HET NIEUWE AVONDBLAD Wachter, wat is er van den nacht? DAAROM ONMISBAAR IJMUIDER COURANT Een herinnering aan de Uiver-ramp. 20e JAARGANG No. 84 MAANDAG 11 FEBRUARI '35 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2y2 cents incasso, per kwartaal 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIëN: 1—5 regels ƒ0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN. OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD. WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers rijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubli ceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos ver zekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen /2000.- bij algeheele invaliditeit; 600.- bij overlijden; ƒ400.- bij verlies van een hand, voet of oog; 250.- bij verlies van een duim; 150.- bij verlies van een wijsvinger; 100.- bij breuk van boven- en/of onderarm; ƒ100.- bij breuk van boven- en/of onderbeen; ƒ50.- bij verlies van een anderen vinger. Ten gevolge van spoor-, tram- of autobusongeval; ƒ5000.- bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000.- bij overlijden van den man alleen; ƒ2000.- bij overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaar tuigen enz. ƒ400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000.-, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonnéfe) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.- Bank te Schiedam. IJMUIDEN. Beschouwingen over het crisis-zeevischbesluit. Verwachtingen in IJmuiden omtrent den regeeringssteun aan de trawlvisscherij niet hoog gespannen. Dezer dagen is gepubliceerd de crisis-zee visch beschikking, welke bevat een uitwer- Idns van het crisis-zeevischbesluit 1934 I. welk besluit moet worden beschouwd als de tweede schrede, die de regeering doet op den weg. die moet leiden naar verbetering van den'desolaten toestand, waarin het vissehe rijbedrijf nu reeds sedert een viertal jaren verkeert. Laten we direct hieraan toevoegen, dat de verwachtingen omtrent den regeeringssteun In IJmuiden niet hoog gespannen zijn en dat er vooral onder de LImuidensche trawlerree- ders weinig van dezen steun verwacht wordt, dat men er daarentegen zeer sceptisch te genover staat, vooral nu sedert eenige da gen en wel na de bekendmaking van de crisis-zeevisch beschikking men alleen nog maar weet. dat een nieuwe cijns den reeders wordt opgelegd. Dat deze cijns zoo kort nadat de reeders een onsympathieke loonsverlaging hebben Ingevoerd om de exploitatiekosten omlaag te brengen dubbel onwelkom is, behoeft geen betoog. De zaak is voor IJmuiden van buitenge woon belang en daarom is het zeer zeker de moeite waard den toestand, zooals die thans bezig is zich te ontwikkelen eens nader on der de oogen te zien De eerste schrede. Het valt niet te ontkennen: het pad, dat leidt naar het gewenschte doel, verbetering, ordening van het- visseherijbedrijf (we heb ben bier in de eerste plaats het IJmuidenscli bedrijf voor oogen) is een kronkelig pad. in verband met de vele moeilijkheden, die een ordening van dit zoo uit het lood geraakte bedrijf met zich meebrengt. Uit het lood geraakt is het visseherijbedrijf ongetwijfeld, uit het lood geraakt in de eer ste plaats door de crisis, in de tweede plaats door die vele fouten, die aan het bedrijf kleven. Over deze beide oorzaken hebben we her haalde malen in ons blad geschreven, daar om zullen we ze thans laten rusten en ons alleen bezig houden met de nieuwe gezichts punten. die zich openen in verband met het geen er vast zit aan de door de regeering ge dane stappen. Is het crisis-zeevischbesluit de tweede re- geerings-stap. de eerste is de stichting van de Nederlandsche Visscherij-Centrale, een lichaam, waarin alle takken der Nederland sche visscherij zijn oogenomen. in het leven geroepen om als het ware de schakel te vor men tusschen de regeering en de bedrijfs- onderdeelen en om deze reden ook verdeeld in verschillende werk-commissies die elk op hun eigen terrein werkzaam zijn. Wat is het crisis-zeevisch besluit? Begin December kwam uit Den Haag de blijde boodschap, dat ..binnenkort" de in werking treding kon worden ver-wacht van het crisis-zeevischbesluit 1934 I en de daar op gebaseerde beschikking van den minister van Economische Zaken. In deze beschikking nu zijn de grondslagen neergelegd voor ver dere maatregelen, wel'ke tot een verbetering van het zeevlsscherijbedrijf zouden moeten leiden. Op grond van genoemd besluit zal de aan voer van zeevisch. met uitzondering van ha ring, in Nederland slechts zijn toegestaan aan hen. die als georganiseerden zijn aan gesloten bij de Nederlandsche Visscherij - centrale in Den Haag en varen met schepen, die toebehooren aan of ter beschikking staan van zoodanige personen. Hieraan kunnen voorwaarden wor den verbonden, als het betalen van een geringe vergoeding naar afleve- ring van de visch. In de reeds eerder genoemde crisis-zee- viscli beschikking zijn deze voorwaarden dus nader uitgestippeld. Deze voorwaarden ko men in hoofdzaak hierop neer, dat een schip, da. aar. de visscherij wil deelnemen (haring- visscherij valt hier buiten), in het bezit moet zi.in van een uitvaar-certificaat, dat verleend wordt nadat, de betrokkenen zich hebben Verbonden tot betaling van één procent van de bruto-besomming ten behoeve van het Landbouwcrisisfonds. Een dergelijk certifi caat wordt verleend voor ten hoogste twee maanden. Hierna kunnen aan het verleenen dezer certificaten zekere voorwaaiden wor den verbonden ten aanzien van eischen, w^raan de schepen moeten vod oen. Men is licht geneigd, te veronderstellen, dat de bijdrage van één procent van de bruto Besomming, zal worden aangewend ter ver- oetermg van de vloot. Naar onze meening, if, f+e. vei'onderstelling onjuist, immers worat m het crisis-zeevischbesluit gesproken "een.§'eririge vergoeding naar aflevering fAM visch", een vergoeding die ongetwij feld moet worden beschouwd als een bijdra ge in de kosten van uitvoering der te nemen maatregelen Wat beteekent één procent? Len procent is weinig, een procent is veel, naar gelang van het doel, waarvoor het be steed wordt. De bruto-besomming van de schepen, die een uitvoer-certificaat noodig zullen heb ben en die dus hun honderdste penning zul len moeten offeren, bedroeg in 1934 circa f 5.700.000. Rekenen we voor 1935 een zelfde bedrag, dan zou in één jaar f 57000 uit het trawlvisscherijbedrijf van IJmuiden naar het Landbouwcrisisfonds wonden overgehe veld. Dit is. wanneer het aangewend wordt ter bestrijding der kosten tamelijk aan den hoogen kant en daarom zien de reedei-s in dezen maatregel dan ook niet anders dan een verzwaring hunner lasten. En wordt het bedrag aangewend als steun aan het bedrijf dan is het in de eerste plaats ten eenenmale onvoldoende, om eenig nuttig effect te kun nen sorteeren en is het bovendien een steun, dien zij, die geholpen moeten worden, zelfs hebben opgebracht en dus in feite geen steun. Ook al zou de regeering volgens een meer toegepast systeem het bedrag van f 57000 met eenzelfde bedrag verhoogen, dan nog heeft het bedrag voor een eventueele hulpverleening geen beteekenis. Het zou hoogstens voldoende zijn om een nieuwen trawler aan te schaffen. Overigens gelooven wij ook niet, dat van de regeering een dergelijke steunverleening. d.w.z. met bijdragen „a fonds perdu" ver wacht kan worden. Een dergelijke hulp, wil de men er iets mee bereiken, zou tonnen en tonnen verslinden Naar onze meening zal dan ook van financieelen steun alléén eenig resultaat kunnen verwacht worden, wan neer deze komt in den vorm van voorschot ten (hetzij renteloos, hetzij tegen een lage rente) voor exploitatie en in het verstrek ken van hypotheek tegen lage rente. Zelfs van het opkoopen door de regeering van „afleggers" tegen cassa kan geen heü verwacht worden. Welk bedrag, denkt men wel. dat de regeering voor een voor den sloop bestemd schip zou kunnen of willen betalen? Hoogstens een paar duizend gulden. Zoodra dus de bepaling inzake ..de geringe vergoeding" in werking treedt, zullen de reeders 1 pet. van de bruto-besomming hunner sche pen moeten afstaan. Dit lijkt niet veel, maar voor een „geringe ver goeding" is het te veel en voor het zieke bedrijf is het veel te veel, wan neer daar niet, onmiddellijk op vol gen maatregelen der regeering. waar uit onmiddellijke steun voortvloeit. En aangezien men te dien opzichte in reederskringen pessimistisch ge stemd is. is de ontevredenheid, zoo als reeds in het begin van deze be schouwing is gezegd, zeer groot. We hebben eenige reeders naar hun meening daaromtrent gevraagd en de antwoorden die wij kregen, ge tuigden van hun groote teleurstel ling. Een der reeders. die met moeite een drietal trawlers in de vaart houdt, vertelde ons, dat deze „gerin ge vergoeding" hem veertig gulden per week kost! Het is dan ook zeer gewenscht. dat daar iets meer voor verkregen wordt dan een uit voer-certificaat, „aan het verleenen waar van zekere voorwaarden kunnen worden verbonden". Zekere voorwaarden? Eerst wanneer deze voorwaarden bekend gemaakt zijn, zal de bedoeling van het uitvoer-certificaat blijken. Wij kunnen naar deze bedoeling thans nog slechts gissen en dan gelooven wij, dat het in de eerste plaats te doen is, om te voor komen, dat oude trawlers, in Engeland ge kocht. in de vaart worden gebracht, in de tweede plaats om alle mogelijke pogingen, om „afleggers" op hoop van regeeringssteun in de vaart te brengen, den kop in te druk ken. Het eerste is echter uitgesloten, het laatste is nagenoeg uitgesloten, want er zijn weinig reederijen, die hiertoe kapitaalkrach tig en „kreditfahig" zijn. Op grond van het een en ander meenen we al bij voorbaat te mogen constateeren, dat uit niets blijkt, dat de reeders waar voor hun geld krijgen én het is dan ook niet te verwonderen, dat er ontevredenheid heerscht rondom de Visschersbaven, een ontevreden heid die alleen dan verdreven kan worden, wanneer er maatregelen ko men, waarvan eenig resultaat kan worden verwacht. En dan denken wij in de eerste plaats aan het bevorderen van het vischge- bruik. Want, we hebben het al meermalen gezegd en zggen het nogmaals: alles wat voor het visseherijbedrijf gedaan wordt is van nul en geener waarde, wanneer de afzet niet grooter wordt, wanneer ons land niet geleerd wordt, visch te eten, wanneer niet nieuwe mogelijkheden voor den exporthan- del geopend worden. En zoo komen we vanzelf op het terrein der Nederlandsche Vissche rij-centrale, de schakel tusschen de regeering en het visseherijbedrijf, het centrale adviesbureau. Hoe is thans de positie van deze stich ting? Kan hiervan nog iets verwacht wor den? Men oordeele zelf: de contingenteering van den haring-invoer kwam tot stand bui- ton medeweten van de N.V.C.; zoo ook de crisis-zeevisch beschikking. Dat is al heel vreemd. Het is vreemd maar waar. Niet vreemd en eveneens waar is, dat hierover in den boezem der stichting ontstemming is ontstaan, evenals er ontstemming is over de contingenteering van den invoer van haring in een tijd, waarin de Nederlandsche haring- visscherij is afgeloopen. Over het algemeen is men in reederskrin gen van IJmuiden de meening toegedaan, dat de trawlvisscherij bij de haringvisschef ij ten achter wordt gesteld. In dit verband wees men ons op de voorgenomen distributie van pekelharing, een product, dat in de eer ste maanden der haringvisscherij het Noord- zee-banket vormt, dat voor bijna lederen Nederlander als een delicatesse geldt, maar dat thans door de meeste menschen ver smaad wordt. Waarom geen distributie van goedkoope Noordzeevisch?, zoo vraagt men zich af. Heel IJmuiden verkeert in spanning over het verdere verloop der dingen. Laten wij hopen, dat er tenslotte nog iets goed gebrou wen wordt, iets dat verbetering kan bren gen in den erbarmelijk slechten toestand, waarin het visseherijbedrijf verkeert. S. B. Schatgravers naar de Cocos- Eilanden. De verborgen piratcnschat. Op 27 Januari j.l. is opnieuw een expeditie schatgravers naar de veelbesproken Cocos- eilanden vertrokken. Een twaalftal avonturiers verliet dien dag In een 45-tons motorjacht, de Veracity' ge naamd, de Engelsche haven Lowestoft, ten einde de meer dan 6000 mijl lange, zware tocht naar de in den Stillen Oceaan liggende Cocos-eilanden te beginnen. Daar zullen zij trachten de beroemde, haast fabelachtige schat der zeeroovers, die onge veer een waarde van 125.000 pond hebben moet, te vinden. Zij willen deze onderzoekin gen aanvangen in aansluiting op de nasporin gen. die commander Frank W. Worsley. de be kende poolvorscher den vorigen zomer be gonnen is. Worsley moest toen dezen tocht, zonder succes gehad te hebben, afbreken en met zijn groot stoomjacht „Queen of Scots" naar Engeland terugkeeren, omdat de regee ring' van Costa Rica, aan wie de eilanden groep toebehoort, bezwaar maakte tegen Worsley's expeditie. Thans heeft deze anti-arctische onderzoe ker zich van de toestemming dezer regee ring verzekerd, zij het dan ook na langdurige en moeizame onderhandelingen. Costa Rica staat Worsley thans toe alle vondsten, welke deze op het eiland zal doen. naar Londen te laten overbrengen. Zij werkt thans in zulk een mate mede, dat zij de expeditie een be wapende patrouille ter beschikking gesteld heeft. (Of is dit voor haar eigen controle?) Commander Worsley is de leider van de nieuwe groep. Onder de andere deelnemers treffen wij de namen aan van S. Macforlane Arthur eer. scheepskapitein, Dr. J. W. Harris, de scheepsarts, een Edinburgsch geoloog, twee mijnbouwkundig ingenieurs, twee „kenners" van de wichelroede, waarmede men den schat hoopt op te sporen, en boortechnieker eneen filmoperateur van Fox. Het moet reeds meer dan een eeuw geleden zijn, dat zeeroovers den schat, die zulk een enorme waarde heeft, op de Cocoseilanden begroeven. Tientallen expedities hebben er reeds naar gezocht, steeds tevergeefs. De geschiedenis van den schat is in twee authentieke acten vastgelegd. Het grootste eiland, waar de 125.000 pond (plm. 1 millioen gulden) verborgen moeten zijn, is ongeveer 36 K.M.2 groot en met een zwaar oerwoud bedekt, bijna ontoegankelijk voor blanken, eenigingsgebouw. Het eenige dagblad, dat speciaal op Uwe omgeving is ingesteld is de Daarom alleen al is dit blad onmisbaar voor alle inwoners van IJMUIDEN, IJMUIDEN-OOST, VELSEN- NOORD, DRIEHUIS-WESTERVELD en SANTPOORT. Boven dien kost dit blad SLECHTS 10 CENT PER WEEK Uw keus kan dus niet moeilijk zijn. Abonneert U daarom nog heden De schat moet binnen een straal van 3 K.M. begraven zijn tusschen het Noord-Oostelijk en Noordwestelijk gedeelte van het eiland. Het grootste gedeelte van den schat werd door een troep zeeroovers van Spaansche koop vaardijvaarders, die ongeveer een honderd tal jaren geleden deze zeeën bevoeren, ge roofd. Slechts een zeer gering gedeelte is vroeger eens gevonden. Het expeditiescheepje „Veracity" is voor het doel der schatgravers comfortabel inge richt en is o.a. uitgerust met een compacte kortegolfzender. Kapitein Arthur, de Schot- sche schipper, hoopt binnen 3 weken het doel, de Cocos-eilandengroep, (6 gr. N.B., 87 gr. W.L.) bereikt te hebben. dames naai- en handwerkclub. Dezer dagen had de eerste bijeenkomst plaats van de Dames naai- en handwerkclub der Vereeniging van Vrijz. Hervormden, afd. Velsen-IJmuiden-Oost. Er waren ongeveer 20 dames gekomen. Besloten werd. dat de naaimiddag zal zijn eiken Vrijdag' van 24 uur. Het doel is handwerken te maken voor den bazaar, die de vereeniging. in het najaar hoopt te houden. ijmuider reddingsbrigade. De IJmuider Reddingsbrigade houdt a.s. Woensdagavond een ledenvergadering in de bovenzaal van het Kennemerhof. In deze vergadering zal o.a. behandeld worden het voorstel tot goedkeuring van het aangaan van een geldleening groot f 1500 bij de Nuts- spaarbank voor het plaatsen van een ge bouw op het strand, een voorstel 'tot deelne ming aan de luchtbescherming, bespreking feestavond enz. vereeniging van vrijz. hervormden. Tweede serie winterlezingen. Na de goedgeslaagde eerste serie winterle zingen heeft de Vereeniging van Vrijz. Her vormden een tweede serie georganiseerd van een anderen, meer kunstzinnigen aard. De eerste lezing' vindt plaats Vrijdag' 22 Februari a.s. Dien avond spreekt Ds. P. D. Spelberg van Nijmegen, secretaris en omroe per van den Vrijz. Protestantschen Radio- Omroep over het onderwerp: „Mijn reis door Indië" verduidelijkt met een fraaie serie filmbeelden. Vrijdag 15 Maart houdt de heer H. J. Cal- koen, leeraar aan de Rijks H. B. S. alhier een lezing over „Rembrandt", waarbij lichtbeel den vertoond zullen worden. De laatste lezing vindt plaats op Vrijdag 12 April, den Vrijdag voor Palmzondag. Ds. J. H. Groenewegen van Arnhem spreekt dien avond over de Matthaus Passion van J. S. Bach, met muzikale illustratie.. De lezingen worden gehouden in het Ver- vergadering n. s. b. De kring IJmuiden van de N. s. B, houdt a.s. Donderdagavond in Thalia een openbare vergadering. Als spreker zal optreden de heer Geelkerken die tot onderwerp heeft gekozen „Gezouten en ongezouten waarheden." TREKT IN DROMMEN OP NAAR DE ZESDAAGSCHE TE BEVERWIJK HET STARTSCHOT WORDT a.s. VRIJDAGAVOND GELOST. Alie beroemde Zesdagcnrenners zijn van de partij r Adv. lncjez. Med.) Een onzer abonnés, die een brief met de Uiver naar Indië had gezonden, kreeg zijn brief terug. In welken staat ziet U hierboven. Het was een van de 84 exem plaren, die in Londen in beslag waren genomen, nadat ze in verkeerde handen wai::i geweest. PROPAGANDA-AVOND N.B.A.S. Een goed geslaagde propaganda-vergadering heeft de N.B.A.S. Zaterdagavond in het ver- eenigingsgebouw in de Kalverstraat gegeven. De avond vol van leven en opgewektheid, werd geopend door mej. G. Schol, die haar te vredenheid uitsprak over de flinke opkomst, v.n. van de zijde der ouders. Het was dan ook de bedoeling van dezen propaganda-avond, niet alleen meer leden onder de jongeren te winnen, maar in de tweede plaats ook tot de ouders te spreken en hun te toonen het leven der N.B.A.S.'ers onderling. Het eerste nummer van het programma was zang van de afdeeling. Dit deden de jongelui zittende om het kampvuur, waar ze hun lie deren zongen, die getuigden van vreugde en blijheid. Hierna werden eenige volksdansen uitgevoerd. Deze keurig' uitgevoerde dansen vergelijke men niet met het soort, dat men in dancings ziet. Vervolgens werd de avond opgeluisterd door zang van de dames. Dora Lindeblad en Go Schol met pianobegeleiding van mej. Greta Hamburg die voor hetgeen zij presteerden een wel verdiend applaus mochten oogsten. Als spreker trad op Flip van Praag, algemeen voorzitter van den N.B.A.S., uit Am sterdam, Deze begon te zeggen dat wat hier ten tooneele gevoerd werd, niet anders be doelt, dan om te doen zien hoe de N.B.A.S.'ers met elkander omgaan. Hij wilde hierop even dieper ingaan. Daarbij richtte hij zich hoofd zakelijk tot de jongeren. Als uitgangspunt nam hij de bekende uitdrukking, eens door een Fransch staatsman in de 17e eeuw gebezigd: „Wij zullen onderhandelen over U, bij U, en zonder U". In verband hiermee zeide hij dat de jongeren van thans, straks de verantwoorde lijkheid moeten dragen. Deze samenleving die zich kenmerkt door allerlei misère, moet veranderd worden. De N.B.A.S.'ers, jong als zij zijn gevoelen dit reeds. Niet dat zij een middel weten om aan de ellende te ontkomen, maai' zij willen mee helpen om hiertoe mid delen en wegen te vinden. Zij willen reeds in hun jeugd trachten mee te bouwen voor een betere toekomst. Zal die beter worden, zegt spreker, dan moet ook de mensch die de toe standen maakt verbeterd worden. De N.B.A.S. wil beginnen dit te propageeren onder huns gelijken. De N.B.A.S. is een jeugdbeweging die ook de drankbestrijding door absolute geheel onthouding voert. De N.B.A.S.'er ziet in den alcohol een groot vijand van het volkswelzijn. Met een krachtig pleidooi voor geheelonthou ding en het citeeren van een gedicht van Garmt Stuiveling eindigde spreker zijn met aandacht gevolgde rede. Na de pauze werd een tooneelstuk opge voerd, getiteld: „De nieuwe kleeren van den keizer". Dit tooneelstuk in twee bedrijven naar een sprookje van Andersen werd vlot uitgevoerd. Het is het verhaal van den keizer, die buitengewoon op mooie kleeren gesteld was, maar geen costuum bezat dat hem mooi genoeg was om aan te hebben op zijn kro ningsdag. Nu moet er een kleermaker komen. Maai' er is er geen die het zoo spoedig maken kan. Er komen dan twee bedriegers, die zich uitgeven voor kleermakers. Zij zeggen, een costuum te kunnen maken, maar alleen wijze menschen kunnen de schoonheid van hun costuum naar waarde schatten. In het tweede bedrijf zien wij de bedriegers op hun manier druk aan het werk. zij doen „alsof" terwijl zij in werkelijkheid geen lap stof noch een draad onderhanden hebben. De keizer meent zelfs een pak aan te hebben, terwijl hij in werke lijkheid niets aan heeft met als gevolg dat hij op zijn kroningsdag in zijn hemd voor het volk verschijnt. Luide wordt hij toegejuicht. De een wil voor den ander niet welen, dat hij door zijn domheid of ongeschiktheid het mooie pak van den keizer niet kan zien. Een klein kind is eerlijk en zegt. dat de keizer niets dan een hemd aan heeft. Het kind heeft de waar heid gezegd; de menschen zien hun domheid in en hij die zooeven werd toegejuicht, wordt nu uitgejouwd. Met gespannen aandacht werd alles gevolgd en alle aanwezigen hebben volop genoten, zoo dat deze propaganda-avond uitstekend ge slaagd mag worden genoemd. De avond was bovendien druk bezocht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 1