Middelen ter verbetering van het visscherijbedrijf. DE AVONTUREN VAN Nationale politiek in crisisdagen. DINSDAG 22 JANUARI '1935 BINNENLAND Nieuwe wegen moeten ingeslagen worden. Opruiming van oud materiaal Betere distributie. Eenigen tijd geleden werd den Mi nister een uitvoerig rapport aange boden, inzake de reorganisatie van het visscherij bedrijf te IJrauiden. Het Persbureau V. D. is thans in staat uit dit zeer belangrijke rapport, waarin de volledige reorganisatie van het trawlvissclierijbedrijf wordt uiteenge zet, het een en ander te publiceeren. Wij wijzen er nog op, dat een dei- meest flagrante punten in dit rapport, n.I, de oprichting eencr Visscherijcon- trole, reeds werd verwezenlijkt. De op merkingen over dit centrale orgaan, die de commissie, die het rapport sa menstelde, maakte, behouden echter, gezien de nog geringe ontwikkeling van Visscherijcentrale in alle opzich ten hun oogenblikkelijke waarde. Van kleinbedrijf tot grootindustrie. Aanvankelijk werd de visscherij hier te lande vrijwel uitsluitend uitgeoefend door visschers, die voor eigen rekening voeren, of handelden. Op den duur werden echter de oud-vaderlandsche vaartuigen als buizen, bommen en pinken, vervangen door zeillog- gers en later door stoomloggers en stoom trawlers. Door den hoogeren aanschaffings prijs alsmede door de sterk stijgende vangst mogelijkheden, waardoor betrekkelijk groote kapitalen noodig werden, veranderde de aard van het bedrijf en werden reederijen opge richt, waarin de visschers meer en meer in loondienst der reeders kwamen en van de markt als individueele handelaren verdwenen. Vanzelfsprekend traden toen bij de-ze voortschrijdende industrialisatie en intensi- veering dezelfde verschijnselen naar voren als men ook elders kent. Het bedrijf werd zeer gevoelig voor conjunctuurswisselingen en het kon dus verwacht worden, dat bij het optreden dezer conjunctuurswisselingen ongelukken niet zouden uitblijven, wanneer niet de produ cent een belangrijken Invloed op den afzet en dus ook op de prijzen kon uitoefenen. Zeer opvallend nu is het feit, dat wat in het moderne bedrijfsleven overal gedaan is, hier achterwege gebleven is. Men heeft in het vis- scherijbedrijf nimmer zorg besteed aan een afzetgebied en aan een prijsregelingspolitiek, welke o.m. het aanzijn schonk aan kartelvor ming en productiebeperking. Het visscherij- bedrijf kenmerkt zich door een vrijwel niet be- heerschte productie en een volkomen onmacht ten aanzien van den afzet. Door het volslagen gebrek aan invloed van de reederijbedrijven op den afzet, ontwikkel de zich een vrij sterke: handel, die, gericht zijnde op het "bélialen van oogenblikkelijke groote winsten, in meerdere of mindere mate roofbouw pleegde en in geen enkel opzicht zorgde voor een geregelde clientèle en een afzetmogelijkheid, welke als basis voor een gezond bedrijf kan dienen. Bovendien wordt in Nederland niet regelmatig visch gegeten. Hiervoor zijn verschillende redenen aan te voeren. In ieder geval staat de zaak zoo, dat de visch zelfs in meerdere streken, vooral in Bra bant en Limburg, onmogelijk uit IJmuiden is te betrekken, doch uit het buitenland moet worden geïmporteerd. Wij wijzen in verband hiermede erop, dat Éi de laatste jaren, waarin de vischvangst door Nederlandsche schepen afnam, door bui- tenlandsche schepen nog visch kon worden aangevoerd, hetgeen bijvoorbeeld voor deze schepen in 1933 nog zes millioen K.G. bedroeg, terwijl dit in 1928 nog slechts een millioen K.G. was. Men ziet dus, een sterk oploopen van buitenlandscïïen aanvoer in een tijd, dat de IJmuider visschersvloot van 200 tot circa 80 visschende schepen terugsloeg. Materiaal grootendeels tweede hands. Om een indruk te geven van den toestand, waarin het bedrijf te IJmuiden verkeert, moe ten wij in de eerste plaats op het merkwaar dige feit wijzen, dat ondanks de uitgebreide en tot concurreeren in staat zijnde scheeps werven, die zich in ons land zelf bevinden, het materieel, waaruit de vloot bestaat, grooten deels tweedehands in het buitenland is opge kocht. Dit materiaal was bij aankoop reeds tien tot twaalf jaar en in vele gevallen nog meer oud. Van de pl.m. 200 trawlers, die in IJmui den thuis hooren, zijn een 180-tal 30 jaar en ouder. Naar schatting zullen van de 120 sche pen, die thans opgelegd zijn, zeker een zeven tigtal onexploitabel blijven. Naast enkele groote maatschappijen wordt de trawlvisscherij door tal van kleinere ree derijen uitgeoefend. In de goede jaren 1928 en 1929 werden niet minder dan 34 oude bui- tenlandsche schepen door nieuw gestichte kleine reederijtjes aangekocht. Vele schepen zijn meermalen van eigenaar veranderd, ten gevolge van faillissement van de combinaties. In 1931 en 1932 failleerden niet minder dan 40 reederijen Door de crediteuren in de ver schillende faillissementen werden de pogingen van nieuwe geldschieters om het bedrijf weer op gang te brengen, gesteund. Maar zeer dik wijls bleken deze geldschieters dilettant-ree- ders, welke of in het geheel niet of slechts zeer weinig, terzake kundig zijn. Verschillende le veranciers (kolen- en ijsleveranciers. werven, enz.) interesseerden zich al dan niet vrijwillig. Dat dit niet belangeloos geschiedt, spreekt vanzelf. Het onderhoud der schepen laat ook even eens veel te wenschen over. Het vangen der visch en het schoonmaken aari boord geschiedt ook niet op de meest economische manier. Wanneer men met aandacht de ont wikkeling van het Nederlandsche visscherijbedrijf volgt, dan blijkt, dat welhaast nergens een initiatief tot verbetering van het bedrijf in Neder land is uitgegaan. Wanneer tenslotte de visch gelost wordt en verpakt in kisten geveild, vinden de reeders een krachtig georganiseerden handel tegen over zich, die zich op tal van wijzen voor. deelen heeft trachten te verwerven en dit nog steeds doet Gebrekkige distributie. Het organisme, dat de distributie verzorgt, bestaat uit grossiers, handelaren, winkeliers en venters. Deze groepen zijn onderling in organisaties vereenigd. Of deze organisaties de distributie in dien zin beheerschen, dat het land op economische en intensieve manier bediend wordt, meent men te moeten be twijfelen. Wat de organisatie van het transport alsmede de verdeeling van de visch over het land betreft, blijft er nog veel te wenschen over. Distributiecentra in het binnenland ont breken. Dat hierdoor voorziening en vooral bestelling van visch belemmerd wordt, is dui delijk. Ten opzichte van de moderne behandeling van voedingswaren, heeft het artikel visch een geweldigen achterstand in te halen. In toe nemende mate ziet men de visch als visch in blik of in glas in de winkels verschijnen, In dezen vorm is zij een handelsartikel. Middelen tot verbetering. Indien men tot een wezenlijke verbeteriiiL van de toestanden in het IJmuider visscherij bedrijf zal willen komen, dient men maat regelen te nemen, die in de lijn vallen van een modern industrieel grotbedrijf. De maat regelen zullen - zich moeten uitstrekken over het bedrijf in zijn geheel, vanaf de vangst tot en met de consumptie, opdat alle te nemen maatregelen harmonisch in elkander grijpen en geen der onderdeelen storend mag ver ken op de ontwikkeling der overige deelen. Hiertoe is een centraal orgaan gewenscht, met medewerking' van de regeering en be langhebbenden, dat in den meest uitgebreiden zin de richtlijnen uitwerkt, volgens welke het bedrijf moet worden gereorganiseerd. De or- ;anisatie en de coördinatie van de groote groepen, werkzaam in dezen bedrijfstak, is noodzakelijk. Onmisbaar is een betere ver deeling der arbeidsterreinen dezer groepen. De reeders dienen een krachtige positie ten opzichte van de overige groepen in te nemen. Er dient gestreefd te worden naar grootere stabilisatie in de productie en in den afzet. Dti kan wat den reeder betreft, bereikt worden door: A. regularisatie van den vischaanvoer. B. betere verzorging van de visch met het oog op het voorkomen van snel bederf. C. stelselmatige besparing op bedrijfskosten door een zoo economische mogelijke inrich ting van het bedrijf. D. het oprichten of in stand houden van of het deelnemen in nevenbedrijven, welke geconserveerde visch vervaardigen, dan wel de daarvoor in aanmerking komende visch te verwerken tot vischmeel. E. het instellen van prijslimieten op den afslag voor consumptievisch, conservenvisch en visch voor vischmeelfabrieken. Voor zoover de distributie betreft door: A. de organisatie van een intensief wer kend distributiesysteem met centrale punten in het land, ter voeding van een locale onder distributie. B. betere voorzorg tegen; achteruitgang in kwaliteit van den visch in den loop van het distributiesysteem (koelinstallaties. C. levering van visch in hygiënischen toe stand en in een vorm, die een minimum van bewerking bij de consumptie geeft, (verpakt, :efileerd, in blik, enz.) D. intensieve en suggestieve voorlichting- van het publiek door hiervoor geschikte pro- Van overheïdswege dient een geregelden keuringsdienst in het leven te worden geroe pen. Verwerkelijking dezer mogelijkheden. Indien men tot een concreet plan wil komen tot reorganisatie van het bedrijf, dan is het allereerst noodzakelijk, dat de groote groepen (reedersgrossiers, handelaren) ieder voor zich deugdelijk worden georganiseerd en wel op zoodanige wijze, dat zij 'n verband vormen, dat hen in staat stelt, als zelfstandige on derdeelen van het geheel deel te nemen aan de maatregelen, welke het geheele bedrijf tot ontwikkeling breng-en. Teneinde deze organi satie te behoeden voor het tegen elkaar in gaan der onderdeelen, zal het bovengenoemde centraal orgaan gesticht moeten worden en wel in samenwerking met de regeering, zoo dat de laatste invloed op de leiding zal kunnen uitoefenen. Zoo noodig dan moet de regeering de mid delen kunnen verschaffen om deze groepen tot samenwerking en organisatie te bren gen. Het centraal orgaan zal voor het visscherij bedrijf niet alleen een reguleerende en een controleerende bemoeienis moeten hebben, doch het zal, gezien de achterlijkheid van het visscherijbedrijf tevens .een taak moeten vin den in de ontwikkeling van dit bedrijf. Dit lichaam zal de wetenschappelijke, technische en ook economische voorlichtingsdienst moeten vormen. Voorts zal men moeten overgaan tot het inrichten van een centraal inkoopbedrijf voor de behoeften der reederijen. Het toe zicht houden op het onderhoud en de uit rusting van de vloot. Het initiatief nemen tot het stichten van vischbewerkingsbedrijven (fileeren, inmaken in blik, vischmeel, etc.) Het inrichten van een centraal verrekenkan- toor tusschen reeders, grossiers en handela ren. Het voorlichten van de overheid in verband 'met het uitreiken van vischvergunningen, vervoervergunningen e.d. Tenslotte regelend optreden ten aanzien van de prijzen met het oog op den verkoop en de verwerking van visch en het bevorderen van het tot stand komen van maatregelen teneinde zooveel mogelijk een regelmatigen en economischen aanvoer van visch te verkrijgen. Teneinde het centrale orgaan te vormen en in werking te brengen, zal het eerst noodig zijn een bekwaam algemeen leider aan te stellen. Maatregelen, die direct liulp kunnen bieden. Men zou reeds zeer nuttig werk kunnen verrichten door een aantal verouderde of onbruikbare schepen uit de vaart te nemen. Een andere wijze om het definitief uit de vaart nemen van oude schepen te bevorderen, zal hierin kunnen bestaan, dat aangemoedigd wordt de bouw van nieuwe schepen ter ver vanging van oude. Om.nu bovenstaande maatregelen in vollen omvang vruchten te doen afwerpen, meent de commissie, die zich met het onderzoek be> lastte, dat het in ieder geval noodzakelijk geacht moet worden om aan het aankoopen en in de vaart brengen van verouderd buitenlandsch materiaal paal en perk te stellen. Als eisch moet daarom worden ge steld, dat buitenlandsche trawlers om een vischvergunning te krijgen, aan bepaalde voorwaarden zullen moeten voldoen. Voorts dient de aanbouw van nieuwe schepen in hooge mate bevorderd. Men gaat zoo spoedig mogelijk over tot georganiseerde samenwer king van de betrokken bedrijfsgroepen. Ten behoeve van den export van tongen naar Frankrijk, worde een centrale in het leven geroepen. Ten aanzien van de assurantie van schepen zouden ook reeds dadelijk maatrege len kunnen worden genomen. Het sluiten van een casco-verzekering (verzekering van schip met toebehooren, takels en masten), moet worden ondergebracht bij de centrale werkge vers-risicobank. Tenslotte zal tijdelijke hulp op bescheiden schaal van geval op geval tot de mogelijkheden moeten behooren. Eerste trein over de IJselbrug. Rede van minister Slotemaker. Voorloopig nog met beperkte snelheid. Maandag is de eerste trein over de nieuwe spoorbrug over de IJsel bij Zwolle gereden. Het feit ging in alle stilte voorbij. Een feestelijk of officieel karakter droeg het niet. Gedurendè de eerstvolgende tien dagen zal slechts met een snelheid van dertig kilometer over de brug worden gereden. Daarna wordt de snelheid verhoogd tot vijf en zeventig kilometer. Wan neer met October de nieuwe winterdienst- regeling in werking treedt, zal ook de tweede spoorbrug gereed zijn. Van dat tijdstip af zal dan over beide bruggen met een snelheid van honderd kilometer of meer gereden worden. Beleediging van minister Colijn. Tegen veroordeelde in hooger beroep weer twee weken geëischt. In het fascistische weekblad de Daad kwam op 16 Febr. 1934 een artikel voor, wat door de politie 'beleedigend w;erd geacht voor minis ter H. Colijn. Het 'stuk was geschreven naaf aanleiding van het verbod voor ambtenaren om aangesloten te zijn bij de N.S.B. De redac teur van het bewuste blaadje K. stond op 4 Mei voor den politierechter terecht, verdacht van beleediging. Hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 weken. Verdachte ging van het vonnis in appèl. Voor het Gerechtshof verklaarde hij, dat hij het bewuste artikel niet zelf had geschreven. Wel was het do'or hem vluchtig ingezien, alvorens het naar de zetterij werd gebracht. Een der getuigen a dé charge, mi'. E. van Wessem, verklaarde thans dat hij het stuk had geschreven. De Procu reur-generaal requireerde bevestiging van het vonnis van den politierechter. Spr. had aan vankelijk een boete willen eischen, doch ge zien de houding van verdachte en de late ver klaring van den getuige a décharge was hij op dat besluit teruggekomen. KUNSTSCHILDER G. J. DE BOER. t Te Laren is gisteren het stoffelijk overschot ter aarde besteld van den bekenden kunst schilder G. J. de Boer, die dezer dagen ten gevolge van een hartverlamming plotseling is overleden. De heer De Boer, die ongeveer 50 jaar oud is geworden, was verscheidene jaren penning meester van de Vereeniging van Beeldende Kunstenaars Laren-Blaricum en heeft zich voor het Schildersgenootschap zeer verdien stelijk gemaakt. Ook als kunstschilder had de overledene bijzondere kwaliteiten en vooral door zijn doeken van dansende vrouwen in een romantische omgeving, maakte hij naam. Voorts schilderde hij bloemenstillevens en landschappen, welke eveneens het kenmerk van een bekwame schildershand dragen. BRIEVEN OP EEN ADVERTENTIE. Het Hof bevestigt een vrij sprekend vonnis. Het Haagsche gerechtshof heeft uitspraak gedaan in de zaak tegen den directeur van het Rotterdamsch Nieuwsblad mr. J. K„ die door de rechtbank te Rotterdam was vrijge sproken van het hem ten laste gelegde: het doen plegen van verduistering, nl. het ach terhouden van een aantal brieven (van een zelfden inhoud) op advertenties betreffende overneming van winkelzaken, cafe's en der gelijke. bij de administratie van het blad in gekomen. Het gerechtshof heeft, met verbetering van gronden, het vrijsprekend vonnis beves tigd. Prol. Ui J R. Slotemaker de Bruine (C.H.) „Omlaag dringen van lasten noodzakelijk". Maandagavond sprak minister Slotemaker de Bruine in de groote zaal van het A.M.V.J.- gebouw te Amsterdam voor de Kamerkring- vereeniging „Amster dam" van de Christe- I ijk-Historische Unie. De bijeenkomst werd geopend met gebed en een korte inleiding van den heer J. ter Haar, die den minister har telijk dankzegde voor zijn bereidwilligheid om in Amsterdam te komen spreken. Staande herdacht de vergadering minister Kalff. De uitnoodiging van deze spreekbeurt heb ik zoo begon de Minister gaarne aange nomen, omdat in zware tijden het contact tusschen minister en.volk meer dan ooit nood zakelijk is. Ik wil U spreken over nationale politiek in crisisdagen. Dit is drieërlei, hande lende: over het nationale, over de politiek en over de crisis. Spr. behandelde de onderwer pen in omgekeerde volgorde. Als wij ons afvragen, hoe we tegenover de crisis zelf moeten staan, luidt mijn antwoord, dat de eenig werkelijke oplossing, waardoor met name de teisterende werkloosheid wordt weggenomen, deze is, dat het bedrijfsleven wordt hersteld en dat het de beschikbare krachten beter kan opnemen. Alles wat men daarnaast doet of beproeft, ook alles, waardoor men de toestand probeert dragelijk te maken, is werk van tweede klasse. Hieruit volgt, dat het bedrijfsleven niet meer dan volstrekt noodzakelijk is door lasten belemmerd mag worden om op te leven. Er volgt ook uit, dat het leven voor alle groepen van ons volk op een lager peil aanvaard moet worden. Er volgt eindelijk uit, dat kapitaalbewaring en kapi taalwinning noodzakelijk is, omdat kapitaal de onmisbare voorwaarde is voor de uitbrei ding van het bedrijfsleven. Daarnaast zal, zeker zoolang de internationale dwaasheid van de internationale afsluiting duurt, ge poogd moeten worden door ordenend optre den, bezwaren weg te nemen en nieuwe mo gelijkheden te openen. Het is voor een gezond bedrijfsleven even eens noodzakelijk, dat het budget sluit; en in dien een ongelimiteerd verkrijgen van nieuwe staatsinkomsten niet verantwoord is, volgt daaruit de noodzaak, dat de staatsuitgaven worden verlaagd. Een nieuw punt is het omlaagdringen van de lasten. Met betrekking tot -de huren b.v. moet meer worden bereikt dan tot nu toe be reikt is; zoodra het eenigermate mogelijk zal blijken, moeten sommige belastingen worden verminderd. Alweder niet om de bezitters een zeker cadeau te doen, doch om het bedrijfs leven in staat te stellen zijn functie te blijven vervullen of te hervatten. Naast dit werk, dat beoogt het normale be stek niet mogelijk te maken, staat nu ten tweede de enorme taak om zoolang het noo- dige herstel toeft, het leven zoo veel mogelijk dragelijk te .houden. Onze werkloozen moeten arbeid vinden. Ook dan, .wanneer die arbeid zuiver economisch gezien, in dezen tijd niet aanbevelenswaardig is. „Elk nieuw ding stelt het bestaande in de waagschaal." Bovendien zal men moeten pogen, hetgeen thans nog bestaat op het gebied van het be drijfsleven, zooveel doenlijk dn stand te hou den. Ik denk aan den steun, 'die geboden wor den kan aan landbouw, scheepvaart en in dustrie. Hetgeen bereikt is op het gebied van sociale, cultureele en moreele voorzieningen, zal zooveel immer doenlijk moeten bewaard i blijven; bij justitie en onderwijs evenzeer als bij sociale zaken. Wij hebben hygiënische voorzieningen, ar beidersverzekering, arbeidsbescherming. Het is mijn ernstig streven, om zooveel immer doenlijk het bestaande te bewaren, maar het is duidelijk, dat volkomen uitgesloten zijn moet het beginnen van eenige nieuwe dingen, hoe aanbevelenswaardig op zichzelf ook. Enkele nieuwe dingen die thans begonnen worden, vormen een olievlek; uit het eerste volgt schier automatisch het tweede enz. Elk nieuw ding, dat begonnen wordt, stelt bovendien het bestaande in de waagschaal. Wat het politieke betreft, zeide de minister, dat het groote publiek voor bemoeizucht moet oppassen. Als het dat niet doet, dan zal dit misbruik maken van den volksinvloed de dood van den volksinvloed beteekenen. Ten tweede hoede men zich voor demagogie en ten derde hebbe men den durf verantwoordelijkheid te willen dragen. Tenslotte zeide de minister nog, dat het werk nationaal moet geschieden. NATIONALE SCHIPPERSVEREENIGING. Te Groningen werd een buitengewone verga dering gehouden van het Hoofdbestuur, den Vereenigingsraad en afgevaardigden uit de afdeelingen der Nationale Schippers Vereeni ging. De voorzitter van het Hoofdbestuur, bracht rapport uit naar aanleiding van ge houden besprekingen met den voorzitter van de Internationale Schippersvereeniging te Rotterdam aangaande samensmelting van bei de organisaties. Na zeer uitvoerige discussies werd met algemeene stemmen besloten den afdeelingen te adviseeren tot fuseering met de Internationale Schippers Vereeniging over te gaan. Vóór 1 Maart a.s. zullen in alle afdee lingen ledenvergaderingen worden belegd, waarbij per referendum over het voorstel van genoemde vergadering zal worden beslist. Voorts deelde de voorzitter mee, dat de sta tuten dei* Nationale Schippers Vereeniging bij Koninklijk Besluit van 29 December 1934 zijn goedgekeurd. Ten slotte werd de balans en verlies- en winstrekening over 1934 vastge steld. Slechts 326 gehuwde vrouwen in Rijksdienst. Op 60.000 ambtenaren. Regeering acht geen verdere maatregelen noodig. De voorzitter van den raad van ministers heeft aan de Tweede Kamer doen toekomen een nota naar aanleiding van een door hem op 14 November j.l. gedane toezegging, de aangelegenheid van de gehuwde ambtenares nader te zullen onderzoeken. Aan deze nota is het volgende ontleend: Het onderzoek heeft aangetoond, dat in den geheelen rijksdienst, de rijksonderwijs inrichtingen inbegrepen, onder de ruim 60.000 personen, daarbij werkzaam, zich op 31 De cember 1933 326 gehuwde vrouwen bevonden. Slechts 73 daarvan (van wie 55 in vasten, 6 in tijdelijken en 12 in contraetdienst) vervul den een volledige betrekking, niet specifiek vrouwelijk, die ook door een mannelijke kracht zou kunnen worden bezet. Daaronder waren 23 kantoorhouder bij de P. T. T., een functie, waarbij de ambtelijke werkzaamhe den binnen de echtelijke woning worden ver richt. Van de 50 overigen waren 38 in zuiver administratieve betrekkingen werkzaam.Aan genomen mag worden dat voor vele zoo niet voor de overgroote meerderheid dezer ge huwde vrouwen geldt, dat zij óf kostwinster zijn, óf door ongelukkige huwelijksomstandi-g- heden gedwongen zijn in eigen onderhoud te voorzien, dan wel, dat bijzondere omstandig heden haar in dienst zijn motiveeren. Zooals uit de geproduceerde gegevens blijkt, heeft het onderzoek den indruk bevestigd, dat de aangelegenheid van de gehuwde ambtenares voor wat den rijksdienst betreft, niet alleen geen practische beteekenis meer heeft. Naar het oordeel der regeering bestaat geen voldoende aanleiding tot het nemen van ver der strekkende maatregelen voor den rijks dienst. Ook een voorschrift tot ontslag van de in dienst zijnde gehuwde vrouwen bij het on derwijs acht de regeering niet voldoende ge motiveerd. Naar het oordeel der regeering dient ook voor het gesubsidieerde onderwijs ter zake geen beperkter bepalingen te gelden dan voor het rijkspersoneel. Er kan worden volstaan met de regeling, dat: le. de huwende ambtenares wordt ontsla gen; 2e. de gehuwde ambtenares niet-kostwin- ster bij ontslag voorgaat; 3e. de gehuwde vrouw niet voor aanstel ling in aanmerking komt. Voor zoover daartoe nog verdere wijziging van bestaande reglementen en wetten noodig is, zullen deze worden aangebracht dan wel voorgesteld. Wat betreft de provinciën, gemeenten en overige publiekrechtelijke corporaties, staan der regeering geen gegevens ter beschikking. Voor den geheelen overheidsdienst geldt, dat de huwende ambtenares en de ambtenares die in concubinaat is gaan leven, wordt ont slagen. In de gevoerde debatten over de ge huwde ambtenares heeft de regeering aan leiding gevonden, zich nogmaals, tot de pro vinciale- en gemeentebesturen te wendenmet het verzoek om, voor zoover zulks nog niet -, in de desbetreffende ambtenarenreglementen is bepaald, alsnog daarin bij eerstvolgende wijziging op te nemen voorschriften aangaan de den voorrang bij ontslag van de gehuwde ambtenares- niet-kostwinster en aangaande het niet benoemen van gehuwde vrouwen, N.S.B.-insigne opzichtig politiek onderscheidingsteeken? Volgens den advocaat-generaal bij den Hoogen Raad niet. De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad, mr. v. Lier, heeft Maandag conclusie geno men in de zaak van den officier van justitie te Roermond, die cassatie had aangeteekend tegen een vonnis van de rechtbank aldaar, waarbij J. J. B. te Eindhoven is ontslagen van rechtsvervolging van het hem ten laste gelegde dragen van een opzichtig politiek onderscheidingsteeken. in casu het insigne der Nat. Soc. Beweging. Hij had dit insigne gedragen op een openbare terechtzitting van de rechtbank. Mr. Van Lier conculdeerde tot verwerping van het beroep van den officier van justitie te Roermond. NED. VEREENIGING VAN BIBLIO THECARISSEN. Onder leiding van haar voorzitter, dr. H. de Buck (Groningen) heeft de Ned. Ver. van Bibliothecarissen in de Universiteitsbiblio theek te Amsterdam een druk bezochte win- terbij eenkomst gehouden. Mej. A. Veltman te Haarlem hield een door lichtbeelden toegelichte lezing die een veel- zijdigen kijk gaf op het moderne verschijnsel der „wrappers" (de losse reclame-omslagen, waarin tegenwoordig tal van boeken het licht zien). Een tentoonstelling van velerlei wrap pers strekte tot nadere verduidelijking. TOESTAND VAN DEN INTERNUNTIUS VERBETERD. In den toestand van den pauselijken in ternuntius Mgr. Schioppa is sinds enkele da gen een verbetering ingetreden. De behan- deldende geneesheer meent, dat, wanneer verdere complicaties, waarvoor de patient in dit stadium vatbaar blijft, zich niet voor doen, de prognose gunstig gesteld kan wor den.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 2