HET NIEUWE AVONDBLAD
20e JAARGANG No. 57
DONDERDAG 10 JAN. 1935
IJMUIDEP COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2 y2 cents incasso, per kwartaal 11.20
plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Tel. 5301
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBCOM
ADVERTENTIEN: 1—6 regels r 0.75. Elke regel me»
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeeüngen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnés van dit blad zijn. zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
zijn Ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd
en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos verzekerd tegen
de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen:
2000.— bij algeheele invaliditeit; f 600— bij overlijden; 400— bij verlies van
een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150— bij verlies van
een wijsvinger; 100— bij breuk van boven- en/of onderarm, j 100— bij break
van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge
volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000— bij overlijden van man en
vrouw beiden; 3000.bij overlijden van den man alleen; 2000— bij over
lijden van de vtouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen
enz. 400— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een
maximum van j 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer
abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonnètei zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-,
tram- of autobusongevallen. Polis is niet r/oodig. Uitkeeringen krachtens
deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe HA.V.-Bank
Schiedam.
IJMUIDEN
Het jubileum van den heer
J. Dalhuijzen.
Een welverdiende huldiging van den
jubilaris.
J. Dalhuyzen.
Gistermiddag vond de huldiging plaats van
den heer J. Dalhuyzen, hoofd der Insinger-
school die 25 jaar verbonden is geweest aan
het Hervormd onderwijs in deze gemeente.
De huldiging vond plaats in het versierde
gymnastieklokaal, dat tot in alle hoeken bezet
was. Tal van oud-leerlingen woonden de plech
tigheid bij. Ook was aanwezig de heer C. G.
Dun, inspecteur van het Lager Onderwijs. De
burgemeester, die door ongesteldheid verhin
derd was. was vertegenwoordigd door den heer
Ch. W. Suwerink. hoofd van de afdeeling On
derwijs. Aanwezig waren o.a. nog de heeren
Ballast, namens de Creutzbergschool en de
Comiteschóol, K. J. Noy, hoofd der Emma
school en vele onderwijzers en onderwijze
ressen.
Toen de jubilaris met zijn gezin binnen
kwam verhieven allen zich van hun zetels De
heer Selling sprak namens het onderwijzend
personeel een kort woord van welkom. De aan
wezigen zongen daarna Ps. 103:1, waarna de
heer Selling voorging in gebed.
Namens het schoolbestuur sprak de voorzit
ter de heer J. C. Dunnebier woorden van dank
tot den jubilaris voor hetgeen hij in de af-
geloopen 25 jaar voor de jeugd van IJmuiden
had gedaan. De heer Dunnebier wierp een
blik in het verleden en herinnerde aan de
kleine school in de Breesaap. Er kan in 25
jaar veel gebeuren, zeide de heer Dunnebier,
maar bij de herinnering aan die kleine school
met al zijn moeilijkheden, geloof ik dat die
weinige jaren, daar doorgebracht, het g\
punt van uw leven zijn geweest. De school in
de Breesaap was daar een lichtende plek. Spre
ker herinnerde aan de oprichting van de In-
singerschool waarvan na de verdwijning van
de schori in de Breesaap de heer Dalhuyzen
het hoofd werd. Opgericht midden op een
zandvlakte, met drie lokalen is de school uit
gegroeid tot wat zij nu is. Meester Dalhuyzen
gaf zich geheel en al aan zijn school, waarvoor
de heer Dunnebier hem namens de geheele
school hartelijk dank zegt, er den wensch aan
toe voegende, dat het hem gegeven mag zijn
in goeden welstand zijn werk voort te zetten,
tot zegen van de kinderen. Als stoffelijk blijk
van dank bood de heer Dunnebier den heer
Dalhuyzen een fraai schilderij in olieverf aam
voorstellende een winterlandschap.
De heer Dun verheugde zich er over, dat
hem de gelgenheid is geboden, dit mooie
oogenblik mee te maken. Ofschoon spreker
nog slechts korten tijd hier werkzaam is en
daardoor den heer Dalhuyzen weinig heeft
ontmoet, kan hij zeggen, dat hij den heer Dal
huyzen heeft leeren kennen als iemand, die
de woorden: „Ik ben niet gekomen om gediend
te worden maar om te dienen" in praktijk
heeft weten te brengen. Als lid van het Rijks-
schooltoezicht sprak de heer Dun woorden van
dank voor den prettigen omgang dien niet
leen hij, maar ook zijn voorgangers met den
heer Dalhuyzen heeft mogen hebben. Eveneens
richtte spreker woorden van dank tot me
vrouw Dalhuyzen voor de vriendelijke gast
vrijheid, ten huize van den jubilaris ontvan
gen. Met den wensch dat de heer Dalhuyzen
nog lange jaren tot zegen van de jeugd werk
zaam mag zijn, eindigde spreker.
Ds. Swaan, sprekende namens het Kerkbe
stuur der Hervormde Gemeente gewaagde van
den nauwen band, die steeds bestaan heeft
tusschen de school en de gemeente. Het werk
van de school is geen werk in de gemeente,
maar voor de gemeente, aldus spreker. Ook
Ds. Swaan prees den jubilaris voor het vele
werk, in zijn ambtsperiode verricht door het
onderwijs in het Koninkrijk Gods en wenschte
hem nog vele jaren van zegen en voor
spoed toe.
De heer Selling deelde mede, dat er zeer
vele gelukwenschen waren binnengekomen, te
veel om voor te lezen. Een uitzondering wilde
spreker maken met de felicitatie van mej
Graaft hoofd der Insinger Bewaarschool, die
door ziekte verhinderd was tegenwooidig te
zijn. In dit schrijven dankte zij den heer Dal
huyzen voor de hulp en den steun, dien zij van
hem heeft mogen ondervinden.
Namens het personeel dankte de heer Sel
ling den heer Dalhuyzen voor hetgeen hij
steeds voor het personeel geweest is. Toen wij
als vreemde hier kwamen, aldus de heer Sel
ling, traadt gij op ons toe. Uw hartelijkheid
uw handdruk maakte, dat wij ons hier
spoedig thuis gevoelden. Door uw optreden
hadden wij succes met ons werk. Ook de heer
Selling richtte woorden van dank tot mevrouw
Dalhuysen voor de ondervonden vriendschap.
Hij eindigde met den wensch, dat het perso
neel nog vele jaren onder de leiding van den
heer Dalhuyzen mag voortwerken. Als blijk
van erkentelijkheid bood de heer Selling den
jubilaris namens het personeel een fraaie
leeslamp aan.
De heer Ballast bracht de gelukwenschen
over namens de Creutzbergschool en de Co-
mitéschool. Het moge vreemd klinken, aldus
deze spreker, maar hij hoopte, dat de minister
den heer Dalhuyzen op zijn 60e jaar een wel
verdiend pensioen mag geven, niet omdat hij
den jubilaris gaarne bij het onderwijs van
daan wil zien, integendeel, maar omdat er
nog vele jonge krachten voor de poort staan,
die vragen, ook een kans te mogen krijgen.
De heer Huijser sprak namens de ouders
eenige woorden van gelukwensch, waarna de
rij van sprekers gesloten werd door den heer
Arentz, hoofd der school te Noordwijkerhout.
die het een voorrecht noemde, 9 jaren als on
derwijzer bij den heer Dalhuyzen te hebben
mogen werken. Deze 9 jaren zijn voor spreker
een vorming voor zijn verder leven geweest.
Ook hij wenschte den heer en mevrouw Dal
huyzen Gods besten zegen toe op hun ver
deren levensweg.
Met zichtbare ontroering dankte de jubilaris
daarna voor de hem gebrachte hulde. Waar
aan ik het verdiend heb, weet ik niet; ik heb
niets meer gedaan dan mijn plicht, aldus
sprak hij. Wat er verricht is, dankte spreker
aan het personeel, dat hem steeds trouw ge
holpen heeft. De heer Dalhuyzen onderschreef
ten volle de woorden van den heer Dunnebier,
dat de jaren, in de school in de Breesaap
doorgebracht, zijn mooiste jaren zijn geweest,
ondanks de vele moeilijkheden. Spreker her
innerde aan zijn komst in IJmuiden. Men had
hem veel van IJmuiden verteld, maar hij heeft
er nooit spijt van gehad. Dank bracht spre
ker aan het Rijksschool toezicht voor de pret
tige samenwerking, in het bijzonder met den
vorigen inspecteur den heer Stevringa en ver
der aan het schoolbestuur.
Na het zingen van het laatste vers van Gez.
196 sloot Ds. Erdmann de bijeenkomst met
dankgebed. Alle aanwezigen hebben daarna
den jubilaris en zijn gezin geluk gewenscht
en onder genot van een kopje thee bleef men
nog eenigen tijd bijeen.
De vele bloemstukken, die de jubilaris mocht
ontvangen alsmede de fraaie versiering, aan
gebracht door de fa. Thijsen hadden de zaal
in een waar feestpaleis herschapen.
De bevoorrechte positie van
den Vischhandel.
„De ijsbedrijven waren en zijn bereid, zich als
dienend onderdeel van het visscherijbedrijf te
laten inschakelen."
De onderhandelingen over de
nieuwe contracten.
Reeders zullen nader beslissen.
Namens de besturen der organisa
ties wordt ons het volgende mede
gedeeld:
Door de besturen der beide bij de
onderhandelingen in het visscherij
bedrijf betrokken arbeidersorganisa
ties is in een bespreking met het
bestuur der Reedersvereeniging te
IJmuiden mededeelïng gedaan van de
uitslag der gehouden stemming over
de voorwaarden, waarop nieuwe col
lectieve contracten tot stand kunnen
komen.
Door het bestuur der Reedersveree
niging is nota genomen van de mede-
deelingen der besturen.
Het bestuur der Reedersvereeniging
deelde mede, dat in een op korten
termijn te beleggen vergadering met
de aangesloten leden de gedane mede-
deelingen zullen worden overgebracht.
De besturen der arbeidersorganisa
ties zullen daarna bericht krijgen over
de beslissing van bedoelde ledenver
gadering der aangesloten reeders.
Het bestuur der Reedersvereeniging
was bereid tot dat tijdstip de voor
waarden ongewijzigd te doen door-
Ioopen.
In verband hiermede deelen de be
sturen hunne leden mede, dat het
uiteindelijke antwoord der Reeders
vereeniging zal moeten worden af
gewacht.
Iedere poging tot het verwekken van
moeilijkheden, welke de pogingen tot
het bereiken van overeenstemming
doorkruisen, wordt door de besturen
der vakorganisaties met groote klem
afgewezen.
REDERS VERGADEREN
HEDENMIDDAG.
Naar wij vernemen vindt de verga
dering van de Reedersvereeniging.
waarin de situatie besproken wordt
hedenmiddag 3 uur plaats.
De heer K. H. Tusenius schrijft ons:
Er wordt zeer verschillend geoordeeld over
het nut voor enkelingen dan wel voor het al
gemeen van allerlei in den laatsten tijd ge
dane publicaties over een onderdeel, n.l. het
ijsbedrijf en den vischhandel, van het vissche
rijbedrijf.
Zij, die meer van nabij dan wel op
grootexen afstand bijv. als Den Haag, dit ge
krakeel volgen, vestigen aich een oordeel niet
alleen over dit onderdeel van het bedrijf,
maar daardoor over het geheele bedrijf.
Wanneer wij dan het bestuur van de iJmui.
der Visöhihaindelvereenigdnig, bij monde van
de heeren Verwoexd en Uitzimgiex, zeer krasse
uitspraken hooren doen, wanneer de een zegt
dat een nevenbedrijf bijv. het ijsbedrijf, jaren
lang geparasiteerd heeft op het visscherij
bedrijf, en de ander zegt dat men bereid
zou zijn f 20 te betalen voor buitenlandsch
natuurijs, dan geeft ook dit stof tot gepeins.
Wanneer de eerste de beste dit zeide dan
zou men dit met een schouderophalen voorbij
kunnen gaan; wanneer echter de voorzitter
van een zoo oude, belangrijke en groote ver
een iging te IJmuiden dergelijke uitdrukkingen
doet, en wanneer een groot en invloedrijk man
als de heer Uitzinger, mede-bestuurs'lad van
deze vereeniging, lid van de Kamer van
Koophandel, en lid van allerlei commissies,
buitendien bekleed met een belangrijke
politieke positie, dergelijke m-eemnigen ver
kondigt, dan kan -men dat waarachtig niet
met een schouderophalen Voorbij gaan
dient daaraan volledige aandacht te worden
geschonken.
Wat vooral opvalt is dat beide genoemde
heeren het vischhandeUbedrijf niet beschouwen
als een onderdeel van het geheel. Zoo be
schouwen zij de crediieten, door het neven-be
drijf verschaft aan het hoofdbedrijf, het
reederijbedrijf, als te liggen volkomen buiten
hun straatje.
Hoe is ri.u eigenlijk de positie?
De vischhandel heeft het, deels door trust
vorming, volkomen in zijn macht om zijn be
drijf zonder verïies te voeren. Het kapitaal,
benoodigd voor den vischhandel. behoeft niet
gestoken te worden in dure gebouwen, dure
schepen, of andere dure exploitatie-middelen.
Het gereedschap van den vischhandelaar be
staat, behalve uit manden en steekkarren
uit geld of crediiet. Kan men zich al geen
winst verzekeren, verlies lean men vermijden
en vermijdt men door aan den producent, d.i,
de reeder, een zoodanig lagien prijs voor zijn
product te geven da.t hij er, vooral de laat.
ste jaren, niet voor va-ren kan.
Gaat nu een schip met een lage besomming
van de markt naar de Zuidzijde dan is het
kwaad geschied, want dan zijn alle onkosten
gemaakt en dan kan men aan de Zuidzijde
maar weer zien dat men op eenigerlei wijze
het schip naar zee krijgt, met alle kans dat
de volgende reis weer even slechte uitkomsten
geeft.
Minder srediet, door de nevenbedrijven
verleend, zou beteeken-en een volkomen plat
liggen van een deel van de vloot. Slechts
enkele groote kapitaalkrachtigen zouden, met
het vooruitzicht van mogelijke regeerings-
inmenging, kunnen blijven varen. De neven-
bedrijven zien hierin echter weer een andere
vorm van trustvorming.
Nu zegt de heer Uitzinger dat hij f 20 zou
willen betalen voor het buitenlandsche ijs.
Zeker, dit kunnen de heer Uitzinger en zijn
vrienden zich veroorloven, want om f 20 voor
het ijs te kunnen betalen moeten zij weer zoo
veel minder voor de visch betalen.
Het is juist, wat de heer Verwoerd zegt,
voorzoover het de ijsfabrieken betreft heeft
de vischhandel in veel mindere mate gebruik
behoeven te maken van crediet d!an de
reederijen, maar het is de reederij die uit
eindelijk het kind van de rekening is ge
worden. Het is waarachtig geen wonder dat
zij, die in den vorm van een tongenconsent
gepensioneerd werden, huin ijsleverancïers
betaalden, maar het is evenzeer begrijpelijk
dat de kustreeder, welke zich de opbrengst
van zijn tong voor een groot deel ontnomen
zag, den vischhandelaar, welke zijn tongen
kocht, in zoo bevoorrechte positie plaatste,
en daardoor in de noodzaak kwam zijn leve
ranciers op betaling te laten wachten en uit
eindelijk niet te betalen.
Aan welke zijde hier de „parasieten" zitten
om dit woord van den Voorzitter der IJmuider
Vischhandelvereeniging te gebruiken, laten
wij gaarne den lezer ter beoordeeling over.
Dat uit. deze toestanden, welke wantoestanden
genoemd mogen worden, weer andere wan
toestanden voortvloeien, spreekt vanzelf.
Wanneer in een visscherijbedrijf, opgebouwd
uit verschillende onderdeelen, blijkt, dat
enkele van deze ondex-deelen wenschen te
parasiteeren op het geheel, dan is het geheele
bedrijf daardoor z-iek en dient deze ziekte
genezen te worden. Wanneer een onderdeel
van een organisme niet goed functioneert,
en parasiteert op het geheel, dan zal zonder
genezing dit organisme sterven en hiermede
zijn wij in IJmuiden bezig. Dan zal uiteinde
lijk de noodzaak onafwendbaar blijk-en tot
ingrijpen van het eenig orgaan dat daartoe
-in staat is en de macht heeft, n.l. de re
geering. Blijkt dan. dat het ijsbedrijf te
IJmuiden zaeh inderdaad veroorloofd heeft een
f-parasiteerende positie, dan dient dit ijsbe-
j-drijf het eerst aan de beurt te komen om bij
ken. herhaaldelijk aan de regeering in den
loop der jaren hebben verzocht een deskundig
onderzoek te willen doen instellen naar de
vraag of er te IJmuiden gesproken kan wor
den van slecht en duur ijs en of er misbruik
gemaakt is, of zelfs maar gebruik gemaakt
is van macht.
Bij herhaling heeft het ijsbedrijf aan
Reedersvereeniging en aan Vü-schihan-del ver
eeniging onderzoek en samenwerking aange
boden en wij herhalen hierbij dit aanbod.
De ijsbedrijven waren en zijn bereid zich als
dienend onderdeel van het visscherijbedrijf
te laten inschakelen. Is dit ook zoo met de
IJmuider Vischhandelvereeniging?
De ijsbedrijven hebben zelfs in de gouden
periode te IJmuiden geen geld verdiend,
slechts een enkele maal werd er dividend uit-
ekeerd, dit was in de jaren dat er groote
hoeveelheden ijs naar het buitenland en aan
buitenlanders verkocht werden, -bijv. in het
jaar van de Engelsche kolenstaking en daar
om hebben de ijsfabrieken waarachtig niet
voor hun gezondheid, groote bedragen moe
ten besteden tot den ombouw van hun bedrij
ven. In de laatste jaren waren de verliezen
op de ijsbedrijven ontzettend. Wij zijn bereid
dit verlies door accountantsonderzoek te doen
staven.
gemeene vergadering voor de visscherij-arbei
ders in Cycloop.
De besturen van den Christelijken Bond en
de IJmuider Federatie zijn voor deze verga
dering uitgenoodgid. Op deze vergadering zul
len besproken worden de resultaten van de ge
houden ledenvergaderingen.
ST. NICOLAASVER. „ALGEMEEN BELANG".
De St, Nicolaasver. „Algemeen Belang"
houdt a.s. Vrijdagavond in „De Griffioen" haar
j aarvergadering.
Zaterdag 19 Januari geeft de vereeniging
een propaganda-uitvoering in „Het Wapen van
Velsen" met medewerking van het „A. B."
Tooneelgezelschap, regisseur de heer D. P.
Kossen. Opgevoerd wordt „Op gemakkelijke
condities" en „Een Pandoeravondje".
Na afloop is er bal met muziek van de
Willy Band onder leiding van den heer H. van
Slooten.
VELSEN
„SCHENDERS DER WET".
Slechts nauwe samenwerking maakt het
misschien mogelijk het visscherijbedrijf irs
zijn geheel door deze ellendige periode heen te
voeren. Dat de IJmuider Vischhandelvereeni
ging dit niet wil en voor eendracht niets voelt,
blijkt wel uit de noodzaak welke er was tot
uifeenvahen van de beroemde oude IJmuider
Vischhandelvereeniging en het oprichten
daarnaast van een nieuwe Vereeniging van
Vischhandelaren. want onder het beleid var
de heeren Verwoerd, Uitzinger en Wijnschenk
werd zelfs de samenwerking in eigen boezem
onmogelijk voor de vischhandelaren.
Dat genoemde heeren buitenlandsche va
luta-concurrenten, vliegende winkels dus. als
hulptroepen moesten binnenhalen. pleit waar
achtig niet voor hun geneigdheid tot orde
ning en samenwerking.
Er worden in een dergelijke twist dikwijls
onaangenaam klinkende woorden gebruikt en
het is vooral in ons land gewoonte de waar
heid van dergelijke onaangenaam klinkende
woorden om hun onaangenaamheid ter zijde
te leggen. De naakte waarheid is nu eenmaal
meestal buitengewoon onaangenaam. Een lek
ker sausje, een mooi kleedje en een aardig
verfie camoufleeren zoo dikwijls smaak, vorm
en kleur, maar bij operaties ontbreekt ge
woonlijk alle camouflage.
Ziek. doodziek, is het visscherijbedrijf, en
men geneest dit niet met eenzijdig samenge
stelde Kamers van Koophandel en andere
commissies. De positie van de nevenbedrij
ven is nu eenmaal belangrijker dan velen
willen erkennen en ik acht het miin plicht,
gedwongen door -de positie welike ik in een
nevenbedrijf inneem, deze dingen te blijven
zesgen, zooals ik ze zie.
In het jaar dat achter ons ligt heb ik dit
eenmaal in sterke termen medegedeeld aan
den Burgemeester van Velsen. wij hébben dit
ook uitvoerig en met cijfers naar waarheid
toegelicht aan de Staatscommissie Rijkens.
wij hebben dit ook medegedeeld aan de Re-
geeringspersonen wanneer men ons er naar
vroeg: en nu fluistert men dat er plannen
zijn om ook iets voor IJmuiden te doen. Maar
alles, wat -men ook zal gaan doen. zal stran
den. zal mislukken wanneer de verdeeldheid
te IJmuiden regelmatig, moedwillig wordt
aangewakkerd.
Is men misschien hier te IJmuiden in som
mige kringen zoo gebeten op het ijsbedrijf
omdat juist door dit ijsbedrijf regelmatig op
samenwerking en eenheid wordt aangedron
gen? Zijn er misschien onderdeelen van dit
bedrijf welke door cultiveering van de ver
deeldheid een buitengewoon voordeelige posi
tie wenschen te behouden?
Een groot deel van het reedersbedrijf zit
nu eenmaal onverbrekelijk vastgekoppeld aan
sommige nevenbedrijven en de tijd is niet ver
meer dat de vischhandel zijn bedrijf zal voort
zetten met buitenlandsche visch en dat de
zuidzijde van de Visschershaven zal worden
gesloten, want dezelfde vischhandel. welke
buitenlandsch ijs zóó beschermt nadat het
werd binnengehaald, heeft in den grond toch
ook eigenlijk de IJmuider reeders niet noodig.
Daarom begrijpen wij niet goed de kortzich
tigheid van sommige reeders wanneer ook zij
'oo nu en dan blijk geven dat zij zich verheu
gen in den ondergang van de ijsbedrijven,
want in werkelijkheid verkeert ook het vis
scherijbedrijf in dezelfde positie, nl. de be
dreiging door een -buitenlandsch product.
Nog slechts korten tijd en de groote ijsbe
drijven zullen hun productie moeten staken,
nadat zij eerst pogingen hebben aangewend
om hun uitstaande credieten binnen te krij
gen. Maar weten de vischhandelaren wel dat
er nog zeer kort geleden ook groote credieten
werden verstrekt door de ijsfabrieken aan
deze vischhandelaren? En hebben zij wel eens
met elkander overwogen wat de gevolgen zul
len zijn wanneer de ijsfabrieken niet meer
medevisschen?
Een oud-Hollandsch spreekwoord zegt:
.Wanneer de kok met de keukenmeid kijft,
weet men waar de boter blijft". Welnu, de
kok en de keukenmeid, in dit geval de IJrnui-
ïer Vischhandelvereeniging en het Ijsbedrijf.
hebben nu gekeven: over de vraag, of er bo
ter was en nog is. zullen wij maar niet ver
der sprekp-. Wii beseffen heel goed dat der
gelijk gekijf, in meer of minder gekuischte
woorden, den lust tot hul-pverleening door de
Regeering niet bevordert, maar daarnaast
brengt het toch het voordeel dat de zieke
vlekken voor den gereedstaan den geneesheer
duidelijker aanwijsbaar worden. Wij hebben
wel eens gehoord dat het in het belang van
den patiënt is wanneer hij zich in vol ver
trouwen aan zijn geneesheer overgeeft.
Welnu, de ijsbedrijven zijn bereid tot on
derzoek en behandeling. Wie volgt?
VERGADERING COMITé VAN ACTIE.
GEORGE O' BRIEN, IRENE BENTLEY EN
GEORGE E. STONE.
De nieuwe hoofdfilm in „De Pont", „Schen
ders der Wet" (Frontier Marshal) is een film
vol spannende avonturen uit het oude Westen.
George O' Breen en Irene Bentley, die er de
hoofdrollen in vervullen doen dit op zulk een
meesterlijke wijze, dat men geboeid raakt door
hun uitbeelding.
De korte inhoud is als volgt:
Michael Wyatt moet op zijn reis door Ari
zona van diligence veranderen in Tomb
stone, een verdorven mijnwerkersplaatsje,
waar losbandigheid en revolverschoten aan
de orde van den dag zijn.
De achter de schermen werkende aanvoer
der van de wetovertreders is Hiram Melton, de
burgemeester van het plaatsje, die met zijn
geld veedieven en struikroovers steunt.
Wyatt schept zich een reputatie bij de be
volking van het stadje, wanneer hij een ge
vaarlijk misdadiger gevangen neemt. Het ge
volg is dan ook, dat men hem het baantje van
stadssiheriff opdringt. Hij besluit zijn plannen
te veranderen, blijft in Tombstone en accep
teert de betrekking. Een van de eerste plichten,
welke hij zichzelf oplegt, is het opsporen van
den moordenaar van burgemeester's zaken-
compagnon, wiens dochter zijn hart in vlam.
heeft gezet. Zijn tweede sterke staaltje is het
temmen van „Doe" Warren, een vogelvrijver
klaarde, voor wien iedereen tot nu toe uit den
weg ging. ,,Doc'"s bewondering voor Wyatt is
groot en beiden worden de beste vrienden.
„Doe" toont zijn vriendschap openlijk door
Wyatt te vertellen, dat de burgemeester aan
het hoofd van de bandieten staat, die Tomb
stone onveilig maken. Wyatt vindt dan, dat hij
de burgemeester eens duchtig na moet gaan en
betrapt hem, als hij zijn eigen bank probeert
te bestelen. Terwijl hij hem wil arresteeren,
wordt hij knock-out geslagen door Melton's hel
per en wordt hij, als hij weer bijkomt, zelf be
schuldigd van de inbraak. Terwijl hij, gehol
pen door „Doe" vlucht voor de woedende
menschenmenigte, hoort hij, dat Mary, die
hem eerst liefhad, maar hem, nu zij hoort, dat
hij beschuldigd wordt van roof, haat, ont
voerd zal worden door Melton's mannen. Doe
en hij houden nu zelf de postkoets aan, waar
in zij reist en ontvoeren haar, waarna zij haar
achterlaten onder de hoede van Queenie La
Verne, de eigenares van het cabaret in
Tombstone, die tot over haar ooren verliefd is
op den sheriff.
Wyatt achtervolgt de ontvoerders, schiet er
twee neer en dwingt de derde, als hij hem ge
vangen genomen heeft, tot een bekentenis,
daarbij vernemende, dat Melton het hoofd is
van de bende bandieten en hij ook Mary's
vader vermoordde. Hierna keert hij met sljn
gevangene terug naar Tombstone, komt jnist
op tijd om „Doe" te beschermen tegen de
woede van het volk en beschuldigt den burge
meester van den moord op zijn compagnon.
Melton trekt zijn revolver en schiet op Wyatt,
doch Queenie werpt zich tusschen hen en
vangt den kogel zelf op. Zij sterft in Wyatt's
armen. Mary vraagt nu vergiffenis voor het
wantrouwen van den man, dien zij liefheeft
en de film eindigt in een happy end.
De tweede film „De Dame van Maxim" is
het- nekvel te worden genomen.
Ter verheldering van een en ander zij hier Het comité van actie uit de havenarbeiders I vervaardigd naar een Fransche klucht. Ook
•onderstreept dat de beide groote ijsfabrieken en zeelieden van den Christelijken en den Mo- deze film, rijk aan verwikkelingen, is bijzon-
te IJmuiden, welke reeds 12 jaar sarneiuwer-1 dernen Bond houdt hedenavond 8 uur een al-1 der spannend.