DE TWEELINGZUSTERS Ter gelegenheid van het bezoek van den Hertog van Cloucester aan Nieuw Zeeland brachten niet minder dan vijf locomotieven den trein waarin de vorstelijke bezoeker zich bevond, langs de helling van de Rimutaka bergen omhoog De twee locomotieven rechts behooren aan den trein die den Hertog van de kust naar het berglandschap vervoerde Een society huwelijk te Londen In de Margarethakerk te Londen had Dinsdag het huwelijk plaats van mr Hanbury en miss Watts, twee bekende figuren uit vooraan staande Engelsche kringen. Het bruidspaar verlaat de kerk Met de voorbereidende werkzaamheden voor den bouw van een wielerbaan te Hilversum is men thans in vollen gang Het zand wordt op de plaats van bestemming gebracht Vier man op een bobslee, Een der sleden, die deelnemen aan de internationale wed strijden op de bobsleebaan te Garmisch Partenkirchen, in vollen gang De Nederlandsche deelnemers aan de Rallye naar Monte Carlo zijn Woensdag in Nederland teruggekeerd en in Tilburg hartelijk ontvangen Een wintersche waschdag in Zwitserland Willy Haak als .Freuleken" In de gelijk namige comedie van Herman Roelvink, waarvan bij de Amslerdamsche tooneelver- eeniging de premiere ging Het stoffelijk overschot van Axel Holst, die bij de internationale ruiterwedstrijden te Berlijn tengevolge van een val om het leven kwam, is met een speciaal vliegtuig naar Zweden overgebracht. De plechtigheid op het vliegveld FEUILLETON. Uit het Engelsch van PATRICIA YVENTWORTH. Nadruk verboden 11) Ze drukte John de hand en ook die hand druk getuigde van kracht. Toen ging ze zitten keek hem een paar sedonden monsterend aan en zei: „Het doet me genoegen dat je ge komen bent. Je moet het me maar niet kwa lijk nemen, dat ik je eens goed opneen. Je uiterlijk interesseert me: ik heb je vader en moeder gekend". Haar stem was diep een beetje barsch en bazig, als haar trekken. John was vesbaasd. „Hebt u mijn ouders gekend? Ik niet, zooals u misschien weet". „Ja, dat wist ik. Wat vreeselijk jammer voor je! Je vader was de knapste man, dien ik ooit in mijn leven gezien heb. Je lijkt heele- maal niet op hem John kon niet helpen dat hij even moest lachen; ze vuurde den zin op hem af, alsof ae zich persoonlijk tekort gedaan voelde, alsof iemand getracht had haar een imitatie als echt in de handen te stoppen! „Neen, ik ben bang dat ik daar niet tegen op kan". Mevrouw Courtney fronste de zware wenk brauwen. „En je zult ook wel niet zoo'n lieflijke jeugd roman' hebben beleefd als hij", vervolgde ze. „Je vader was, toen ik hem als heel jongeman kende al tot over zijn ooren op je moeder verliefd. Ik was zijn vertrouweling van hen allebei trouwens. Je kunt je waarschijnlijk tnflj voorstellen, waarom". Haar gezicht ver- zachtte plotseling op een alleronverwachtste en eigenaardige manier; haar tamelijk-groote mond plooide zich in een waarlijk betoo- verenden glimlach. „Je moeder was het schat- tigste meisje van de wereld. Ze was zeventien toen en Tom drie-en-twintig ik was stuk ken ouder! Wel, ze waren elkaar dierbaar en Hef bij hun leven, zooals het oude, altijd nieuwe boek zegt, en zijn in den dood niet gescheiden, Maar het is en blijft een verlies". „Een groot verlies", viel John haar ont roerd bij. Mevrouw Courtney knikte ernstig. „Nu begrijp je zeker wel waarom ik ver langend was je te ontmoeten. Het spijt me dat je zoo weinig op ze lijkt ook met je lieve moeder heb je niet veel punten van overeenkomst, maar daar zal ik aan moeten wennen. En laten we nu liever over het heden praten. Er is iets neerdrukkends in dat-je-in- herinnering-verdiepen, vindt je ook niet? De meeste menschen van mijn leeftijd loopen met hun hoofd naar achteren gekeerd en turen maar steeds naar de dingen uit het verleden, naar de dingen waar al jaren ge leden een streep door is gehaald. Goddank dat ik zoo niet ben! Ik heb belangstelling voor het heden, voor het leven en de menschen om mij heen. Ik heb belangstelling voor jou. Ik hoop dat je je op Waveney zult vestigen". „Ik weet het nog niet". „Onzin. Wat heb je aan een buitengoed als je er niet woont? Aan geld ontbreekt het je niet, en dat is meer dan de meeste menschen tegenwoordig kunnen zeggen. Dus moest je maar naar 'n vrouw uitzien en Waveney tot nieuw leven wekken. De laatste maal dat ik er was, zag alles er even vervallen uit om te huilen gewoon. Dat was kort voor Jenny's trouwen. Heb je Jenny eigenlijk al ontmoet?" Haar stem kreeg een warme Mank bij het noemen van Jenny's naam. „Neen", antwoordde John. Zijn hart begon sneller te kloppen. „Ik ben verlangend om kennis met haar te maken. En vooral Anne wil ik graag ontmoeten". „Anne?" De warme toon was weer weg. „Jenny is mijn favoriet ze is mijn petekind, weet je. Ze heet Jenifer naar mij". „Ja, ja", John knikte afwezig. „Toch zou ik Anne vreeselijk graag ontmoeten". „Hm. Ze is niet bij Jenny te vergelijken! Ik erger me dood, wanneer ik kennissen hoor beweren, dat ze ze niet uit elkaar kennen". „Och ja, er is een zekere gelijkenis, dat wil ik niet ontkennen. Maar verder verschillen ze hemelsbreed! Jenny is het liefste schepsel dat je je denken kunt ze doet je denken aan een stralenden zomerdag". „En Anne?" „O, ik heb niets tegen haar. Maar ze is Jenny niet. Maar dan ook, je zult haar niet kunnen ontmoeten, want ze is ziek geweest en ik geloof dat z enog in het buitenland is. En luister eens nu we het toch over haar hebben laat ik je een kleinen wenk geven. Als je Jenny spreekt, doe haar dan geen ver driet door over Anne te praten". „Waarom zou ik haar daar verdriet mee doen?" Mevrouw Courtney haalde de wenbrauwen op. „Omdat ze zoo razend aan haar gehecht is. Ik heb nooit kunnen begrijpen waarom tweelingen altijd zoo aan elkaar moeten hangen. Maar in ieder geval, Jenny trekt zich Anne's ziekte bijna op een belachelijke ma nier aan. Heeft een man, die haar op de handen draagt, een schat van een baby, alle luxe die een mensch bij mogelijkheid verlan gen kan en je hoeft Anne's naam maar te noemen en het is alsof een schaduw over haar heenvalt. Dan voelt ze zich opeens dood ongelukkig. Vandaar dat ik het beter vind je vooruit te waarschuwen". „Mevrouw Courtney, waar is Anne Wave ney? Kunt u mij haar adres geven?" „Ik weet het adres niet. Ze is, geloof ik, hier of daar in het buitenland. Om eerlijk te zijn, ik heb me nooit zoo bijzonder voor Anne ge ïnteresseerd. Jenny is mijn favoriet, zooals ik je vertelde". „Ik wil buitengewoon graag weten waar Anne is. Als ze ziek is, is ze toch niet alleen dan zal ze toch wel iemand bij zich heb ben die voor haar zorgt?" „Och, ik vermoed dat ze nu wel weer heele- maal beter zal zijn; ze was al ziek toen Jenny trouwde. En naderhand ging ze, geloof ik, op reis met Aurora Fairlie. Dat is een aange trouwde nicht van mij van den kant van mijn overleden man, begrijp je je zult haar naam toch wel eens gehoord hebben! Ze zwerft rond door Europa en Noord-Afrika en publiceert excentrieke reisbeschrijvingen". „Dus Anne Waveney is in gezelschap van juffrouw eh Fairlie?" Mevrouw Courtney, keek hem weifelend aan. „Ja, ik meen dat Jenny zooiets zei. Maar zooals gezegd, ik vraag haar nooit naar Anne. Het windt haar maar op en ik zou voor geen dozijn Annes mijn lieve Jenny overstuur wil len maken". Ze zweeg, weer kwam die zachte glimlach van zooeven en ze ging voort: „O, ik ben dol op Jenny! Maar enfin, wacht maar tot je haar ziet, dan kun je zelf oordeelen of ik overdrijf......" De woorden waren nog niet over haar lip pen, toen de deur openging en Jenny in eigen persoon binnentrad. John zou haar direct hebben herkend van het schilderij, dat. hij op Waveney gezien had en van de foto's op de piano, ook zonder mevrouw Courtney's ver rukten uitroep: „Dag mijn lieveling!" en haar stormachtige omhelzing. Toen de begroeting voorbij was, draaide de oudere dame zich om, haar hand nog steeds liefkoozend op den schouder van het jonge vrouwtje. „Ik heb toch zulke slechte manieren", deed ze kwasie-berouwvol, „altijd vergeet ik onbe kenden voor te stellen! En dan jullie tweeën nog wel, die elkaar al jaren geleden had be hooren te kennen Ook Jenny wendde nu haar gezicht, om sloten door een elegant zwart hoedje, naai den bezoeker; een kinderlijk-verwonderde glimlach in haar oogen. Zoowel de beweging als het lachje waren van een natuurlijke gratie en een onvergelijkelijke charme. Ze sprak niet, maar de glimlach bleef op haar gelaat lichten de delicate lijn der fijne wenkbrauwen was iets geheven is verbaasd afwachten. „Het is je neef, John Waveney", klonk me vrouw Courtney's diepe stem. John gaf haar een hand en op hetzelfde moment was hij zich bewust, dat het hem bijzonder aange naam aandeed, zoo'n knap nichtje te hebben! Jenny Marr was veel mooier en aantrekkelij ker dan hij zich had voorgesteld. Die fijne teint, die wonderlijk-gracieuse gestalte, die allerliefste-glimlachende oogen een zon nige schoonheid uit een sprookje gewoon. John bleef nog '11 minuut of tien, toen vond hij 't tijd geworden om afscheid te nemen. Van het moment af dat Jenny de kamer was ingekomen, was zij het middelpunt van de belangstelling van hun gastvrouw geweest, zoodat John zich te-veel voelde. Jenny gaf hem drie vingers en een vriendelijk lachje. „Je moet ons komen opzoeken, hoor! Zul je? Ik ben alleen maar voor 'n dagje in de stad ik verwacht je een week-end. Deze week is zeker te vlug?" „Och, eigenlijk gezegd „Kun je komen? Wel, dan reken ik op je! Zooals tante Jen zegt, we hadden elkaar al jaren geleden behooren te kennen. En Nicho las zal het ook prettig vinden kennis met je te maken". Toen John op straat kwam, had hij een prettig gevoel van niet-eenzaam meer zijn, van tot een familie, een milieu te behooren. In Mevrouw Courtney's salon wendde Jenny Marr zich tot de oudere dame. (Wordt vervolgd)".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 8