VROUW
W
(CeukencekeTmeTi
MODETIPS.
ELEGANTE MIDDAG JAPONNEN.
Ze zijn heel lang. de middagjaponnen voor
het zomerseizoen; reiken bijna tot op den-
grond. Het materiaal is organdie, taftzïjde,
gebloemde crêpe de chine, e.d. Om de heupen
zijn ze nauw aangesloten om dan wijdklok-
kend uit te loopen.
Vooral de ruches aan den zoom zijn zeer
modern. Bij deze middagtoiletjes groote hoe
den met soepele slappe randen, die naar vo
ren in het gezicht getrokken worden.
Onze afbeelding toont u een paar zeer ele
gante modellen. De linksehe japon is van or
gandie; van voren hoog gesloten. De eenige
garneering bestaan uit een toefje bloempjes
op den linker schouder.
Het model rechts van geruite taftzijde, is
van een geraffineerde eenvoud.
OM ZELF TE MAKEN!
EEN PELERINE.
Voor het vervaardigen van onderstaand
pelerinnetje, dat al naar gelang het mate
riaal, geschikt is om op een avondjurk zoowel
op al een badpak gedragen te worden, heb
ben we 1,25 Meter stof noodig.
Het beste is, als men materiaal kiest, -dat
weinig verschil toont in rechte of verkeerde
zijde.
Wil men een cape'tje voor een avondjurk
maken, dan is satijn de aangewezen stof;
daar men van dit materiaal zoowel den
glanzenden als den doffen kant kan gebrui
ken.
We knippen nu hiervan een halven cirkel,
van 1,25 Meter lengte en een breedte van
60 centimeter. Dan knippen we een split
van47 c.M. terwijl de overige 13 c.M. dicht
blijven.
't Beste is om 't pellerinnetje niet af te zoo
men; maar om het om te laten festonneeren.
Is men hiermee klaar, dan slaat men de lap
om. op de wijze, zooals dat op de illustratie is
afgebeeld. Klaar is dit origineele pelerinne'tje.
Bij het dragen kunt u het vast steken met
een clip.
Op het badpak dragen we een clip, m den
yorm van een "ker, terwijl men op een
avondjurk één van geslepen glas of iets der
gelijks draagt.
U zult eens zien hoe dit grappige dingetje
zal voldoen en met hoe weinig moeite en kos
ten u het vervaardigen kunt.
Waarom zijn er eigenlijk zooveel kleine din
gen uit het dagelijksch leven waarover we
„met goed fatsoen" niet praten kunnen?
Een kleine jongen vertelt me van allerlei
intimiteiten over zijn eigen leven en dat van
zijn huisgenooten. Ee het is heel komisch. Je
weet zeker, dat de ouders van dat jongetje
je deze dingen nooit verteld zouden hebben,
omdat nu ja, omdat je dat eenvoudig niet
doet.
't Is waar heel belangrijk is het niet. En
het komt meest hier op neer, dat moeder 't
een of ander te duur vindt of dat vader het
wel gekocht heeft, maar nog niet betaald.
Verder mededeelingen over 't aantal kleeren
van moeder en het aantal boterhammen dat
vader pleegt te eten.
Eigenlijk heel gewoon, dat groote menschen
niet over die kleinigheden spreken. Maar ik
ben er zeker van dat de ouders van het jonge
tje het geen kleinigheden zouden vinden als
ze hun zoontje aan het vertellen hoorden.
Zulke dingen houd je geheim. Dus zijn het
géén kleinigheden. Want daar maak je geen
geheimen van.
Het kind vertelt argeloos. Het denkt dat je
belang stelt in al zijn wederwaardigheden, in
vader en moeder. Wie zijn er meer belangrijk
dan juist vader en moeder! Het kind vertelt
ons zijn leventje, dat leventje is zijn wereld,
het kent niet anders. En zou het dan niet
interessant zijn over de wereld te vertellen?
Dat een ander zijn verhalen gek kan vinden,
dat een ander vader en moeder en hemzelf
bespotten kan, daar denkt het kind niet aan.
En dan de groote gebeurtenissen in het kin
derleven! „Ik ga morgen voor het eerst naar
school". „We gaan veertien dagen uit logee-
De wereld krijgt een ander aanzien, er
gebeurt iets. Kan iemand daar koud bij
blijven?
Het kleine kind vertelt, het groote vertelt
al minder en de volwassene zwijgt dikwijls
geheel. Want in den loop van den tijd heeft
hij ontdekt hoe het met de belangstelling van
andere, in zijn zaken werkelijk staat. Voor
de kleinigheden in zijn leven heeft de ander
geen interesse, voor de belangrijke gebeurte
nissen hoogstens nieuwsgierigheid. Er zijn
maar heel enkele goede vrienden die zijn leven
met hem mee-leven.
Alleen de heel eenvoudige zielen blijven
voortgaan hun leven in bijzonderheden aan
ons te vertellen. We vinden die eindelooze
„kletspraat" vervelend en toch schuilt er een
groot vertrouwen in, een vertrouwen in onze
onverdeelde belangstelling.
Naarmate wij ouder werden is onze wereld
grooter geworden en we weten dat onze kleine
belevenissen niet de moeite van het vertellen
waard zijn, ze zijn voor ons zelf niet eens be
langrijk meer, laat staan voor anderen. Het is
kleinzielig er over te praten.
Maar het is nog kleinzieliger ze expres te
verzwijgen. Een teeken van kleinzieligheid
aan beide kanten? Bij den verteller en bij den
toehoorder. De verteller of in dit geval
eigenlijk de niet-verteller houdt zich graag
groot en zal daarom als het zoo te pas komt
angstvallig zwijgen over kleine huiselijke
moeilijkheden. Kleinzielig maar ook omdat
hij weet, dat die moeilijkheden den toehoorder
aanleiding kunnen zijn tot kwaadspreken, spot
laatdunkendheid. Dus tot kleinzielig gedoe.
En zoo blijft het in een kringetje rond
draaien.
Conclusie?
Alsjeblieft niet, dat we elkander moeten ver
velen met gezanik over kleinigheden. Maar
wel, dat we zoo weinig vertrouwen in elkaar
stellen en blijkbaar künnen stellen. En ook,
dat we zelf nog altijd veel meer waarde hech
ten dan we zelf wel weten aan ingehamerde
fatsoensbegrippen en aan de onbetaalde
rekening van onze buren.
BEP, OTTEN.
NAAR EEN HOOCERE KLAS.
Zou er wel één gezin met schoolgaande kin
deren te vinden zijn, waar niet in dezen tijd
het overgaan of zitten-blijven een onderwerp
van gesprek uitmaakt?
Daar zijn de gelukkige gezinnen, waar het
geval niet aan twijfel onderhevig is: de kin
deren gaan vlot ieder jaar over naar een hoo-
gere klas. er valt dus weinig over te zeggen;
maar zeker heeft een der kinderen wel een
vriendje of vriendinnetje, die er slecht voor
staat, en het heele gezin leeft mee, ten eerste
met den leerling, maar de ouders ook alweer
met die andere ouders, die in spanning ver-
keeren: zal het dit jaar lukken, of niet!
Dan zijn er andere gezinnen waar het veel
moeizamer gaat met de overgang, waar de
ouders er zoo buitengewoon op gesteld zijn, dat
de kinderen worden bevorderd; wanneer dit
abnormale vormen gaat aannemen, kan het
gebeuren dat de kinderen met een nagetief
resultaat niet naar huis durven komen, op
straat blijven zwerven, en natuurlijk zelf niet
weten, waar dit tenslotte allemaal op uit moet
loopen.
Gelukkig komt dat niet vaak voorhet is een
gevolg van een strengheid, die niet in verhou
ding is tot het feit# waar het om gaat; boven
dien zal gelukkig niet ieder kind, dat zulke
strenge ouders heeft, over-conscientieus genoeg
zijn, om tot een dergelijke daad te komen uit
angst voor straf.
Sommige ouders zijn van het Paaschrapport
af al bezig verontschuldigingen te zoeken voor
het feit dat hun kinderen zeker en vast blij
ven zitten; zelfs een verkoudheid is voor hen
voldoende om te bedenken dat deze hun
schoolwerk slecht beïnvloedt, zoodat het feite
lijk hun schuld niet is, dat zij blijven zitten.
De meesten echter zijn hun eigen schooltijd
nog niet zóó vergeten, of zij oordeelen buiten
de kinderen om mild genoeg over een zitten-
blijver, terwijl zij tegenover den delinquent
zelf een zekere mate van strengheid voorwen
den, om het kind niet het gevoel te geven: het
kan vader en moeder niet schelen, waarvoor
zou ik me nu nog druk maken.
De kinderen reageeren echter evengoed ver
schillend op deze koortsachtige periode van
overgang als de ouders, en zoo kan het gebeu
ren, dat vader en moeder onverschilliger zijn
ten opzichte van de vorderingen en de over
gang der kinderen, dan deze zelf, misschien
ook wel noodgedwongen om het kind te rem
men in zijn al te groote eerzucht. Want een
kind, dat er komen w i 1, redeneert niet dat er
aan al het blokken ook eens een einde moet
komen, dat niemand het kan volhouden om
ononderbroken door te werken, en zeker niet
een mensch die in zijn groei is, het kind blokt
door, wanneer de ouders er niet op een zeker
oogenblik een stokje voor steken.
Maar ook dit komt net zoo min algemeen
voor, als het wegloopen om een slecht resul
taat: de meeste kinderen vinden het wel op
recht jammer dat zij moeten blijven zitten, zij
zijn er ook wel even van onder den indruk,
maar het leed is al gauw weer vergeten en dat
is maar goed ook, anders was die spanning
ieder jaar immers niet om vol te houden,
Stelt u eens voor, dat een volwassene minstens
elf jaar achter elkaar iederen zomer moest
overgaan naar een hoogere klasse, en dat
daarvan het wel en wee voor het komende j aar
afhing. Dat zou immers voor iemand die zijn
volle verantwoordelijkheid voelt, niet om vol
te houden zijn.
Gelukkig daarom maar, dat een kind die
verantwoordelijkheid niet kent, gemakkelijk
over de geleden nederlaag heenstapt, èn met
frisschen moed aan den nieuwen cursus be
gint.
Wat echter niet wegneemt, dat de ouders wis
en zeker tot plicht hebben, het verantwoorde
lijkheidsgevoel bij de kinderen aan te kwee
ken, zoodat zij bij het ouder worden steeds
meer gaan inzien, dat het voor een groot deel
van henzelf afhangt of zij slagen, eerst op
school, later in het leven. Want wanneer hun
dat als kinderen niet wordt bijgebracht, dan
zullen zij als volwassenen geen kans meer zien
om het zich eigen te maken.
E. E. J.—P.
Halve gedraaide (4 personen): ongeveer 3
ons overgebleven koud vleesch, 4 hardge
kookte eieren, 8 koude gekookte aardappelen,
2 tomaten, wat ingemaakte uitjes en augurk
jes, 2 lepels olie, 3 lepels azijn, wat soja of
Maggi-aroma.
Meng het fijngehakte vleesch, de fijnge
maakte aardappelen, 3 fijngewreven harde
eieren en een paar gehakte uitjes en augur
ken met de olie, de azijn en de soja tot een
samenhangende massa, desnoods nog wat
olie en azijn toevoegende, als de aangegeven
hoeveelheid vloeistof niet voldoende blijkt te
zijn.
Stapel het mengsel eenigszins kussenvor-
mig op een platte schotel en gebruik als rand
garneering afwisselend tomatenschijfjes en
partjes hardgekookt ei, als middenversiering
eenige waaiervormig ingesneden augurken en
tot openspringende roosjes gevormde uitjes,
Kruisbessentaart: 100 gr. bloem, 50 gr. bo
ter, een snuifje zout, 2 a 3 eetlepels water;
1 pond onrijpe kruisbessen, suiker naar
smaak, 1 d.L. slagroom, 1 lepel poedersuiker.
Snijd met twee mesjes de boter in de bloem
tot kleine stukjes, voeg er het zout en zoo
veel water bij dat de ingrediënten een droge
samenhangende massa vormen. Rol het deeg
op een met bloem bestoven aanrecht uit tot
een dunne lap, vouw deze op en rol hem nog
maals uit tot een ronde lap, die juist in de
platte taartvorm past. Besmeer de taartvorm
met boter, druk het deeg tegen de bodem en
de opstaande kant, snijd het randje ter
hoogte van de rand van de taartvorm bijLeg
een stukje vetvrij papier op het deeg en vul
de open ruimte aan met propjes papier, rau
we rijst of rauwe boonen. Bak de taart in een
heete oven ongeveer 20 minuten, neem hem
uit de vorm, verwijder de voorloopige vulling
(de rijst en boonen kunnen in een trommel
tje worden bewaard en later weer gebruikt),
en laat het gebak bekoelen. Zoek de kruis
bessen uit, ontdoe ze van kroontjes en steel
tjes, wasch ze, zet ze op met weinig kokend
water en laat ze tot moes koken. Wrijf de
kruisbessen door een zeef, maak ze naar
smaak af met de suiker en laat ze door en
door koud worden. Vul de bekoelde deegbak
met het koude vruchtenmoes en garneer de
taart met de slagroom, die met een lepel poe
dersuiker is stijfgeslagen.
Q. F.
e hebben het erover, dat wij op ons
„Paaschbest" zijn uitgedoscht, of
dat wij ons als feestlijke „Pinkster
blommen" hebben aangedaan, maar
het allermeest en het allernauwkeurigst be
steden wij toch aandacht aan onze kleeding
wanneer de vacantie begint, en wij op reis
gaan. Want zoo zijn wij vrouwen nu eenmaal:
we willen furore maken tegenover anderen, en
dat niet om die anderen de oogen uit te ste
ken want daarvan worden wij weieens be
ticht, maar dat is een mannelijk bedenksel
dat kant noch wal raakt maar om voor
onszelf het gevoel te hebben, dat wij gezien
mogen worden, wat ons een zeker gevoel van
eigenwaarde geeft.
Op sommigen heeft dat de kluchtige uit
werking van: „Zie je me wel, ben ik niet
mooi", met een houding als een pauw, en de
neus in den wind. Maar aan de meesten geeft
het alleen de prettige gewaarwording dat men
met de kleeding voor den dag kan komen.
Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat alles
modieus moet zijn tot in de uiterste puntjes,
dat de mode tegen beter weten in moet wor
den gevolgd, dat alle details geheel in over
eenstemming moeten zijn, want als dat zoo
was, hadden wij vrouwen allemaal een vetge-
spekte beurs noodig om aan dat verlangen te
kunnen voldoen. Wij kunnen het dan ook best
heel eenvoudig aanleggen, als wij maar zor
gen dat, wat we meenemen op ons vacantie-
reisje, in de puntjes in orde is.
Natuurlijk nemen wij eenige kleedingstuk-
ken mee, ook al gaan wij er maar voor een
paar dagen op uit, en daarvoor is een mantel
pak uitermate geschikt: een paar blouses
nemen in een koffertje, weinig plaats in, en
toch geven zij veel variatie-mogelijkheden.
Een paar dunne blouses, een gehaakt of ge
breid jumpertje met korte mouwen, een ge-
kleede blouse voor 's avonds, dat geeft warem
pel al een heele garderobe, die bijvoorbeeld
voor een fietstocht zeer practisch is. Een lin
nen mantelpak is bovendien heerlijk luchtig,
en wie bang is dat het nog wel eens koud zal
worden, neemt dan een costuum van zooge
naamde wollen linnen, een vrij dwaze bena
ming omdat het twee stoffen betreft, die niets
met elkaar gemeen hebben, maar in werke
lijkheid is het toch een echt linnen weefsel,
uitgevoerd in wol. Een flatteuze en aardige
dracht daarbij is een, eveneens crême-kleu-
rig hoedje van een dunne wollen tricot. Plat
als een pannekoek ligt het hoofddeksel, dat
een ronde, doorgestikte rand heeft, op tafel,
maar als wij het opzetten krijgt het vorm
door het hoofd, en blijkt het een pittig zo-
mersch hoedje te zijn.
Eén ding echter: draag een manteltje van
een mantelpak niet op een zomerjaponnetje,
dat past nooit bij elkaar, ook al is het cos-
tuumpje nog zoo modern: een blazer van
vroeger kan dan veel beter dienst doen.
De mode der japonnen voor dezen zomer
loopt wel zeer uiteen.
Aanlokkelijk van jeugdige luchtigheid zijn
de organdi-toiletjes, maar ze zijn dan ook ge
heel een privilege van de jonge meisjes, de
slanke, vlugge figuurtjes en de jonge gezicht
jes, waar het kinderlijke nog niet geheel
vreemd aan is. Onder al die uitstaande poef-
fen en strooken van het organdi-jurk je blijft
h-t meisje slank en elegant, terwijl een vrouw
met een meer geposeerd figuur er haarmieer
dere omvang in ziet geaccentueerd, mede door
de teere kleuren en zoete patroontjes.
Maar er blijft voor al degenen, die dit niet
dragen kunnen, nog genoeg over in aardige
fleurige zomertoiletjes: de rechte waschbare
jurkjes, tot den hals gesloten, met korte
mouwtjes, de gebloemde japonnetjes en com
plets met klokrok, al die flatteuse en fleurige
costuumpjes van onverschietbare en vaak on
kreukbare stofjes, een ideale dracht voor den
zomer.
De zomermode heeft vele mogelijkheden
zeg echter niet bij voorbaat al, dat iets be
paalds daarin u niet staat, want alleen bij het
passen kan men over een effect oordeelen.
„Leelijk zijn die gesloten jurkjes, waar alleen
de hals uitkomt", zei laatst iemand tegen
me, en in theorie heeft ze gelijk, maar in de
practijk heb ik er al menig zeer flatteus
japonnetje mee zien dragen.
Een belangrijk onderdeel van ons zomer
toilet zijn de schoenen, de echte luchtige zo
merschoenen, wit of wit met zwart, of wit met
gekleurd, ook beige en lichtgrijs. Daarbij be-
hooren de opengewerkte kousen, die weer door
enkelen achterdochtig zijn bekeken toen zij in
de etalages verschenen, maar die nu toch wel
bij deze schoentjes-voor-echt-zomerweer blij
ken te passen.
Om een hoed die ons staat, behoeven wij de
zen zomer niet verlegen te zijn: de groote
platte hoed. het kleine-meisjes-hoedje met op
geslagen rand, het coquette geval op de neus
plus éen oor, de groote, slappe strandhoed, het
mutsje, voor ieder van ons is er wel iets flat
teus te vinden.
Tenslotte is ook nog de strand-gardêrobe
voor velen een belangrijk ding, want niet
alleen het badpak is een mode-verschijnsel,
ook alle strandtoiletjes hebben hun eigen
mode.
Het badpak met de verschuifbare rug kan
als een verbeterd modèl-1933 worden be
schouwd: alle zonnebaden teekenen de
schouder- en rugbanden duidelijk af, en de
fabrikanten van badcostuums meenen dit
met het moderne pak te kunnen voorkomen.
Wat betreft de strandtoiletjes, behalve- de
strand jurken en pyjama's zullen er dezen zo
mer ook pantalons-als-rokken gedragen wor
den, driekwart lang, die den indruk van een
rok zullen geven.
Evenals in den vorigen zomer moet de rug
verbranden, en natuurlijk wórdt dit in de
toiletten tot uiting gebracht. Maar bijpassend
is toch meestal een of ander kleeding-onder
deel, dat het mogelijk maakt om ook in dit
toilet ergens anders dan alleen in het zonne
bad te verschijnen. Met onze snel wisselende
temperaturen heeft dit ook nog het voordeel,
dat men het niet koud behoeft te hebben,
wanneer plotseling de thermometer een slor
dige tien graden daalt, en een kille damp uit
zee komt opzetten.
E. E. J.—P.
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
Het ondergoed is tegenwoordig zoo eenvou
dig van snit, dat het geen enkele vrouw, die
een beetje handig met de naald kan omgaan,
moeite behoeft te kosten om het zelf te ma
ken.
No 239: keurige getailleerde onderjurk
van battist en crêpe de chine. Benoodigd ma
teriaal: 2 maal de hoogte van 2,50 a 3 Meter
kant.
No. 240: kapmanteltje van gebloemde
kunstzijde of kant. Benoodigd materiaal: 2
Meter.
Beide patronen zijn in alle maten tegen
den prijs van 0.38 ets per stuk te verkrijgen
bij de „Afdeeling Knippatronen" van de Uit
geversmaatschappij „De Mijlpaal" postbox
175 te Amsterdam.
Toezending zal geschieden na ontvangst
van het bedrag dat kan worden overge
maakt per postwissel, in postzegels, of wel
per postgiro 41632.
Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht
bij bestelling van één der patronen niet alleen
het verlangde nummer, maar tevens de ge-
wenschte maat, d.wz. boven-, taille-, heup
wijdte, enz, op te geven.
Gelieve verder naam en adres duidelijk te
vermelden. Men voorkomt daardoor onnoo-
dige vertraging in de opsturing.