HIJ OF ZIJ? Na de stemming in het Saargehied. De Rijnbrug te Arnhem Huldiging van dr. Max Euwe: In Caïro heeft met veel ceremonieel de begrafenis plaats gehad van Prins Mohamed Abbas Halim. De lijkkist op de affuit gedekt met den mantel en de Fez van den Prins Dr. Max Euwe werd Donderdagavond te Amsterdam gehuldigd, bij welke plechtigheid ook de schaak meesters Knoch, Lilienlhal en Capablanca tegenwoor dig waren De heer W. B, Kronenburg is Donderdag geïnstalleerd als burgemeester van Didam De nieuwe burgervader ontvangt den ambtsketen Ook de jeugd viert in Saarbrücken den terugkeer van het Saargebied naar Duitschland. De versieringen in de straten spreker: voor zichzelf De begrafenis van wijlen minister Kalff heeft Donderdag op Wester- veld plaats gehad De lijkkist wordt uit het sterfhuis te Wassenaar naar de gereedstaande lijkauto gebracht De Rijnbrug te Arnhem, die een belangrijke verkeersverbetering tusschen Noord en Zuid beteekent, nadert haar voltooiing. Boven: een overzicht van de brug; onder: de opritten, zooals die er thans uitzien FEUILLETON door BERTA SUCK. 54) Tot het laatst toe was zij al even onafhan kelijk, als zij altijd geweest was. Ze wilde per sé geen kamenier hebben, om haar te helpen en evenmin een van de zes bruidsmeisjes. De bruid had haar bouquet van witte erica en witte rozenknoppen onder hen verdeeld en was daarop naar boven gesneld. Over een half •uur zou zij vertrekken. Hoewel Patsy een prop in haar keel had, deed zij toch al haar best, om de vrouwelijke reporter zoo gauw mogelijk op de hoogte te brengen. ,.Kijk, hier is de lijst van de bruidsmeisjes. Schrijft u die zorgvuldig over en maak geen fouten, v/at de titels betreft. (De kranten heb ben zoo'n hekel, om den volgenden dag fouten te verbeteren in de opgaven). Daar achter in de kamer is de broer van de bruid, kapitein Rhos. Die bijzonder knappe dame in mimosa- geel, die daar juist lachend naar hem opkijkt, is zijn aanstaande vrouw, Lady Day. Haar twee kleine jongens Hereward en Henry (pupillen van Sir Ralph) zijn bruidsjonkers geweest. Ik zal een kiekje van de jongens voor u vragen. Hun moeder zal het u zeker willen geven." Op dat oogenblik klonk de stem van Lady Portcullis boven al het gekakel uit. „Er mag dan tegenwoordig niet veel huwe lijksgeluk meer bestaan, maar voor die twee ben ik niet bangMaar stel je voor, om het Himalaya gebergte voor je huwelijksreis te kiezen!Ja, ze gaan vanavond met hun auto tot aan Southampton en vandaar met de boot naar „Gaat u nu even mee de cadeaux bekijken," zei Patsy tegen de reporter. (Tezamen bekeken zij den schat van zilver en andere kostbaar heden). Noemt u alleen maar de bijzondere cadeaux op. „Cadeau van den bruidegom aan de bruid: een two-seater, alle ingrediënten benoodigd voor kampeeren, en een paar ge weren van de firma Gogswill en Harris." „Wat een eigenaardige cadeaux voor een bruid!" zei de kleine reporter bij zichzelf, ter wijl ze alles in haar nieuwe notitieboekje op schreef. „Verder ook nog van den bruigom aan de bruid en een handspiegel van ivoor van oli fantstanden. De olifant werd door Sir Ralph zelf in Zuid-Afrika geschoten. De lievelings naam van de bruid in saffieren op den achter kant van den spiegel. (Die naam mag niet vermeld worden in het tijdschrift). Noteert u nu nog even het cadeau van de bedienden van Gianseiont Court: Bruidskoffer van oud eiken hout, vroeger het eigendom van Prins Llewyn van Wales, waar de familie Rhos van afstamt. De bedienden van Wellalone gaven een lunch mand en een motormascot voorstellende een vliegenden zilveren uil. Bekijkt u nog even dien grooten blauwen bal op goud gemonteerd; dat is het cadeau van Lady Day. Op dat oogenblik zei Lady Day tegen haar aanstaande; „Reggie, wie heeft het aan het personeel van Wellalone Court verteld, dat Guelda „Hun verteld? Maar lieveling, je denkt toch niet, dat dat nog noodig was? Ze waren er natuurlijk dadelijk achter. Stel je voor; eerst kwam ik daar naar Smith vragen. Een week later kwam Guelda terug, keurig en in de puntjes in gezelschap van haar broer, die haar evenbeeld is. De Baas zei natuurlijk niets, maar gaf hun een blik, die aan allen tegelijk den moed benam, iets te laten blijken, van wat er in hen omging. Daarop gaat die kleine Guelda den kring rond en schudt hen allen de hand, te beginnen met den ouden Simpson. Ik was bang, dat na afloop al de beentjes in haar hand nog vermorzeld zouden wezen. Vervol gens stuurde T. Willis een reuzenbouquet lathyrus voor de jonge dame naar binnen. Et voila. Ze deden allen, alsof ze nog nooit van haar gehoord en haar nog minder gezien had denmaar je kunt je voorstellen, hoe druk ze het onder elkaar er over gehad hebben!" „Wat het reistoilet van de bruid betreft", ging Patsy voort tegen de reporter (die nu wel zeker er van kon zijn, dat zij haar aanstelling kreeg), die .is van crêpe marocain, de kleur van roze cyclamen, met zijstukken van met de hand geborduurde zilveren Tudor rozen. Ze heeft er een klein hoedje bij van roze met zilver met een grooten sluier er om heen en een grisperle satijnen mantel met kraag en manchetten van chinchilla en ook daarmee gevoerd." „Hoe beelderig!" fluisterde de kleine repor ter, terwijl ze het alles opschreef. „Ik vond die japon het mooiste van al haar japonnen," zei Patsy. „Zeg,als die bruid haar tijd maar neemt, om zich te verkleeden," merkt een van de gasten op. „Hoeveel uur is het nu al geleden, dat zij naar boven is gegaan?" Even later vroeg een andere gast: „Wat kan er met de bruid zijn? Zou ze zich op de laat ste minuut nog bedacht hebben?" Het werd als een grapje gezegd, maar een paar van de aanwezigen keken wat ernstiger. Bij zichzelf dacht elk van de zusters van de bruid: „Het zou net iets voor Guelda zijn, om op het laatste oogenblik nog tusschen onze vingers door te glippen!" De tante van de bruid dacht: „Lieve hemel, het zou je reine krankzinnigheid zijn, maar is er iets te gek voor een meisje als Guelda? Daar staat Ralph nu al zoo'n poos in zijn reispak te wachten. Hij is een engel, om daar zoo rus tig te staan; maar inwendig zal hij wel koken." Vijf minuten later dacht zij bij zichzelf: „Waarom wou Guelda zelfs niet eens Patsy hebben, om haar te helpen? Ik zal maar niet een van de bedienden sturen; ik zal zelf gaan, om te kijken, wat er aan scheelt." In allerijl vloog Lady Portcullis naar de lift. Zoodra zij boven was, snelde zij naar de kamer, 1 waar de bruid dien nacht geslapen had. De kamer was ledig. Het was niet te gelooven! De tante van de bruik keek verslagen om zich heen. Ja, de kamer was leeg. Er bevond zich nie mand. Je zag alleen maar de sporen van een haastig verkleeden. Dwars over het ledikant lag de crème satij nen trouwjapon en de sluier van Limerick kant. Toen ze de kerk doorliep, had de bruid niet zoo vroolïjk gekeken, als haar tante wel gewild had, herinnerde deze zich nu. (Zou het dwaze kind spijt hebben gehad?) De krans oranjebloesem lag naast de japon; haar kleine zilveren schoentjes lagen een eind van elkaar af, alsof zij ze naar rechts en links uitgeschopt had. „Waar kan ze wezen?" vroeg Lady Portcullis zich af. terwijl zij de kamer rond keek. Ze keek zelfs in de openstaande, ledige hangkast. Over een van de stoelen lag deze reisjapon, de mantel en het beelderige kleine autohoedje. Op het hoedje was een briefje gespeld. Zij las: „Patsy's reisjapon. De jurk is veel beter ge schikt voor haar dan voor mij. Met mijn har telijke groeten G. R." Hijgend bracht Lady Portcullis uit: „Heeft dat ellendige kind ons allen weer gefopt? Ik wist het vooruit. Ik voelde het. Het was al te mooi! Weggeloopen op het laatste oogenblik! Hoe heeft ze het kunnen doen? Hoe is het mo gelijk, dat ze dien goeden Ralph zoo voor den gek heeft geholuden?" Ze rende de trap af. Onderweg ontmoette zij haar kamenier. „Heb je juffrouw Guelda Lady Wellalone als naar beneden zien gaan?" vroeg ze deze. „Neen, milady. Ik heb haar wel naar boven zien gaan, om zich te verkleeden. Ze was toch zoo mooi en ze keek zoo gelukkig. De auto heeft wel al een heelen tijd staan wachten. U heeft toch gezegd, dat wij van het balkon op de tweede verdieping de bruid mochten na kijken, is het niet, milady? Harris heeft het wit satijnen schoentje achter aan den wagen vastgemaakt Maar Lady Portcullis was al weer weg en be vond zich een oogenblik later weer te midden van de gasten, die hoe langer hoe bezorgder keken. Twee waren er echter, die niet de minste- onrust vertoonden. I11 een hoek van de zitkamer achter het buf fet en nog verder verborgen door een rood gordijn zat een kleine jongen naar hartelust te smullen, met een glimlach van voldoening op zijn gezichtje. In de eene hand hield hij een kristallen ijsschoteltje, in de andere hand hield hij een lepeltje. Het was Henry Jasper Day, die aan zijn veertiende portie ijs bezig was. Het andere gelaat, dat al even onbewogen, keek, was dat van den bruigom. De verdwijninf,' van de bruid scheen hem niet in het minst te verontrusten. Hij stak zijn armen in de leeren autojas, die Gould hem toehield en zei lachend; „Nu, ik wacht niet langer. Als de bruid nog op komt dagen, kunnen jullie haar mij achter-- op sturen. Natuurlijk alleen, als ze er zin in heeft. Ik ga nu weg. Tot ziens, allemaal." Wellalone liep vlug de treden van de stoep at en begaf zich naar de auto. De chauffeur, in keurig donker uniform, groette beleefd. Hij hield de deur open. Toen, terwijl Sir Ralph instapte, keerde hij een lachend gelaat naar de gasten, die allen naar buiten gekomen waren. Daarop keek hii ook naar het balkon op de tweede verdieping. Het was een ondeugend lachend jongensgelaa$. Tut was de eerste, die zag, wie het was^ „Reggie!" riep ze, terwijl ze haar aanstaande bij den arm greep, „Reggie," zie je, waar de kleine fopster is?" De bruidegom nam zijn pet af, en glimlachte eveneens vroolijk. Toen zei hij met eenige verheffing van stem: „Klaar, Smith?" En Smith antwoordde beleefd: „Ja, meneer".:' Het volgende oogenblik waren zij uit het oog) verdwenen. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 8