3 S MARINIA, BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES Ei' zijn al héél veel blaadjes van kinderen die aan den schrijfwedstrijd deelnemen in gekomen. 'k Verwacht echter nog meer. On der de rubriek heb ik nog eens de opgaven geplaatst. Denken jullie ook aan de verjaar dagenrubriek? Ziezoo, nu maar vlug de briefjes beant woord. Het eerste briefje dat ik in handen krijg is van Ranonkeltje. Beste RANONKELTJE Ik zelf vond het ook erg jammer dat ik jul lie niet ontvangen kon. Er doen zich wel eens omstandigheden voor die mij beletten, rustig thuis te blijven en visite te ontvan gen Je hebt dus fijn genoten. Zonnestraaltje en Zonnetje hebben ook hun best gedaan. Zaterdag 6 Juli plaats ik je in de Verjaar dagenrubriek. Geef je nog even je huisnum mer op? Als ik tijd heb kom ik je moeder fe- liciteeren. Haar verjaringsdatum is me heusch ontschoten. Natuurlijk mag je met den schrijfwedstrijd mede doen. Dag Ranonkeltje. MOEDERSHULP. Ja zeker, je hebt het goede stukje overgeschreven. Hoe gaat het met je moeder. Is ze weer beter? Ja het is met recht een korte brief die je geschreven hebt. Een volgend maal beter zullen we wen- schen. Dag Moedershulp. 8 BEST JENNIE. Dat is een goed iedee van je, zelf iets voor je vaders verjaardag te willen maken. Weet je wat ik zal doen? Ik kom wel even naar je toe. Het is voor mij zoo moeilijk meerdere uren buiten den Woens dagmiddag beschikbaar te stellen, vooral, omdat ik vaak geen baas ben over m'n tijd. Zonnetje heet: Jenny Massen v. d. Brink en woont Wijk aan Zeeërweg 62, IJmuiden (Oost) ze is geloof ik 11 jaar. Nu tot ziens. Dag Jennie. Goeden middag DEUGNIET. Dat is fijn dat je een rugzak hebt. Nemen we dus op onze wandeltochten een boterham mede, dan gehoef jij geen pakjes te dragen en wil je misschien van één der vriedinnetjes een pakje in je rugzak nemen. Verkenner heeft het mis. De stukjes voor den schrijf wedstrijd staan in de rubriek van heden. Jij hebt het goed gedaan. Ik zal de groeten van je aan oom Kees doen. Dag Deugniet. Dag POESENMOEDERTJE. .Naar de beschrijving van de badjak te oor- deelen zal het zeker een leug badpak zijn. Je bent dus Benjaminnetje thuis. Gezellig zoo veel broers en zusters. Als je aan den schrijf wedstrijd mede doet, moe je het stukje onder het opschrift „Schrijfwedstrijd voor 10 tot en met 14-jarigen" keurig geschreven voor a.s. Donderdag inleveren. Het stukje is ge plaatst in de rubriek van heden. Dag Poesenmoedertje. Beste GERRIT. Fijn da.t je met den schrijfwedstrijd mede doet. Wanneer je de geheele vacantie naar Zeeland gaat, kan je natuurlijk niet aan onze wandeltochten deel nemen. Naar welk deel van Zeeland ga je? Het eiland Schouwen is mij zeer goed bekend en ik bracht wel eens de geheele vavantie op het eiland door. Op het eiland heb ik ook eens een avontuur beleefd. Als je er nieuwsgierig naar bent dan zal ik het je in de volgende rubriek vertellen. Beste ZONNESTRAALTJE. Hartelijk dank voor je teekening onder je briefje en de toezending van de rozenblaadjes. Jij denkt ook „schijnt de zon buiten niet, dan maar on der m'n brief". Natuurlij gaan Keepertje en Keukenprin sesje mede. Als er weer een nieuwe dagelijk sche kindervertelling begint zal ik je een raad geven, 'k Hoop dat je overgaat.Maar dat zal wel. Dag Zonnestraaltje. Goeden middag PEPIJNTJE. Dus jij hebt echt gelachen om mijn voorstelling van je poppenkinderen. Ik heb slechts 5 van de tien goed geraden. Op school zou ik dus een vijf gekregen hebben, een allesbehalve mooi cij fer. Zwartkopje hoort tot de uitzonderingen, nl. zwart haar en lichtblauwe oogen. Geertje vind ik een stakkerdje met haar kaal kopje. Nu zal ik eens raden welke pop het oudste is. dus welke pop je het langste hebt. „Zwart kopje". Of ik het goed heb verneem ik uit je volgend briefje wel. Dag Pepijntje. VERGEETMIJNTETJE. Ik dank je voor de opgegeven som en zal haar plaatsen. Wil lie v. d. W. had ik verzocht je mede te deelen dat ik verhinderd was. Nu mag je a.s. Woens dag weer komen. De krant met de poppenpyama zal ik dan tevens klaar leggen. Dag Vergeetmijnietje. Lief DUINROOSJE. Ja we gaan in de groote vacantie wandelen en ik vind het prettig dat je dan wat een prettige vacantie zult hebben. Natuurlijk mag je eens op visite komen. Kom a.s. Woensdagmiddag maar or# 3 uur. Keepertje is slim om buiten te wachten op de krant.Vechten om de krant zou ik maar nooit doen. Wanneer de krant dan scheurt heb je niets en bovendien vind ik dat wel wat ruw. Dag Duinroosje tot Woensdag. Beste KEEPERTJE. Neen hoor, ik vind het weer niet naar. Als men algemeen naar regen verlangt omdat het voor de tuinde rijen enz. noodig is, dan ben ik blij dat het flink gaat regenen en ik geloof zeker dat jij, wanneer je ouder bent en alles beter begrijpt, het dan ook prettig zult vinden. Pietje Pelle's geboortenaam luidt: Herman Visser. Hij is een broertje van Blikoortje. Dag Keepertje. Goeden middag KABOUTERTJE. t Spijt me heusch heel erg, dat je briefje niet beantwoord is geworden. Je bent nu ook m'n verjaringkaart misgeloopen. Maar die krijg je nu nog en een extra mooie als schadever goeding. Jammer dat je moeder nog steeds ziek is. Wil je haar m'n groeten overbrengen en beterschap toewenschen? De hagedissen- pot is nu dus bloempot geworden. We gaan in de groote vacantie wandelen en natuurlijk ben je ook van de partij. Dag Kaboutertje. Lief BLONDJE. Wat ben je prettig uit geweest. Ranonkeltje heeft me er heel veel van geschreven. Aan het strand Oud-Valken' veen ben ik heel vaak met Utrechtsche school kinderen geweest. Eens ben ik er met een groot gezelschap 's morgens tegen zonsopgang aangekomen. We hadden van uit Utrecht een nachttocht per fiets gemaakt (om 11 uur 's avonds vertrokken we). Het doel was de zon er te zien opkomen. Toen we echter aan kwamen werd het erg mistig en van de zons opgang hebben we niets kunnen waarnemen. In het hotelletje hebben we toen het ontbijt gebruikt en zijn in kleine clubjes naar Utre cht terug gefietst. Toch laadden we pret gehad. Prettig dat je met den schrijfwed strijd mede doet. Dag Blondje. OPLOSSING VAN DE RAADSELS. 1. Zeeziekte. 2. De Klok. 3. Bedsteden. 4. Oorbellen. Som ingezonden door: Vergeetmijnietje. Vier soldaten. Vijf handgranaten. Drie die alles willen deelen. Eén tandarts en één geit. Welk getal komt als eindgetal? Beste Vriendinnetjes en Vriendjes. Hieronder volgt nogmaals de opgave voor den schrijfwedstrijd. 10- tot en met 14-jarigen. De IJmuiler Courant bevat sedert eenige maanden een Kinderrubriek. Deze rubriek bevat verhaaltjes, versjes, plaatjes, raadsels, knutselwerkjes, enz. Van tijd tot tijd worden wedstrijden uit geschreven. Voor de deelneemsters en deelnemers aan de wedstrijden zijn mooie prijzen beschik baar. Inzenden uiterlijk a.s. Donderdagmorgen 9 uur. 7- tot en met 9-jarigen. Wie loopt daar? Daar loopt Wim. Waar gaat hij heen? Naar opa. Opa heeft bessen in zijn tuin. Opa geeft Wim bessen. Wim lust graag bessen. Inzenden uiterlijk a.s. Donderdagmorgen 9 uur. Meisjes en jongens zorgt dat je werk net jes is. Geen doorhalingen, vlekken, enz. Geen papier met rafelkanten maar netjes afgeknipt of gesneden. Wie zullen de prijzen winnen? Ik ben erg nieuwsgierig. Dag. Veel succes en groeten van jullie vriendin Mej. E. VIJLBRIEF. DRIE KIKKERTJES IN 'T OEVERRIET. Drie kikkertjes in 't oeverriet, Die hadden o zoo'n groot verdriet. Want moeder Kwaak was uitgegaan, En liet hen hier alleen nu staan. Die kikkertjes in 't oeverriet, Die wisten het misschien nog niet. Dat moeder boodschappen moest doen. Wat vliegjes, kevers en wat groen. Die kikkertjes in 't oeverriet, Die kwaakten luid hun groot verdriet. Maar d'ooievaar dacht: wat is dat? Staan daar drie kikkers op het pad? Hij vloog vlug uit zijn nest vandaan En is op 't hapje afgegaan. Gauw, kikkers gauw, daar dreigt gevaar De ooievaar, die staat al klaar. Ze zagen juist een groote poot En sprongen vlug weer in de sloot. De ooievaar dacht: dat was mis. Ik neem nu maar een zoodje visch. Drie kikkertjes uit 't oeverriet. Die hadden nu niet meer verdriet, Want moeder was net thuisgekomen. En had wat lekkers meegenomen W. B.—Z. HET NIEUWSGIERIGE PRINSESJE. Hoe zij van haar ondeugd genezen werd. De Tooverbrief. Koningin Laura en Koning Stanzel van het rijk Zonderzorghe waren bedroefd. En dat was ook geen wonder; de oorzaak van hun verdriet was hun dochtertje Marinia. Niet dat Marinia geen aardig, lief prinsesje was, in tegendeel; maar ze had een heele groote lee- lijke ondeugd: ze was nieuwsgierig. Wat koning Stanzel en koningin Laura ook gedaan hadden om Marinia van haar on deugd te genezen, het had niets geholpen. Marinia was en bleef nieuwsgierig! Nu moet je niet denken, dat Marinia nooit haar best deed om eens wat minder nieuws gierig te zijn; dat deed ze wel; maar na vijf minuten was ze haar heele goede voornemens vergeten en keek weer ijverig rond, of ze niets zag, wat ze kon onderzoeken.' Zuchtend stond de koningin op, pakte haar sleep bij elkaar en daalde de trappen van den troon af. Ze ging maar een beetje wandelen in het park; misschien zou ze dan weer een nieuw idee krijgen om haar dochtertje van haar ondeugd af te helpen. Het hondje Miklaus ging met haar mee. In het park was het heel stil; roerloos ston den de boomen; de rozen geurden. Booze stemmen weerklonken. Hoorde ko ningin Laura goed? Dat was ook Marinia's stem. De koningin liep wat vlugger. Het was zooais ze gedacht had. Marinia en haar gou vernante. Marinia zat in een boom en de gou vernante stond eer onder en riep, dat Marinia naar beneden moest komen. Toen ze haar moeder zag, schrok ze. „Kom oogenblikkelijk naar beneden, prin ses Mariniazei Koningin Laura streng. Even later stond het prinsesje beschaamd voor haar. „Kun je dan niet afleeren nieuwsgierig te zijn?" vroeg de koningin. „Nu zijn je prach tige kleeren gescheurd; je hebt den boom be schadigd en de vogels aan het schrikken ge maakt. Ga direct naar het paleis om je te ver- kleeden en blijf daar. tot ik terugkom!" Zonder verder naar Marinia om te zien, liep de koningin door. „O", dacht ze, „wist ik maar een goed middeltje om 't prinsesje te genezen! Wat zou ik dan blij zijn?" Ongemerkt is de koningin bij den uitgang van het park gekomen; er is geen mensch op den weg te zien. Daarom loopt de koningin 1 het park uit. Opeens wordt haar aandacht getrokken door een wit papier, dat op een boom geprikt is. Groot is haar verwondering als ze op het papier ziet staan: „Wil koningin Laura vanmiddag in gewone kleeren op de markt komen? Dan zal ik haar helpen om het prinsesje van haar nieuwsgierigheid te gene zen!" Even blijft de koningin staan. Zou ze gaan? Zou er werkelijk een goede fee zijn, die haar wil helpen? Of zou hetEi- is een duif op den tak vlak boven het briefje komen zitten. Met haar kleine glinsterende kraal oogjes kijkt ze de koningin aan: „Ga maar,' hoort de koningin zachtjes maar duidelijk koeren. Dan vliegt de duif wegen tege lijkertijd is het papier verdwenen. „Kom Miklaus," zegt de koningin opge wonden. „We gaan naar het paleis!" Als de torenklok van het paleis 12 slagen heeft doen dreunen, gaat ze naar haai' ver trekken, zoekt de eenvoudigste kleeren, die ze heeft, zet een grooten hoed op, hangt een boodschappenmandje aan haar arm en gaat zoo vlug ze kan, het park door, den weg op naar de markt. Eindelijk is ze er. Maar er is geen mensch; de winkels hebben hun luiken gesloten te gen de felle zon. Langzaam loopt de koningin over. het plein. Ze is al bijna aan den over kant en ze heeft nog niemand gezien. Ze wil al teleurgesteld verder loopen, als ze plotseling tegenover een oude boerin^ staat. „Koningin Laura?" vraagt die zachtjes. Sprakeloos knikt de koningin. „Geef Uw dochtertje dezen brief! Het is een toover brief!" Nauwelijks heeft ze dit gezegd, of de koningin staat weer alleen; de boerin is ver dwenen; maar in haar hand heeft ze den brief, die haar dochtertje genezen moet van haar ondeugd. Eindelijk is de koningin weer in het paleis. Ze gaat dadelijk op zoek naar Marinia. In de keukens vindt haar moeder haar, waar ze bezig is de deksels van de potten te nemen, om te zien, wat er dien middag gegeten wordt. .Marinia, een boerenvrouw gaf mij dezen brief voor je. Wil je hem eens lezen?" Met een sprong is Marinia bij haar. „Voor mij? Wat voor een boerenvrouw? Waar zag U die?" Alle vragen tegelijk. Maar dan heeft ze den brief openge scheurd en begint te lezen, De koningin kijkt oplettend toe. Ze ziet het gezichtje van haar dochtertje betrekken, groote tranen springen in de oogen van het prinsesje en dan begint hartverscheurend te huilen. Den brief laat ze uit haar handjes vallen. ,Oh Moeder, het is een brief van de vogels uit den boom, waar ik vanmiddag in geklom men ben. Ze schrijven mij, dat de jonge vogel tjes door mijn schuld gestorven zijn." Zoo ging het in het vervolg aldoor. Telkens als Marinia weer nieuwsgierig geweest was, lag er altijd ergens een brief voor haar, waar in stond, hoeveel verdriet ze de menschen, dieren, bloemen #en planten gedaan had met haar nieuwsgierigheid. En het prinsesje moest den brief lezen. Ze wilde wel eens net doén, of ze geen brief zag; maar er was altijd iets, dat haar dwong tot lezen. Nu eens waren het bloemen, die zich be klaagden, dat Marinia hen in haar nieuws gierige haast vertrapt had, (4an weer men schen, die door Marinia's scheld ziek waren geworden, enz. En het kleine prinsesje ging zich heel erg schamen. Ze nam zich voor om minder nieuws gierig te zijn en werkelijk het ging. Toen wer den de brieven geen klaagbrieven; nee, het waren brieven, waarin Marinia bedankt werd, dat ze zoo vriendelijk was geweest een vogel- HET GOEDE IDEE. Dat jaar verborg de oude dame haar onge rustheid niet langer. De zomer was al gevor derd; alle hotels waren vol gasten, maar in het familie-pension van juffrouw de Lange had nog geen enkele gast zijn intree gedaan. Waar lag dat aan, vroeg de oude dame zich wanhopig af. Waarschijnlijk daaraan, dat ze geen reclame kon maken. De winter was ook al slecht geweest: ze was zelf ziek geworden en bovendien hadden er noodzakelijk eenige herstellingen aan de villa plaats moeten vinden. Om deze repara tiekosten te betalen, had ze gerekend op een goeden zomer met veel gasten. Dat was leelijk tegengevallen en juffrouw de Lange zag geen kans meer haar schulden te betalen. Haar zuster, weduwe en moeder van vijf kinderen, die in hetzelfde plaatsje woonde kon haar niet helpen; ze had juist genoeg voor haar eigen talrijk gezin. De oudste, Gerrit, die veel van zijn tante hield, was diep bedroefd, dat haar zaken zoo slecht gingen. „Moeder", zei hij op een dag, „wat kunnen we toch bedenken, dat er maar menschen komen in tantes hotel?" „Ik weet het niet, jongen!" zei zijn moeder „Ik heb al geprobeerd menschen te winnen; maar het lukt me niet erg!" Onafgebroken daoht Gerrit er - over na. Op een keer, toen hij zijn tante in tranen had ge vonden, riep hij: „Ik heb het gevonden." En zonder iets aan iemand te zeggen, be gon hij te wroeten in de naaimand van zijn moeder. Hij vond er een breeden "witten band, die lang genoeg was om er een armband van te, maken en schreef daar met groote blauwe let ters op: Villa de Rust. Zonder dat iemand hem zag, holde hij toen naar het station, waar hij wist, dat de snel trein van 11 uur 10 aan zou komen. Daarmee kwamen de meeste reizigers mee. Onderweg ontmoette hij vrienden, die hem vroegen: „Waar ga jij voo vlug naar toe?" „Menschen veroveren!" „En die band om je arm?' „Mijn verdedigingswapen!" „Zeg, ben je soms niet wijs geworden?" „Integendeel; juist wijs!" En zonder iets meer te zeggen, holde hij door. Hij kwam juist op het oogenblik, dat met luid geraas de sneltrein het station binnen stoomde. Toen de reizigers uitstapten, begon hij te roepen: „Villa de Rust. Het beste familie-pension. Prachtig uitzicht op de zee. Goede keuken. Ka mers met stroomend water. Billijke prijzen. „Villa de Rust?" zei een heer, terwijl hij zich naar een oude dame met wit haar naast zich wendde. „Daar moeten we zijn!" We ko men hier toch om rust te nemen na een jaar hard werken. We zoeken niet verder; daar gaan we heen." „Zal ik uw valies dragen?" vroeg Gerrit. die van het gunstige oogenblik gebruik maakte. Een kruier droeg de rest. In zijn andere hand nam hij de tascih van de dame en verheugd bracht hij den heer en de dame, naar het huis van zijn tante, die niet wist' wat ze zag bij het aanschouwen van de eerste gasten. Een uitstekende tafel werd verzorgd en de gasten verklaarden zich opgetogen over hun kamer, het uitzicht, de keuken en de bedie ning. Bij den trein van half drie was Gerrit weer op zijn post'. „Villa de Rust. Prachtig uitzicht op de zee. Billijke prijzen." Dien avond bracht hij een familie van vier leden naar het pension. Zijn tante vroeg opgewonden: „Hoe speel je dat toch klaar om al die men- schen te ontmoeten, die een pension zoeken?' Gerrit verklapte zijn geheim niet; maar den volgenden dag bracht hij nog twee dames in het pension, dat nu vol was, zoodat hij zijn ijver een beetje moest remmen. En toen ging alles verder: de gasten, die erg tevreden waren, schreven het aan hun kennissen en vrienden en het pension bleef vol Toen de zomer om was, kon juffrouw de Langehaar schulden betalen, dank zij het goede idee van haar neef. Deze was ondertusschen ook al beloond niet alleen doordat hij zijn tante geholpen had; maar de eerste heer, die hij naar Villa de Rust gebracht had, was een professor aan een universiteit. Hij stelde veel belang in Ger rit en toen hij bemerkte, dat deze verstandig was en goed kon leeren, bezorgde hij hem een beurs voor een Middelbare school in de stad en hielp hem zoo goed vooruit, dat hij daarna aan de Universiteit kon gaan studeeren. Toen hij weer eens in het badplaatsje kwam zei zijn tante: „Wat kan het toch wonderlijk loopen in het leven!" Gerrits moeder glimlachte en zei: „Ja, die armband was toch maar een goed idee van Gerrit".. „Welken armband?" vroeg juffrouw de Lange. Men vertelde haar alles en toen ze de heele geschiedenis wist, kon ze niet nalaten haar neef nog eens te omhelzen. „Dat goede idee van jou is een zegen voor ons allemaal geweest!" E.W. nestje enz. met rust gelaten te hebben. Toen kreeg Marinia haar laatsten brief: „Je bent nu niet nieuwsgierig meer," stond er in. „Kom vanmiddag met je moeder in het park." Aan de hand van koningin Laura trippelde Marinia het park in. Ze waren de eerste laan in geloopen, toen de koningin zei: „De boerenvrouw!" En werkelijk voor hen stond de boerenvrouw, die haar op de markt den tooverbrief gegeven had. „Marinia, vond je het naar om niet nieuws gierig te zijn?" vroeg ze. Marinia schudde heftig! „Dan geef ik je nu het diamanten kroon tje, dat de feeën voor je bestemd hebben!" De boerenvrouw was verdwenen en in haar plaats stond een prachtige fee. Ze lachte vriende lijk. „Ik ben het geweest, die je genezen heeft van je ondeugd, verkleed als boerenvrouw. We hadden zoo'n medelijden met je, omdat je een goed. 1pKïiStöje bent en daarom besloten we je te ^eji,:zen.""onder 't uitspreken van die woorden ze me ze het k: aatje op Marinia's blonde kruller: „Ms je v vu nieuwsgierig bent, verliezen de diamam ter. buil glans en dan kan iedereen zien. dat je x uwsgim.u, was. Denk daar altijd aan!" RITA V/CR HET GEHEIMZINNIGE VIERKANT OPLOSSING De bovenstaande teekening geeft aan, op welke wijze de deelen van het vie'-' ant aan elkaar gelegd moeten worden, om n recht hoek te vormen. Het merkwaardige van dezen rechthoek bestaat nu daarin, dat hij 65 vak ken telt, terwijl het vierkant er maar 64 had. TANTE TINE. EEN BEHENDIGHEIDSSPEL. Voor het vervaardigen van dit behendig heidsspel hebben jullie geen groote hoeveel heid materiaal noodig; vooral niet als je al in 't bezit bent van racquets en balletjes, die bij ping-pong gebruikt worden. De ping-pongtafel is echter hier vervangen door een voorwerp, dat bestaat uit een plankje (A) met twee zijschotjes. Hiertusschen worden vijf plankjes van verschillende lengte gespijkerd of gelijmd, zoodat er vier vakken ontstaan (B). Op de plank A is van voren een rechthoek geteekend, die in een felle, afste kende kleur geschilderd is. De spelregels zijn als volgt: je houdt den bal in de linkerhand en slaat hem weg met 't racquet, zoodat hij eenmaal stuiterts op het gekleurde vak, om daarna in een van de an dere vakken te vallen. Deze vier vakken heb ben een nummer. Iedere speler krijgt vijf bal len tot zijn beschikking. Na vijf keer moet hij het puntenaantal tellen. Om het spel een beetje moeilijker te maken, kun je het vak O voor het vak 10 zetten. Iedere bal die buiten den rechthoek stuitert of, die uit een vak springt, telt voor den spe ler niet meer mee. Voor het geval, dat je geen plng-pong-bal- len en -racquets tot je beschikking hebt, kun je heel goedkoop een paar balletjes van cel luloid koopen. De balletjes moeten een mid dellijn van ongeveer 3 centimeter hebben. De racquets kun je heel gemakkelijk zelf maken. Dit racquet besbaat uit een plankje van tri plex, dat ovaal gezaagd is. Het is ongeveer 15 cM. lang en 10 breed. Het handvat kun je er tegelijkertijd aan zagen. Je kunt het er natuurlijk ook later tegen spij keren. Als je niet zagen kunt, kun je het spel ook van stevig carton maken. Maar dan moet je toch een plankje lijmen voor den rechthoek;! anders stuitert de bal niet genoeg. Het aantal spelers voor dit spel is onbeperkt. Je kunt een spel uit drie ronden laten be staan. Diegene, die met drie beurten het grootste aantal punten heeft verkregen, is winnaar. OOM SEES, 4

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 10