HIJ OF ZIJ? De overïtróomihgen door het Julianakanaal. De heer L C. Kolff, burge meester van Wieringen, her denkt 10 Januari as zijn koperen ambtsjubileum Het dierenpark te Hellabrunn bij München had een nieuwjaars-verrassing te boeken, n I de geboorte van een olifant, die al dadelijk goede maatjes was met zijn oppasser Een suggestief detail van de nieuwe Lumina-film „De eeuwige droom", welke film een vrije bewerking is van de historische gegevens omtrent de eerste beklimming van de Mont Blanc Zweedsch-Engelsche verbroedering in het Saargebied De nieuwe Maaike van den Haagschen Dierentuin is op het oogenblik bezig om tafel manieren te leeren, onder gr oote belangstelling van de residentie bewoners De ingekuilde karotten op de landerijen in de buurt van het Juliana kanaal moeten in allerijl weggehaald worden om verrotting door de overstroomingen van het kanaal te voorkomen r noötf-tAA >i De heer J. van Nienes, secretaris-ontvanger der gemeente Uitgeest herdacht Woensdag den dag, dat hij voor 50 jaar in dienst dezer gemeente trad. Burgemeester Roosmalen feliciteert den jubilaris (links). Met bloemen: mevr. van Nienes Bij het opvijzelen van een 30 tons ijzerconstruclie op een zolderschuit in Amsterdam Oost zijn Woensdag de dwarsliggers, waarop het gevaarte rustte, aan het glijden geraakt, waarbij de constructie in het water van de Valentijnkade terecht kwam. Een arbeider werd gedood, een ander gewond FEUILLETON door BERTA RUCK. 41) Wat had dat een aanleiding tot gepraat kunnen geven! Nu zou dat niet gekund hebben. Haar meisjes- kleeren konden onmogelijk aanleiding tot kwaadspreken gegeven hebben. Zoo dacht ze. Weinig besefte zij, dat zij, Guelda Rhos, in Guelda's kleeren niemand minder dan Jim Smith, den chauffeur, hopeloos gecompromit teerd had. HOOFDSTUK XXII. Den dienst opgezegd Den volgenden morgen vernam Smith, hoe het gekomen was, dat zijn schoone bewonde raarster hem te vergeefs had laten komen. Door Simpson kwam zij er alles van te hooren; het heele verhaal over het telegram en den haastigen rit naar de school en het telefonisch bericht, om Sir Ralph gerust te stellen. Smith had echter maar een half oor gehad voor het verhaal; want ook hij had een bericht ontvangen. De brief was geadresseerd aan: Den Heer J. A. Smith, chauffeur, „Wellalone Court" Wellalone Bramblemere. Surrey. Het adres was geschreven met roode inkt in het echte meisjesschrift van Patricia Lloyd- Hughes, Ze had er „spoed" boven gezet. Ge kunt u voorstellen, hoe de heer J. A. Smith reeds schrikte bij het lezen van dat woord „spoed". Wie zou er achter gekomen zijn? Wie had hem gesnapt? Zou tante Enid naar Wales zijn gegaan, om haar nichtje daar bij nicht Theodora op te zoeken? Of zou nicht Theodora het zijn gaan opzoeken bij tante Enid in Londen? Of was de heele familie. Lord Glanseiont incluis, er achter gekomen, dat de eenige ongetrouwde dochter verdwenen was, zonder een adres achter te laten. Met koortsachtige haast scheurde Smith, zoodra hij met zijn brief naar de garage had kunnen ontsnappen, de enveloppe open. De brief luidde: „Liefste Guelda, Zoodra je dezen brief ontvangt, smeek ik je, dat je naar je „werkgever" toegaat en hem vraagt, om je Zaterdag vrijaf te geven. Je moet het doen. Ik heb je noodig. (Driemaal onderstreept het woordje moet.) Je weet van dat groote tuin-feest, dat in het park van „Orrery House" gegeven zal worden ter ondersteuning van het fonds voor de ach tergebleven weezen van de gesneuvelden. Ik had je al verteld, dat onze zaak er ook een tent had, maar daarenboven had Madame Gilberte iemand weten te bemachtigen, die door middel van een kristallen bol enz. enz. aan ieder, die maar een beetje goed geloovig was, de toekomst zou voorspellen. Die „Ma dame Vera" is echter ziek geworden, en we kunnen niemand vinden, om haar te vervan gen. Als we de tent moeten laten vervallen, scheelt het misschien de helft in de gelden, die wij voor het fonds hopen te ontvangen. „Nu dacht ik opeens aan jou. Je hebt wel eens meer voor de grap iemand de toekomst voorspeld. Ik weet zeker, dat je je er met glans doorheen zult slaan. „Zie dus, dat je verlof krijgt, en kom dan Zaterdagmorgen zoo vroeg mogelijk naar mijn kamers in Chelsea toe. Daar kleed ik je dan vliegensvlug aan: alles ligt klaar, en we nemen dan een taxi, om ons naar het feestterrein, te brengen, - v „Zoolang je bij mij bent, zal ik dan ten minste ook geen angst behoeven te hebben, dat je nog eens door Willis vermoord wordt, of dat Lady Day je schaakt en met je van het tooneel verdwijnt. Je hebt me al wat angsten op het lijf gejaagd door de berichten in je brieven vervat. „Stel me niet teleur; maar ik weet, dat je, als het je eenigszins mogelijk is, mij onmid dellijk ter hulpe zult snellen en mij daaren boven eerst nog gauw een telegram zult stu ren, om mij gerust te stellen. In haast, je liefh. Pat.' Eindelijk zou ze die goede hulpvaardige Pat nu ook eens een dienst kunnen bewijzen. Pat zou niet te vergeefs bij haar aangeklopt hebben. Het was daarenboven geen opoffering, om als waarzegster te moeten fungeeren. Ze had altijd schik in het werkje gehad. Zoodra ze haar brief uit had, vroeg ze dus aan Anne, die bij het ontbijt altijd haar Baas bedienen moest, of zij vragen wilde, of het Six- Ralph schikte, om zijn chauffeur dien ochtend eeix oogenblik te ontvangen, daar deze hem iets te vragen had. „Heeft Smith me iets te vragen?" vroeg Wel lalone kortaf. Hij keek van zijn krant op met een blik, alsof Anne zelf iets met de zaak te maken had. Het was een allerwonderlijkste blik, zei zij later tegen Willis. De Baas had iets, dat hem hinderde, dat was zeker. „Nu laat hem maar komen," vervolgde Six- Ralph. „Ik had ook al juist om hem willen sturen. Zeg, dat hij om negen uur maar in mijn studeerkamer komt." „Goed, meneer," zei Anna. Ze was benieuwd, wat ter wereld de jongen nu weer uitgehaald kon hebben. Zij kon aan den toon van Sir Ralph heel goed hooren, dat hij woedend op Smith was. Zij had goed geraden. Ralph Wellalone was meer dan woedend op zijn jongen chauffeur. Nog nooit was hij zoo teleurgesteld geworden in een van zijn bedienden. Nog nooit had hij zich zoo in iemand .bedrogen gezien, Wat was het niet een intelligente, flinke, vlugge jongen. Hij had hem daarenboven beschouwd als door en door fatsoenlijk en trouw aan zijn meester, iets. (dit laatste) dat niet veel meer voorkwam in den tegenwoordigen tijd. Zijn nette manie ren, zijn beleefd optreden hadden hem zeer voor den jongen ingenomen. Het is een goede jongen had hij gedacht; een jongen om van te houden en mee op reis te nemen. Een fat soenlijke jongen. Een ware vondst. En nu was hij zoo in hem bedrogen gewor den! Die oude Simpson had hem wel gewaar schuwd. Hij had gelijk gehad. Smith had dit eene zwakke punt. Hij was een van die man- nnen, die nooit uit de buurt van de vrouwen kunnen blijven. Dat was telkens weer gebleken in die veer tien dagen, terwijl hij op Wellalone was. Lemercier had opgemerkt, dat de chauffeur voor het uiterlijk zoo netjes, schik had gehad in de koristen achter de haag. Den volgenden morgen had Smith zijn plicht verzuimd, toen hij hem om benzine gestuurd had. Hij had hem zijn tijd zien verbeuzelen met diezelfde koristen. Daarop was de ruzie gevolgd tusschen Smith en den tuinman, die den kwajongen natuur lijk een pak slaag had willen geven, omdat hij geprobeerd had, hem zijn meisje afhandig te maken. Het is waar, Smith haa zich er aardig uit weten te redden. Wat had hij een mooi praatje over zich gehad! Toch was Wellalone direct al bang geweest, dat er meer achter ge stoken had, dan Smith wel wilde bekennen. Veel waarde had hij er wel niet aan gehecht, omdat de mannen het samen uitgevochten hadden, en de vriendschap hersteld was ge worden; maar toch had hij het noodig gevon den, dat Smith zou weten, dat hij hem geen zand in de oogen kon strooien, en hem daarom gewaarschuwd, de meisjes wat meer uit de buurt te blijven. En wat was er gebeurd bijna onmiddellijk na die waarschuwing? Niets meer of minder dan dat schandelijke voorval op het grasveld, dat dansen met Tut. Jut was natuurlijk een groote flirt, maar de_ jongen had moeten weten, waar hij stond. Tut had een roekelooze bui gehad, dat wist hij. Zij had ook beter moeten weten. Te gaan dansen met een chauffeur! De jongen had echter ook schuld. Als hij werkelijk een fatsoenlijke jon gen geweest was, dan zou het nooit gebeurd zijn! Als hij de soort van jongen geweest was, waarvoor Wellalone hem gehouden had op dien dag na den storm, daxx zou het eenvoudig niet gebeurd zijn. Vol afschuw had Wellalone dat dansen op het gazon als het toppunt beschouwd. De jongen was echter nog verder gegaan. Wat den nacht daarop gebeurd was, was veel erger geweest. Had hij met zijn eigen oogen niet dat meisje de garage zien binnengaan? Had hij haar niet de plaats zien oversteken op een uur, waarop zij meende, dat iedereen veilig uit de buurt zou zijn? Hij had het met zijn eigen oogen gezien. Simpson had gemeend, dat Smith het niet helpen kon, dat de vrouwen hem zoo achter volgden. Of hij het helpen kon of niet, dat was echter niet de zaak. De zaak was, dat hij, Wellalone, niet wilde, dat dergelijke dingen in zijn huis plaats vonden. Dat kon hij niet toelaten. Hij ging naar zijn studeerkamer met den spaniel achter zich aan en ging op zijn ge wone plaatsje aan zijn schrijftafel zitten. Hier had hij op dien middag na den storm, toen Smith het papier, waaraan hij zoo'n waarde hechtte, voor hem uit den eik had ge haald, bij zichzelf zitten overleggen, wat hij hem zou kunnen geven. Nu wist hij, wat hij hem geven zou dezen morgen. Zijn ontslag! Zoodra het rfegen geslagen had, stond de jongen voor hem. Hij zag er in de puntjes uit en was even be leefd als altijd. „Zoo, Smith." zei hij. „Ja, meneer," zei Smith beleefd en onder danig. 1 JWordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 5