HET NIEUWE AVONDBLAD
Wachter, wat is er van den nacht?
DAAROM ONMISBAAR
IJMUIDER COURANT
Een herinnering aan de Uiver-ramp.
20e JAARGANG No. 84
MAANDAG 11 FEBRUARI '35
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2y2 cents incasso, per kwartaal 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIëN: 1—5 regels ƒ0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN. OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD. WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
rijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubli
ceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos ver
zekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen
/2000.- bij algeheele invaliditeit; 600.- bij overlijden; ƒ400.- bij verlies van
een hand, voet of oog; 250.- bij verlies van een duim; 150.- bij verlies van
een wijsvinger; 100.- bij breuk van boven- en/of onderarm; ƒ100.- bij breuk
van boven- en/of onderbeen; ƒ50.- bij verlies van een anderen vinger. Ten
gevolge van spoor-, tram- of autobusongeval; ƒ5000.- bij overlijden van man
en vrouw beiden; 3000.- bij overlijden van den man alleen; ƒ2000.- bij
overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaar
tuigen enz. ƒ400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart,
tot een maximum van 2000.-, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf
of meer abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonnéfe) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent
spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen
krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-
Bank te Schiedam.
IJMUIDEN.
Beschouwingen over het crisis-zeevischbesluit.
Verwachtingen in IJmuiden omtrent den
regeeringssteun aan de trawlvisscherij
niet hoog gespannen.
Dezer dagen is gepubliceerd de crisis-zee
visch beschikking, welke bevat een uitwer-
Idns van het crisis-zeevischbesluit 1934 I.
welk besluit moet worden beschouwd als de
tweede schrede, die de regeering doet op den
weg. die moet leiden naar verbetering van
den'desolaten toestand, waarin het vissehe
rijbedrijf nu reeds sedert een viertal jaren
verkeert.
Laten we direct hieraan toevoegen, dat de
verwachtingen omtrent den regeeringssteun
In IJmuiden niet hoog gespannen zijn en dat
er vooral onder de LImuidensche trawlerree-
ders weinig van dezen steun verwacht wordt,
dat men er daarentegen zeer sceptisch te
genover staat, vooral nu sedert eenige da
gen en wel na de bekendmaking van de
crisis-zeevisch beschikking men alleen nog
maar weet. dat een nieuwe cijns den reeders
wordt opgelegd.
Dat deze cijns zoo kort nadat de reeders
een onsympathieke loonsverlaging hebben
Ingevoerd om de exploitatiekosten omlaag te
brengen dubbel onwelkom is, behoeft geen
betoog.
De zaak is voor IJmuiden van buitenge
woon belang en daarom is het zeer zeker de
moeite waard den toestand, zooals die thans
bezig is zich te ontwikkelen eens nader on
der de oogen te zien
De eerste schrede.
Het valt niet te ontkennen: het pad, dat
leidt naar het gewenschte doel, verbetering,
ordening van het- visseherijbedrijf (we heb
ben bier in de eerste plaats het IJmuidenscli
bedrijf voor oogen) is een kronkelig pad. in
verband met de vele moeilijkheden, die een
ordening van dit zoo uit het lood geraakte
bedrijf met zich meebrengt.
Uit het lood geraakt is het visseherijbedrijf
ongetwijfeld, uit het lood geraakt in de eer
ste plaats door de crisis, in de tweede plaats
door die vele fouten, die aan het bedrijf
kleven.
Over deze beide oorzaken hebben we her
haalde malen in ons blad geschreven, daar
om zullen we ze thans laten rusten en ons
alleen bezig houden met de nieuwe gezichts
punten. die zich openen in verband met het
geen er vast zit aan de door de regeering ge
dane stappen.
Is het crisis-zeevischbesluit de tweede re-
geerings-stap. de eerste is de stichting van
de Nederlandsche Visscherij-Centrale, een
lichaam, waarin alle takken der Nederland
sche visscherij zijn oogenomen. in het leven
geroepen om als het ware de schakel te vor
men tusschen de regeering en de bedrijfs-
onderdeelen en om deze reden ook verdeeld
in verschillende werk-commissies die elk op
hun eigen terrein werkzaam zijn.
Wat is het crisis-zeevisch
besluit?
Begin December kwam uit Den Haag de
blijde boodschap, dat ..binnenkort" de in
werking treding kon worden ver-wacht van
het crisis-zeevischbesluit 1934 I en de daar
op gebaseerde beschikking van den minister
van Economische Zaken. In deze beschikking
nu zijn de grondslagen neergelegd voor ver
dere maatregelen, wel'ke tot een verbetering
van het zeevlsscherijbedrijf zouden moeten
leiden.
Op grond van genoemd besluit zal de aan
voer van zeevisch. met uitzondering van ha
ring, in Nederland slechts zijn toegestaan
aan hen. die als georganiseerden zijn aan
gesloten bij de Nederlandsche Visscherij -
centrale in Den Haag en varen met schepen,
die toebehooren aan of ter beschikking staan
van zoodanige personen.
Hieraan kunnen voorwaarden wor
den verbonden, als het betalen van
een geringe vergoeding naar afleve-
ring van de visch.
In de reeds eerder genoemde crisis-zee-
viscli beschikking zijn deze voorwaarden dus
nader uitgestippeld. Deze voorwaarden ko
men in hoofdzaak hierop neer, dat een schip,
da. aar. de visscherij wil deelnemen (haring-
visscherij valt hier buiten), in het bezit moet
zi.in van een uitvaar-certificaat, dat verleend
wordt nadat, de betrokkenen zich hebben
Verbonden tot betaling van één procent van
de bruto-besomming ten behoeve van het
Landbouwcrisisfonds. Een dergelijk certifi
caat wordt verleend voor ten hoogste twee
maanden. Hierna kunnen aan het verleenen
dezer certificaten zekere voorwaaiden wor
den verbonden ten aanzien van eischen,
w^raan de schepen moeten vod oen.
Men is licht geneigd, te veronderstellen,
dat de bijdrage van één procent van de bruto
Besomming, zal worden aangewend ter ver-
oetermg van de vloot. Naar onze meening,
if, f+e. vei'onderstelling onjuist, immers
worat m het crisis-zeevischbesluit gesproken
"een.§'eririge vergoeding naar aflevering
fAM visch", een vergoeding die ongetwij
feld moet worden beschouwd als een bijdra
ge in de kosten van uitvoering der te nemen
maatregelen
Wat beteekent één procent?
Len procent is weinig, een procent is veel,
naar gelang van het doel, waarvoor het be
steed wordt.
De bruto-besomming van de schepen, die
een uitvoer-certificaat noodig zullen heb
ben en die dus hun honderdste penning zul
len moeten offeren, bedroeg in 1934 circa
f 5.700.000. Rekenen we voor 1935 een zelfde
bedrag, dan zou in één jaar f 57000 uit het
trawlvisscherijbedrijf van IJmuiden naar
het Landbouwcrisisfonds wonden overgehe
veld. Dit is. wanneer het aangewend wordt
ter bestrijding der kosten tamelijk aan den
hoogen kant en daarom zien de reedei-s in
dezen maatregel dan ook niet anders dan
een verzwaring hunner lasten. En wordt het
bedrag aangewend als steun aan het bedrijf
dan is het in de eerste plaats ten eenenmale
onvoldoende, om eenig nuttig effect te kun
nen sorteeren en is het bovendien een steun,
dien zij, die geholpen moeten worden, zelfs
hebben opgebracht en dus in feite geen
steun. Ook al zou de regeering volgens een
meer toegepast systeem het bedrag van
f 57000 met eenzelfde bedrag verhoogen, dan
nog heeft het bedrag voor een eventueele
hulpverleening geen beteekenis. Het zou
hoogstens voldoende zijn om een nieuwen
trawler aan te schaffen.
Overigens gelooven wij ook niet, dat van
de regeering een dergelijke steunverleening.
d.w.z. met bijdragen „a fonds perdu" ver
wacht kan worden. Een dergelijke hulp, wil
de men er iets mee bereiken, zou tonnen en
tonnen verslinden Naar onze meening zal
dan ook van financieelen steun alléén eenig
resultaat kunnen verwacht worden, wan
neer deze komt in den vorm van voorschot
ten (hetzij renteloos, hetzij tegen een lage
rente) voor exploitatie en in het verstrek
ken van hypotheek tegen lage rente.
Zelfs van het opkoopen door de regeering
van „afleggers" tegen cassa kan geen heü
verwacht worden. Welk bedrag, denkt men
wel. dat de regeering voor een voor den
sloop bestemd schip zou kunnen of willen
betalen? Hoogstens een paar duizend gulden.
Zoodra dus de bepaling inzake ..de
geringe vergoeding" in werking
treedt, zullen de reeders 1 pet. van
de bruto-besomming hunner sche
pen moeten afstaan. Dit lijkt niet
veel, maar voor een „geringe ver
goeding" is het te veel en voor het
zieke bedrijf is het veel te veel, wan
neer daar niet, onmiddellijk op vol
gen maatregelen der regeering. waar
uit onmiddellijke steun voortvloeit.
En aangezien men te dien opzichte
in reederskringen pessimistisch ge
stemd is. is de ontevredenheid, zoo
als reeds in het begin van deze be
schouwing is gezegd, zeer groot. We
hebben eenige reeders naar hun
meening daaromtrent gevraagd en
de antwoorden die wij kregen, ge
tuigden van hun groote teleurstel
ling. Een der reeders. die met moeite
een drietal trawlers in de vaart
houdt, vertelde ons, dat deze „gerin
ge vergoeding" hem veertig gulden
per week kost!
Het is dan ook zeer gewenscht. dat daar
iets meer voor verkregen wordt dan een uit
voer-certificaat, „aan het verleenen waar
van zekere voorwaarden kunnen worden
verbonden".
Zekere voorwaarden? Eerst wanneer deze
voorwaarden bekend gemaakt zijn, zal de
bedoeling van het uitvoer-certificaat blijken.
Wij kunnen naar deze bedoeling thans nog
slechts gissen en dan gelooven wij, dat het
in de eerste plaats te doen is, om te voor
komen, dat oude trawlers, in Engeland ge
kocht. in de vaart worden gebracht, in de
tweede plaats om alle mogelijke pogingen,
om „afleggers" op hoop van regeeringssteun
in de vaart te brengen, den kop in te druk
ken. Het eerste is echter uitgesloten, het
laatste is nagenoeg uitgesloten, want er zijn
weinig reederijen, die hiertoe kapitaalkrach
tig en „kreditfahig" zijn.
Op grond van het een en ander meenen
we al bij voorbaat te mogen constateeren,
dat uit niets blijkt, dat de reeders waar voor
hun geld krijgen én het is dan ook niet te
verwonderen, dat er ontevredenheid heerscht
rondom de Visschersbaven, een ontevreden
heid die alleen dan verdreven kan
worden, wanneer er maatregelen ko
men, waarvan eenig resultaat kan worden
verwacht. En dan denken wij in de eerste
plaats aan het bevorderen van het vischge-
bruik. Want, we hebben het al meermalen
gezegd en zggen het nogmaals: alles wat
voor het visseherijbedrijf gedaan
wordt is van nul en geener waarde,
wanneer de afzet niet grooter wordt,
wanneer ons land niet geleerd wordt,
visch te eten, wanneer niet nieuwe
mogelijkheden voor den exporthan-
del geopend worden.
En zoo komen we vanzelf op het
terrein der Nederlandsche Vissche
rij-centrale, de schakel tusschen de
regeering en het visseherijbedrijf,
het centrale adviesbureau.
Hoe is thans de positie van deze stich
ting? Kan hiervan nog iets verwacht wor
den?
Men oordeele zelf: de contingenteering
van den haring-invoer kwam tot stand bui-
ton medeweten van de N.V.C.; zoo ook de
crisis-zeevisch beschikking. Dat is al heel
vreemd. Het is vreemd maar waar. Niet
vreemd en eveneens waar is, dat hierover in
den boezem der stichting ontstemming is
ontstaan, evenals er ontstemming is over de
contingenteering van den invoer van haring
in een tijd, waarin de Nederlandsche haring-
visscherij is afgeloopen.
Over het algemeen is men in reederskrin
gen van IJmuiden de meening toegedaan,
dat de trawlvisscherij bij de haringvisschef ij
ten achter wordt gesteld. In dit verband
wees men ons op de voorgenomen distributie
van pekelharing, een product, dat in de eer
ste maanden der haringvisscherij het Noord-
zee-banket vormt, dat voor bijna lederen
Nederlander als een delicatesse geldt, maar
dat thans door de meeste menschen ver
smaad wordt. Waarom geen distributie van
goedkoope Noordzeevisch?, zoo vraagt men
zich af.
Heel IJmuiden verkeert in spanning over
het verdere verloop der dingen. Laten wij
hopen, dat er tenslotte nog iets goed gebrou
wen wordt, iets dat verbetering kan bren
gen in den erbarmelijk slechten toestand,
waarin het visseherijbedrijf verkeert.
S. B.
Schatgravers naar de Cocos-
Eilanden.
De verborgen piratcnschat.
Op 27 Januari j.l. is opnieuw een expeditie
schatgravers naar de veelbesproken Cocos-
eilanden vertrokken.
Een twaalftal avonturiers verliet dien dag
In een 45-tons motorjacht, de Veracity' ge
naamd, de Engelsche haven Lowestoft, ten
einde de meer dan 6000 mijl lange, zware
tocht naar de in den Stillen Oceaan liggende
Cocos-eilanden te beginnen.
Daar zullen zij trachten de beroemde, haast
fabelachtige schat der zeeroovers, die onge
veer een waarde van 125.000 pond hebben
moet, te vinden. Zij willen deze onderzoekin
gen aanvangen in aansluiting op de nasporin
gen. die commander Frank W. Worsley. de be
kende poolvorscher den vorigen zomer be
gonnen is. Worsley moest toen dezen tocht,
zonder succes gehad te hebben, afbreken en
met zijn groot stoomjacht „Queen of Scots"
naar Engeland terugkeeren, omdat de regee
ring' van Costa Rica, aan wie de eilanden
groep toebehoort, bezwaar maakte tegen
Worsley's expeditie.
Thans heeft deze anti-arctische onderzoe
ker zich van de toestemming dezer regee
ring verzekerd, zij het dan ook na langdurige
en moeizame onderhandelingen. Costa Rica
staat Worsley thans toe alle vondsten, welke
deze op het eiland zal doen. naar Londen te
laten overbrengen. Zij werkt thans in zulk
een mate mede, dat zij de expeditie een be
wapende patrouille ter beschikking gesteld
heeft. (Of is dit voor haar eigen controle?)
Commander Worsley is de leider van de
nieuwe groep. Onder de andere deelnemers
treffen wij de namen aan van S. Macforlane
Arthur eer. scheepskapitein, Dr. J. W. Harris,
de scheepsarts, een Edinburgsch geoloog, twee
mijnbouwkundig ingenieurs, twee „kenners"
van de wichelroede, waarmede men den
schat hoopt op te sporen, en boortechnieker
eneen filmoperateur van Fox.
Het moet reeds meer dan een eeuw geleden
zijn, dat zeeroovers den schat, die zulk een
enorme waarde heeft, op de Cocoseilanden
begroeven. Tientallen expedities hebben er
reeds naar gezocht, steeds tevergeefs.
De geschiedenis van den schat is in twee
authentieke acten vastgelegd. Het grootste
eiland, waar de 125.000 pond (plm. 1 millioen
gulden) verborgen moeten zijn, is ongeveer
36 K.M.2 groot en met een zwaar oerwoud
bedekt, bijna ontoegankelijk voor blanken, eenigingsgebouw.
Het eenige dagblad, dat speciaal op Uwe omgeving
is ingesteld is de
Daarom alleen al is dit blad onmisbaar voor alle
inwoners van IJMUIDEN, IJMUIDEN-OOST, VELSEN-
NOORD, DRIEHUIS-WESTERVELD en SANTPOORT. Boven
dien kost dit blad SLECHTS 10 CENT PER WEEK Uw
keus kan dus niet moeilijk zijn. Abonneert U daarom
nog heden
De schat moet binnen een straal van 3 K.M.
begraven zijn tusschen het Noord-Oostelijk en
Noordwestelijk gedeelte van het eiland.
Het grootste gedeelte van den schat werd
door een troep zeeroovers van Spaansche koop
vaardijvaarders, die ongeveer een honderd
tal jaren geleden deze zeeën bevoeren, ge
roofd. Slechts een zeer gering gedeelte is
vroeger eens gevonden.
Het expeditiescheepje „Veracity" is voor
het doel der schatgravers comfortabel inge
richt en is o.a. uitgerust met een compacte
kortegolfzender. Kapitein Arthur, de Schot-
sche schipper, hoopt binnen 3 weken het doel,
de Cocos-eilandengroep, (6 gr. N.B., 87 gr.
W.L.) bereikt te hebben.
dames naai- en handwerkclub.
Dezer dagen had de eerste bijeenkomst
plaats van de Dames naai- en handwerkclub
der Vereeniging van Vrijz. Hervormden, afd.
Velsen-IJmuiden-Oost. Er waren ongeveer
20 dames gekomen. Besloten werd. dat de
naaimiddag zal zijn eiken Vrijdag' van 24
uur. Het doel is handwerken te maken voor
den bazaar, die de vereeniging. in het najaar
hoopt te houden.
ijmuider reddingsbrigade.
De IJmuider Reddingsbrigade houdt a.s.
Woensdagavond een ledenvergadering in de
bovenzaal van het Kennemerhof. In deze
vergadering zal o.a. behandeld worden het
voorstel tot goedkeuring van het aangaan
van een geldleening groot f 1500 bij de Nuts-
spaarbank voor het plaatsen van een ge
bouw op het strand, een voorstel 'tot deelne
ming aan de luchtbescherming, bespreking
feestavond enz.
vereeniging van vrijz. hervormden.
Tweede serie winterlezingen.
Na de goedgeslaagde eerste serie winterle
zingen heeft de Vereeniging van Vrijz. Her
vormden een tweede serie georganiseerd van
een anderen, meer kunstzinnigen aard.
De eerste lezing' vindt plaats Vrijdag' 22
Februari a.s. Dien avond spreekt Ds. P. D.
Spelberg van Nijmegen, secretaris en omroe
per van den Vrijz. Protestantschen Radio-
Omroep over het onderwerp: „Mijn reis door
Indië" verduidelijkt met een fraaie serie
filmbeelden.
Vrijdag 15 Maart houdt de heer H. J. Cal-
koen, leeraar aan de Rijks H. B. S. alhier een
lezing over „Rembrandt", waarbij lichtbeel
den vertoond zullen worden.
De laatste lezing vindt plaats op Vrijdag 12
April, den Vrijdag voor Palmzondag. Ds. J. H.
Groenewegen van Arnhem spreekt dien avond
over de Matthaus Passion van J. S. Bach, met
muzikale illustratie..
De lezingen worden gehouden in het Ver-
vergadering n. s. b.
De kring IJmuiden van de N. s. B, houdt a.s.
Donderdagavond in Thalia een openbare
vergadering.
Als spreker zal optreden de heer Geelkerken
die tot onderwerp heeft gekozen „Gezouten
en ongezouten waarheden."
TREKT IN DROMMEN OP NAAR DE
ZESDAAGSCHE TE BEVERWIJK
HET STARTSCHOT WORDT a.s.
VRIJDAGAVOND GELOST.
Alie beroemde Zesdagcnrenners zijn van de partij
r Adv. lncjez. Med.)
Een onzer abonnés, die een brief met de Uiver naar Indië had gezonden, kreeg
zijn brief terug. In welken staat ziet U hierboven. Het was een van de 84 exem
plaren, die in Londen in beslag waren genomen, nadat ze in verkeerde handen
wai::i geweest.
PROPAGANDA-AVOND N.B.A.S.
Een goed geslaagde propaganda-vergadering
heeft de N.B.A.S. Zaterdagavond in het ver-
eenigingsgebouw in de Kalverstraat gegeven.
De avond vol van leven en opgewektheid,
werd geopend door mej. G. Schol, die haar te
vredenheid uitsprak over de flinke opkomst,
v.n. van de zijde der ouders. Het was dan ook
de bedoeling van dezen propaganda-avond,
niet alleen meer leden onder de jongeren te
winnen, maar in de tweede plaats ook tot de
ouders te spreken en hun te toonen het leven
der N.B.A.S.'ers onderling.
Het eerste nummer van het programma was
zang van de afdeeling. Dit deden de jongelui
zittende om het kampvuur, waar ze hun lie
deren zongen, die getuigden van vreugde en
blijheid. Hierna werden eenige volksdansen
uitgevoerd. Deze keurig' uitgevoerde dansen
vergelijke men niet met het soort, dat men
in dancings ziet. Vervolgens werd de avond
opgeluisterd door zang van de dames. Dora
Lindeblad en Go Schol met pianobegeleiding
van mej. Greta Hamburg die voor hetgeen zij
presteerden een wel verdiend applaus mochten
oogsten. Als spreker trad op Flip van Praag,
algemeen voorzitter van den N.B.A.S., uit Am
sterdam, Deze begon te zeggen dat wat hier
ten tooneele gevoerd werd, niet anders be
doelt, dan om te doen zien hoe de N.B.A.S.'ers
met elkander omgaan. Hij wilde hierop even
dieper ingaan. Daarbij richtte hij zich hoofd
zakelijk tot de jongeren. Als uitgangspunt nam
hij de bekende uitdrukking, eens door een
Fransch staatsman in de 17e eeuw gebezigd:
„Wij zullen onderhandelen over U, bij U, en
zonder U". In verband hiermee zeide hij dat de
jongeren van thans, straks de verantwoorde
lijkheid moeten dragen. Deze samenleving
die zich kenmerkt door allerlei misère, moet
veranderd worden. De N.B.A.S.'ers, jong als
zij zijn gevoelen dit reeds. Niet dat zij een
middel weten om aan de ellende te ontkomen,
maai' zij willen mee helpen om hiertoe mid
delen en wegen te vinden. Zij willen reeds in
hun jeugd trachten mee te bouwen voor een
betere toekomst. Zal die beter worden, zegt
spreker, dan moet ook de mensch die de toe
standen maakt verbeterd worden. De N.B.A.S.
wil beginnen dit te propageeren onder huns
gelijken. De N.B.A.S. is een jeugdbeweging die
ook de drankbestrijding door absolute geheel
onthouding voert. De N.B.A.S.'er ziet in den
alcohol een groot vijand van het volkswelzijn.
Met een krachtig pleidooi voor geheelonthou
ding en het citeeren van een gedicht van
Garmt Stuiveling eindigde spreker zijn met
aandacht gevolgde rede.
Na de pauze werd een tooneelstuk opge
voerd, getiteld: „De nieuwe kleeren van den
keizer". Dit tooneelstuk in twee bedrijven
naar een sprookje van Andersen werd vlot
uitgevoerd. Het is het verhaal van den keizer,
die buitengewoon op mooie kleeren gesteld
was, maar geen costuum bezat dat hem mooi
genoeg was om aan te hebben op zijn kro
ningsdag. Nu moet er een kleermaker komen.
Maai' er is er geen die het zoo spoedig maken
kan. Er komen dan twee bedriegers, die zich
uitgeven voor kleermakers. Zij zeggen, een
costuum te kunnen maken, maar alleen wijze
menschen kunnen de schoonheid van hun
costuum naar waarde schatten. In het tweede
bedrijf zien wij de bedriegers op hun manier
druk aan het werk. zij doen „alsof" terwijl zij
in werkelijkheid geen lap stof noch een draad
onderhanden hebben. De keizer meent zelfs
een pak aan te hebben, terwijl hij in werke
lijkheid niets aan heeft met als gevolg dat
hij op zijn kroningsdag in zijn hemd voor het
volk verschijnt. Luide wordt hij toegejuicht.
De een wil voor den ander niet welen, dat hij
door zijn domheid of ongeschiktheid het mooie
pak van den keizer niet kan zien. Een klein
kind is eerlijk en zegt. dat de keizer niets dan
een hemd aan heeft. Het kind heeft de waar
heid gezegd; de menschen zien hun domheid
in en hij die zooeven werd toegejuicht, wordt
nu uitgejouwd.
Met gespannen aandacht werd alles gevolgd
en alle aanwezigen hebben volop genoten, zoo
dat deze propaganda-avond uitstekend ge
slaagd mag worden genoemd. De avond was
bovendien druk bezocht.