Een 1
averancier
van lekkere beetjes.
Ie die krater
vae de Merapi
es
Lampe Het Haas
Observatiepost met schuilplaats bij uitbarstingen.
WOENSDAG 6 FEBRUARI 1935
Onderzoek naar de
vreemdelingen.
9 9 1» 9
De alpinesport die in Europa, speciaal de
Alpen, zoo belangrijk geworden is, verkeert
in ïndië nog in een beginstadium. Vreemd
genoeg, want op Java's hooge toppen vindt
de tropenbewoner de koelte, waar hij in de
kuststreken naar snakt: in de Westmoesson
heerlijke lentekoelte, in de Oostmoesson zelfs
strenge winterkou in de regionen boven 2000
Meter.
Ook bieden Java's vulkanen geen moeilijk
heden bij de beklimmingen van zuiver teeh-
nischen aard, zoodat hulpwerktuigen als
Eispickel, Seil en Steigeisen overbodig zijn.
Iedere top op Java is te beklimmen voo-
iemand, die over een flink stel longen er
een goede hoeveelheid uithoudingsvermogen
beschikt.
Wel maakt het lieete klimaat van de laag
vlakte de mcnschen slap en futloos; de mees
ten voelen er niets voor om na een lange
vermoeiende week van hardwerken zien des
Zondags erg in te spannen, zoodaü het altijd
moeilijk is een paar metgezellen voor een
klimpartij te vinden.
Met de Merapibestijging was het echter
anders gesteld. De Merapi. de vuurberg van
Midden-Java, de gevaarlijkste en werkzaam,
ste vulkaan van Java, ja misschien wel van de
geheele Oost-Indische Archipel, de berg die
door zijn herhaalde uitbarstingen voortdurend
van zich doet spreken, oefent een onweer
staanbare aantrekkingskracht op den mensch
uit.
Toen er zich een kans voordeed met de
vulkanologen Dr. Hartmann en Petrochevski
een tocht naar de krater te maken, verklaar
den er zich direct twee van mijn vrienden
bereid mee te gaan. De voorbereidingen
waren gauw getroffen en op een Zaterdag
middag, even na kantoortijd, bevonden we
ons al op weg op twee motoren.
Ik was erg benieuwd wat we nu wel te
zien zouden krijgen: ik had de berg reeds
vijfmaal beklommen, maar steeds van Selo
uit dat in het zadel tusschen Merbaboe er.
Merapi ligt, vanwaar men op den krater
rand uitkomt, zonder echter in de krater te
kunnen afdalen. Nu zou de tocht over de lava
stroom van 1930 door het hoefijzervormige
gat door deze eruptie in de kraterwand ge
slagen, leiden, zoodat we het binnenste van
de krater, waar sedert een week verhoogde
werking was geconstateerd, zelf in oogen-
schouw konden nemen.
We vertrokken om drie uur uit Semarang
en na een snelle rit kwamen we om vijf
uur te Moentilan aan, waar we den zijweg
naar Doekoen insloegen. Even voorbij Doekoen
liep de weg dood op het Senoworavijn, een
rivierbedding, diep uitgeschuurd door ver
schillende lavastroomen. Onze motoren lieten
we in een kampon vlak bij het ravijn achter
en te voet ging het nu verder, naar de obser
vatiepost Babadan van den vulkalogischen
dienst. Eerst het ravijn over (een brug be
stond er natuurlijk niet) en toen ging het
langzaam stijgend voorwaarts langs den lin
keroever van de Senowo.
De zon ging onder en de maan kwam op
als- een roode schijf, juist tusschen Mebaboe
en Merapi. Toen scheurde ook het zware
wolkendek, dat om de top hing en de Merapi-
kegel met de zware rookpluim werd zicht
baar. Dreigend zwart staken de scherpe con
touren van den grooten berg tegen de maan
lichte hemel af; vreemd wit leek de rook
pluim nu in het zilveren maanlicht.
Eindelijk, na twee uur langizaam
stijgen bereikten we om acht uur
Babadan, dat op 1250 M. hoogte aan
den rand van de Senowo ligt. Van
hier wordt de kratermond dag en
nacht door een kijker waargenomen
De post is telefonisch met Moentilan
verbonden; zoodra er gevaar dreigt,
wordt de bevolking van de omliggen-
dessa's gealarmeerd. Onder de post
is een betonnen schuilplaats gemaakt;
met- behulp van zuurstofapparaten
kunnen de vulkanologen het daar lang
uithouden, ingeval zij door een lava
massa zouden worden bedolven.
Hier waren de beide vulkanologen Dr.
Hartmann en Petrochevski. Na een stevige
rijsttafel en na het onderteekenen van een
formulier, waarbij wij verklaarden de tocht
geheel op eigen risico te maken, en het In
dische gouvernement verklaarde generlei ver
antwoording op zich te nemen voor de ge
volgen van eventueele valpartijen (een op
wekkend formulier!), legden we ons ter ruste
op een harde baleh-baieh (houten rustbank).
Het was koud en het tentzeil waaronder wij
gezamenlijk beschutting trachtten te vinden,
verwarmde slechts matig, maar niettegen
staande deze onaangenaamheden lukte het
toch een paar uren in Morpheus' armen door
te brengen.
Om drie uur 's morgens was het reveille en
om vier uur begon de klim, weer bij mane
schijn. Eerst ging het door een mooi oud
bosch, totdat we op een ravijn stuitten, waar
in zich met donderend geweld een waterval
stortte. Langs den rand van het ravijn be
reikten we even later de boschgrens aan de
voet van de meer aan 1000 M. hooge lava
kegel, juist op tijd om de zon achter de
Merbaboe te zien opgaan. We waren op bijna
2000 M. hoogte en het vergezicht aan onze
voeten was overweldigend. Daar lag de vrucht
bare vlakte van Kedoe, overgoten door de
eerste roode stralen van de zon. Als groote
witte plakkaten lagen daar de grootere ste
den zooals Djocja en Magelang, recht onder
ons Moentilan: de talrijke suikerfabrieken
plekten wit tusschen het groen van suiker
riet, sawah's en bossehen. Lang tijd om ons
in dit grootsche panorama te verdiepen
hadden we niet. want er lag nog een fiksche
klim van ruim drie uur voor den boeg. Snel
werd de inwendige mensch nog wat versterkt,
de schoenen verwisseld voor ijzersterke berg-
laarzen, bestand tegen het klimmen op de
scherpe lavablokken. Toch is er op den duur
niets bestand tegen de lava; de vulkanologen
moesten iedere week nieuwe schoenen heb
ben; de oude hingen er na drie bestijgingen
van den berg als lappen bij.
De bijna loodrechte lavakoepel zag er op
het eerste gezicht bijna onbeklimbaar uit;
toch viel dit bij nader inzien erg mee. De lava
was erg verweerd, bood daardoor uitstekende
steunpunten. Al zigzaggend kwamen we ge
stadig hooger.
Eindelijk bereikten we op 2600 M. hoogte
de eerste solfatare (gloeiende zwavel-
dampspuiter)die een temperatuur had van
200 gr. Celcius. Na dit kort oponthoud ging
het weer verder, nu over de lava van 1930,
die als een zwarte slang over de oude grijze
veel meer verweerde lava lag. Onder de
glazige poreuze oppervlakte moet deze lava
massa nog een temperatuur van 500 gr. C.
hebben. Na nog een uur klimmen bereikten
we eindelijk op 2800 M. de hoefijzervormige
doorbraak in de kraterwand en konden nu in
het binnenste van de krater zelf kijken, voor
zoover dit door de zware gele zwaveldampen
mogelijk was.
Dat was een schouwspel van ongekende
pracht, tevens van een onheilspellende woest
heid. Het geweldige 400 M. breede en 300 M.
diepe kratergat met loodrechte, soms over
hangende okerkleurige wanden was geheel ge
vuld met geel-grijze dampen, die sissend uit
de tallooze solfataren en fumarolen fstoom-
spuiters) opstegen. De zon vertoonde zich aan
onze blikken als een vuurroode schijf; de
zwaveldampen vormden een prisma waardoor
de meeste bonte kleuren afwisselend op de
naakte wanden getooverd werdenê Dit kleu
renspel en het gebrul van de vele honderden
dampen uitstootende solfataren en fumarolen,
vormde de krater van de Merapi, de door de
Javaan zoozeer gevreesde vuurberg.
Ofschoon men veel eerbied moet hebben
voor zulk een schouwspel, toch verdrijft het
den honger niet!
Onder groote hilariteit verwarmde een on
zer een blikje erwtensoep boven een solfatare;
het blikje was in een ommezien gloeiend eu
de soep spoot hem om de ooren.
Met onze gasmaskers trachtten we de eruptie
haard in het midden van de krater te be-
riken. Voetje voor voetje ging het nu voor
waarts; iedere steen moest eerst aangepeild
worden met een bamboestok voor we er de
voet op konden zetten. Uiterst langzaam ging
het voorwaarts, maar na een uurtje hadden
we toch de lavahaard bereikt. Een fantas
tisch schouwspel was dat! In een spleet in
de lavakoepel gloeide de vloeibare lava. een
roodgloeiende streep, net als een slang rood
gloeiend ijzer, dat uit een hoogoven loopt.
We moesten wel op een afstand van twin
j* meter blijven, zoo intens was de hitte.
Met behulp van een ijzeren pyrometer met
element werd de temperatuur opgemeten
970 gr, C.
Bij 1000 gr. C. begint de lava te vloeien en stort
zich dan door het kratergat omlaag; geen
wonder, dat de beide vulkanologen bijzonder
op hun hoede waren en alle toebereidselen
tot een overhaaste vlucht reeds gemaakt
hadden
Duitschers in arrest.
AMSTERDAM, 5 Febr. (V.D.) Het on
derzoek van dq, politie te dezer stede naar
vreemdelingen, die hier zonder middelen van
bestaan verblijf houden heeft er de vorige
week toe geleid, dat vijf vreemdelingen
zijn gearresteerd, die in afwachting van een
beslissing van den minister worden vastge
houden. Voorts zijn gisteren wederom niet
minder dan tien vreemdelingen aangehou
den, van wie de meeste Duitschers zijn en
eveneens hangende het onderzoek naar hun
antecedenten en dc beslissing van den mi
nister voorloopig zijn opgesloten We verne
men voorts dat behalve genoemde gevallen
zich nog een Duitsche vrouw in arrest be
vindt wier uitgeleide over de grens vertra
ging heeft ondervonden doordat ze moeder
moet worden, terwijl zich ook te Haarlem een
Duitscher in arrest bevindt, die zonder
middelen van bestaan was.
Naar aanleiding van deze arrestaties heeft
het communistische Kamerlid, de heer Schal-
ker zich naar Den Haag begeven, ten einde
er bij den minister op aan te dringen dat de
aangehouden Duitschers in geen geval over
de Duitsche grens zullen worden gezet.
GOUDEN ECHTPAAR.
Maandag 18 Februari hopen de heer J. v. d.
Munnik en mej. M. Sas, Zwaluwstraat 17,
(Haarlem Noord), den dag te herdenken dat
zij 50 jaar geleden in het huwelijk traden. Zij
zijn resp. 76 en 75 jaar.
De salarieering van het
Provinciaal personeel.
Buitengewone zitting Prov.
Staten.
Het werd nu hoog tijd af te dalen, het be
gon benauwd te worden met onze gasmaskers
op; ook de oogen, hoewel verborgen achter
een beschermende zonnebril, begonnen te
tranen door de inwerking der scherpe zwavel-
gassen Alles verteert onder den invloed van
deze scherpe gassen; de vulkanologen, die in
dezen tijd van verhoogde werking drie maal
per week de vulkaan beklimmen, moesten
iedere week nieuwe kleeren hebben!
Het was een herademing toen we eindelijk
den uitgang bereikten, waar we volop van de
frissche lucht konden genieten De afdaling-
geschiedde in een snel tempo; langs de regen
geulen in de lava lieten we ons gewoon naar
beneden glijden; in elke hand een stok om af
te remmen, zoo nu en dan net als op ski's
een christiania makend als de vaart wat al te
snel werd.
Om drie uur 's middags waren we weer in
de observatiepost terug.
De motoren vonden we in goede orde terug,
omringd door een schaar van aandachtig
toekijkende Javaantjes, die een veilige be
waking vormden. Ze waren veel te bang om
de plofjes met een vinger aan te raken, daar
ze vreesden dat de machines anders meteen
in de lucht zouden vliegen
Na de botsingen bij Semarang
Politie verricht arrestaties en huis
zoekingen.
SEMARANG. 5 Febr. (Aneta). Omtrent
de vechtpartij met de politie in Semarang,
waarbij verschillende slachtoffers zijn geval
len kan nog worden medegedeeld; Gisteren
zijn ongeveer 500 dessalieden in de omgeving-
van kali Gawe aangehouden en ondergebracht
op het hoofdbureau. Men heeft onmiddellijk
een aanvang gemaakt met de verhooren en
aan de hand daarvan de onschuldigen en ver
dachten geschift. Gisteravond konden op een
tiental dessalieden na allen huiswaarts kee-
ren. Onder de aangehoudenen bevindt zich
ook een „geestelijk leider" die briefjes uitgaf
waarin hij had aangeteekend dat het niet
noodig was belasting te betalen. Voorts zijn
nog twee hoofdmannen Bosandopo en Hoe-
karim aangehouden.
Een politiemacht trok er op uit om het tien
tal grobakvoerders uit de dessa Genoek, dat
nog niet is ingerekend, te arresteeren. Tot
hedenmorgen doorzocht men de huizen en
sawah's en arresteerde na een kortstondig
verzet een aantal personen, die met speren en
pieken gewapend waren. Niemand werd ge
wond.
De begrafenis van de drie dooden vond
hedenmorgen met politioneele honneurs
plaats.
Snelle was van den Rijn.
Vrees voor overstroomingen.
BERLIJN. 5 Febr. (V.D.) Sinds het einde
van de vorige week is de waterstand van den
Rijn en zijn zijrivieren tengevolge van het
snel smelten van de sneeuw op de bergen zeer
gestegen. Te Diedesheim is het water sinds
Zaterdag 5 1/2 meter gewassen. Bij aanhou
dende was der rivieren vreest, men op vele
plaatsen overstroomingen. Voorloopig wordt
van de vele zijrivieren nog aanhoudende was
gemeld.
De Bie en Ceelen vrijgesproken
Wegens gebrek aan bewijs.
ROERMOND. 5 Februari (V. D.) De recht
bank alhier heeft hedenmorgen uitspraak ge
daan in de zaak van de roofoverval te Deume
De beide verdachten P. de Bie en Ceelen uit
Oss werden wegens gebrek aan bewijs vrijge
sproken. De officier van justitie had vrij
spraak geëiseht.
Behandeling uitgesteld tot 11 Februari.
Dinsdagmorgen half twaalf kwamen de Pro
vinciale Staten hl buitengewone zitting bij
een ter bespreking van het ontwerp tot her
ziening van het Salarisreglement voor het
Provinciaal personeel, waarover reeds eerder
in ons blad uitvoerige bijzonderheden werden
gepubliceerd. (Elders in dit nummer vinden
onze lezers een uitvoerig stuk naar aanleiding
van een brief van den minister van Binnen-
landsche Zaken aan Ged. Staten, waarin hij
bezwaren oppert tegen enkele gedeelten van
het ontwerp voor de nieuwe salarisregeling
en verzoekt eenige veranderingen aan te bren.
gen en het ontwerp weer zoo spoedig moge
lijk ter beoordeeling aan hem toe te zen
den)
Voorstel Soc.-Dem.
Statenfractie.
Mede namens alle andere leden van de
sociaal-democratische Statenfractie stelt de
heer Ed. Polak aan de Prov. Staten voor, tót
het college van Ged. Staten het verzoek te
richten NIET te voldoen aan de uitnoodiging
vervat in het Koninklijk besluit van 18
Januari 1935 (ook reeds eerder in ons blad
gepubliceerd).
De heer Ketelaar (V.D.) stelt voor, het
voorstel inzake de herziening van het salaris
reglement heden niet in behandeling te nemen
maar het te behandelen in de vergadering van
M.andag 11 Februari naar aanleiding vain
den laatsten brief van den minister.
De heer Asscher (V.B.) verklaart zich
hiertegen. Deze zaak heeft al veel te lang
oponthoud gehad. Uit deferentie voor den
minister (gelach) wil hij deze zaak niet uit
stellen. Er zijn immers ook geen nieuwe ge
zichtspunten geopend.
De heer Sneevliet (Rev.-soc.) wil zijn
stem aan het voorstel tot aanhouding geven,
maar niet uit respect voor dezen brieven -
schrijvenden minister (gelach). Spreker
wil niet van respect voor dezen bewindsman
verdacht worden. De Staten kunnen deze
kwestie alleen met den grootsten onwil be
handelen. Salarissen van f 16.000 plus kinder
toeslag en andere emolumenten dienen eer
der verlaagd te worden, dan de salarissen van
het provinciaal bestuur.
De heer Polak (S.D.A.P.) wil eveneens
gaarne het voorstel van den heer Ketelaar
steunen, omdat hij zich nog niet voldoende
ingelicht acht omtrent de houding van Ged.
Staten in deze aangelegenheid. Spreker
eischt ook den noodigen tijd om de briefwis
seling van den minister en Ged. Staten te
lezen, opdat er een goede behandeling ver
zekerd kan worden.
De heer De Jong Schouwenburg
(Chr. Hist.) acht uitstel niet gewenscht. Uit
de besprekingen kan misschien iets voort,
vloeien, dat van invloed op de beslissing van
Ged. Staten kan zijn.
De heer Weiss (middenstandspartij) wil
eveneens geen uitstel, maar ook niet uit
respect voor den minister.
De heer Slin gen berg (V.D.) (Ged. Sta
ten) zegt als zijn persoonlijke meening, dat
uitstel gewenscht is, omdat groote groepen
uit deze Staten er prijs op stellen, behoorlijk
van de briefwisseling kennis te nemen.
De heer Ketelaar ontkent, dat hier ge
sproken kan worden van „wéér uitstellen", om
dat deze zaak door de Staten nog niet uitge
steld is. De Staten moeten gelegenheid krijgen
om behoorlijk kennis van den gang van zaken
te nemen. Van deferentie voor den minister
wil de heer Ketelaar niet spreken; maar wèl
is hier sprake van deferentie voor de Staten.
Het werk van de Prov. Staten moet niet on
mogelijk gemaakt worden. Aan Ged. Staten
kan niet verweten worden, dat zij niet snel
werken. Spreker heeft zelf meermalen gecon
stateerd, dat dit college snel kan werken.
Het voorstel-Ketelaar (gesteund door de
heeren Polak c.s.) wordt in stemming gebracht.
Het wordt aangenomen met 41 tegen 23
stemmen.
De behandeling van de herziening van het
salarisreglement wordt dus uitgesteld tot
Maandag 11 Februari.
jQe voorzitter deelt mede, dat de Staten op
genoemden datum 's morgens half elf ver
wacht worden.
Jaarwedde Ged. Staten.
In behandeling komt het voorstel van de le
den Asscher (V.B.), Droog (R.K.), De
Jong Schouwenburg (Chr. Hist.), Ke-
elaar (V. D.), Polak (S. D. A. P.) en
Weiss (middenstandspartij), om de jaar
wedde van de leden van Ged. Staten vast te
stellen op f 4750 en te bepalen, dat door elk
der leden van Ged. Staten een pensioenpremie
zal worden betaald van f250 per jaar.
Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
De leden der Communistische fractie en de
heer Sneevliet (Rev. Soc.) wenschen aan-
teekening, dat zij er tegen waren.
De vergadering wordt daarop verdaagd.
De woordenboeken zeggen „de haas", maar
jagers, jachtopzieners, boschwachters en stroo-
pers spreken van het haas. Wij zullen 't ook
doen.
Het habijt van 't haas is van een bruingrau-
we of grauwgelige bodemkleur, wat den drager
ervan in 't leger een doelmatige beschuttin:,
geeft tegen 't oog zijner overtalrijke belagers:
jager, strooper, hond, marter, hermelijn, bui
zerd, kraai en vos.
Er zijn echter heihazen en kleihazen; ook
wordt gesproken van duinhazen en grasbui
ken. De laatste van beide groepen zoeken hun
rustplaats in gras en loof. Ze zijn iets lichter
gekleurd dan de twee andere met hun bruin
grauwe wol. Bij beide groepen is de kleine
pluim van boven altijd zwart, van anderen wit.
Het haas hoort scherp met zijn lange lepels
't Ziet minder goed, ofschoon de „spiegels'1
groot zijn en op zij van den bol staan, waar
door links en rechts uitkijken gemakkelijk
wordt gemaakt. De beste organen echter om
een vijand te ontkomen zijn de lange achter-
loopers met de stevige klauwen. Die stellen het
haas in staat bij de grootste sprongen de
scherpste hoeken te slaan zonder uit te glijden
Huppelspoor. Hierbij zet het haas de voor-
ioopers achter elkaar, de achterloopers tegelijk
naast elkaar.
Het moerhaas werpt 3 of 4 malen per jaar
3 a 5 jongen, die zij maar korten tijd verzorgt
en behoedt. De rammelaar kijkt niet naar zijn
kroost om. Op den jeugdigen leeftijd van half
was en drieiing moet het haasje al heelemaal
voor zich zelf zorgen. Daarom blijft het over
dag liefst in de schaduw van het veilige bosch.
Tegen den avond breekt het uit om te gaan
laveien in den hof van den boer. Daarbij
drukt het zich om niet gezien te worden.
'Zoodra 't verzadigd is wordt het leger weer op
gezocht. Maar vaak wordt het door een hond
Van de achterloopers raken alleen de klauwen
den grond.
gedwongen weer uit te varen en 't bosch te
ruimen. Zoo opgestooten zal de jager het na-
oogen en doodelijk treffen met een bladschot
gevaarlijk raken met een weidewond, zoodat
het klagend in zijn zweet blijft liggen en vaak
eerst genekt moet worden, voor het sneuvelt.
Het leger van 't haas is een kuiltje van nog
geen decimeter diepte door het dier zelf uit
gekrabd. 't Is lang en breed genoeg om het li
chaam plaats te geven en den rug maar even
te laten zien, als het haas de voorloopers
strekt, den bol daar op legt en de lepels neer
vlijt. De legers die ik zag, waren alle aan den
voorkant (noordzijde) open, op zij en van
achteren begroeid met lang gras of heidekruid.
Lampe in 't leger, drukt zich.
De zon staat in 't westen. De stammen der
boomen blinken nog in een goudgeel zonnetje.
Zwarte meezen fluisteren in de lage dennetjes.
Een eekhoorntje springt uit den ouden eik over
naar een forschen beuk, die den eik een lan
gen arm toesteekt,
Daar schiet een haas de open plek binnen,
houdt echter plotseling halt, maakt een man
netje en kijkt om zich heen. Geen onraad, en
toch rent het weer verder het bosch in. Zeker
een moer, die weet dat haar een rammelaar
op de hielen zit. Ja, daar is hij al met den neus
aan den grond. Vol liefdedrift snelt hij haar
na. Maar een tweede ridder voegt zich bij het
paar. Als de eerste eindelijk de moer inhaalt,
slaat deze een haak, maar wordt daarbij dooi
den andere omvergeloopen, dat de wol er af
stuift. Dat beweegt den eersten minnaar een
duel met zijn rivaal aan te gaan. Na eenige
oorvegen gegeven en ontvangen te hebben, ko
men beiden tot bezinning en bedenken, dat ze
eigenlijk voor iets anders zijn uitgegaan dan
voor vechten. Plotseling staken ze 't gevecht
en hervatten de achtervolging.
Haas, in doodsangst.
In een greppeltje achter een hooge meidoorn
ligt het moerhaas. Zij zoogt drie kleine wol
lige dingetjes. Als dat gewichtige werk is afge-
loopen, maakt ze zich gereed om aan den
boschrand een groen spruitje te beknabbelen.
Boven in een naburigen spar heeft een kraai
al haar bewegingen gevolgd. Ze daalt neer tot
op den ondersten tak van den spar, houdt den
kop scheef en ziet daar beneden het jonge
leven. Ze grijpt toe, maar schril is de kreet
van de kleine en fel is de aanval van de moer,
die de kraai omver rent en de dievegge met
een paar goedgemikte klappen doet afdeinzen.
Een paar weken later durven de jonge haas
jes de greppel al verlaten om op den aangren-
zenden akker te gaan knabbelen. Wat een
overvloed daar van jong koren, malsch gras
Verdere uitbreiding der
Japansche luchtvloot.
Nieuwe oorlogsschepen worden gebouwd.
en klaver! Jammer, dat er zooveel kraaien
over vliegen. Maar dan duiken de haasjes neer
en leggen de lepels op den rug.
Kijk, nu zijn 't net oude molshoopen of
grauwe steenen, en de kraaien geven er geen
acht op. En 't koren wordt- eiken dag hooger
't schiet al in de aar, nu de Usheiligen in 't
land zijn geweest. Dat verhoogt de veiligheid,
ofschoon Polio hen pas geleden hevigen schrik
aanjoeg met zijn geblaf. Gelukkig, dat de dui
ker vlak in de buurt was.
Nu moeder niet meer naar haar kinderen
omziet, gaan deze uit elkaar. Een van de drie
zit in den boschzoom, luistert en spiedt. Geen
onraad. Nu vlug dat smalle paadje langs, de
greppel door naar de weide. Daar grazen vier
koeien. Dat beteekent veiligheid. Maar wat is
dat? Een knarsend geluid, 't Komt van gind- I
schen kunstweg. O, een boerenkar met een
paard er voor en een jongen er op. Onge
vaarlijk.
Maar daar knalt de jongen met de zweep.'
Nu is er geen houden aan. Met den doodschrik
op 't lijf jaagt het haas de greppel door. Maar
wat nu weer dat geruisch boven in de lucht?
Een hevige stoot en 't haas slaat neer. Het
schreeuwt als een kind. Scherpe klauwen drin
gen in zijn vleesch, gele moordzuchtige bui-
zerdoogen fonkelen het tegen, een kromme
snavel richt op zijn oogen. 't Haas werpt zich
om, de roover moet loslaten, 't Haas er van
door. De buizerd hernieuwt den aanval. Vlok
ken wol vliegen in 't rond. De vechtenden hoo-
ren noch zien, wat er om hen heen gebeuit.
Een zware snavelhauw brengt bezinning. De'
buizerd kijkt op. Wie waagt het tusschenbeide
te komen? Een zwarte kraai. Dat is erg. Want
die is nooit alleen. Zie, daar komt de tweede
al aanwieken. Twee tegen een, dat is geen par
tij. De buizerd stijgt mi-ee-schreeuwend om
hoog. De kraaien volgen hem een eind de
lucht in. Het haas kiest de wijste partij: het
kruipt onder een doornige struik om van
schrik en vermoeienis te bekomen.
Tegen den avond verschijnt een man in een
donker pak met een buks onder den arm aan
den boschrand van de wei. Hij zoekt een zit-
plaatsje in d-e schaduw van een elzenboschje.
Met de buks over de knieën, steekt hij een pijp
aan en wacht,
Het haas onder de struik is hersteld en heeft
honger, 't Kruipt het doorngewas uit en hup
pelt weer de wei in. Nu aan 't smullen. Klik!
Wat nu weer? 't Wil er vandoor gaan. Te
laat! Een schot, 't Haas slaat over den kop en
blijft voor dood liggen. De strooper nekt het en
stopt het ïn den z-ak dien hij bij zich heeft.
Levenslang blijft het haas door vijanden be
dreigd. Al in zijn prille jeugd snuffelen bun
zing, hermelijn, vos en alle stroopende honden
en katten in struiken en greppels om het te
verschalken. Sperwer, buizerd, boschuil, kraai
en ekster bespieden het van boven uit de lucht.
Gelukkig, dat het haas in staat is leering uit
ondervinding te putten. Als de gaai krassend
waarschuwt, zoekt het dekking; sluipt de vos
nader, dan houdt het zich dood of tracht door
haken te slaan hem het spoor bijster te ma
ken. Ook is 't een geluk voor 't hazengeslaeht,
dat de moer 3 a 4 maal per jaar werpt. Daar
door zijn al de vijanden samen nog niet bij
machte het haas uit te roeien.
KERST ZWART.
Rosenberg over Het accoord
van Londen.
BERLIJN, 5 Februari (D. N. B.l In de
.Voelkische Beobachter" wendt Alfred Roden
berg een hoofdartikel aan het communiqué:
Hij zegt o.a.: Dat de Britsch-Fransche
auteurs van oordeel zijn dat men thans naar
een rechtstreeksche en doeltreffende samen
werking met Duitschland moet streven, kan
met instemming worden begroet.
Wanneer de leider der twee staten hierin
overeenstemmen, dat niemand gerechtigd is
de door de vredesverdragen vastgestelde be
wapening door eenzijdige maatregelen te wij
zigen, dan gaan wij daarmede volkomen ac
coord.
Alleen laat men na er op te wijzen, dat juist
de tot ontwapening verplichte staten deze
wijziging reeds eenzijdig ten uitvoer hebben
geleid, door niet te ontwapenen, maar zich
op een reusachtige wijze te bewapenen.
Ook wij zijn van oordeel dat een algemeene
geling, die vrij tusschen Duitschland en de
anadere mogendheden wordt gesloten, een be
langrijken vooruitgang kan beteekenen, wan
neer de gelijgerechtigheid van beide zijden bij
voorbaat gegarandeerd schijnt.
Dat- is de voorwaarde, waaronder alleen een
onderhandeling vruchtbaar kan zijn en de be
spreking dezer principieele kwestie kan niet
onmiddellijk worden aangevuld met kwesties,
die andere politieke prolblemen betreffen.
Uit dit enkele gezichtspunt, de duidelijk te
erkennen Duitsche rechtsgelijkheid, kan dan
naar wij hopen het nagestreefde
„systeem der veiligheid" geboren worden en
dat deel V van Versailles hiermede reeds zoo-
gegeven, schijnt ons een hoopgevend teeken,
wel door Engeland als Frankrijk wordt prijs-
dat. men thans ook de Duitsche verdediging
het recht wil geven, zoodanige maatregelen te
nemen, als de openliggende Duitsche grenzen
dit eischen.
TOKIO, 5 Februari (Reuter) De onlangs
ingestelde commissie voor de vloot besloot de
regeering voor te stellen verschillende ver
ouderde typen oorlogsschepen door nieuwe te
vervangen. Tevens zullen bij de regeering
stappen worden gedaan tot uitbreiding van
de luchtverdediging
PROVINCIALE STATEN VERKIEZING
De lijst der Christ. Historische Unie.
De Christelijk Historische Unie heeft voor
den Kieskring Amsterdam de volgende candi-
datenlijst vastgesteld.
1. Mr. L. M. de Jong Schouwenburg, 2. Jhr.
F. J. E. van Lennep, 3. J. H. V. Riemens, 4. Mr.
Dr. M. Visser, 5. Jaes. Rustige, 6 L. Feenstra, 7.
J. Vlugt, 8. L. J. van Splunter, 9. J. C. Heer-
land, 10. N. G. J. van Schouwenburg, 11. S.
Attema, 12. J. Kats Azn., 13. Mr. A. J. Honig,
14. J. Ph. Teune,15. E. Luden.
De lijsten voor de kieskringen Haarlem en
Velsen worden binnenkort vastgesteld.