwam, sloeg zij zoo natuurlijk over in dien van ernst, bewezen de leerlingen zoo eerlijk door woord of zelf gemaakte voordracht, hoe de school haar had doordrongen van haar verantwoordelijkheidsgevoel, en haar tegelij kertijd meer vertrouwen had geschonken in de onbekende toekomst, omdat zij zich uitge rust wisten met de beste wapenen om den levensstrijd tegemoet te gaan en al tevoren 't terrein hadden verkend, iets dichter waren komen te staan tot het nieuwe vaderland. Altijd weer bekoorde de afscheidspeech van de presidente, mevrouw Ros, die haar tracht te in te prenten, dat haar levenshouding van invloed zou zijn op het geluk van haar gezin, maar ook op de toekomst van Indië, op de verhouding tusschen inlanders en Europea nen. En als de meest begaafde leerlingen, leder op eigen wijze, namens allen dankten, werden we altijd weer ontroerd door wat er niet werd gezegd, maar was te voelen, wat er lag in deze sfeer van waardeering en begrij pen. Het zijn moedercursussen geweest, die steeds de kern hebben gevormd van het on derwijs, zooals zij ook de aanleiding werden tot de oprichting. Zr. Hellemans, de eerste directrice, zoowel als de tegenwoordige leid ster hebben wel begrepen, dat het moeder gevoel de jonge vrouw moet beschermen te gen alle zwakheid en dat zij daarom niet en kel moet worden ingewijd in het fysieke moe derschap en de eischen, welke dit stelt, maar ook in het geestelijk moederschap. Zoo leer den de bezoeksters van de school niet enkel de kleertjes voor de baby maken, niet enkel hoe deze te behandelen bij ziekte of hoe zich in den tijd van verwachting gezond te hou den, maar ook hoe zij psychisch de beste moeder konden worden, hoe de offers, welke het kind van haar zou eischen, haar zouden worden beloond door de moedervreugde bij de ontwikkeling van het jonge leven. Het bestuur heeft verder met practischen blik bij de vaststelling van het programma, waarbij gewoekerd moest worden met de uren, een keuze gedaan, uit datgene, wat on misbaar was. Naast de kennis van taal en volkenkunde, is er de eerste hulp bij onge lukken, het maken van eigen kleeding, het bereiden van den maaltijd, de zorg voer plant en dier. En het onderwijzend personeel ver stond de kunst de lessen nuttig en aantrek kelijk te maken en rekening te houden met de behoeften van Indië, waar de meesten zelf ervaring opdeden gedurende vele jaren. Geen twijfel of de school voldeed, maar wel twijfel, of zij zal kunnen voortbestaan. De bezuiniging speelt ook haat parten. Vermin dering van subsidies inkrimping van het leer lingental. Misplaatste beuizioiging bij de be langhebbenden die niet voldoende begrijpen, dat juist nu, nu de jonge vrouw in Indië veel minder hulp heeft dan vroeger, veel zuiniger moet leven, zij beter haar taak moet ver staan, om geen geld te verspillen. Het geld, dat zij hier uitgeeft, brengt rijkelijk zijn rente op. Er worden minder employés van maatschappijen uitgezonden dan voeger, maar er gaan nog ambtenaren en officieren. De vrouwtjes van dezen zullen goed doen voor haar vertrek geheel of gedeeltelijk de school te bezoeken, haar verwanten moeten 't haar raden, haar man moet als hij vooruit gaat, haar schrijven, dat zij niet onvoorbe reid de nieuwe plichten moet aanvaarden. Het bestuur der school doet alles, om te voorzien in de moeilijke tijdsomstandigheden Zij laat uit de vakken kiezen door haar, die den geheelen cursus niet kunnen volgen, om in haar behoeften tegemoet te komen. Al zit het op zware lasten, het wil beproeven de school vol te houden, die een nationaal be lang is. Maar de uitgaven blijven belangrijk, al hebben ook de leeraren en leeraressen zich terwille van de goede zaak prachtige offers getroost. Het is te hopen, dat men meer al gemeen het belang van de inrichting zal waardeeren, dat deze nog meer bekendheid krijgt in eigen land en in Indië om haar werk te kunnen voortzetten met meer leer lingen en financieel beter uitgerust. EMMY J. B. (Adv. Ingez. Med.) ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. SPECIALE AANBIEDING De volgende patronen zijn als „speciale aanbieding" te verkrijgen tegen den prijs van 38 ets. per stuk in één maat en wel deze: bovenwijdte: 102 c.M. taillewijdte: 82 c.M. heupwijdte: 107 c.M. No. 251: aardig zomerjurkje van bedrukte katoen of mousseline. Het mouwtje is een vleugelmouwtje, dat bijzonder gracieus valt. Benoodigd materiaal: 5 Meter van 90 c.M. breed en 10 c.M. voor het effen vestje. No. 260: leuk zomerjaponnetje van genopte zijde, Lief, eenvoudig modelletje. Benoodigd materiaal: 5 Meter van 90 c.M. breed. Beide patronen zijn dus in de boven ver melde maat tegen den prijs van 38' ets. per stuk te verkrijgen bij de ,,Afdeeling Knippa tronen" van de Uitgevers-Maatschappij „De Mijlpaal", postbox 175 te Amsterdam. Toezending zal geschie^n na ontvangst van het bedrag, dat kan worden voldaan in postzegels, per postwissel of wel per post-giro 41632. Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht duidelijk het nummer van het verlangde pa troon te vermelden. Gelieve verder naam en adres volledig op te geven. Men voorkomt daardoor onnoodige vertraging In de opsturing. DESSOUS. Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat het de trots was van iedere vrouw veel on dergoed te hebben. Die tijden zijn voorbij; daarvoor wisselt de mode te snel. Ja, ook de dessous-mode is veranderlijk! Want het goed vallen van een japon, hangt in de eerste plaats af van de snit van het ondergoed. Onze afbeelding toont U dit moderne on dergoed. Het meest gebruikte materiaal is batist, tricot en crêpe de chine, gegarneerd met kant en entre-deux. De modelletjes zijn zeer eenvoudig, het hemdje heeft kleine naad jes in de taille, om het den gewenschten aan gesloten vorm te doen krijgen. Het broekje heeft wijde pijpjes en wordt aan de zijkanten met een knoop gesloten. Ook de onderjurk is getailleerd. En dan komt de nieuwe gunste linge van Madame Mode: het nachthemd. Zóó lang verdrongen door de pyjama herneemt 't nu fier zijn plaats in onze garderobe. Het is heel gracieus en vrouwelijk: met wijde pof mouwtjes, kanten pas en een grooten strik. Rest nog de peignoir. Kleinere tengere fi guurtjes kunnen zonder zorg gebloemd mate riaal kiezen; zij, die zich niet in het bezit van een filmster-figuurtje kunnen verheugen, doen beter effen te nemen. Vergeet vooral niet, er zakken op te maken. Want die zijn onmis baar. MOEDELOOS. Het is misschien wel de grootste ellende van dezen tijd, dat je zooveel menschen moede loos ziet worden. Moedeloos over eigen leven, moedeloos over de toekomst van de wereld. ,Het duurt geen jaar meer of we hebben oorlog". Dagelijks kun je dat hooren beweren. En dikwijls met de opmerking er bij, dat oorlog ook niet uitblijven kan, want dat de toestand zoo toch onhoudbaar is. Of de toestand beter zal worden door een oorlog, vraag je. Nee, zeker wel niet, er is geen mensch in staat je de zege ningen van een oorlog te noemen, maar. ,zoo kan het ook niet langer". Het wordt wel steeds duidelijker dat niet moed, maar juist moedeloosheid tot een oorlog leidt. Het zijn zij die met hun eigen leven geen raad meer weten die het eerst naar de wape nen zullen grijpen. Om maar iets te „doen". Daar zijn de millioenen werkloozen, daar zijn allen die in dezen tijd in het leven teleurge steld zijn. Een leger van moedeloozen. En als je het aanziet en aanhoort, dan heb je zelf ook dikwijls werk niet moedeloos te worden. De mentaliteit van de tegenwoordige wereld kan niemand optimistisch stemmen. Kun je nog gelooven aan vooruitgang, aan evolutie van den mensch? Alles lijkt integendeel terug te loopen En tóch Daar zijn gelukkig nog altijd menschen die „en tóch" kunnen zeggen. En bij hen willen wij ook behooren. Ondanks alle zichtbare, tast bare tegenspraak gelooven we dat er iets in den mensch leeft dat hem vatbaar maakt voor het schoone en goede, dat hem doet verlangen en liefhebben. Wij weten dat het in ons zelf leeft, het leeft ook bij anderen al lijkt het soms dood. Maar het is niet dood, het slaapt alleen. En als we dat gelooven, dan zijn er nog veel oogenblikken waarin we moedeloos zijn. Wat kunnen we doen om iets van dat geloof zoo al niet tot werkelijkheid te brengen dan toch al is het maar nog zoo weinig te doen blij ken? En wat we kunnen doen misschien vinden we daar nog wel een antwoord op. Maar wat we doèn Daar is ons werk dat ons den heelen dag in beslag neemt. Of we in huis of buitenshuis werken het werk vraagt onze aandacht. En dan is het dat je soms denkt: waartoe en waarvoor. Daar moet een huishouding bestierd worden van steeds minder geld, daar worden kinderen opgevoed voor wie je geen toekomst ziet, je werkt op een kantoor dat met den dag slechter gaat, je moet rekenen, piekeren over dingen die er zoo heelemaal niets toe doen, niets te maken hebben met dat goede en schoone. Je komt dagelijks met ontelbare men schen in aanraking en je laat ze van je weg gaan zooals ze gekomen zijn. Je gelooft diep- in wel in een betere wereld, maar wat doe je om die wereld een stapje nader bij te brengen? Je kan moedeloos worden over je eigen nutte loosheid en slapheid. Maar laten we dan ook eens bedenken hoe veel kracht er uitgaat van de menschen die nog niet moedeloos zijn. Wat doen die men schen voor ons? Misschien wel niets. Maar ze „zijn" er. En alleen hun aanwezigheid al geeft ons nieuwe hoop. Een blijmoedig mensch en een moedeloos menschWat een verschil! Hoe anders werken ze op hun omgeving, on verschillig of die omgeving een huiskamer, een schoollokaal of kantoor is. Wij helpen de wereld wel degelijk als we blijven gelooven in het goede en het schoone en we moeten niet moedeloos worden al is het soms of wij alleen staan en of niemand naar ons zou willen luis teren. Zelfs al luistert men niet dan nog kan er van blijmoedigheid zooveel uitgaan. BEP OTTEN. ouw De zwemliefhebbers kijken bedenkelijk naai den windwijzer in de buurt: Oostenwind landwind. Allemaal hebben we naar de warmte ver langd, ze is met vreugde ingehaald, eindelijk is het dan toch zomer, de strand-attributen worden voor den dag gezocht, en we droo- men van zee- en zonnebad als van een vol maakt genot. Totdat na een of twee dagen van heerlijk- warme oostenwind de vijanden van alle ba ders en zwemmers in zee: de kwallen, ver schijnen. Wie weieens een of meer aanrakingen met kwallen heeft gehad, weet dat dit net een gevoel geeft als een meervoudig contact met brandnetels: de huid wordt vuurrood, steekt en jeukt tegelijk, en hoewel dit zeer onaan gename gevoel niet lang duurt, kunnen toch veel van die plekken een allerellendigst ge voel van ongesteldheid teweegbrengen. Zoo ontmoette ik eens een al te groot bad-enthou- siast, die op een middag dat kwallen aan de kust waren, uren achtereen dan in, dan uit het water was geweest. Tenslotte was zijn huid bezaaid met al die roode stekende en jeuken de plekken, en voelde hij zich heel wat on aangenamer dan een ander die den heelen dag in de warmte hard had gezwoegd. We weten dus wel, dat er kwallen zijn, maar het is zoo warm op het land, en de zee lokt zoo spiegelplad tot zwemmen, dat we er het beste van hopen en er op af tijgen. Aan de badinrichting wordt al dadelijk ver teld: het zijn witte kwallen, en die doen niets, de blauwe, dat zijn degenen die pijn en jeuk veroorzaken. Nu ja, denken we, dat zeggen ze hier na tuurlijk maar, omdat er anders niemand zou komen. De zee is ermee bezaaid, en voor zoover ze niet zoo nu en dan met hun weeke zachtheid langs ons strijken, verbeelden wij het ons in ieder geval toch, dat dit gebeurt, en ieder oogenblik gaan we even opzij om er een „door te laten". Intusschen moeten we erkennen, dat de wonderlijke gedaanten er allerprachtigst uit zien; ze zijn glashelder en vertoonen een vol komen symmetrisch inwendig, dat we met eenige huivering bewonderen. Ook de badman in het schuitje heeft het over een verschil tusschen de groote witte, die niets doen, en de kleine blauwe kwallen, die zulke venijnige verdedigingsmiddelen heb ben tegen iedere aanraking. Maar al willen wij dan toch gezwommen hebben, nu we een maal de tocht naar het strand hebben onder nomen, en wij niet doen zooals een echtpaar dat met de voeten in het water staat, de kwallen ontdekt, en vol afgrijzen rechtsom keert maakt toch zijn we niet geneigd de beleefdheden als: „gaat u vóóral voor" tegen de kwallen lang vol te houden. En wij ver beelden ons dat iedere slag in het koele wa ter een aanraking met zoon glibberig geval beteekent. We gaan er dus al spoedig uit, en voelen ons toch wel heerlijk opgefrischt, welk gevoel we ondankbaar beloonen door nog een kwallen- nabetrachting te houden. Totdat en ziehier nu het onlogische der menschelijke natuur onze buurman, die ook gezwommen heeft, ons bevestigt, dat de bad man geen propaganda-verhaallje vertelde toen hij beweerde dat witte kwallen onschade lijk zijn, want het is zoo. En dit gelooven we dadelijk, vooral als het erbij voegt, dat hij een der wonderlijke zee bewoners heeft opge pakt, en daarmee zijn vertrouwen beves tigd zag. Al meermalen is er geschreven over de prac- tische kennis die de badlui aan onze kust van de zee en haar eigenaardigheden hebben, en wij zijn toch nog maar al te vaak geneigd, er niet voldoende rekening mee te houden. Een onbelangrijk verschijnsel als kwallen-bij-Oos. tenwind was hiervoor de aanleiding, maar wanneer er levens op het spel staan door on voorzichtigheid of wat dan ook, denk dan aan dit verhaal over kwallen, en volg stipt de aanwijzingen van den badman, die weet wat hij zegt. E. E. J.P. DE HUISAPOTHEEK. Als alle leden van het gezin zich in een goede gezondheid verheugen, wordt dat meest al als iets vanzelfsprekends beschouwd en niemand denkt er over na dat dit alles wel eens plotseling heel anders kon worden. Ge beurt er dan een kleiner of grooter ongeluk, dan is men radeloos. In ieder huis behoort een huis-apotheek te. zijn, die doelmatig is ingericht. Het principe, waarop alles berust, moet zijn: pijnlijke rein heid, orde en o'verzichtelij kheid. dadelijk weggooien, daar de medicijnen door 't staan meestal onbruikbaar worden. Pillen, druppels e.d. blijven veel langer goed. Voor hoofdpijn houdt men ook een middeltje, hetzij aspirine of poeders bij de hand. Deze midde len moeten, goed gesloten, bewaard worden. Ook thee behoort in de huis-apotheek. Vlier thee voor een zweetkuur om een beginnende verkoudheid in de kiem te smoren. Ook rici nus-olie of een ander laxeermiddel behoort een plaatsje te hebben in de apotheek. Ten slotte zorgt men er voor, dat er watten is, schoone, oude handdoeken of lakens en een stuk batist voor compressen. L£l! Vtl-TT T f Sla van tomaten en komkommers (5 per sonen). 4 mooie stevige tomaten, 1 komkom mer, 1 ui, 1 eetlepel fijngehakte peterselie, wat peper en zout, 5 eetlepels slaolie, 3 eetlepels azijn. Wasch de tomaten en snijd ze in dunne plakjes; schil de komkommer en snijd hem ook in dunne plakjes; hak de ui zeer fijn. Leg laagsgewijs in een slabak de plakjes tomaat en komkommer, strooi over elke laag wat fijn gehakte peterselie en ui, en wat peper en zout. Klop de olie met de azijn tot een samenhan gende massa, giet ze over de groente, laat de sla 2 uur op een koele plaats staan en dien ze dan voor. Rijstpudding met aardbeien (4 personen): 1 Liter melk, 11/2 ons rijst, 1/2 stokje vanihe, 80 gr. suiker, 1/2 pond aardbeien, 2 1/2 d.L. wa ter, 2 1/2 lepel suiker. Wasch de rijst, strooi ze in de kokende melk, voeg het stukje vanille toe en een wei nig zout, en laat de rijst gaar worden (1,1/2 uur). Verwijder de vanille en vul een met koud water omgespoelde rijstrand (of andere puddingvorm) net de puddingmassa. Laat de pudding bekoelen en maak intusschen de aardbeiencompöte. Breng hiervoor het water met de suiker aan de kook, voeg de gewas- schen aardbeien toe en neem de pan van het vuur, zoodra de massa weer aan de kook is ge komen .Stort de pudding op een glazen scho tel en vul het midden met de koude aard beiencompöte. C. F. ENGELSCHE MODE. Wie geen behoorlijk kastje heeft, kan voor dit doel ook een goed schoongemaakte schuif lade inrichten. Van groot belang ls 't echter, dat er alleen maar medische gebruiksvoor werpen in komen en niet anders. Eerst zorgt men voor goede verbandmiddelen voor won den en ongelukjes. Dat is verbandlinnen in verschillende breedten, een pakje steriel ver bandgaas; bovendien een pincet en een schaar die echter voor niets anders gebruikt mogen worden. Ook brandwindsels moeten altijd voorradig zijn. Dadelijk na het ongeluk moe ten ze om de betreffende brandplek gebonden worden, zonder dat men er eerst vet of iets anders op gesmeerd heeft. Deze speciale brand verbanden zijn verzachtend en snel genezend. De apothekersfleschjes moeten voorzien zijn van een etiket, waarop duidelijk de inhoud vermeld staat. Door verkeerde opschriften is al veel onheil gesticht. Voor het aanstippen van kleine wondjes of schrammetjes moet men jodiumtinctuur. azijnzure potaarde of waterstofsuperoxyde in huis hebben. Flesschen met restjes moet men Dat er een Engelsche heerenmode bestaat, die op het gebied van mannenkleeding even toonaangevend is als de Fransche op het ge bied van dameskleeding, weet iedereen. Maar niet iedereen weet, dat er ook een Engelsche damesmode bestaat, en dat er Engelsche mode ontwerpers zijn. die in Engeland een heele re putatie genieten, maar wier modellen buiten de Engelsche grenzen niet veel bekendheid plegen te krijgen. Die Engelsche mode-ont werpers hebben in den laatsten tijd onder tal van historische invloeden gestaan: de beken de Engelsche film „The private Life of Henry VIII" met Charles Laughton in de hoofdrol, heet bijvoorbeeld de hoedenmode ernstig te hebben beïnvloed en heeft in allen gevalle in Engeland een geweldige voorliefde voor haar- versiersels bij het avondtoilet teweeg ge bracht. Iedereen droeg in den afgeloopen winter in Engeland de „halo" oftewel „stra lenkrans" bij de avondjaponnen: op alle mo gelijke wijzen versierde bandeau's, die soms bijna het model van kroontjes kregen, en die rond het hoofd, maar heel ver achterover werden gedragen. Die mode is dus nu niet nieuw meer, en de Engelsche ontwerpers hebben hun inspiratie elders gezocht en gevonden. Het nieuwe boek Anthony Adverse" door Hervey Allen, dat dit voorjaar uitkwam en ongelooflijk succes had, voorzag hen van de noodige nieuwe ideeën: het speelt in het laatst van de achttiende eeuw, en gedeeltelijk in Spanje, gedeeltelijk in een groot aantal verschillende andere oor den van de wereld, en is inderdaad zoo kleur rijk, zoo levendig geschreven, dat het in elk mensch wel dingen in beweging brengen moet. „Anthony Adverse" kwam. zag en over won; het overwon ook de Engelsche mode ontwerpers, en op het oogenblik zijn in Engeland „Anthony Adverse"-hoeden het laatste en het nieuwste. Kleine, iets schuin staande hoedjes met een smallen, aan beide zijden opgeslagen rand en een stijven, vrij lagen bol. Of de schrijver ooit gedacht heeft, dat hij zelfs de damesmode zou beinvloeden met zijn boek? W. T.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 8