Middelen ter verbetering van
het visscherijbedrijf.
DE AVONTUREN VAN
Nationale politiek in
crisisdagen.
DINSDAG 22 JANUARI '1935
BINNENLAND
Nieuwe wegen moeten ingeslagen worden.
Opruiming van oud materiaal
Betere distributie.
Eenigen tijd geleden werd den Mi
nister een uitvoerig rapport aange
boden, inzake de reorganisatie van het
visscherij bedrijf te IJrauiden. Het
Persbureau V. D. is thans in staat uit
dit zeer belangrijke rapport, waarin
de volledige reorganisatie van het
trawlvissclierijbedrijf wordt uiteenge
zet, het een en ander te publiceeren.
Wij wijzen er nog op, dat een dei-
meest flagrante punten in dit rapport,
n.I, de oprichting eencr Visscherijcon-
trole, reeds werd verwezenlijkt. De op
merkingen over dit centrale orgaan,
die de commissie, die het rapport sa
menstelde, maakte, behouden echter,
gezien de nog geringe ontwikkeling
van Visscherijcentrale in alle opzich
ten hun oogenblikkelijke waarde.
Van kleinbedrijf tot grootindustrie.
Aanvankelijk werd de visscherij hier te
lande vrijwel uitsluitend uitgeoefend door
visschers, die voor eigen rekening voeren, of
handelden. Op den duur werden echter de
oud-vaderlandsche vaartuigen als buizen,
bommen en pinken, vervangen door zeillog-
gers en later door stoomloggers en stoom
trawlers. Door den hoogeren aanschaffings
prijs alsmede door de sterk stijgende vangst
mogelijkheden, waardoor betrekkelijk groote
kapitalen noodig werden, veranderde de aard
van het bedrijf en werden reederijen opge
richt, waarin de visschers meer en meer in
loondienst der reeders kwamen en van de
markt als individueele handelaren verdwenen.
Vanzelfsprekend traden toen bij de-ze
voortschrijdende industrialisatie en intensi-
veering dezelfde verschijnselen naar voren
als men ook elders kent. Het bedrijf werd zeer
gevoelig voor conjunctuurswisselingen en het
kon dus verwacht worden, dat bij het optreden
dezer conjunctuurswisselingen ongelukken
niet zouden uitblijven, wanneer niet de produ
cent een belangrijken Invloed op den afzet en
dus ook op de prijzen kon uitoefenen.
Zeer opvallend nu is het feit, dat wat in het
moderne bedrijfsleven overal gedaan is, hier
achterwege gebleven is. Men heeft in het vis-
scherijbedrijf nimmer zorg besteed aan een
afzetgebied en aan een prijsregelingspolitiek,
welke o.m. het aanzijn schonk aan kartelvor
ming en productiebeperking. Het visscherij-
bedrijf kenmerkt zich door een vrijwel niet be-
heerschte productie en een volkomen onmacht
ten aanzien van den afzet.
Door het volslagen gebrek aan invloed van
de reederijbedrijven op den afzet, ontwikkel
de zich een vrij sterke: handel, die, gericht
zijnde op het "bélialen van oogenblikkelijke
groote winsten, in meerdere of mindere mate
roofbouw pleegde en in geen enkel opzicht
zorgde voor een geregelde clientèle en een
afzetmogelijkheid, welke als basis voor een
gezond bedrijf kan dienen. Bovendien wordt
in Nederland niet regelmatig visch gegeten.
Hiervoor zijn verschillende redenen aan te
voeren.
In ieder geval staat de zaak zoo, dat de
visch zelfs in meerdere streken, vooral in Bra
bant en Limburg, onmogelijk uit IJmuiden is
te betrekken, doch uit het buitenland moet
worden geïmporteerd.
Wij wijzen in verband hiermede erop, dat
Éi de laatste jaren, waarin de vischvangst
door Nederlandsche schepen afnam, door bui-
tenlandsche schepen nog visch kon worden
aangevoerd, hetgeen bijvoorbeeld voor deze
schepen in 1933 nog zes millioen K.G. bedroeg,
terwijl dit in 1928 nog slechts een millioen
K.G. was. Men ziet dus, een sterk oploopen van
buitenlandscïïen aanvoer in een tijd, dat de
IJmuider visschersvloot van 200 tot circa 80
visschende schepen terugsloeg.
Materiaal grootendeels
tweede hands.
Om een indruk te geven van den toestand,
waarin het bedrijf te IJmuiden verkeert, moe
ten wij in de eerste plaats op het merkwaar
dige feit wijzen, dat ondanks de uitgebreide
en tot concurreeren in staat zijnde scheeps
werven, die zich in ons land zelf bevinden, het
materieel, waaruit de vloot bestaat, grooten
deels tweedehands in het buitenland is opge
kocht.
Dit materiaal was bij aankoop reeds tien
tot twaalf jaar en in vele gevallen nog meer
oud. Van de pl.m. 200 trawlers, die in IJmui
den thuis hooren, zijn een 180-tal 30 jaar en
ouder. Naar schatting zullen van de 120 sche
pen, die thans opgelegd zijn, zeker een zeven
tigtal onexploitabel blijven.
Naast enkele groote maatschappijen wordt
de trawlvisscherij door tal van kleinere ree
derijen uitgeoefend. In de goede jaren 1928
en 1929 werden niet minder dan 34 oude bui-
tenlandsche schepen door nieuw gestichte
kleine reederijtjes aangekocht. Vele schepen
zijn meermalen van eigenaar veranderd, ten
gevolge van faillissement van de combinaties.
In 1931 en 1932 failleerden niet minder dan
40 reederijen Door de crediteuren in de ver
schillende faillissementen werden de pogingen
van nieuwe geldschieters om het bedrijf weer
op gang te brengen, gesteund. Maar zeer dik
wijls bleken deze geldschieters dilettant-ree-
ders, welke of in het geheel niet of slechts zeer
weinig, terzake kundig zijn. Verschillende le
veranciers (kolen- en ijsleveranciers. werven,
enz.) interesseerden zich al dan niet vrijwillig.
Dat dit niet belangeloos geschiedt, spreekt
vanzelf.
Het onderhoud der schepen laat ook even
eens veel te wenschen over. Het vangen der
visch en het schoonmaken aari boord geschiedt
ook niet op de meest economische manier.
Wanneer men met aandacht de ont
wikkeling van het Nederlandsche
visscherijbedrijf volgt, dan blijkt, dat
welhaast nergens een initiatief tot
verbetering van het bedrijf in Neder
land is uitgegaan.
Wanneer tenslotte de visch gelost wordt
en verpakt in kisten geveild, vinden de reeders
een krachtig georganiseerden handel tegen
over zich, die zich op tal van wijzen voor.
deelen heeft trachten te verwerven en dit nog
steeds doet
Gebrekkige distributie.
Het organisme, dat de distributie verzorgt,
bestaat uit grossiers, handelaren, winkeliers
en venters. Deze groepen zijn onderling in
organisaties vereenigd. Of deze organisaties
de distributie in dien zin beheerschen, dat
het land op economische en intensieve manier
bediend wordt, meent men te moeten be
twijfelen. Wat de organisatie van het transport
alsmede de verdeeling van de visch over het
land betreft, blijft er nog veel te wenschen
over. Distributiecentra in het binnenland ont
breken. Dat hierdoor voorziening en vooral
bestelling van visch belemmerd wordt, is dui
delijk.
Ten opzichte van de moderne behandeling
van voedingswaren, heeft het artikel visch een
geweldigen achterstand in te halen. In toe
nemende mate ziet men de visch als visch
in blik of in glas in de winkels verschijnen,
In dezen vorm is zij een handelsartikel.
Middelen tot verbetering.
Indien men tot een wezenlijke verbeteriiiL
van de toestanden in het IJmuider visscherij
bedrijf zal willen komen, dient men maat
regelen te nemen, die in de lijn vallen van
een modern industrieel grotbedrijf. De maat
regelen zullen - zich moeten uitstrekken over
het bedrijf in zijn geheel, vanaf de vangst tot
en met de consumptie, opdat alle te nemen
maatregelen harmonisch in elkander grijpen
en geen der onderdeelen storend mag ver
ken op de ontwikkeling der overige deelen.
Hiertoe is een centraal orgaan gewenscht,
met medewerking' van de regeering en be
langhebbenden, dat in den meest uitgebreiden
zin de richtlijnen uitwerkt, volgens welke het
bedrijf moet worden gereorganiseerd. De or-
;anisatie en de coördinatie van de groote
groepen, werkzaam in dezen bedrijfstak, is
noodzakelijk. Onmisbaar is een betere ver
deeling der arbeidsterreinen dezer groepen.
De reeders dienen een krachtige positie ten
opzichte van de overige groepen in te nemen.
Er dient gestreefd te worden naar grootere
stabilisatie in de productie en in den afzet.
Dti kan wat den reeder betreft, bereikt
worden door:
A. regularisatie van den vischaanvoer.
B. betere verzorging van de visch met het
oog op het voorkomen van snel bederf.
C. stelselmatige besparing op bedrijfskosten
door een zoo economische mogelijke inrich
ting van het bedrijf.
D. het oprichten of in stand houden van
of het deelnemen in nevenbedrijven, welke
geconserveerde visch vervaardigen, dan wel
de daarvoor in aanmerking komende visch te
verwerken tot vischmeel.
E. het instellen van prijslimieten op den
afslag voor consumptievisch, conservenvisch
en visch voor vischmeelfabrieken.
Voor zoover de distributie betreft door:
A. de organisatie van een intensief wer
kend distributiesysteem met centrale punten
in het land, ter voeding van een locale onder
distributie.
B. betere voorzorg tegen; achteruitgang in
kwaliteit van den visch in den loop van het
distributiesysteem (koelinstallaties.
C. levering van visch in hygiënischen toe
stand en in een vorm, die een minimum van
bewerking bij de consumptie geeft, (verpakt,
:efileerd, in blik, enz.)
D. intensieve en suggestieve voorlichting-
van het publiek door hiervoor geschikte pro-
Van overheïdswege dient een geregelden
keuringsdienst in het leven te worden geroe
pen.
Verwerkelijking dezer
mogelijkheden.
Indien men tot een concreet plan wil komen
tot reorganisatie van het bedrijf, dan is het
allereerst noodzakelijk, dat de groote groepen
(reedersgrossiers, handelaren) ieder voor
zich deugdelijk worden georganiseerd en wel
op zoodanige wijze, dat zij 'n verband vormen,
dat hen in staat stelt, als zelfstandige on
derdeelen van het geheel deel te nemen aan
de maatregelen, welke het geheele bedrijf tot
ontwikkeling breng-en. Teneinde deze organi
satie te behoeden voor het tegen elkaar in
gaan der onderdeelen, zal het bovengenoemde
centraal orgaan gesticht moeten worden en
wel in samenwerking met de regeering, zoo
dat de laatste invloed op de leiding zal kunnen
uitoefenen.
Zoo noodig dan moet de regeering de mid
delen kunnen verschaffen om deze groepen
tot samenwerking en organisatie te bren
gen.
Het centraal orgaan zal voor het visscherij
bedrijf niet alleen een reguleerende en een
controleerende bemoeienis moeten hebben,
doch het zal, gezien de achterlijkheid van het
visscherijbedrijf tevens .een taak moeten vin
den in de ontwikkeling van dit bedrijf. Dit
lichaam zal de wetenschappelijke, technische
en ook economische voorlichtingsdienst moeten
vormen. Voorts zal men moeten overgaan tot
het inrichten van een centraal inkoopbedrijf
voor de behoeften der reederijen. Het toe
zicht houden op het onderhoud en de uit
rusting van de vloot. Het initiatief nemen tot
het stichten van vischbewerkingsbedrijven
(fileeren, inmaken in blik, vischmeel, etc.)
Het inrichten van een centraal verrekenkan-
toor tusschen reeders, grossiers en handela
ren.
Het voorlichten van de overheid in verband
'met het uitreiken van vischvergunningen,
vervoervergunningen e.d. Tenslotte regelend
optreden ten aanzien van de prijzen met het
oog op den verkoop en de verwerking van
visch en het bevorderen van het tot stand
komen van maatregelen teneinde zooveel
mogelijk een regelmatigen en economischen
aanvoer van visch te verkrijgen.
Teneinde het centrale orgaan te vormen
en in werking te brengen, zal het eerst noodig
zijn een bekwaam algemeen leider aan te
stellen.
Maatregelen, die direct
liulp kunnen bieden.
Men zou reeds zeer nuttig werk kunnen
verrichten door een aantal verouderde of
onbruikbare schepen uit de vaart te nemen.
Een andere wijze om het definitief uit de
vaart nemen van oude schepen te bevorderen,
zal hierin kunnen bestaan, dat aangemoedigd
wordt de bouw van nieuwe schepen ter ver
vanging van oude.
Om.nu bovenstaande maatregelen in vollen
omvang vruchten te doen afwerpen, meent de
commissie, die zich met het onderzoek be>
lastte, dat het in ieder geval noodzakelijk
geacht moet worden om aan het aankoopen
en in de vaart brengen van verouderd
buitenlandsch materiaal paal en perk te
stellen. Als eisch moet daarom worden ge
steld, dat buitenlandsche trawlers om een
vischvergunning te krijgen, aan bepaalde
voorwaarden zullen moeten voldoen. Voorts
dient de aanbouw van nieuwe schepen in
hooge mate bevorderd. Men gaat zoo spoedig
mogelijk over tot georganiseerde samenwer
king van de betrokken bedrijfsgroepen. Ten
behoeve van den export van tongen naar
Frankrijk, worde een centrale in het leven
geroepen. Ten aanzien van de assurantie van
schepen zouden ook reeds dadelijk maatrege
len kunnen worden genomen. Het sluiten van
een casco-verzekering (verzekering van schip
met toebehooren, takels en masten), moet
worden ondergebracht bij de centrale werkge
vers-risicobank. Tenslotte zal tijdelijke hulp
op bescheiden schaal van geval op geval tot
de mogelijkheden moeten behooren.
Eerste trein over de IJselbrug.
Rede van minister Slotemaker.
Voorloopig nog met beperkte snelheid.
Maandag is de eerste trein over de nieuwe
spoorbrug over de IJsel bij Zwolle gereden. Het
feit ging in alle stilte voorbij. Een feestelijk of
officieel karakter droeg het niet. Gedurendè
de eerstvolgende tien dagen zal slechts met
een snelheid van dertig kilometer over de brug
worden gereden. Daarna wordt de snelheid
verhoogd tot vijf en zeventig kilometer. Wan
neer met October de nieuwe winterdienst-
regeling in werking treedt, zal ook de tweede
spoorbrug gereed zijn. Van dat tijdstip af zal
dan over beide bruggen met een snelheid van
honderd kilometer of meer gereden worden.
Beleediging van minister
Colijn.
Tegen veroordeelde in hooger beroep weer
twee weken geëischt.
In het fascistische weekblad de Daad kwam
op 16 Febr. 1934 een artikel voor, wat door de
politie 'beleedigend w;erd geacht voor minis
ter H. Colijn. Het 'stuk was geschreven naaf
aanleiding van het verbod voor ambtenaren
om aangesloten te zijn bij de N.S.B. De redac
teur van het bewuste blaadje K. stond op 4
Mei voor den politierechter terecht, verdacht
van beleediging. Hij werd veroordeeld tot een
gevangenisstraf van 2 weken. Verdachte ging
van het vonnis in appèl. Voor het Gerechtshof
verklaarde hij, dat hij het bewuste artikel
niet zelf had geschreven. Wel was het do'or
hem vluchtig ingezien, alvorens het naar de
zetterij werd gebracht. Een der getuigen a dé
charge, mi'. E. van Wessem, verklaarde thans
dat hij het stuk had geschreven. De Procu
reur-generaal requireerde bevestiging van het
vonnis van den politierechter. Spr. had aan
vankelijk een boete willen eischen, doch ge
zien de houding van verdachte en de late ver
klaring van den getuige a décharge was hij op
dat besluit teruggekomen.
KUNSTSCHILDER G. J. DE BOER. t
Te Laren is gisteren het stoffelijk overschot
ter aarde besteld van den bekenden kunst
schilder G. J. de Boer, die dezer dagen ten
gevolge van een hartverlamming plotseling is
overleden.
De heer De Boer, die ongeveer 50 jaar oud
is geworden, was verscheidene jaren penning
meester van de Vereeniging van Beeldende
Kunstenaars Laren-Blaricum en heeft zich
voor het Schildersgenootschap zeer verdien
stelijk gemaakt. Ook als kunstschilder had de
overledene bijzondere kwaliteiten en vooral
door zijn doeken van dansende vrouwen in een
romantische omgeving, maakte hij naam.
Voorts schilderde hij bloemenstillevens en
landschappen, welke eveneens het kenmerk
van een bekwame schildershand dragen.
BRIEVEN OP EEN ADVERTENTIE.
Het Hof bevestigt een vrij
sprekend vonnis.
Het Haagsche gerechtshof heeft uitspraak
gedaan in de zaak tegen den directeur van
het Rotterdamsch Nieuwsblad mr. J. K„ die
door de rechtbank te Rotterdam was vrijge
sproken van het hem ten laste gelegde: het
doen plegen van verduistering, nl. het ach
terhouden van een aantal brieven (van een
zelfden inhoud) op advertenties betreffende
overneming van winkelzaken, cafe's en der
gelijke. bij de administratie van het blad in
gekomen.
Het gerechtshof heeft, met verbetering
van gronden, het vrijsprekend vonnis beves
tigd.
Prol. Ui J R.
Slotemaker
de Bruine (C.H.)
„Omlaag dringen van lasten
noodzakelijk".
Maandagavond sprak
minister Slotemaker de
Bruine in de groote
zaal van het A.M.V.J.-
gebouw te Amsterdam
voor de Kamerkring-
vereeniging „Amster
dam" van de Christe-
I ijk-Historische Unie.
De bijeenkomst werd
geopend met gebed en
een korte inleiding van
den heer J. ter Haar,
die den minister har
telijk dankzegde voor
zijn bereidwilligheid
om in Amsterdam te komen spreken. Staande
herdacht de vergadering minister Kalff.
De uitnoodiging van deze spreekbeurt heb
ik zoo begon de Minister gaarne aange
nomen, omdat in zware tijden het contact
tusschen minister en.volk meer dan ooit nood
zakelijk is. Ik wil U spreken over nationale
politiek in crisisdagen. Dit is drieërlei, hande
lende: over het nationale, over de politiek en
over de crisis. Spr. behandelde de onderwer
pen in omgekeerde volgorde.
Als wij ons afvragen, hoe we tegenover de
crisis zelf moeten staan, luidt mijn antwoord,
dat de eenig werkelijke oplossing, waardoor
met name de teisterende werkloosheid wordt
weggenomen, deze is, dat het bedrijfsleven
wordt hersteld en dat het de beschikbare
krachten beter kan opnemen. Alles wat men
daarnaast doet of beproeft, ook alles, waardoor
men de toestand probeert dragelijk te maken,
is werk van tweede klasse. Hieruit volgt, dat
het bedrijfsleven niet meer dan volstrekt
noodzakelijk is door lasten belemmerd mag
worden om op te leven. Er volgt ook uit, dat
het leven voor alle groepen van ons volk op
een lager peil aanvaard moet worden. Er volgt
eindelijk uit, dat kapitaalbewaring en kapi
taalwinning noodzakelijk is, omdat kapitaal
de onmisbare voorwaarde is voor de uitbrei
ding van het bedrijfsleven. Daarnaast zal,
zeker zoolang de internationale dwaasheid
van de internationale afsluiting duurt, ge
poogd moeten worden door ordenend optre
den, bezwaren weg te nemen en nieuwe mo
gelijkheden te openen.
Het is voor een gezond bedrijfsleven even
eens noodzakelijk, dat het budget sluit; en in
dien een ongelimiteerd verkrijgen van nieuwe
staatsinkomsten niet verantwoord is, volgt
daaruit de noodzaak, dat de staatsuitgaven
worden verlaagd.
Een nieuw punt is het omlaagdringen van
de lasten. Met betrekking tot -de huren b.v.
moet meer worden bereikt dan tot nu toe be
reikt is; zoodra het eenigermate mogelijk zal
blijken, moeten sommige belastingen worden
verminderd. Alweder niet om de bezitters een
zeker cadeau te doen, doch om het bedrijfs
leven in staat te stellen zijn functie te blijven
vervullen of te hervatten.
Naast dit werk, dat beoogt het normale be
stek niet mogelijk te maken, staat nu ten
tweede de enorme taak om zoolang het noo-
dige herstel toeft, het leven zoo veel mogelijk
dragelijk te .houden. Onze werkloozen moeten
arbeid vinden. Ook dan, .wanneer die arbeid
zuiver economisch gezien, in dezen tijd niet
aanbevelenswaardig is.
„Elk nieuw ding stelt het bestaande
in de waagschaal."
Bovendien zal men moeten pogen, hetgeen
thans nog bestaat op het gebied van het be
drijfsleven, zooveel doenlijk dn stand te hou
den. Ik denk aan den steun, 'die geboden wor
den kan aan landbouw, scheepvaart en in
dustrie. Hetgeen bereikt is op het gebied van
sociale, cultureele en moreele voorzieningen,
zal zooveel immer doenlijk moeten bewaard i
blijven; bij justitie en onderwijs evenzeer als
bij sociale zaken.
Wij hebben hygiënische voorzieningen, ar
beidersverzekering, arbeidsbescherming. Het
is mijn ernstig streven, om zooveel immer
doenlijk het bestaande te bewaren, maar het
is duidelijk, dat volkomen uitgesloten zijn moet
het beginnen van eenige nieuwe dingen, hoe
aanbevelenswaardig op zichzelf ook. Enkele
nieuwe dingen die thans begonnen worden,
vormen een olievlek; uit het eerste volgt
schier automatisch het tweede enz. Elk nieuw
ding, dat begonnen wordt, stelt bovendien het
bestaande in de waagschaal.
Wat het politieke betreft, zeide de minister,
dat het groote publiek voor bemoeizucht moet
oppassen. Als het dat niet doet, dan zal dit
misbruik maken van den volksinvloed de dood
van den volksinvloed beteekenen. Ten tweede
hoede men zich voor demagogie en ten derde
hebbe men den durf verantwoordelijkheid te
willen dragen.
Tenslotte zeide de minister nog, dat het
werk nationaal moet geschieden.
NATIONALE SCHIPPERSVEREENIGING.
Te Groningen werd een buitengewone verga
dering gehouden van het Hoofdbestuur, den
Vereenigingsraad en afgevaardigden uit de
afdeelingen der Nationale Schippers Vereeni
ging. De voorzitter van het Hoofdbestuur,
bracht rapport uit naar aanleiding van ge
houden besprekingen met den voorzitter van
de Internationale Schippersvereeniging te
Rotterdam aangaande samensmelting van bei
de organisaties. Na zeer uitvoerige discussies
werd met algemeene stemmen besloten den
afdeelingen te adviseeren tot fuseering met de
Internationale Schippers Vereeniging over te
gaan. Vóór 1 Maart a.s. zullen in alle afdee
lingen ledenvergaderingen worden belegd,
waarbij per referendum over het voorstel van
genoemde vergadering zal worden beslist.
Voorts deelde de voorzitter mee, dat de sta
tuten dei* Nationale Schippers Vereeniging bij
Koninklijk Besluit van 29 December 1934 zijn
goedgekeurd. Ten slotte werd de balans en
verlies- en winstrekening over 1934 vastge
steld.
Slechts 326 gehuwde vrouwen
in Rijksdienst.
Op 60.000 ambtenaren.
Regeering acht geen verdere maatregelen
noodig.
De voorzitter van den raad van ministers
heeft aan de Tweede Kamer doen toekomen
een nota naar aanleiding van een door hem
op 14 November j.l. gedane toezegging, de
aangelegenheid van de gehuwde ambtenares
nader te zullen onderzoeken.
Aan deze nota is het volgende ontleend:
Het onderzoek heeft aangetoond, dat in
den geheelen rijksdienst, de rijksonderwijs
inrichtingen inbegrepen, onder de ruim 60.000
personen, daarbij werkzaam, zich op 31 De
cember 1933 326 gehuwde vrouwen bevonden.
Slechts 73 daarvan (van wie 55 in vasten, 6
in tijdelijken en 12 in contraetdienst) vervul
den een volledige betrekking, niet specifiek
vrouwelijk, die ook door een mannelijke
kracht zou kunnen worden bezet. Daaronder
waren 23 kantoorhouder bij de P. T. T., een
functie, waarbij de ambtelijke werkzaamhe
den binnen de echtelijke woning worden ver
richt. Van de 50 overigen waren 38 in zuiver
administratieve betrekkingen werkzaam.Aan
genomen mag worden dat voor vele zoo niet
voor de overgroote meerderheid dezer ge
huwde vrouwen geldt, dat zij óf kostwinster
zijn, óf door ongelukkige huwelijksomstandi-g-
heden gedwongen zijn in eigen onderhoud te
voorzien, dan wel, dat bijzondere omstandig
heden haar in dienst zijn motiveeren. Zooals
uit de geproduceerde gegevens blijkt, heeft
het onderzoek den indruk bevestigd, dat de
aangelegenheid van de gehuwde ambtenares
voor wat den rijksdienst betreft, niet alleen
geen practische beteekenis meer heeft.
Naar het oordeel der regeering bestaat geen
voldoende aanleiding tot het nemen van ver
der strekkende maatregelen voor den rijks
dienst. Ook een voorschrift tot ontslag van de
in dienst zijnde gehuwde vrouwen bij het on
derwijs acht de regeering niet voldoende ge
motiveerd. Naar het oordeel der regeering
dient ook voor het gesubsidieerde onderwijs
ter zake geen beperkter bepalingen te gelden
dan voor het rijkspersoneel. Er kan worden
volstaan met de regeling, dat:
le. de huwende ambtenares wordt ontsla
gen;
2e. de gehuwde ambtenares niet-kostwin-
ster bij ontslag voorgaat;
3e. de gehuwde vrouw niet voor aanstel
ling in aanmerking komt.
Voor zoover daartoe nog verdere wijziging
van bestaande reglementen en wetten noodig
is, zullen deze worden aangebracht dan wel
voorgesteld.
Wat betreft de provinciën, gemeenten en
overige publiekrechtelijke corporaties, staan
der regeering geen gegevens ter beschikking.
Voor den geheelen overheidsdienst geldt,
dat de huwende ambtenares en de ambtenares
die in concubinaat is gaan leven, wordt ont
slagen. In de gevoerde debatten over de ge
huwde ambtenares heeft de regeering aan
leiding gevonden, zich nogmaals, tot de pro
vinciale- en gemeentebesturen te wendenmet
het verzoek om, voor zoover zulks nog niet -,
in de desbetreffende ambtenarenreglementen
is bepaald, alsnog daarin bij eerstvolgende
wijziging op te nemen voorschriften aangaan
de den voorrang bij ontslag van de gehuwde
ambtenares- niet-kostwinster en aangaande
het niet benoemen van gehuwde vrouwen,
N.S.B.-insigne opzichtig politiek
onderscheidingsteeken?
Volgens den advocaat-generaal bij den
Hoogen Raad niet.
De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad,
mr. v. Lier, heeft Maandag conclusie geno
men in de zaak van den officier van justitie
te Roermond, die cassatie had aangeteekend
tegen een vonnis van de rechtbank aldaar,
waarbij J. J. B. te Eindhoven is ontslagen
van rechtsvervolging van het hem ten laste
gelegde dragen van een opzichtig politiek
onderscheidingsteeken. in casu het insigne
der Nat. Soc. Beweging. Hij had dit insigne
gedragen op een openbare terechtzitting van
de rechtbank.
Mr. Van Lier conculdeerde tot verwerping
van het beroep van den officier van justitie
te Roermond.
NED. VEREENIGING VAN BIBLIO
THECARISSEN.
Onder leiding van haar voorzitter, dr. H.
de Buck (Groningen) heeft de Ned. Ver. van
Bibliothecarissen in de Universiteitsbiblio
theek te Amsterdam een druk bezochte win-
terbij eenkomst gehouden.
Mej. A. Veltman te Haarlem hield een door
lichtbeelden toegelichte lezing die een veel-
zijdigen kijk gaf op het moderne verschijnsel
der „wrappers" (de losse reclame-omslagen,
waarin tegenwoordig tal van boeken het licht
zien). Een tentoonstelling van velerlei wrap
pers strekte tot nadere verduidelijking.
TOESTAND VAN DEN INTERNUNTIUS
VERBETERD.
In den toestand van den pauselijken in
ternuntius Mgr. Schioppa is sinds enkele da
gen een verbetering ingetreden. De behan-
deldende geneesheer meent, dat, wanneer
verdere complicaties, waarvoor de patient in
dit stadium vatbaar blijft, zich niet voor
doen, de prognose gunstig gesteld kan wor
den.